↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Ik blijf nog even bezig met ChatGPT

Louise Cornelis Geplaatst op 18 januari 2023 door LHcornelis18 januari 2023  

ChatGPT blijft de gemoederen bezighouden. Bij mijn opdrachtgevers gaat het erover en de laatste dagen haalde het het Nederlandse en Vlaamse nieuws. Ook ik ben er nog niet klaar mee. Hier zijn drie aanvullingen op mijn ChatGPT-experiment van vrijdag:

  • Ik heb het antwoord op die ene ‘echte’ adviesvraag die ik stelde voorgelegd aan een inhoudsdeskundige. Die was bepaald niet onder de indruk. ChatGPT’s advies is vooral veel te generiek, zo van: dat kun je over elk vergelijkbaar project precies zo opschrijven. Er was maar één dingetje waaruit bleek dat het niet uit een algemeen handboek kwam, en dat vond deze deskundige dan ook het enige echt goede. De bijzonderheid van dit project bleek verder nergens uit. Hij betrapte ChatGPT ook nog op twee inhoudelijke fouten, waarvan één duidelijk maakt dat het programma – natuurlijk – geen flauw idee heeft waar het echt om gaat.
  • Ik realiseerde me later dat ik me weliswaar geen zorgen maak over de mate waarin ChatGPT mijn werk over kan nemen, maar wel over de indruk die ChatGPT geeft dat schrijven iets is wat je doet in isolement. Ik noem dat altijd de proefwerk-manier van schrijven: iemand stelt een vraag, en dan ga jij in je uppie een antwoord daarop formuleren. Dat gaat misschien in het onderwijs zo, maar verder niet. Schrijven doe je samen, in organisaties, of als adviseur en geadviseerde. Dat gezamenlijke, dat moet je leren. In mijn basistraining zit een oefening daarvoor. Ik vraag de deelnemers dan om mij een restaurantadvies te geven, adviesvraag: waar in jouw buurt kan ik een lekker hapje eten? Als ze dan gaan schrijven zonder mij eerst uit te vragen, stop ik ze na een tijdje, zo van: ben jij mij nu naar een sparerib-restaurant aan het sturen terwijl ik misschien wel veganist ben? ChatGPT zou dat ook klakkeloos doen; het programma stelt geen wedervragen. Het is dus een eenzijdig beeld van schrijven en dat beeld is al zo hardnekkig.
  • Ik hoorde via-via dat het ChatGPT wél lukt om adviezen te formuleren met hoofdboodschap voorop, als je dat expliciet vraagt. Dat ga ik ook nog eens proberen. Op dit moment kan dat weer niet, weer ‘at capacity’. Wordt vervolgd dus!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

ChatGPT over adviezen

Louise Cornelis Geplaatst op 13 januari 2023 door LHcornelis13 januari 2023  

Vanochtend is het dan wel gelukt om ChatGPT een paar vragen te stellen. Dat was een leuke ervaring. Je kunt de gekste dingen vragen en het programma typt de antwoorden letter voor letter uit. Net echt. Aan het eind kon ik dan ook de neiging om ‘dank je wel’ te schrijven niet onderdrukken. De reactie:

Je bent welkom! Laat het me weten als je nog vragen hebt.

Het anglicisme en de clichématige zin erna laten meteen al veel zien van Chatties schrijfvaardigheid wat me ookk al duidelijk geworden was uit andere reviews (o.a. in Neerlandistiek.nl, NRC, onlangs zelfs de alumni-nieuwsbrief van de VU). Het klinkt allemaal net een beetje stereotiep en houterig, het omgekeerde van creatief, warmbloedig en origineel. Dat beeld werd bevestigd toen ik het programma bevroeg over adviezen.

Ik heb ChatGPT eerst gevraagd hoe je een goed adviesrapport schrijft. Twee keer, met twee verschillende antwoorden, waaraan opviel dat de eerste productgericht was:

Een goed adviesrapport bevat de volgende elementen:

En de tweede procesgericht:

Er zijn een aantal stappen die je kunt volgen om een goed adviesrapport te schrijven:

Een aantal, Chattie? Waarom zo vaag? Wil je niet het goede voorbeeld geven? Of weet je op dat moment nog niet hoe veel het er worden?
 
Inhoudelijk zijn beide adviezen gelijk op het punt dat mij het meest interesseerde: het gaat om de traditionele opbouw van een adviesrapport, gelijk aan die van academische teksten, en dus eindigend met ‘conclusies en aanbevelingen’. Dat is braaf en conventioneel, maar wel heel beperkt.
 
Dus vroeg ik ChatGPT vervolgens: wanneer gebruik je het piramideprincipe? Antwoord:
 

Het piramideprincipe wordt vaak gebruikt bij het schrijven van journalistieke teksten, zoals nieuwsartikelen, maar ook in andere types teksten zoals rapporten of presentaties. Het principe gaat uit van de gedachte dat de meest belangrijke informatie bovenaan de tekst staat, en dat de minder belangrijke informatie naar beneden toe afneemt.

