↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Het passief is niet neutraal

Louise Cornelis Geplaatst op 12 mei 2025 door LHcornelis12 mei 2025  

Interessant stuk op Neerlandistiek vorige week. Het gaat over het verschil in formuleren tussen de twee partijen in de oorlog tussen Israël en Gaza, ik citeer:

Aan Palestijnse zijde ‘vallen er doden’. Aan Israëlische zijde ‘hebben Palestijnse terroristen burgers vermoord’.

Dat verschil in framing interesseert me vanwege de rol van de lijdende vorm, het passief, erin, ooit mijn promotieonderwerp. Die constructie maakt het mogelijk om uit beeld te laten wie er verantwoordelijk is voor een handeling: ‘De burgers werden vermoord’. De term framing bestond toen nog niet, of was mij nog niet bekend, anders had ik er zo wel over geschreven. Ik heb de Critical Discourse Analysis (die in het artikel een beetje belachelijk gemaakt wordt) wel gebruikt, en toegepast op een veel onschuldiger domein: het landskampioenschap voetbal van Ajax. ‘Wordt er gescoord’ of ‘scoort Litmanen’? Dat verschilt per krant en hangt samen met aan wiens kant die krant staat, dus het NRC doet dat anders dan het Parool. Sindsdien doe ik er regelmatig aan, soms ook op dit blog.

Met het stuk op Neerlandistiek ben ik het grondig eens dat ‘er vallen doden’ geen passief is. Leken doen dat, ik leg in mijn trainingen wel eens uit hoe het zit. Maar een serieuze taalkundige mag zo’n fout echt niet maken.

Waar ik het echter niet mee eens ben, is dat de lijdende vorm een ‘onschuldige’ manier zou zijn om lange door-bepalingen achteraan in de zin te krijgen:

Als je ergens een passieve zin leest, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat er doelbewust een stilistische kunstgreep is gebruikt om de verantwoordelijkheid af te schuiven.

Niet doelbewust, okee – maar framing is heel vaak helemaal niet doelbewust, daar gaat het juist om: dat je niet kunt formuleren zonder keuzes te maken hoe je de dingen weergeeft. Soms kan dat heel bewust, vaak is dat niet zo, maar dan is de manier waarop je formuleert nog steeds wel interessant.

Wat is die framing dan, ook met een lange door-bepaling? Ik heb daar in mijn proefschrift een boel over geschreven. De essentie voor nu is dat het verschil tussen actief en passief groter is dan de woordvolgorde – er is een subtiel verschil in betekenis. Daarvan geef ik in dat proefschrift dit voorbeeld:

  • Hij werd door de bliksem getroffen
  • De bliksem trof hem

Voel je ‘m, de personificatie van bliksem in de tweede zin?

Of deze:

  • Hij werd door een auto aangereden
  • Een auto reed hem aan.

In de tweede zin deed de auto dat meer expres dan in de eerste. Dit soort framing is heel algemeen als het over verkeer gaat, zie daarover Het recht van de snelste: we zien de daders niet als zodanig. Laat staan dat we hier een mens zouden noemen.

Dus als een taalgebruiker in een split second de keuze maakt tussen deze twee opties:

  • Palestijnen vermoorden Israëlische burgers
  • Israëlische burgers worden door Palestijnen vermoord (of: er worden….)

… dan maakt dat uit in het wel of niet neerzetten van die terroristen als menselijk en verantwoordelijk. En dat zegt wel degelijk iets over je wereldbeeld.

Inderdaad hoort moreel gedreven taalkundig onderzoek net uitgevoerd te worden. Maar dat geldt ook voor een kritische reactie daarop.

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren

Louise Cornelis Geplaatst op 7 mei 2025 door LHcornelis7 mei 2025 2

Even de taalkunde in, nouja, wel ook over genderneutraal schrijven. Maar dat ga ik eerder compliceren dan makkelijker maken.

