Al die beslissinkjes
Ik zit in de allerlaatste fase van het afmaken van het manuscript van mijn nieuwe boek, Optimaal blijven sporten. Deze week nog lever ik het in. Het is af, het is eigenlijk al twee weken af: toen vielen de laatste inhoudelijke puzzelstukjes op hun plek. Ik was daarvoor al begonnen met afredigeren, deze laatste weken heb ik alleen dat nog maar gedaan.
Ik ben verder gegaan dan wellicht nodig is – er kijkt ook nog een redacteur naar. Maar ik dacht: hoe verder ik kan komen, des te beter. Ik heb letterlijk pietepeuterige dingen gedaan. Zo ontdekte ik dat voor een paar voetnoot-getallen een spatie stond. Dat gaat om superscript, dus piepkleine getallen en dus ook om piepkleine spaties. Met zoek-en-vervang was het in een paar tellen opgelost.
Wat me ging opvallen, is hoe veel kleine knopen je in zo’n fase moet doorhakken. Nog de laatste die enigszins inhoudelijk zijn, zo van: is dit woord of stukje zin te schrappen, maak ik hier toch maar twee alinea’s van of kan het in een? Maar ook de redactionele zaken: al die grijszones. Je kan of je kunt, je wil of je wilt, getallen voluit of niet, triat(h)lon/triat(h)leet, enkele of dubbele aanhalingstekens. Enzovoort.
Ik heb de afgelopen weken een heleboel van dat soort beslissinkjes genomen, en ik heb vast nog een aantal zaken over het hoofd gezien. De kwaliteit van het boek gaat er niet mee staan of vallen, dus het is heel relatief. Maarja, ik ben ook ’tekstenmens’, dus ik wil wel dat het fatsoenlijk wordt.
Ik ben blij dat het wel klaar is, dat ik er klaar mee ben. Nouja, bijna dan. Echt helemaal af is het nooit; ik zou er eindeloos aan kunnen blijven pielen. Het is dus goed dat er een deadline is.
Ik vind het steeds spannender worden. Het lijkt wel een wedstrijd!