↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijks archief: oktober 2008

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

To film or not to film?

Louise Cornelis Geplaatst op 31 oktober 2008 door LHcornelis31 oktober 2008  

Op dit moment vindt in Rotterdam het zakenfestival plaats. Leuk daaraan is dat ondernemers gratis allerlei workshops kunnen volgen. Ik ben er gister naar een toegegaan, over de ‘businessclip’: een zakelijk filmpje dat je op internet kunt zetten ter promotie en om te netwerken. Ik vond dat wel interessant, deels omdat ik voor mijn eigen bedrijf wel kansen zag, maar deels ook omdat een film een uitbreiding is van de traditionele communicatievormen waar ik met mijn opdrachtgevers over praat. Waarom niet eens een film maken in plaats van een rapport of brochure?

Uit de workshop trok ik één conclusie: als je een zakelijk filmpje wilt maken, doe het dan wel goed. De voorbeelden in de workshop waren dat niet. Dat zat hem in een aantal factoren: het ene voorbeeld was knullig, met verkeerde dimensies en dus allemaal heel langgerekte vormen (lange hoofden, slungelige lichamen). Het andere voorbeeld was niet meer dan een recht-toe-recht-aan reclamespotje (en dat kunnen de echte reclamemakers veel beter). Het derde was inhoudelijk voor mij stuitend: er werd een netwerkbijeenkomst aangekondigd waarbij de activiteiten allemaal met snelle auto’s te maken hebben.

De inhoudelijke ergernis was natuurlijk enerzijds een kwestie van smaak: ik heb niks met autoracen, en als ik niet tot de doelgroep behoor (wat ik overigens betwijfelde), is er niets mis mee als ik me er niet door aangesproken voel. Maar anderzijds was het ook een waarschuwing: film is een krachtig medium, en als het misgaat, gaat het dus ook krachtig mis. Een folder over zo’n netwerkbijeenkomst met autoraces had ik schouderophalend naast me neergelegd. De impact van de film was veel groter: ik ging me ergeren aan het ’toys-for-boys’-gehalte ervan, vond het milieuonvriendelijk….

Ook hamerden de presenteerders nogal op het nieuwe en interactieve karakter van een zakelijk filmpje en hoe dat mooi op internet is in te zetten. Maar volgens mij is er niets nieuws onder de zon, behalve dat de technologie het tegenwoordig makkelijker maakt om een filmpje te maken en te verspreiden. Cruciaal en eigenlijk al heel ouderwets eraan is echter dat het puur zendergestuurd is: als ik een filmpje maak over mijn eigen bedrijf, hebben mijn klanten daar niets over te zeggen. Ja, ze mogen het bekijken, op internet, maar dat is toch niet interactief? Echt hip is juist het samen creëren van content, en dat vertaal ik in: als ondernemer samen met je klanten. Dat gebeurt nog heel weinig, en een film is er niet het juiste middel voor.

Ook al kon de workshop me dus niet overtuigen, toch geloof ik nog steeds in de bruikbaarheid van films als medium. Niet als iets sensationeel nieuws, maar als een krachtig alternatief voor een presentatie, brochure of rapport. Een goed voorbeeld daarvan is een adviesfilmpje over rijen, gemaakt door adviesbureau C∙Note. Het staat op YouTube: http://www.youtube.com:80/watch?v=NjLR9dcrkDg. Zo kan het dus wél!

(Duidelijk is overigens dat het maken van een film je niet ontslaat van de verplichting om goed te structureren. In het voorbeeld van C∙Note zijn de onderdelen inleiding en de vier deeladviezen goed te herkennen. De hoofdboodschap had er van mij nog wat scherper in mogen staan)

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

De ethiek van het A4’tje

Louise Cornelis Geplaatst op 29 oktober 2008 door LHcornelis29 oktober 2008 1

In het boek Overtuigen op één A4. In zes stappen naar een overtuigende tekst staat één hoofdstuk waar ik meteen met grote interesse naar doorbladerde: de ethiek rond overtuigen op één A4. Ik heb daar namelijk al een aantal keren over gediscussieerd. Dat was dan als ik werkte voor een organisatie waar van hogerhand nogal werd gehamerd op ‘zet het maar op een A4’tje’. Ik heb altijd gepleit tegen die norm, om twee redenen:

  • De roep om korte teksten komt voort uit de behoefte aan efficiëntie. Echter, niet volume op papier is een relevante maat voor beknoptheid en efficiëntie, maar leestijd, of, liever gezegd: de mate waarin een tekst efficiënt leesgedrag mogelijk maakt. Dat doet een tekst in de eerste plaats door lezergericht en expliciet te structureren. Hét prototype van een tekst die efficiënt lezen mogelijk maakt is de krant: inhoudelijke, vette koppen die snel selecteren mogelijk maken, boven artikelen die zo zijn opgebouwd dat je gaandeweg steeds meer detail tot je neemt, zodat je op elk gewenst moment kunt stoppen met lezen (‘nou weet ik het wel’) zonder de hoofdlijn te missen. Een krant hoeft zodoende niet op één A4 te staan om er toch snel doorheen te kunnen.
    Gerichtheid op volume-op-papier alleen geeft daarentegen allerlei ongewenste uitwassen: klein lettertype kiezen, marge verkleinen, witregels weglaten, structurerende tussenzinnen weglaten… dat kan allemaal niet de bedoeling van: de tekst wordt er slechter leesbaar van, en dat kost juist méér tijd!
  • Sommige inhoud is te rijk en te complex om op één A4’tje te passen. Ik zeg dan wel: gelukkig heeft Einstein de relativiteitstheorie niet op één A4’tje uitgelegd, want dat had niemand anders het begrepen! Voor sommige dingen moet en mag je echt de tijd en ruimte nemen om ze goed uit te leggen, en dat kost ruimte. Het lijkt mij niet wenselijk om net te doen alsof een complexe werkelijkheid te reduceren is tot iets wat altijd op een A4’tje past, zeker niet als er op basis van dat papiertje beslissigen genomen moeten worden.  
Zet het maar op één A4!

Zet het maar op één A4! (bron: engelfriet.net)

Als ik ze goed begrijp, zijn de schrijvers van Overtuigen op één A4, Michiel Boswinkel en Joep Jaspers, het hier wel mee eens. Afgezien van in de titel speelt het volumecriterium in het boek niet zo’n rol. Ze betogen vooral hoe belangrijk het is om in je tekst ‘focus’ aan te brengen. En daar ben ik het weer mee eens. Ik noem het zelf anders, ik heb het over lezer-/publieks-/klantgerichtheid en een daarop af te stemmen hoofdboodschap die vervolgens onderbouwd of uitgewerkt wordt – maar dat komt allemaal op hetzelfde neer. Er is dan ook in het boek niet veel nieuws onder de zon.

Behalve dan het gedeelte over ethiek (epiloog, p. 111 en 112). Daarin gaat het helemaal niet om de punten die ik hierboven noemde, dus over de bezwaren van alles op één A4’tje persen. Het gaat er over de ethiek van het aanbrengen van focus. Ook die discussie ken ik: of het niet manipulatief is om een tekst op te hangen aan één hoofdboodschap en daar argumenten voor aan te dragen? Nee, zeggen de auteurs, als je maar niet oneigenlijk argumenteert, dus de gegevens manipuleert of drogredenen gebruikt. Selecteren en kiezen moet, anders kun je sowieso niet schrijven. En je mag je eigenbelang een rol laten spelen: je wilt immers beïnvloeden. Het is aan de lezer om de inhoud kritisch te beoordelen. Helemaal mee eens.

Maar waar gaat het boek nou over? Gaat het over zo schrijven dat je tekst op één A4 past, of over focusgericht schrijven in het algemeen? Volgens mij over dat tweede. En als je dat allemaal maar goed doet, wordt je tekst kort. Maar of-ie dan op één A4’tje past, dat zie je dan verder wel. De titel is dus wat misleidend. Gelukkig maar. Want beknopt, to-the-point, overtuigend en lezergericht schrijven, daar ben ik helemaal voor. Maar A4-dwang, daar houd ik niet van.

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Boekentip in 120 woorden

Louise Cornelis Geplaatst op 20 oktober 2008 door LHcornelis20 oktober 2008  

De Dikke Ik, een bundeling ‘ikjes’ die de afgelopen jaren op de achterpagina van de NRC zijn verschenen, is in de eerste plaats leuk om te lezen: de flaptekst noemt de bijna 400 mini-columns terecht een ‘rijkgeschakeerde bloemlezing uit het dagelijks leven’. De meeste ikjes zijn grappig, sommige zelfs heel grappig; een minderheid is ontroerend, verbazend of ergerlijk.