Het idee is dat de lezer snel de belangrijkste informatie kan oppikken, zonder de hele tekst te hoeven lezen. Hierdoor is de tekst efficiënter en makkelijker te lezen.

De piramidestructuur bestaat uit 3 onderdelen:

  1. De kop, of lede, bevat de belangrijkste informatie en is vaak een samenvatting van het hele artikel.
  2. De nuttige informatie, of het verhaal, gaat in op de details van de kop en geeft antwoorden op de vragen die de kop oproept.
  3. De onderste laag bevat de minder belangrijke informatie, zoals achtergrondinformatie of verwijzingen naar andere bronnen.

Het piramideprincipe kan ook gebruikt worden voor presentaties, waarbij de presentator de belangrijkste informatie als eerste geeft en de minder belangrijke informatie aan het einde van de presentatie.

Dat slaat wat mij betreft net de plank mis natuurlijk: de journalistieke oprolbaarheid is niet het piramideprincipe van de adviesrapporten, althans, niet dat van Minto, al is er verwantschap. Verder valt me op dat het in (2) gaat om nuttige informtie, daarmee suggererend dat in de onderste laag niet-nuttige informatie staat. En waar komt dat lede vandaan?

Ik vroeg naar een voorbeeld van een adviesrapport en Chattie ging braaf aan de slag met de ’toekomstige verkeersstructuur in de stad X’. Het voorbeeld leek weggelopen uit een eerstejaars schrijfhandboek, en Chattie bracht in de praktijk wat hij/zij net ervoor aangeraden had. Verder was het wel aardig. Het was kort, en eindigde met:

Dit is een voorbeeld, het zou kunnen zijn dat bij een echt adviesrapport er meer analyse, gegevens, cijfers, grafieken, tabellen, etc. toegevoegd zouden worden aan de tekst.

Haha, ja, nogal.

Ik heb toen Chattie nog om twee adviezen gevraagd, eentje zoals een opdrachtgever in de publieke sector dat net had uitgebracht, en eentje in lijn met mijn aanstaande boek. Wat me opviel:

  • Beide adviezen bestonden uit een opsomming van acht elementen, met overlap. Bij allebei stond één sub-advies er twee keer in, net iets anders geformuleerd. (De genummerde opsomming van een zwikje elementen, daar houdt Chattie duidelijk van, want dat kreeg ik elke keer.)
  • Beide adviezen eindigden met ‘houd er rekening mee dat’, en dan kwam er nog een soort nabrander. Bij het tweede advies was die wel goed, maar het eerste eindigde halverwege de zin abrupt met een.
  • Het ‘echte’ advies was volgens mij inhoudelijk best wel okee (ik zal het de desbetreffende adviseur eens vragen), alleen liep het jaren achter. Het klonk alsof de geadviseerde er nog mee moest beginnen, en dat is niet zo, het is al veel verder. Dat is op zich in de algemene media bekend, maar dat weet ChatGPT niet: het heeft geen toegang tot actuele gegevens. Dat beperkt de bruikbaarheid voor adviseurs natuurlijk enorm.
  • Het sportadvies bevatte een gek moeilijke term: cardiovasculaire oefeningen. Aan zoiets kun je merken dat het programma niet echt een lezer voor ogen heeft. Het ging om ‘oefeningen die je hart en bloedvaten gezond houden, zoals wandelen, hardlopen, fietsen of zwemmen’. De doelgroep van mijn boek noemt dat echt niet zo, zelfs geen cardio – de sportschoolterm. Maar sowieso had ChatGPT mijn vraag net niet helemaal goed begrepen. Ik had gevraagd hoe je goed blijft in je sport als je ouder wordt, en het antwoord ging meer in op hoe blijf je gezond als je ouder wordt – opnieuw de meer conventionele, stereotiepe opvatting: sport als middel om gezond te blijven, niet als doel op zich.

     

ChatGPT is leuk, vermakelijk, vast ook wel nuttig, maar het is niet iets waar ik voor mijn vak bang van hoef te worden. ChatGPT gaat het menselijke adviesschrijfwerk niet overnemen. Daarvoor zijn de teksten te clichématig, conventioneel, weinig creatief, onpersoonlijk, stijfjes en verouderd.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Chattie is drukdrukdruk

Louise Cornelis Geplaatst op 12 januari 2023 door LHcornelis12 januari 2023  

Ik schreef het vorige week al: ik wil graag zelf ervaren hoe ChatGPT schrijft. Of hij (zij?) adviezen kan schrijven, en zo ja, hoe dan: piramidaal of niet? Vanochtend had tijd voor zo’n experiment. Ik wel. ChatGPT niet. Ik kreeg in beeld:

ChatGPT is at capacity right now

Daarbij de mogelijkheid om een bericht te ontvangen als ik wel terecht kan. Dat bericht is ook nog niet gekomen, en zometeen moet ik andere zaken gaan doen. Vandaag gaat het dus niet lukken.