In april 2021 vond ik mezelf terug in een discussie op Twitter die ik me als vrij stevig herinner. De discussie zelf is niet meer terug te vinden, mijn blogpost erover nog wel. In het kort ging het om het verschil in verwijzen tussen ‘bekend’ en ‘nieuw’, goed te illustreren met dit voorbeeld:

a. Jan ging wandelen met Piet. Hij was verkouden.
b. Jan ging wandelen met Piet. Die was verkouden.

In a is Jan verkouden, in b Piet. Door de positie in de eerste zin is Piet daar de nieuwe informatie, wat ook wel ‘focus’ heet in de taalkunde; Jan is als het ware gegeven, ’topic’. In 2021 schreef ik:

Voor mij werkt dat zo, maar niet voor iedereen, zo bleek op Twitter.

Nou was me al eens vaker opgevallen dat dit verschil op gespannen voet staat met genderneutraal verwijzen, als je daarbij die als persoonlijk voornaamwoord gebruikt. Dat is immers een oplossing voor de keuze tussen hij of zij en geschikt als je dat onderscheid niet wil maken of als de persoon in kwestie non-binair is bijvoorbeeld. In een recent stuk op Neerlandistiek geeft Marc van Oostendorp van die manier van verwijzen dit voorbeeld:

Sasha neemt de bus, want die heeft geen zin om door de regen te fietsen.

Inhoudelijk is het duidelijk dat die op Sasha slaat, maar toch dacht ik één moment lang dat de bus geen zin in fietsen had. En dat komt doordat ik die opvat als verwijzing naar focus ‘de bus’.

Die verwarring is me al vaker overkomen. Als je die als persoonlijk voornaamwoord gebruikt in plaats van hij of zij, kun je geen onderscheid meer maken tussen verwijzen naar topic of focus. Voor mij is dat een ongewenste consequentie van dat genderneutrale taalgebruik.

Van Oostendorp heeft het daar niet over, maar reageerders op zijn stuk wel. Ik blijk niet de enige die denkt aan een bus zonder zin. Reageerder yvanspijk, Yoïn van Spijk, legt uit hoe het zit; zijn intuïties werken net als de mijne. Van Oostendorp is het daar expliciet mee oneens en vindt het topic-focus-verwijsverschil iets uit de schrijftaal. Dat zou kunnen. Verwijzen met die is in spreektaal gebruikelijker dan in de schrijftaal.

Het zou ook kunnen dat hier opnieuw blijkt dat de intuïties van moedertaalgebruikers op dit punt verschillen. Dat bleek in die discussie in 2021 ook . Ik herinner me van toen dat mijn intuïties nogal hard voor totaal afwijkend verklaard werden – iets wat ook een beetje doorschemert in het ‘krachtig ontkennen’ en ‘absoluut’ van Van Oostendorps reactie. Jammer dat Van Oostendorp daarna niet meer reageert op de tegenwerpingen van Yoïn en Henk Wolf.

Mij viel in Yoïns reactie op dat hij verwijst naar onderzoek. In 2021 kon ik alleen iets beknopts in de ANS vinden om mijn intuïties te staven, dus ik was wel benieuwd. Ik heb hem gemaild en kreeg heel snel antwoord mét de artikelen van Van Kampen en een paper van hemzelf – veel dank!

De paper kan ik goed volgen. Grappig onderzoek: proefpersonen moesten in een plaatje ballonnen kleuren op basis van zinnen als ‘De vrouw met de groene hoed kletst met de vrouw met de oorbellen. Ze/die heeft een rode ballon’. Op het plaatje hebben zowel de vrouw met de oorbellen als die met de groene hoed en ballon in handen, de ballon is nog kleurloos. Moedertaalsprekers doen het inkleuren in meerderheid zoals ik zou verwachten, zeker als er en tussen de zinnen staat in plaats van een punt. Met die doen ze dan zelfs allemaal zoals ik zou verwachten, maar met ze en een punt heeft toch bijna 40 procent de andere interpretatie, dus dat ze naar de vrouw met de oorbellen verwijst. Opnieuw: intuïties verschillen.

