Vorige week bereikte mij op Twitter via een retweet van @SergeCornelus een tweet van @steviesteak1 met deze geweldige afbeelding van het beste taartdiagram ooit:
Maandelijks archief: augustus 2014
Deze borden spreken Canadees
Zoals ik eerder al schreef, ben ik net terug van een fietsvakantie in Canada (2105 kilometer, en 23 kilometer in Alaska). Vanaf de fiets zie je nogal wat borden aan je voorbij trekken. Twee veel voorkomende verkeersborden vielen me op, omdat ze iets visualiseerden op een manier die ik zou afraden.
Dit zie ik toch echt als een vrachtwagen die achteruit de berg oprijdt, want ik lees zo’n beeld van links naar rechts. Maar het werd een vreugdevol bord voor ons: joepie, lange, steile afdaling!
En van dit bord krijg ik nog steeds lichte kortsluiting in mijn hoofd. Ik moet het perspectief namelijk halverwege het beeld draaien, en dat voelt alsof ik een snoeppapiertje oprol. De weg is immers vanuit vogelperspectief, en de vrachtauto is zij-aanzicht. Dat gaat voor mij niet samen in één plaatje. De betekenis is overigens: opgelet, vrachtverkeer van rechts.
Verder zagen we onderweg één van de mooiste borden die ik ooit zag:
Dit bord stond aan het begin van de Dempster Highway, en er was daarna inderdaad 370 kilometer lang helemaal niks. Hoe leeg wil je het hebben? Om die leegte te ervaren, daarom was deze hele reis begonnen.
Na die 370 kilometer volgden nog eens ongeveer zoveel lege kilometers, en die ‘services’ bestaan uit niet veel meer dan een garage, benzinepomp en een hotel met kampeerplekken erbij (Eagle Plains). Maar dat ervoeren we na vier dagen dus al als heel veel! Over het hotel zei trouwens één van de groepsgenoten dat hij het een optimale combinatie vond van ‘German friendliness and Latin efficiency’, en dat was een adequate karakterisering. Maar een keer weer binnen een biertje drinken was niet verkeerd, zeker niet omdat het die avond stortregende.
Dan nog iets over de tweetaligheid. Ver weg van Quebec komt het verplichte Frans soms wat geforceerd over. Zo namen we afscheid van de provincie Yukon, op de laatste pas voor de definitieve afdaling naar zeeniveau:
(Ja, die pas lag in de mist, maar zodra we afdaalden hadden we gelukkig weer zicht op het prachtige toendra-landschap.)
Op diezelfde pas dit bord:
Die keuze vind ik daar passender: naast Engels ook Gwich’in. Mij lijkt dat Frans namelijk pijnlijk voor de sprekers van die oorspronkelijke talen. Overigens heb ik ze niet horen spreken: er is in die regio niet veel meer van over. Wel mooi gezegd trouwens: ‘walk softly on our land’.
We gingen toen dus van de Yukon naar de Northwest Territories, en in de NWT houden ze duidelijk enorm van borden. Er stonden er ineens veel meer langs de kant van de weg, ook wel in onze ogen tamelijk overbodige, zoals hier, op een bruggetje in finishplaats Inuvik:
Uh, sta ik daar nou eigenlijk illegaal?
Alle foto’s: Henk Vermaas; klik op de foto’s om ze beter te kunnen zien (vergroot)
Walk the Talk, Talk the Walk: conferentie over spreken in het openbaar.
Op 10 september houdt het Agile Consortium Nederland zijn jaarlijkse conferentie, dit keer met als thema ‘Walk the Talk, Talk the Walk’: de conferentie gaat over spreken in het openbaar. Ik geef daar zelf een workshop over hoe het piramideprincipe je kan helpen om je speech helder te maken. De titel is ‘How to Push your Thinking for Optimal Clarity in your Talk’ . Het wordt een experimentele workshop waarin we samen een piramide gaan maken die meteen bruikbaar is, en waardoor de deelnemers ter plekke de input leveren. Ik ben benieuwd!