Tijdens het wachten biedt Chattie wel vermaak, zoals met een meditatie tijdens het wachten en een gedicht of rap over wachten, maar daar kan ik me geen uren mee bezighouden. Hier is de meditatie:

Write a guided meditation about the status of ChatGPT.
As you read this message, please take a moment to pause and breathe. Notice the sensations in your body and the rhythm of your breath. Remind yourself that you are not alone in wanting to try out ChatGPT. Many others are interested in it as well. Be patient and know that the website is doing its best to accommodate everyone. Trust that the right time for you to try ChatGPT will come. In the meantime, continue to focus on your breath and stay present in the moment.

Ik had daar nog niet over gelezen in de besprekingen, maar voor mij is duidelijk: om ChatGPT je werk te laten ondersteunen, moet je geen haast hebben, geen dringende deadlines.

Ondertussen had ik dat advies allang zelf geschreven natuurlijk.

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

2023: een goed begin

Louise Cornelis Geplaatst op 6 januari 2023 door LHcornelis6 januari 2023  

Een goed 2023 gewenst jullie allemaal! Ik ben het nieuwe jaar rustig begonnen. Ik kon afgelopen week benutten met voorbereidingen, de tweede drukproef en het promotieplan van Optimaal blijven sporten en met het bijlezen van een stapeltje vakliteratuur.

Het meest opvallende daarin was een artikel uit Tijdschrift voor Taalbeheersing `(2022, no. 2) waarvan ik eerder op Neerlandistiek al een samenvatting las. Het gaat om onderzoek van Henk Pander Maat en Jet Gravekamp. Zij legden lezers verschillende versies voor van een brief van een bank en van een zorginstelling: een in makkelijke taal en een in moeilijkere. Belangrijkste conclusie: wees niet bang voor eenvoudige taal voor hoger opgeleiden. Die waardeerden de makkelijkere versies, vooral die van de zorginstelling, meer, en waren daarin uitgesprokener dan lager opgeleiden. Beide groepen begrepen de makkelijkere brieven beter – wat nogal wiedes is.

Ik heb daarnaast de laatste tijd veel gelezen over ChatGPT, nogal een hot topic in mijn vakgebied natuurlijk, omdat het voor het eerst zo is dat een computer redelijk schrijft. Ik heb er zelf nog geen ervaring mee, en kan dus ook geen duit in het zakje doen, maar ik heb me wel vermaakt met de pogingen om ‘Chattie’ moppen te laten tappen op Neerlandistiek.

Het was een prettig begin van het nieuwe jaar – waar ik zin in heb. Interessant werk voor de boeg, en ik kijk vooral uit naar 17 maart. Op die dag verschijnt Optimaal blijven sporten!

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Terugblik 2022: Praten over andere dingen dan trainingen

Louise Cornelis Geplaatst op 22 december 2022 door LHcornelis21 december 2022  

Ik ben deze week het jaar aan het afronden en dus blik ik ook terug. Het was financieel gelukkig weer een uitstekend jaar: na de twee slappe coronajaren heb ik in 2022 mijn streefomzet ruim overtroffen. Het was dus ook druk, bij vlagen op het randje van te druk. Dat zat hem in enkele pieken van het gewone werk (in oktober haalde ik een record-maandomzet), de combinatie met het afronden van het boek (ik ben alweer een stap verder: de eerste drukproef is net retour),  wat zaken buiten het werk en in de extra belasting door de diverse maatschappelijke omstandigheden.

De drukte was zelfs op dit blog te merken: de gebruikelijke regelmaat van minstens elke week iets posten haalde ik sinds de zomer niet. Maar verder ging alles eigenlijk gewoon goed en met mij is het dat ook. Ik ben blij met die omzet, met de weer veel grotere dynamiek in mijn werkende bestaan na die taaie coronajaren, ik heb een boel mooie dingen gedaan, en ik ben blij dat mijn boek komend jaar gaat verschijnen, iets wat ik vorig jaar rond deze tijd nog amper durfde te hopen.

Inhoudelijk hebben vooral de laatste maanden twee dingen extra van mijn aandacht gevraagd:

  • Ik ben bewuster gaan sturen op advies- en begeleidingswerk. Ik denk dat ik onder invloed van de corona-beperkingen weer wat meer ‘lesboer’ geworden was: ik heb in die jaren hard eraan getrokken om mijn werk online te kunnen doen, en daarmee was mijn energie vooral daarin gaan zitten: online trainingen kunnen geven. Dat is goed gegaan (zie bijvoorbeeld mijn e-learning en dit artikel in Tekstblad) en ik heb er veel van geleerd, maar het is niet wat ik als prioriteit zie in mijn werk.
    Ik roep het al heel lang: het rendement van een losse schrijftraining is nihil (zie het literatuuroverzicht in deze scriptie). Als je als individu of organisatie serieus beter wil gaan schrijven, vraagt dat om flankerend beleid, lange, structurele aandacht en liefst ook schrijfbegeleiding ‘on the job’. Om dat laatste te bevorderen, ben ik met twee collega’s een nieuw samenwerkingsverband gestart: Robuuste Rapporten. Verder neem ik van een opdrachtgever afscheid, heb ik in een acquisitiegesprek gezegd dat ik niet de persoon ben om een lege plek in het lesrooster op te vullen (dat ‘hangt’ nog, geen idee of ze het zien zitten om toch met mij verder te gaan), en heb ik met mijn amibtieuzere opdrachtgevers overlegd om ervoor te zorgen dat de trainingsinspanningen renderen. De balans tussen trainings- en advieswerk is daardoor de laatste maanden sterk verbeterd.
  • Bij meerdere opdrachtgevers speelde de afgelopen tijd dat het moeilijk was om het echte piramidale denkwerk te doen. Dat leek meer zo te zijn dan anders. Ik zag bijvoorbeeld bij organisaties die het piramideprincipe al langer hanteren dat het toch dreigde te verworden tot een teksttrucje: boodschaptitels boven elk stukje inhoud was al genoeg. In meerdere trainingen hadden bovendien de deelnemers het huiswerk voor de tweede sessie niet gedaan op dit punt. De bedoeling is dat ze het schrijfproces netjes doorlopen: eerst een piramide maken en die daarna uitschrijven. Dat hadden ze dan niet gedaan, of omgekeerd, dus voor de training nog gauw even een piramide reconstrueren op basis van een eerder geproduceerde tekst of slide.
    Het viel me op dat dat meer was dan vroeger. Dus dan hadden we in de eerste sessie lekker geoefend met het maken van een piramide, en dan zag ik daar vervolgens niets van terug in hun eigen werk. Het leek wel alsof een piramide maken in de eerste sessie een leuk spelletje was geweest, maar niet iets om echt te doen.
    Ik heb erover gepraat met de desbetreffende opdrachtgevers en toen meer dan eens gehoord dat ze vermoeden dat er een ‘generatiedingetje’ speelt: dat hun nieuwe junioren minder bereid zijn dan vroeger om er hard aan te trekken zich een nieuwe vaardigheid écht eigen te maken. Ze lijken op trainingsgebied wat consumptief. Ik aarzel om het aan de lichting te wijten, wat ook kan zijn is dat er vanuit de organisatie wat te weinig het goede voorbeeld wordt gegeven. Als het piramideprincipe toch niet meer is dan boodschaptitels maken, hoef je het denkwerk toch niet onder de knie te krijgen. Als dat toch wel echt de bedoeling is, is een training dus niet genoeg. Daarover ben ik met deze opdrachtgevers in gesprek gegaan.

Zo hangt dit punt dus samen met het vorige: ik ben in gesprek gegaan met de opdrachtgevers bij wie ik het piramideprincipe ondanks trainingen niet tot zijn recht zag komen. Dat heeft geleid tot uiteenlopende nieuwe plannen, en dat is precies zoals het moet: maatwerk. Ik kijk ernaaruit om daarmee in het nieuwe jaar aan de slag te gaan.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Het gaat het beste zonder moetjes

Louise Cornelis Geplaatst op 25 november 2022 door LHcornelis25 november 2022  

Veel schrijvers in organisaties worstelen met de verplichte nummers: maand-, kwartaal- en andere voortgangsrapportages, allerlei plannen in verplichte formats en dergelijke. Ze schrijven kost veel tijd, het goed piramidaal doen gaat amper, het is vaak onduidelijk wat de ontvangers ermee doen, enzovoort.

De laatste tijd kreeg ik een paar keer de vraag hoe ‘best practice’ organisaties dat soort teksten schrijven.

Nou, simpel: niet.

Ik bedoel: in de organisaties waar ik kom die volgens mij het beste schrijven, zie ik nooit dat soort ‘moetjes’ voorbijkomen. Dat zijn allemaal redelijk platte en veelal projectgestuurde organisaties waar de projectleider verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen. Die is meewerkend voorman/-vrouw, zit dus bovenop het werk en is onderdeel van het team – die heeft geen rapportages nodig. Hij/zij hoeft ze ook niet te schrijven, want de managementlaag erboven gaat uit van ‘geen nieuws is goed nieuws’. Die managers vertrouwen erop dat de projectleider zich wel zal melden als er iets belangrijks is, en zeker in geval van stront aan de knikker (‘management by exception’).

Vertrouwen, belangrijk woord.

Dat werd gister bevestigd. Ik was toen bij een presentatie van Mathieu Weggeman – sowieso erg de moeite waard: interessant en vermakelijk. Thema was ‘leiding geven aan professionals’, of nouja, Weggeman betoogde dat je aan 80 procent van de professionals eigenlijk helemaal geen leiding hoeft te geven. Die zijn gewoon goed in hun vak en ze willen hun werk goed doen, daar kun je als manager op vertrouwen.Hen in de weg zitten met allerlei controlemechanismen is alleen maar hinderlijk.