De twee artikelen van Van Kampen vond ik een stuk lastiger. Van Kampen komt duidelijk uit een andere school van de taalkunde dan ik, ik ken niet al het jargon (SpecCP, A-bar?), ik vind in het uitleg-artikel (het andere is een reactie) de belangrijkste voorbeeldzin ingewikkeld, vooral omdat het gaat om verwijzen naar het meisje, waarbij je zit met het verschil tussen grammaticaal en biologisch geslacht (een het-woord is onzijdig maar een meisje vrouwelijk), en ook wel omdat het gaat om een kijkende en handelende beer, dus een fantasie-situatie. Dat vraagt wel veel van m’n meedenk-bereidheid, moet ik zeggen (en bevestigt daarmee een vooroordeel dat ik heb over die andere school in de taalkunde, namelijk dat die het graag onnodig moeilijk maken, maar dat terzijde).

Het artikel is bovendien erg absoluut in het uitdelen van goed/fout-oordelen. Ik betwijfel die op basis van mijn eigen ervaring met die uiteenlopende intuïties. Desalniettemin staat in het artikel wel een bevestiging van de mijne. 

Ik leer er ook nog van dat verwijzen met deze/die ervoor zorgt dat het topic verschuift. Van die twee voorbeeldzinnen van hierboven gaat a naar alle waarschijnlijkheid door over Jan, maar b over Piet. In een vervolgzin kun je met hij naar Piet verwijzen (‘hij hoestte en snotterde’). Zo zorgen voornaamwoorden ervoor dat je van onderwerp kunt wisselen en de tekst toch blijft samenhangen.

Iets van die subtiele mogelijkheid gaat verloren als je die gebruikt als genderneutraal persoonlijk voornaamwoord. Dat is geen groot probleem, en ik weet ook geen goed alternatief. Ik zou het toch maar gewoon doen dus: inclusiviteit is wel wat waard. 

 

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Ik mag sturen

Louise Cornelis Geplaatst op 6 mei 2025 door LHcornelis6 mei 2025  

Dit keer een post niet zozeer over de inhoud van mijn werk, maar over mijn bedrijfsvoering. Tussen eind februari en Pasen had ik het veel te druk met werk. Het was een samenloop van omstandigheden en ging enerzijds om veel uren en anderzijds om wat ‘gedoe’ dat niet alleen tijd kostte maar ook negatieve energie. Aan het eind zaten ook nog eens twee weken die ik echt zwaar vond, onder andere met drie hotelovernachtingen.

Ik heb het allemaal goed doorstaan, maar ik schrok ervan dat ik vervolgens meer dan een week moe was. Hoe is het zo ver kunnen komen? Ik ben toch eigen baas, ik trek toch m’n eigen grenzen? Nou, zo simpel is dat niet. Deze overwegingen duwden me over mijn grenzen:

  1. Het druk hebben levert mij als zelfstandige veel op. Ik heb goed verdiend, ik hoef me de hele rest van het jaar financieel nergens meer zorgen om te maken. Dat is ook wat waard! 
  2. Voor nee zeggen betaal ik ook een prijs. Als ik het werk niet doe, moet ik bijvoorbeeld iemand anders regelen, of het gebeurt niet en dan weet ik dat er, bijvoorbeeld, een tekst uitgaat van matige kwaliteit. Dan heb ik ook niet de voldoening van mijn werk. 
  3. De dienstverlenende houding hoort bij het werk. Ik denk dat ik van nature of door mijn opvoeding al geneigd ben om hard te werken voor andere mensen, en in mijn tijd bij McKinsey was die ‘u vraagt, wij draaien’-houding vanzelfsprekend. Die gold voor de adviseurs (‘client service staff’) naar hun cliënten en van ons, communicatiespecialisten, naar de adviseurs. De allerscherpste kantjes daarvan zijn er bij mij wel vanaf, maar het is nog steeds zo dat ik graag ‘mijn’ schrijvers help.
  4. Ik ben geneigd iets te makkelijk ‘vooruit dan maar’ te denken. Ik heb van huis uit niet zo meegekregen dat ik kan sturen, dat ik mag terugduwen, dat ik mag proberen de loop der dingen naar mijn hand te zetten. ‘Vooruit dan maar’ denken is niet volmondig ‘ja’ zeggen, en het leidt ertoe dat er bij mij energie verloren gaat in mezelf beklagen. ‘Ik voelde me overvraagd’, zei ik tegen mensen, maar dat doe ik toch echt zelf.

