↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijks archief: december 2012

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Het jaar uitluiden

Louise Cornelis Geplaatst op 21 december 2012 door LHcornelis21 december 2012  

Dit weblog gaat na vandaag even op slaapstand tot in het nieuwe jaar. Ik wil 2012 eindigen met een citaat dat al een groot gedeelte van dat jaar, namelijk sinds april, in mijn favorieten staat van Twitter. Ik weet niet meer hoe ik eraan kom. De tweet is van iemand die ik niet volg, @Linda_McGrory. Heeft iemand ‘m geretweet?

Het citaat is volgens Linda van Edwin Schlossberg en het luidt:

The skill of writing is to create a context in which other people can think.

En dat vind ik erg mooi gezegd!

Fijne feestdagen gewenst en een goede start van het nieuwe jaar!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bekentenis verschenen

Louise Cornelis Geplaatst op 19 december 2012 door LHcornelis19 december 2012  

Net uit: Tekstblad nr. 5/6 van 2012, met daarin een column van mij waarin ik beken ernstig leesverslaafd te zijn. Tekstblad zet regelmatig columns online, met enige vertraging – ik zal het melden als deze er staat.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

All the way

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2012 door LHcornelis17 december 2012  

Recentelijk zag ik bij twee opdrachtgevers die bezig zijn met het gaan schrijven volgens het piramideprincipe hetzelfde verschijnsel: je moet het écht doen, helemaal, en niet halverwege blijven steken. Ik bedoel: schrijf ofwel piramidaal, ofwel methodologisch, maar niet iets vaags ertussenin. Een compromis lijkt misschien makkelijk, maar is het niet.

Bijvoorbeeld: je schrijft een tekst methodologisch, aan het eind eind haal je de conclusies en aanbevelingen naar voren en je bouwt daar een piramidale inleiding omheen. Zo staat je hoofdboodschap (of iets wat daarop lijkt) voorop. Mooi toch?

Nou… je hebt dan twee problemen:

  • De structuur van de inleiding sluit niet aan bij die van de rest van het document. Je kunt aan het eind van de inleiding alleen maar aankondigen ‘hierna zullen we laten zien hoe we het onderzoek gedaan hebben.’ En laat dat nou net zijn waar lezers veel minder interesse in hebben dan jij denkt! Bovendien leiden de stappen van het onderzoek helemaal niet altijd zo logisch naar die ‘conclusie en aanbevelingen’: de inhoudelijke logica van het rapport is dan net zo wankel en weinig inzichtelijk als in een traditioneel rapport.
  • Je kunt geen boodschaptitels verzinnen voor de hoofdstukken. Een hoofdstuk als ‘meetmethode’ – ‘we gebruikten meetmethoden X en Y’ voegt niet zo veel toe. Sterker nog, zulke koppen kunnen weerstand opwekken. Een hoofdstuk als ‘resultaten’ krijgt immers vaak een kop als ‘Er gaat een heleboel mis’ of iets anders negatiefs. Dat willen lezers al niet zwart-op-wit, laat staan in dikke letters. ‘Het lijkt de Telegraaf wel’ hoor ik dan wel eens terug – maar dat hoor ik nooit als het rapport echt goed geschreven is.

Dus: doe het piramideprincipe ‘all the way’. Je kunt dan veel makkelijker boodschaptitels bedenken, want die zijn actiegericht (maatregelen) of argumentatief. Constructief dus, in plaats van nietszeggend of negatief. Bovendien wordt de structuur er hechter van, en dat is zowel fijn qua lezen (eenduidige opbouw) als qua logica (transparanter en hechter).

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Reageren kan weer

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2012 door LHcornelis17 december 2012  

Dienstmededeling: het spamprobleem is opgelost, dankzij de Websitewinkel, dus reageren kan weer!