Weggemans voorbeeld was van een machinebouwer waar ingenieurs jarenlang aan een bijzonder nieuw product hadden gewerkt. Op het moment dat de machine gepresenteerd werd – op tijd, binnen budget –  begon de controller over enkele ontbrekende urenstaten en een doosje schroeven dat iemand uit eigen zak had betaald. Dan heb je dus echt je prioriteiten verkeerd.

Het laten invullen van checklists en rapportages en urenregistraties en noem maar op noemde Weggeman ‘infantiele bureaucratische nikserigheid’. In plaats van professionals dat soort moetjes te laten uitvoeren, raadde hij aan om op zoek te gaan naar gedeelde waarden die kunnen inspireren en die betekenis geven aan het werk. ‘Meer vonken in plaats van vinken’ was een van de one-liners die ik noteerde. 

Ik hoorde het met instemming, en met herkenning. Inderdaad, bij die organisaties die niet aan moetjes doen wordt gevonkt, zijn de gedeelde waarden belangrijk en de mensen goed met hun werk bezig.

Van Weggeman leerde ik ook nog een mooi acroniem voor hoe professionals veelal omgaan met moetjes: DELLE: durch einfach liegen lassen erledigt. Die ga ik onthouden. Ik geef zoiets wel eens als advies mee namelijk: heb je echt niks zinnigs te zeggen in je moetje-rapportage, doe het dan niet. Laat liggen, dus. Als je manager dan komt zeuren, kun je het gesprek wellicht op dat vertrouwen brengen.

De soort teksten die belangrijk zijn in een organisatie zeggen dus wat over de manier van leiding geven en over hoe veel vertrouwen er is. Niet moeten schrijven is een goed teken.

 

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Verwijzen is een kunst

Louise Cornelis Geplaatst op 25 november 2022 door LHcornelis25 november 2022  

Vorige week brachten wij een paar dagen door in een hotel met in de badkamer dit bordje:

Daar gaat een boel mis: het losse milieu vriendelijk, ontbrekende interpunctie tussen leggen en dit en de wat vreemde voorwaardelijkheid: als je schone handdoeken wilt, doen zij een verzoek? Dat kan op zich wel, op het randje: het is nogal spreektalig, vind ik.

Maar het meest in het oog springen twee eigenaardige verwijzingen: deze verwijst zo dat je kennelijk schone handdoeken op de grond moet leggen, en dat op de grond leggen doe je volgens dit kennelijk uit milieu( )vriendelijk oogpunt.

Ik denk dat dit een poging is tot te beknopt schrijven. Ik snap dit alleen maar omdat ik vaker in hotels ben geweest waar ze zoiets wilden.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Zelf geredigeerd worden

Louise Cornelis Geplaatst op 17 november 2022 door LHcornelis17 november 2022  

Ik zit alweer een week in de volgende fase van het nieuwe boek: ik ben de wijzigingen van de redacteur aan het verwerken. Dat is alweer druk, maar gepland en het is fijn dat ik er extra tijd voor kreeg: ik kreeg het eerder terug en mijn deadline blijft hetzelfde. Het is wel de derde keer dat ik het ‘afmaak’ sinds augustus, en dat gaat wel wegen, moet ik zeggen. Ik wissel een beetje tussen het zat zijn en blij dat het elke keer beter wordt.

Want beter geworden, ja, dat is het nu ook weer. De redacteur heeft me behoed voor een paar stomme dingen waar ik blind voor was geworden (zoals een metafoor die precies het omgekeerde uitdrukte van wat ik bedoelde) of sowieso ben. In het lijstje ‘fouten die ik wel eens maak’ kan ik onder andere bijschrijven dat en zo los moet, dat en/of beter of wordt als of de en al impliceert (dat is niet altijd zo, maar soms wel) en dat ik soms ooit met iets combineer waardoor ik een pleonasme veroorzaak (beter dan ooit tevoren/eerder).

Ik moet wel alles heel precies nagaan, want er zijn van die typische redactie-foutjes ingeslopen (eerste deel van de zin veranderd, tweede daar niet op aangepast) en spelling is niet de sterkste kant van de redacteur. Ergens vind ik dat troostrijk: het is onmogelijk om op dat gebied alles helemaal goed te doen, dat weet ik van mezelf ook. Die paar foutjes verbeter ik wel, en door er nog een keer secuur met de stofkam doorheen te gaan zag ik zelf ook nog een paar extra dingetjes. Wat overigens wel het gevoel geeft dat dat altijd zo zal blijven: perfect wordt het nooit. En dat is zo, zo werkt schrijven.