Na een dikke week was ik hersteld, dus het was bepaald geen ramp. Omstandigheden lopen gelukkig ook niet zo heel vaak op deze manier samen. Maar er ligt voor mij bij punt 4 wel een kans: meer sturen, meer terugduwen, meer in elk geval proberen de loop der dingen naar mijn hand te zetten. En dan volmondig ‘ja’ zeggen (of ‘nee’ natuurlijk). Dat neem ik mee!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid

Louise Cornelis Geplaatst op 22 april 2025 door LHcornelis22 april 2025  

2,5 jaar geleden maakte ik voor het eerst mee dat een deelnemer aan een introductietraining piramideprincipe de richting van de vragen daarin wilde omdraaien. In het piramideprincipe wordt de verticale samenhang van onder naar boven bepaald door ‘wat betekent dit samen?’ (dus?/so what?) en van boven naar onder door waarom of hoe. Het gesprek met de deelnemer over die tweede kwestie beschreef ik toen als volgt:

Op dezelfde manier, zo zei hij, kon je ‘waarom?’ andersom begrijpen, want als antwoord op die vraag kun je de samenhang duiden. Dus als je een setje maatregelen op detailniveau hebt, kun je daarover ‘waarom?’ vragen in de zin van ‘waarom moeten we dat doen’? Het antwoord geeft dan de samenhang: de hoofdboodschap, bottom-up. Maar dat is precies andersom dan hoe het piramideprincipe de ‘waarom’-vraag hanteert, top-down: over de hoofdboodschap, leidend tot argumenten daarvoor.

Vorige week overkwam het me weer, precies deze vraag. Ik kon toen, net als die eerste keer, eigenlijk niet heel veel meer uitleggen dan: gebruik de vragen zoals het principe het uitlegt, dus hanteer het instrument zoals het bedoeld is, anders gaan de dingen onhandig door elkaar lopen.

Er was een doorgewinterde piramideprincipe-gebruiker bij die training – hij had net afgetrapt en een break-out-groepje begeleid. Hij vulde me aan: het gaat niet om de mogelijke vragen die je zou kunnen stellen, maar je stelt het je voor als een vraag-antwoord-dialoog met de lezer. Als schrijver/onderzoeker kun je je bij een los setje maatregelen nog wel afvragen waarom iemand dat zou moeten doen, maar dat is dan in het luchtledige. Je lezer weet dat jij bezig bent met het oplossen van een probleem. Het waarom van de losse maatregelen spreekt daarom voor zich.

Ik was blij met die aanvulling, sterker nog: ik leerde er ook van. Ik had het zelf niet bedacht, maar het klopt helemaal. Er is wel degelijk logica achter de richting van de vragen, het is niet alleen maar een kwestie van ‘zo moet het nou eenmaal’. Als je geneigd bent de vragen om te keren, denk je dus te zeer als schrijver/onderzoeker en niet genoeg vanuit het perspectief van je lezer. Van zulke nieuwe inzichten word ik blij.