Geplaatst in Geen rubriek | Geef een reactie

Net uit: Oase met vooruitziende blik

Louise Cornelis Geplaatst op 14 december 2012 door LHcornelis7 oktober 2013

Verschenen in Oase Magazine nr. 3 (jaargang 5): vier mini-column over sport. Ik schrijf voor Oase altijd op thema, en voor dit nummer was één thema ‘een held?’ Mijn column ging over hoe ik in 1998 in wielrennen geïnteresseerd raakte dankzij Marco Pantani, en hoe ik jaren later ontdekte dat diens geweldige prestaties in die tijd tot stand waren gekomen dankzij een fikse dosis EPO. Over hoe een held van z’n voetstuk valt dus. Of toch niet – want zijn rol in mijn leven heeft hij toch gespeeld.

Toen ik de column terugzag, dacht ik: goh, ik had een vooruitziende blik. Want ik schreef hem in september en sindsdien is ook die andere grote held, Lance Armstrong, van z’n voetstuk gevallen. Of toch ook niet – voor hem geldt hetzelfde als voor Pantani. Beide heren zijn belangrijk voor me geweest, echt in de zin dat de loop van mijn leven erdoor beïnvloed is. Dat blijft zo, ook al speelde EPO daar een rol in. Het blijft lastig, vind ik, inspiratiefiguren die iets fouts gedaan hebben. Ik blijf op z’n minst ambivalent.

Mijn column is dus actueel – actueler dan ik in september had voorzien, en ook actueler dan ik had gehoopt.

Geplaatst in verschenen

Je denkt het wel, maar het staat er niet

Louise Cornelis Geplaatst op 13 december 2012 door LHcornelis13 december 2012

Voor in de trein terug uit Groningen had ik van de week een GDL gekocht. Ik trof daarin kort na elkaar (op p. 99 en 113) zinnen aan waarbij ik dacht: ik snap wat de schrijver bedoelt, hij/zij heeft ongetwijfeld ook goed in het hoofd gehad, maar het stáát er niet:

Onthoud: zaken gaan pas prettig als we er minstens evenveel aandacht, tijd, liefde en geld aan besteden als we doen aan de zaken die wel lekker lopen in ons leven.

Een plant in het stikdonker overleeft dus niet, maar heeft evengoed behoefte aan duisternis.

In de eerste zin moet je kennelijk een contrast bedenken tussen ‘zaken die wel lekker lopen in ons leven’ en ‘zaken die niet lekker lopen in ons leven’, waaraan we dan minstens evenveel aandacht enzovoort moeten besteden. Maar dat ‘die niet lekker lopen’ stáát er niet. Er staat alleen maar zaken, in het algemeen dus, en dan klopt de zin dus niet.

In de tweede zin staat eigenlijk dat een plant in het stikdonker evengoed behoefte heeft aan duisternis. En dat kan niet kloppen. Ik denk dat de zin alleen maar kloppend kan worden door hem te verlengen: ‘een gewone plant kan in het stikdonker niet overleven, maar heeft wel behoefte aan duisternis’ ofzoiets.

Dit type schrijfproblemen is erg moeilijk op te sporen door de schrijver zelf: de logica zit in diens hoofd, dus om het te zien, moet je je eigen denken dan uitzetten. De fouten zijn ook niet heel ernstig, want lezers kunnen de correctie of aanvulling wel maken. In deze gevallen wel, maar niet altijd. Daarom: belangrijke teksten altijd zorgvuldig laten proeflezen!

Geplaatst in schrijftips

Eerste resultaten piramideprincipe-onderzoek dit jaar

Louise Cornelis Geplaatst op 11 december 2012 door LHcornelis11 december 2012

Gister hebben mijn Groningse studenten presentaties gegeven met daarin de eerste resultaten van hun onderzoek naar het piramideprincipe. Ze zijn nog niet klaar, dus het gaat om voorlopige indrukken – in het ene geval nog wat voorlopiger dan in het andere. Voor mij kwam het volgende beeld eruit naar voren:

  • In e-mails en brieven lijkt het erop dat ongeveer even veel lezers een voorkeur hebben voor ‘hoofdboodschap voorop’ als voor ‘hoofdboodschap achterop’. Als hun voorkeur uitgaat naar voorop, is dat vanwege de  helderheid en de efficiëntie; als ze ‘m liever achterop hebben, is dat omdat ze dat vriendelijker vinden. Globaal wisten we dat al, maar het is nu veel preciezer onderzocht, inclusief twee nuances:
  • Vriendelijkheid en beleefdheid zijn belangrijk voor lezers uit een andere cultuur (de Chinese, in dit geval), maar wát zij als vriendelijk en beleefd ervaren, verschilt. ‘Hoofdboodschap voorop’ vinden ze niet per se onbeleefd.
  • Voor de waardering van HB voorop versus achterop bij slecht-nieuws-brieven lijkt het uit te maken of een brief echt nieuws bevat, of dat de lezer de narigheid al voelde aankomen. In dat laatste geval vonden lezers HB voorop minder respectvol; bij echt nieuws gepaster.
  • Het lijkt erop dat lezers meer oppikken en onthouden van een piramidale tekst dan van een traditionele (methodologisch of volgens een traditionele briefstructuur). In een aantal onderzoeken is het daadwerkelijke begrip geweten aan de hand van vragen over de tekst, met de tekst nog bij de hand of met de tekst alweer weg (dus dan meet je wat ze even onthouden hebben). Dit is goed nieuws voor het piramideprincipe, al hoeft het niet te betekenen dat piramidale teksten nou zo veel helderder ofzoiets zijn: het kan zijn dat de lezers meer moeite doen omdat zo’n tekst ‘gek’ in elkaar zit, en door dat hardere werken onthouden ze de informatie ook beter.
  • Dát voor veel lezers een piramidale tekst ‘gek’ is, wordt ook bevestigd. Ze zeggen daar wel eens wat over, en in één onderzoek zijn de resultaten voor een ’traditionele’ tekst geheel volgens de verwachting, maar voor de piramidale versie helemaal niet, en onverklaarbaar – een teken dat we niet goed hebben voorspellen, en dus kennelijk ook nog niet weten, hoe deze lezers een piramidale tekst lezen.
  • In een aantal onderzoeken komt de rol van het onderwijs aan de orde, vooral de eenzijdigheid waarmee universiteiten opleiden tot lezers en schrijvers van methodologische rapporten. Dát dat eenzijdig is, lijkt wel bevestigd te worden; of dat een probleem is (bijvoorbeeld: door afgestudeerden als een probleem ervaren wordt) is nog niet helder.

Dit is echt een voorlopige indruk, waarbij ik het waarschijnlijk al wat stelliger (en in mijn eigen woorden) formuleer dan op dit moment hard te maken is. Ik kom in januari met de definitieve resultaten.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek

Lezersvragen met ‘ik’ erin (rare brief #3)

Louise Cornelis Geplaatst op 7 december 2012 door LHcornelis7 december 2012

De derde en laatste van de rare brieven die ik in november ontving.

Een belangrijk basisprincipe van goed zakelijk schrijven is dat de tekst lezersvragen beantwoordt: de centrale vraag en per structuur-eenheid (hoofdstuk, paragraaf, alinea) een deelvraag. Wat is een lezersvraag? Daarvoor moet je als schrijver goed inleven in die lezer. Ik was de beoogde lezer van de brief hieronder, maar die beantwoordde beslist niet mijn vragen:

Het gaat om een ‘woekerpolis‘, dat wordt duidelijk uit de brief, en inderdaad heb ik zoiets lopen bij het bedrijf onder de zwarte balkjes. Dat woord wordt natuurlijk niet genoemd, want dat zou een soort toegeven zijn: het bedrijf gaat niet van zichzelf zeggen dat het heeft gewoekerd natuurlijk. Dat begrijp ik.

De tegemoetkoming speelt al jaren, en als ik daar als lezer een vraag over heb, was het eerst natuurlijk: ‘gaat dit bedrijf er iets aan doen?’ – dat is ‘ja’, en dat wist ik al. Dan heb ik eigenlijk nog maar één vraag, en dat is: ‘wat betekent het voor mij?’, of iets concreter en plastischer: ‘hoeveel krijg ik terug?’ En nou juist die vraag wordt in de brief niet beantwoord. De strekking aan het eind is zoiets als: ‘u moet nog even wachten voordat u weet wat u terugkrijgt’. Dat is, wat mij betreft, een overbodige mededeling.