Het meeste werk heb ik echter aan de grijszones: de kwesties van smaak en mening. Ik heb wat frivole stilistische dingen teruggezet naar mijn origineel, bijvoorbeeld ergens iets uitdenken weer terug naar uitknobbelen. Dat is het speelsere woord, maar bovendien met een licht nuanceverschil in de betekenis. Hier en daar permitteer ik me een knipoog voor de goede verstaander en het verhaal waarmee het boek eindigt, geschreven door gastschrijver Nicole, bevat plat Rotterdams – dat blijft erin, ondanks de ?? die de redacteur erbij had gezet.

Dat terugzetten is voor mij een soort omgekeerde wereld. In mijn werk vind ik dat de eigen stijl van de schrijver met wie ik werk door mag klinken, dus verander ik in principe alleen de dingen die echt moeten en een duidelijke verbetering zijn. Ik moest er bij het verwerken van deze correcties even aan wennen dat de rollen omgedraaid waren: ik hoef deze redacteur niet te honoreren, het is mijn eigen stem die door mag klinken.

De eigenaar van die stem, ondergetekende, is soms best een beetje eigenwijs ook, maar met onderbouwing. Er is één gebied waarop ik heel veel correcties heb teruggedraaid: de interpunctie. De regels daarvoor zijn niet zwart-wit, en er zijn in grote lijnen twee ‘scholen’:

  • Interpunctie wordt beregeld met goed-fout-principes op basis van de grammatica. Een deel hiervan is algemeen geaccepteerd, zoals: achter een zin staat een punt en bij bijvoeglijke bijzinnen maakt een komma uit voor de betekenis. Een ander deel is echter dubieuzer, bijvoorbeeld: voor en mag nooit een punt of een komma, een zin mag niet met een voegwoord beginnen, elke bijzin moet aan de hoofdzin vastgekoppeld staan. Dat zijn – minstens ten dele – ouderwetse schoolmeesterregels die ver af staan van het eigenlijke taalgebruik van ervan schrijvers. Ze zijn te vergelijken  met de moeten’s en mag-niet’s op formuleer-gebied: dogma’s. Kinderen moeten leren wat hoofd- en bijzinnen zijn en wat je daarmee doet, maar uiteindelijk mag je ermee spelen (vind ik).
  • Interpunctie voegt subtiele betekenis toe die te maken heeft met hoe de zinnen zich tot elkaar verhouden. Die verhouding werkt door op alinea-niveau. Bijvoorbeeld: twee hoofdzinnen met een komma of puntkomma met elkaar verbonden verhouden zich op andere wijze tot de zin erna dan als er een punt tussen staat. Zo van: 1a,b-2 is iets anders dan 1-2-3. Dat is de manier van interpungeren die ik heb geleerd uit het onvolprezen boek Formuleren (hoofdstuk 2 – ik kan het aanraden). Niet dat dat per se altijd speels is, maar het biedt wel die ruimte: met interpunctie kun je subtiele betekenissen uitdrukken. Ik ‘hoor’ die ook in mijn hoofd, in de vorm van pauzes en accenten. De interpunctie dient om de lezer datzelfde te laten horen.

Je voelt ‘m al aankomen: de redacteur komt uit de eerste school. En ik heb bijna alle wijzigingen die daaruit voortvloeien teruggedraaid volgens de tweede. Al was het alleen maar omdat er ineens een boel zinnen heeeeel lang geworden waren. Maar vaker vanwege die subtiele betekenisverschillen.

Hier is een voorbeeld. Dit is mijn originele tekst:

Henk is typisch zo’n hardloper die een broertje dood heeft aan oefeningen. Maar met die sleeppas van hem ging hij merken dat hij zo’n beetje over elk oneffenheidje op straat struikelde: zijn voeten kwamen nauwelijks meer van de grond. Bovendien kreeg hij steeds meer moeite om zijn been over zijn fietszadel te zwaaien (…)

Daar had de redacteur van gemaakt:

Henk is typisch zo’n hardloper die een broertje dood heeft aan oefeningen, maar met die sleeppas van hem ging hij merken dat hij zo’n beetje over elk oneffenheidje op straat struikelde: zijn voeten kwamen nauwelijks meer van de grond. Bovendien kreeg hij steeds meer moeite om zijn been over zijn fietszadel te zwaaien (…)

Die eerste zin is akelig lang geworden, en achter oefeningen eindigt een op zichzelf staande mededeling die je als lezer wat mij betreft eerst even tot je moet (mag) nemen. Het is bijna een definitie van Henk – zo’n Henk moet je eerst voor je zien. Daarna lees je verder. Dat alleen al zou voor mij voldoende reden zijn om die punt te zetten.

Maar er is meer: de punt tussen oefeningen en maar geeft een eenduidiger beeld van de relaties verderop in de alinea:

  • Het stuk achter de dubbele punt heeft duidelijker alleen betrekking op het gedeelte ‘Maar …. struikelde’ want het is zo alleen daarmee verbonden en met een punt gescheiden van het eerste stuk, waar het geen betrekking op heeft.
  • De bovendien-zin heeft betrekking op nauwelijks van de grond komen en niet op broertje dood hebben aan oefeningen. Als het eraan voorafgaande één zin is, is dat net wat lastiger om te zien.