Het doel van de introductietraining van vorige week was om de deelnemers het besef bij te brengen van wat het betekent om de lezer écht centraal te zetten in je schrijven. Ik denk dat deze ene opmerking daar een fraaie bijdrage aan was. Bedankt, Rob!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Doe toch echt maar het gewonere woord

Louise Cornelis Geplaatst op 11 april 2025 door LHcornelis10 april 2025  

Ik woonde onlangs een presentatie bij van collega Willy over stijl. Het was voor IT’ers, en dus was een van de onderwerpen hun jargon. Eén van Willy’s voorbeelden was het woord iteratief. Zij zei: maak daar wat gewoners van.

‘Hoezo’, klonk het uit de zaal, ‘iedereen weet toch wat dat betekent? Voor ons is het een gewoon woord!’

En toch, zei Willy, is stapsgewijs beter, dichter bij verzorgde spreektaal. 

‘Stapsgewijs?’, was een reactie uit de zaal, ‘huh, iteratief betekent toch cyclisch?’

Vervolgens ontstond er een hele discussie over de betekenis van iteratief, inclusief een online zoektocht naar de ‘echte’ betekenis ervan. Wat bleek? Beide betekenissen komen voor, zo bleek toen al, ikzelf vind nu ook nog herhalend. De groep was ongeveer 50-50 verdeeld tussen stapsgewijs en cyclisch. Hoe meer mensen thuis zijn in agile, des te meer denken ze aan cyclisch, was onze indruk.

Dus je gebruikt argeloos iteratief en je lezers vullen dat in als stapsgewijs, cyclisch óf herhalend. Gebruik dan toch maar het gewonere woord! De discussie illustreerde daarmee helemaal Willly’s punt.

Ik ben zelf ook niet altijd streng geweest op iteratief, maar vanaf nu weet ik wel beter! 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Onder de indruk van de kracht van de piramide

Louise Cornelis Geplaatst op 10 april 2025 door LHcornelis10 april 2025  

Sinds de vorige post was het hier wat langer stil dan gebruikelijk, ik heb het dan ook veel drukker dan gebruikelijk, door een samenloop van omstandigheden. Veel van die drukte is door wat ik het liefste doe: met een projectleider of team nadenken over hun structuur. Het viel me daarbij een paar keer achter elkaar op dat iets waarvan ik dacht dat het een kleine opmerking was, tot een hele discussie leidde. Die discussie was dan weliswaar tijdrovend en vaak heel inhoudelijk, maar ook nodig: het team zat nog niet op een lijn en had dus wat losse eindjes laten hangen.

Mijn opmerkingen waren weliswaar gebaseerd op het toepassen van de regels van het piramideprincipe, maar niet gebaseerd op de hogere eisen aan de logica daarvan ofzo. Ik hoefde er zelf niet veel denkwerk aan te verrichten om er feedback over te kunnen geven. In twee gevallen dacht ik zelf eigenlijk dat het alleen een redactioneel probleem was, gaf ik mijn feedback argeloos, en was ik vervolgens verrast dat ik ‘per ongeluk’ iets nogal fundamenteels te pakken had:

  • Bij een team stonden er twee kandidaten voor de hoofdboodschap. Het ging om iets gewoon ‘doen’ of om ‘leren door doen’. Voor de onderbouwing maakt dat uit, want onder doen kun je volstaan met het omschrijven van de acties, maar bij leren moet er ook nog iets komen van evalueren of de balans opmaken ofzo – alleen doen is immers nog geen leren. We hadden het daar al eerder over gehad, en ik dacht dat het doen was geworden en dat leren per ongeluk was blijven staan. Dus ik zei: maak niet stiekem multiple choice van de hoofdboodschap, haal dat over leren weg. Nou, de discussie was dus kennelijk eerder níet beslecht. Het is goedgekomen, maar dat kostte wel een groot deel van de twee uur die we hadden. 
  • Bij een ander team stond er boven een hoofdstuk een inhoudelijke kop waarvan ik dacht: dat is vast per ongeluk nog uit een oude versie. De inhoud werd namelijk niet afgedekt door de tekst van het hoofdstuk. Dus ik zei: pas dat kopje nog even aan. Maar het bleek wel degelijk het bedoelde kopje te zijn, met daarin de bedoelde hoofdboodschap van het hoofdstuk. De onderbouwing ervan ‘zweefde’ tussen de regels door, werd hooguit hier en daar even aangestipt, in elk geval niet prominent genoeg. Ik zag het pas toen de schrijvers me erop wezen. Maar dat is niet genoeg dus. De boodschap er luid en duidelijk in krijgen leidde tot een herverkaveling van het hoofdstuk: andere paragraafindeling, paragraaf erbij, nieuwe inleidende tekst. Dat kostte een uur, het was mijn eerste opmerking van veel meer, en we hadden maar twee uur. Ik dacht nog: als het de hele tijd zo gaat, kost dit dagen. Maar gelukkig ging de rest vlotter.