De rest van het programma en de andere informatie staat op de site van het Agile Consortium. Er zijn nog meer mensen welkom, dus als je interesse hebt, meld je aan!
Verschenen: mini-sportcolumns
Tijdens mijn vakantie verschenen: drie mini-columns over sport in de eerste Oase-aflevering voor het nieuwe schooljaar (jaargang 7, nummer 1).
Zomercolumn 6 en slot: Stoerder
De afgelopen weken verschenen hier resterende fietsvrouwcolumns. Ondertussen was ik zelf op fietsvakantie – ik had ze van tevoren klaar gezet, als nuttige en aangename vulling van dit weblog tijdens mijn afwezigheid. Tijdens die vakantie heb ik nog één column geschreven, om het af te leren. Hier is dus aflevering 6 van de zomercolumns, de laatste, vers van de pers, uit Canada. En ik ben dus weer terug!
Stoerder
Ik ben niet de stoerste fietser die er is. Ik vind mezelf bijvoorbeeld best een koukleum. Maar het is maar net met wie ik mezelf vergelijk. De afgelopen weken waren mijn man en ik de enige Europeanen in een groep met één Australiër en de rest Noord-Amerikanen uit de VS en Canada. We fietsten in West-Canada, deden de Tour Arctic helemaal naar de Noordelijke IJszee. Ja, dan is het wel eens fris. En wat die Amerikanen dan allemaal aantrokken, niet normaal. Deze toch-niet-zo-koukleum reed nog vrolijk rond in korte broek en dito mouwen toen zij met lange broek, trui, jasje, overschoenen en winterhandschoenen aan kwamen zetten. Mijn verwondering sloeg om in hilariteit toen er bij het dreigen van anderhalf spatje regen gele hoezen over de helmen gingen, en dito regenpakken aan.
En dat was niet het enige. Amerikaanse fietsers vinden het nodig om zich te behangen met allemaal veiligheidsdingen waarvan het voor ons moeilijk inschatten is in hoeverre die nuttig zijn. Okee, een helm is wettelijk verplicht, maar dat gaat in onze ogen natuurlijk al ver. Voor de rest dachten wij wel eens: tikje overdreven. We moesten altijd een reflecterende driehoek achterop hebben, en de meesten voegden daar nog een knipperend rood achterlichtje aan toe. Plus een spiegel op hun helm of bril. Zo’n spiegeltje, dat is voor ons toch iets wat je alleen maar draagt als je doof bent, of te stijf om om te kijken.
Dan moesten ze zich ook nog helemaal van top tot teen in fietskleding hullen, ook al was het maar 10 vlakke kilometers fietsen van hotel naar veerboot. In het donker fietsen vonden ze doodeng, zelfs al was het maar 2 kilometer van de pont naar het volgende hotel. In elkaars zuchtje rijden konden of durfden ze ook niet zo goed, maar dat snap ik wel: daar zou je ook gek van worden, de hele tijd dat rode geknipper voor je ogen. En mijn fiets, mijn standaard vakantiefiets die me ook door Afrika heeft geholpen, was de zwaarste van de hele groep. Het leek erop dat ze verder allemaal speciaal voor deze trip een nieuwe fiets gekocht hadden, want je zal eens een kilo teveel mee de berg op moeten nemen. Ik moest wel heel sterk zijn dus. Maar mijn fiets hield het wel uit in de modder van de 736 kilometer onverharde weg (Dempster Highway), waar 9 van de 25 derailleurs afbraken.
Zo voelde ik me dus langzaam maar zeker steeds stoerder worden. Maar ach, het is natuurlijk allemaal uiteindelijk alleen maar een cultuurverschil. Ik dacht regelmatig: doe toch niet zo moeilijk jongens, over dat fietsen. Ik ben blij dat ik meestal fiets in een land dat wat relaxter is op dit gebied. Hoe prachtig Noord-West Canada ook was. Want dat was het, zeer zeker!