Het is heel subtiel, maar ik wil het wel op mijn manier. Dat is even wat werk, maar dat levert op dat ik me veel bewuster word van hoe ik omga met interpunctie. Een heleboel hiervan doe ik gevoelsmatig natuurlijk, maar door te zien hoe iemand anders het doet, moest ik weer even nadenken over mijn eigen keuzes. Daardoor realiseerde ik me hoe schatplichtig ik ben aan Formuleren!

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Uitdagende piramide-vragen

Louise Cornelis Geplaatst op 3 november 2022 door LHcornelis3 november 2022  

Je zou toch denken dat ik na 25 jaar trainingen piramideprincipe geven alle ins en outs ervan zó uit kan leggen. Maar de laatste maand stond ik twee keer met m’n mond vol tanden. Allebei de keren had te maken met de rol van de vragen erin. Wat voor vragen dat zijn, is maar globaal omschreven: je moet nogal bereidwillig zijn om de aard ervan te accepteren en zo mee te denken op de manier die het principe vereist. Hier ging het om:

  • Een trainingsdeelnemer had een piramide gemaakt over zichzelf, voor een voorstelrondje. De top van de piramide bestond uit één woord: ‘Kennismaking’. Dat, zo zei ik, is geen boodschap, maar alleen een benoeming van wat het is. En dus geen antwoord op een vraag, niet zoals de hoofdboodschap van een advies de adviesvraag beknopt beantwoordt, en ook niet zoals de kop van een nieuwsbericht de vraag ‘wat is er gebeurd?’ beantwoordt.* “Jawel,” zei zij, “Het is antwoord op de vraag ‘wat is dit?’: een kennismaking met mij.”
    Daar heeft ze natuurlijk helemaal gelijk in, maar zo werkt het toch niet. En waarom niet? Dat vond ik lastig uit te leggen. Kennelijk zijn er ‘foute’ centrale vragen?
    Ik heb m’n best gedaan om het uit te leggen, maar ik kreeg het net niet helemaal scherp. Ik realiseerde me gaandeweg dat het probleem veroorzaakt werd door het toepassen van het piramideprincipe op een genre waar het niet voor ontworpen is. Bij een adviesrapport is dit een totale vanzelfsprekendheid: geen klant gaat over een adviesrapport ‘wat is dit?’ vragen en verwachten dat het rapport die vraag uitwerkt. Een piramide voor een voorstelrondje is sowieso lastig: deze piramide was meer een taxonomie dan een echte piramide.
  • Bij een andere training merkte een deelnemer op dat hij juist de neiging had om de ‘so what?’- vraag van boven naar onder te stellen. In het piramideprincipe leidt de vraag ‘so what?’ van onder naar boven: vanuit de data naar de hogere niveaus en uiteindelijk naar de hoofdboodschap. Het is de vraag naar de samenhang, betekenis en interpretatie.
    Maar stel dat de hoofdboodschap een advies is, noodzakelijkerwijs globaal en abstract gezien de overkoepelende functie van een HB, dan kun je inderdaad vragen ‘so what?’ in de zin van: wat moet ik nou precies doen, waar komt het advies op neer?
    Op dezelfde manier, zo zei hij, kon je ‘waarom?’ andersom begrijpen, want als antwoord op die vraag kun je de samenhang duiden. Dus als je een setje maatregelen op detailniveau hebt, kun je daarover ‘waarom?’ vragen in de zin van ‘waarom moeten we dat doen’? Het antwoord geeft dan de samenhang: de hoofdboodschap, bottom-up. Maar dat is precies andersom dan hoe het piramideprincipe de ‘waarom’-vraag hanteert, top-down: over de hoofdboodschap, leidend tot argumenten daarvoor.
    Ook deze deelnemer had een punt. Ik heb hem uiteindelijk moeten zeggen dat dit een kwestie is van accepteren hoe het piramideprincipe de vragen hanteert. Later realiseerde ik me nog twee andere dingen die ik erbij had kunnen betrekken voor wat betreft de ‘so what’:

    • Deze training was in het Engels, de Nederlandse bottom-up vraag is mogelijk verduidelijkend: ‘wat betekent dit samen?’ ‘Dus?’ heeft overigens hetzelfde probleem.
    • In het Engels had ik kunnen uitleggen dat het gaat om de ‘so what’-vraag naar de betekenis, duiding, strekking, en niet om de ‘so what’-vraag naar de consequenties. Dat ‘so what?’ die beide mogelijke betekenissen heeft, daarvan was ik me voorheen niet bewust.

Dit is nogal piramide-neuzelig, en voor het grote gros van de gebruikers en leerders daarvan totaal geen probleem. Voor mij was het verrassend om na zo veel jaren kort achter elkaar twee keer fiks uitgedaagd te worden. Dat is het leuke aan trainingen geven!