Precies om deze redenen zijn die regels van het piramideprincipe er: ze dwingen je tot het uitknobbelen van de logica, zodat je die transparant kunt maken. Ik werk nu bijna dertig jaar met het piramideprincipe; de kracht ervan weet me regelmatig nog steeds te verbazen. 

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

AI en ethiek

Louise Cornelis Geplaatst op 24 maart 2025 door LHcornelis24 maart 2025  

Afgelopen zaterdag was ik naar een middag van het Humanistisch Verbond over de kansen en risico’s van AI. Leuk om kennis te maken met het HV in Zeeland en dit onderwerp trok me naar Middelburg vanwege mijn bemoeienis met schrijven en AI. De middag bestond uit twee delen: eerst twee inleidende sprekers, over AI in het algemeen en de ethische vragen erover in het bijzonder, en daarna gingen we in kleinere groepen uiteen voor een moreel beraad rond een casus. 

In de inleidingen hoorde ik een paar nieuwe dingen die vooral mijn begrip van AI vergrootten. Oscar Bastiaens benadrukte, in de voetsporen van Heidegger, dat technologie niet alleen de wereld onthult, maar ook de relatie tussen ons en die wereld verhult. AI beïnvloedt ons zo ook; in die context viel het woord dataficering van het denken. Nieuw woord voor mij, maar ik herkende het meteen. Heidegger ga ik lezen.

Tijdens het moreel beraad vond ik het interessant om mijn ongemak te onderzoeken. Ik voelde dat bij de casus over het gebruik van AI voor het stellen van medische diagnoses. Stel dat AI dat aantoonbaar beter kan dan een arts, zou ik er dan blind op varen? Rationeel was mijn antwoord ja, maar daar kreeg ik toch een knoop van in mijn maag. Die bleek onder andere te maken te hebben met de grote afhankelijkheid van technologie die zo ontstaat. Met z’n allen leggen we ons lot zo wel heel erg in de handen van zo’n systeem en het bedrijf dat dat maakt. Stel dat daar dan problemen mee ontstaan – zoals we op dit moment zien met beïnvloeding van de politiek door grote social-media-bedrijven – hoe dan verder?

Over schrijven met AI bedacht ik zelf gaandeweg twee dingen, allebei naar aanleiding van de constatering in het moreel beraad dat als we het stellen van diagnoses overlaten aan AI, artsen dat dan niet meer hoeven te leren en het ook verleren:

  • Dat is een verlies, maar mogelijk niet alleen maar. Mijn opa is ergens rond z’n 45e gestopt als huisarts en bedrijfsarts geworden omdat hij het stellen van diagnoses een te grote verantwoordelijkheid vond – althans, zo zag mijn moeder dat. Mijn opa was misschien langer huisarts (in een klein dorp in de jaren ’40) kunnen blijven als hij dat voor hem zware onderdeel van zijn werk aan technologie had kunnen uitbesteden. Ik vertelde dat zaterdag in de groep, en trok voor mezelf nog een conclusie: de meerwaarde van het benutten van AI kan per persoon verschillen. Wat voor de een verlies is, is voor de ander winst. Dat geldt voor schrijven met AI dan dus ook.
  • Als AI inderdaad, zoals in onze casus, 10 procent beter is in diagnosticeren van kanker dan een arts (van 90 naar 99 procent juist), dan is het rationeel om het aan AI over te laten. Dat is echter bij schrijven met AI nog heel anders. AI kan dat gemiddeld genomen minder goed dan een mens, zeker bij gemakzuchtig gebruik van een programma als ChatGPT voor een andere taal dan Engels. Dat maakt uit voor de afweging over het gebruik ervan. Ik weet niet hoe reëel die 99 procent is, maar als AI in 99 procent van de gevallen een goede tekst zou schrijven, zou ik er enthousiaster over zijn.

Het was een boeiende, goed georganiseerde en prettige middag. Smaakte naar meer. Er is ook meer nodig: als mij één ding helder werd, was het wel dat we ons met z’n allen moeten bezinnen op de rol van AI in onze levens en in onze samenleving. Vanwege de vele ethische haken en ogen. Dus: wordt vervolgd.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Hèhè, boek uit!

Louise Cornelis Geplaatst op 20 maart 2025 door LHcornelis20 maart 2025 2

Ter gelegenheid van de Boekenweek schreef Paulien Cornelisse een essay: Hèhè. Over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben. Ik hoorde haar erover praten in een podcast, dat was leuk en interessant, en dus wilde ik het boek ook wel hebben. Aankoop en lezen gingen vlot: het lag in de boekwinkel op een grote stapel bij de kassa, en ik had het snel uit.

Het boek is óók leuk en interessant, maar voegt eigenlijk net iets te weinig toe aan de podcast. Nou is dat niet zo erg, want het boek kost € 5,25 en daar kun je niet zo heel veel van verwachten  natuurlijk. Het is bovendien voor dat geld mooi en opvallend uitgevoerd: knalroze op snee. Bovendien zit er iets in wat je pratend niet kunt doen: voetnoten, sommige daarvan speels.

Cornelisse heeft zich tijdens een jaar docentschap met Engelse studenten Nederlands over de ‘kleine woordjes’ gebogen, in jargon modale partikels. In het Nederlands zijn die nogal frequent en ze zijn voor leerders van onze taal lastig onder de knie te krijgen. Als je ons zelf vraagt naar wat ze betekenen of waarom we ze gebruiken, blijven we het antwoord schuldig.

Samen met de studenten doet Cornelisse observaties, en ze bespreekt ook onderzoek. Want ja, modale partikels zijn heus ook al taalkundig onderzocht – in mijn tijd als promovendus waren ze best populair onder taalkundigen, volgens mij, en zo komt er ook nog een bekende van me in het boek voor. Maar naar hèhè niet, en daar besteedt Cornelisse dan ook wat uitgebreider aandacht aan. Het drukt een soort gezamenlijke evaluatie uit: dat je blij bent dat iets achter de rug is en goed is afgelopen, ‘dit hebben we weer gehad’. 

In de NRC-recensie krijgt Cornelisse ervan langs omdat niet alles wat ze schrijft klopt – wat ik ook had gesignaleerd. Maar ik had daarvan gedacht: ik vind dat ook niet heel erg. Dit is een essay ‘voor de leuk’ en om te prikkelen tot zelf nadenken en observeren. Het heeft geen wetenschappelijke pretenties. Als je je wil verwonderen over ons taalgebruik, is het beslist de moeite waard.

 

Geplaatst in Leestips | 2 reacties

Er verandert weinig

Louise Cornelis Geplaatst op 17 maart 2025 door LHcornelis17 maart 2025  

Ik verzucht al jaren dat als je me dertig jaar geleden had gezegd dat we nu nog steeds zo aan het prutsen waren met Powerpoint, ik dat niet had kunnen geloven. Er zijn weliswaar wat handigheidjes bijgekomen en de vormgeving is vaak gelikter dan toen, maar nog steeds barst het van de ongestructureerde lijsten bullets en is er, om maar iets te noemen, nog steeds geen conventie uitgekristalliseerd om de hiërarchie zichtbaar te maken, analoog aan de hoofdstuk-, paragraaf- en alineaindeling van geschreven tekst. Er verbetert op dat punt maar weinig en iedereen zit het eigen wiel uit te vinden.