Een indruk van onze reis geeft het weblog van onze Canadese vrienden Rae en Ursula. Ik zal later ook nog, zoals gebruikelijk na een vakantie, een paar dingetjes posten die te maken hebben met tekst en communicatie. Als we de 1500 foto’s hebben uitgezocht!
Zomercolumn 5: fietsen en sex
Zoals ik hier eerder beschreef, ben ik een ik jaar geleden vrij abrupt gestopt als fietsvrouwcolumniste. Ik had nog enkele columns liggen, en het leek mij een leuk idee om daar toch wat mee te doen, en ze te publiceren als zomerblog-feuilleton. Vandaar: in de zomerperiode publiceer ik hier elke week een nooit eerder verschenen fietsvrouwcolumn. Heel andere koek dan anders, maar in de vakantie mag dat wel! Hier is aflevering 5, over vrouwen, fietsen en zin in sex!
Zin in sex
‘Fietsende vrouw minder zin in sex’ en ‘Minder zin in sex na fietsen’ kopten enkele kranten en sites een tijdje terug. Pardon? Okee, na een lange, zware tocht kan ik me er iets bij voorstellen, maar mijn man is dan ook niet op zijn best, zal ik maar zeggen. Vermoeidheid speelt ons dan parten. En wat een heel enkele keer ook wel hindert, is hygiëne. Tijdens de Tour d’Afrique hadden we wekenlang dat we ons alleen maar mochten wassen met water dat we over hadden gehouden in onze bidons. Dan is ook een totale libido-killer, wat mij betreft, zeker als ik ook nog uren aan een stuk met die ongewassen kont op een zeem druk moet zetten in de warmte. Bah.
Nou is dat wel heel zeldzaam – over zulke dingen zal het toch echt niet gaan in zo’n krantenartikel. Wat bedoelen ze dan wel? Want je krijgt toch juist méér zin in sex door sport? Want meer energie en lekkerder in je lijf. Toch eens verder lezen.
Ik lees dat het gaat om onderzoek onder vrouwelijke fietsers die minstens 15 kilometer per week fietsen. 15 km per week, dat valt wat mij betreft bepaald niet onder de lange, zware tochten. Het lijkt me sterk dat vermoeidheid dan een grote rol speelt. En het is Amerikaans onderzoek, dus de hygiëne vast ook niet.
Aan het eind begin ik het te begrijpen. Daar staat de conclusie: het is belangrijk dat zadel en stuur goed zijn afgesteld, om tintelingen en gevoelloosheid te voorkomen. Aha, het gaat niet om vermoeidheid, het gaat om zadelpijn. Op mijn eigen fiets moet ik heel lange en zware tochten rijden om er last van te hebben, maar op de spinningfiets heeft een uurtje soms al desastreuze gevolgen, zeker als er een tampondraadje op een gevoelige plek klem zit. Dat noem ik inderdaad wel eens een voorbehoedend effect van spinning, ja. Al is het ook gauw weer over.
Maar als ik het goed begrijp, is het dus zo dat een heleboel vrouwen minder zin in sex hebben doordat ze last krijgen van hun edele delen, al na 15 kilometer fietsen. Dan is de conclusie wat mij betreft niet dat fietsen een negatieve invloed heeft op de sex drive van vrouwen, maar dat een heleboel vrouwen op een verkeerd afgestelde fiets rijden – zoals ik bij spinning, waar het lompe zadel veel meer druk uitoefent op de verkeerde plek dan het smallere exemplaar op mijn fiets.
Er zijn misschien uitzonderingen, maar met een beetje passen en meten aan fiets, zadel en broek moet het voor de overgrote meerderheid van de dames toch mogelijk zijn om minstens 100 kilometer comfortabel te kunnen fietsen. Zeker als je het een beetje opbouwt. Zitvlees is ook trainbaar immers. En dan heeft fietsen geen effect op je sexleven.
Pardon, geen negatief effect.