 

* Een nieuwsbericht is niet piramidaal, maar de kop is wel vergelijkbaar met de hoofdboodschap; ik maak die vergelijking in trainingen vaak.

Geplaatst in Opvallend, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Wat ik leerde van nog een slag

Louise Cornelis Geplaatst op 31 oktober 2022 door LHcornelis30 oktober 2022  

Ik schreef het vorige week al: ik had deze maand ook nog wat bemoeienis met mijn nieuwe boek (klik op die link als je een preview van de cover wil zien). Ik had het manuscript eind augustus ingeleverd, wat vroeg was gezien de doorlooptijd tot aan het verschijnen in maart. De uitgever klopte dan ook eind september bij me aan met de vraag of ik kans zag er deze maand nog een slag overheen te doen. Ze vond het al goed genoeg, maar het kon nog beter. Dat kriebelde natuurlijk, ook al had ik voor mijn gevoel amper tijd.

Het is gelukt om het inderdaad nog net wat strakker te trekken op het gebied van informatiedosering en structuur, plus nog wat kleine dingetjes. Dat ging allemaal tussendoor, zoals in de trein en in het weekend af en toe een uurtje. Dat dat lukte, was leerzaam: het gaat ook zonder zichtbare ruimte in mijn agenda, en met ‘af en toe even’ kom ik ook een eind. Want het ging goed en was ook weer leuk om mee bezig te zijn.

Ik denk inderdaad dat het nóg beter geworden is. Ook dat was leerzaam: ik had er al mijn best op gedaan, maar als het dan echt moet, blijkt het nog beter te kunnen. Zo is het bijna 4000 woorden korter geworden, van de nu 70.000. Dat ging zonder veel verlies aan inhoud, dus vooral met de kaasschaaf.

Ik heb bovendien wat structuurprobleempjes opgelost. Een deel daarvan zag ik dankzij frisse ogen, enkele andere had ik in augustus wel gesignaleerd, maar daarbij had ik toen ‘laat maar zitten’ gedacht. Mijn aandacht was toen al erg op de kleine dingen gericht en ik kreeg die moeilijk ’teruggeschakeld’ naar structuur. Storend voor lezers was het niet, leek me. Maar nu waren ze snel opgelost en dat is toch fijn.

In september had de uitgever zelf een redactieslag gedaan tot en met het eerste hoofdstuk (daar zit een ‘warming-up’ en een inleiding voor), en het geheel aan een manuscriptbeoordelaar voorgelegd. Ik heb dus mijn koers bepaald op wat ik van hen hoorde. Naast dat strakker trekken leerde ik er ook wat kleine dingen van:

  • Dat het woord nogalliefst geen bestaand Nederlands woord is. Voor mij is het een doodgewoon woord, maar het staat niet in de Woordenlijst en als je het googlet, vind je het op…. dit weblog. Voor mijn man is het ook een gewoon woord, maarja, hem beïnvloed ik al dik twintig jaar!
  • Dat ik vaak zelfs gebruik. Dat is een interessante, ontdekte ik. Eerder had een proeflezer me er al op gewezen dat ik ook enzovoort vaak gebruik. Beide hebben te maken met iets wat in mijn hoofd zit, maar wat een lezer niet altijd kan volgen. Zelfs gebruik ik soms als iets mijn eigen verwachtingen overtreft, maar de lezer deelt die niet altijd. En bij enzovoort zit er kennelijk nog meer in mijn hoofd, maar ook daar moet de lezer naar raden en dat kan ‘zelfs’ arrogant overkomen. Dat je met iets wat je schrijft verwijst naar iets in je eigen hoofd in plaats van in de tekst, dat is een bekende – ik ben daar vaak mee bezig als ik adviesrapporten redigeer: vage verwijzingen, aannames en gedachtesprongen. Deze twee neiginkjes van mijzelf waren blinde vlekken.

Zelf geredigeerd worden maakt me in de toekomst een betere schrijver. Ik ben benieuwd wat er op dat gebied nog volgt. Talige eindredactie is de volgende stap namelijk.

Voor nu ben ik blij dat het manuscript opnieuw naar de uitgever kan, en dat de komende weken dus iets minder druk worden. Net de laatste paar dagen hield het boek me weer erg bezig, nam het dus veel ruimte in mijn hoofd, en dat is moeilijker te verenigen met de aandacht die mijn andere werk vraagt. Dat gaf op het allerlaatst wel echt stressverschijnselen. Maar ach, als dat een goed boek oplevert en ik er zo veel van leer, was het de moeite waard.

 

 

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Fouten inchecken
  • Verkeersborden spreken elkaar tegen
  • Alweer een goed boek van Van Bogaert (2)
  • Ik blijf nog even bezig met ChatGPT
  • ChatGPT over adviezen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (287)
  • Opvallend (473)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (806)
  • Uncategorized (38)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (192)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