Onlangs ontglipte me een soortgelijke verzuchting. Iemand vroeg me of het piramideprincipe vooral bij de strategieconsultants gebruikt wordt, waar het vandaan komt? Toen realiseerde ik me: ja, dat is nog steeds de enige branche waarin het gemeengoed is. Dat was dertig jaar geleden ook zo. Er zijn plekken daarbuiten, maar daar zit vaak een voormalige consultant achter en echt wortelschieten doet het in andere branches niet. Nog steeds is het gemiddelde adviesrapport gestructureerd zoals in de wetenschap: methodologisch, met een losse paragraaf ‘aanbevelingen’ aan het eind.

Dertig jaar geleden verwachtte ik dat het piramideprincipe zich wel als een olievlek zou gaan verspreiden. Maar ook op dat punt verandert er maar weinig. Ik doe mijn best, en hulde aan mijn opdrachtgevers in andere branches voor het uitsteken van hun nek.

(Overigens weet ik dat van de dominantie van het piramideprincipe bij de strategieconsultants niet eens helemaal zeker. Ik heb tot 2020 nog gewerkt voor McKinsey, sindsdien niet meer, en zelfs daar was het vechten om het piramideprincipe recht overeind te houden. Verder heb ik er zelf geen zicht op, wel van horen zeggen. Overal gaat het min-of-meer met golfbewegingen, volgens mij.)

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Ophef over een komma

Louise Cornelis Geplaatst op 13 maart 2025 door LHcornelis15 maart 2025  

Er was de afgelopen week nogal wat te doen over een komma. In januari stond in de Telegraaf deze zin:

Zondag wordt er ook geschreeuwd op de Dam tijdens een ‘solidariteitsdemonstratie met Gaza’ georganiseerd door aan Hamas gelieerde organisaties, Milli Görus en de moskeekoepel FIO.

De Stichting Federatie Islamitische Organisaties stapte hierop naar de rechter vanwege smaad: hier stond dat Mili Görus aan Hamas gelieerd was. Of althans, dat zouden lezers erin kunnen lezen. Dat zou er namelijk staan als de eerste komma een dubbele punt zou zijn, en dat verschil is zo subtiel dat het misverstand makkelijk zou kunnen ontstaan.

De rechter ging daarin mee: lezers zien niet altijd het ‘het subtiele onderscheid tussen een komma en een dubbele punt’. De zin is dus ongelukkig geformuleerd en de Telegraaf moest een mededeling bij het stuk plaatsen.

Die uitspraak van de rechter riep nogal wat reacties op, ook onder mijn vakgenoten. Er staan er in het stuk in de NRC over de kwestie, en een interessante stond ook op neerlandistiek.nl.

Ik was in eerste instantie geneigd te denken: ‘wat een rare uitspraak, die zin klopt gewoon, en als je je als schrijver ook al moet bekommeren om wat sommige lezers onterecht in je zinnen zouden kunnen lezen, pfff, dan wordt het wel heel moeilijk allemaal.’ Maar door alle reacties werd ik wat genuanceerder: zo heel helder zijn regels voor interpunctie niet, en al helemaal niet voor de komma. Ongelukkig geformuleerd is dit daarom wel degelijk, waar gezien de neteligheid van het onderwerp zorgvuldig formuleren gepast is . Extra uitleg toevoegen is dan op z’n plek.

Alleen wel jammer eigenlijk dat de rechter daaraan te pas kwam.  Dat zou toch niet moeten hoeven. 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Het passief is niet neutraal
  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (313)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