Ook in de deelvragen gaat het mis. Oppervlakkig gezien doet de brief dat heel goed: ‘In deze brief leest u waarom wij dit doen en op welke manier‘. Keurige structuuraankondiging aan het begin van de alinea. Maar dat zijn niet mijn vragen. Het waarom wist ik al, en op welke manier, dat interesseert me niet, of althans veel minder dan de vraag hoeveel ik krijg.

Wat me opvalt, is dat in de vragen in de brief geen u staat, maar alleen wij,  wij van het bedrijf.  Dat is al een veeg teken dat ze wel iets kwijt willen maar dat ze niet goed weten wat ze mij willen vertellen, of wat mijn belang erbij is. Wat mij betreft had deze hele brief dus vervangen kunnen worden door een voetnoot bij dat kosten- en waardeoverzicht dat ik volgens de laatste alinea in de eerste helft van 2013 ga ontvangen.

Het fout hanteren van een juist principe, dat is precies wat ik veel zie bij adviseurs die worstelen met lezergericht schrijven. Ze formuleren een hoofdboodschap, en als ik dan vraag welke vraag de lezer daarover zou kunnen stellen, antwoorden ze met ‘hoe ben je daaraan gekomen?’ Dat leidt dan tot een rapport waarin de schrijver verslag doet van de stappen die in het onderzoek gezet zijn.

Maar lezers willen meestal helemaal niet, en zeker niet in eerste instantie, weten wat jij als schrijver hebt gedaan, ze willen weten wat jouw advies betekent, voor hen. Ze vragen dus ‘hoe moet ik dat doen?’ of ‘waarom moet ik dat doen?’ In elk geval een vraag met ik erin. Want, ik zeg het wel vaker, lezers zijn uit op hun eigen belang – ik ook, als ik lees, en jij, als je eerlijk bent, ook. ‘What’s in it for me?’ is altijd leidend.

Dus, moraal van dit verhaal: in de lezersvragen die je als schrijver beantwoordt, zit altijd ik. Zo richt je je tekst op de belangen van de lezer.

Geplaatst in schrijftips

Fietsvrouwcolumn #84 is uit

Louise Cornelis Geplaatst op 6 december 2012 door LHcornelis6 december 2012

Net uit: Fiets van december, met daarin weer een column van mij – het was een tijdje anders, maar inmiddels doe ik het weer elke maand, fietsvrouw zijn. Deze maand gaat hij over mijn Nepal-reis. Beetje ander onderwerp natuurlijk, niet zozeer over fietsen, maar ik relateer het er wel aan.

Geplaatst in verschenen

Ik papier, jij papiert, wij papieren

Louise Cornelis Geplaatst op 5 december 2012 door LHcornelis5 december 2012

Nog een gekke brief van afgelopen maand: van de gemeente Rotterdam dit keer. Het gaat over een wijziging in de GBA van ons adres.

Gek eraan is al dat hij alleen aan mijn man gericht is, en erin staat dat hij zelf de niet-overheidsinstanties van de wijziging op de hoogte moet stellen. Val ik daar ook onder? Maar goed, zoiets komt door automatisering, en ik heb begrepen dat dit soort instanties hun correspondentie standaard aan de oudste op het adres sturen. Dat dat in de meeste gevallen de man is, daar zal ik maar feministische het zwijgen over doen (zucht).

Maar nog gekker vind ik wat er voorgedrukt op het brief papier staat, in het hoofd, naast het log: ‘Leven, reizen en papieren’.

Dat geeft even kortsluiting in mijn hoofd. Ik lees leven en reizen namelijk als werkwoorden, en dat gaat mis bij papieren. Is het dan ‘het leven, de reizen en de papieren’? Maar dat lijkt me wat pretentieus, dat de gemeente over het leven gaat.

Tot slot: het is ook niet echt een fraaie opsomming, in de zin van dat het geen zuivere lijstrelatie is tussen de drie elementen, bijvoorbeeld omdat het gaat om papieren die je nodig hebt om te reizen: ‘om te’, niet alleen maar ‘en’.

Google leert me dat meer gemeentes van deze trits gebruikt maken. Ik vind het maar raar. Wat is er mis met het oude, vertrouwde burgerzaken?

Geplaatst in schrijftips

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Schrijven doe je niet alleen
  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (39)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