De Dikke Ik is daarnaast inspirerend voor iedereen die beknopt en bondig wil schrijven. De maximale lengte van een ikje is 120 woorden – de lengte van dit weblogstukje. Probeer het maar eens: in 120 woorden een verhaaltje met een pointe schrijven (als het lukt, kun je hem insturen!). Of, zakelijker: in 120 woorden de hoofdboodschap inleiden en neerzetten. Erg goede oefening!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Verschenen: vier mini-columns

Louise Cornelis Geplaatst op 16 oktober 2008 door LHcornelis16 oktober 2008  

Verschenen: Oase Magazine, nr. 2 (herfst 2008), met daarin vier korte columns van mij over de voorbereiding op de Tour d’Afrique. Oase Magazine is een blad voor dagopeningen, bezinningsmomenten en vieringen in het voortgezet onderwijs. De ‘einddoelgroep’ van de colums zijn dan ook middelbare scholieren (bovenbouw). De columns sluiten aan bij levensbeschouwelijke thema’s, bijvoorbeeld dit keer over risico durven nemen in je leven, de vraag waarom er eigenlijk wel sportscholen voor je lichaam zijn, maar niet voor je geest, en mijn verwachtingen over de reis, bijvoorbeeld dat de niet alleen maar ‘leuk’ hoefde te zijn, want dat is een nogal oppervlakkige term. In de komende nummers volgen enkele korte columns die ik vanuit Afrika schreef: Oase Magazine volgt onze tocht een jaar na dato.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Verschenen: artikel in Ontdek Afrika

Louise Cornelis Geplaatst op 15 oktober 2008 door LHcornelis15 oktober 2008  

Verschenen in Ontdek Afrika , jaargang 3, nummer 4, p. 36-48: ‘Al trappend van Caïro naar Kaapstad. Afrika ervaren vanaf de fiets’, over de transities die we vanaf de fiets tijdens de Tour d’Afrique waarnamen in landschap, klimaat en mensen. Tekst van mij, foto’s van Henk. Ontdek Afrika is een glossy tijdschrift over reizen naar Afrika (http://ontdekafrika.nl/).

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Het duikbootje. Of: houd humor in bedwang

Louise Cornelis Geplaatst op 15 oktober 2008 door LHcornelis15 oktober 2008  

Olijke duikboot: wat voegt het toe?

Ongeveer tien jaar geleden woonde ik een presentatie bij waarin gerapporteerd werd over de voortgang van een aantal projectteams. De meeste teams waren goed bezig, maar van eentje was vanaf de start van het project niet veel meer vernomen, en resultaten waren er nooit gekomen. Het team was als het ware onder water geraakt en zo uit het zicht verdwenen.

In de presentatie was dat team gevisualiseerd met de periscoop van een onderzeeër: elke keer dook ergens op de sheet tussen de gegevens van de andere teams een olijk periscoopje op. Dat had een grappig effect, en ik herinnerde het me later nog levendig. Jarenlang gebruikte ik dan ook deze presentatie als voorbeeld voor de kracht van humor: zo’n knipoog doet het goed.

Totdat ik de maker van die presentatie weer eens tegenkwam. Ik vertelde hem enthousiast dat ik me die presentatie van hem zo goed kon herinneren en nog vaak aanhaalde. Hij keek echter een beetje beteuterd: ‘Dus dat is het énige wat je je van die presentatie herinnert?’ Uh… ja. De hoofdboodschap was ik vergeten; van de inhoud kon ik me niets meer voor de geest halen. We leerden op dat moment een belangrijke les: humor is goed voor een presentatie, maar kan ook sterk afleiden van de inhoud.

Een grapje of een kwinkslag is prima, maar net zoals visuele middelen hoort humor ten dienste te staan  van het verhaal, van de boodschappen. Bij de meeste zakelijke presentaties wil je immers dat je publiek later zegt ‘het was een goed verhaal, en we hebben ook nog gelachen’, en niet: ‘het was erg grappig, maar waar het over ging: ik heb geen idee’.

In geval van twijfel geldt daarom: niet doen. Als je presenteert over beladen onderwerpen of in slechte tijden, wees dan zeker terughoudend met grapjes. Er zijn zakelijke presentaties waarin humor helemaal niet passend is.

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Niet illustreren, maar visualiseren

Louise Cornelis Geplaatst op 10 oktober 2008 door LHcornelis10 oktober 2008  

Het is een uitstekend idee om bij een Powerpointpresentatie gebruik te maken van beelden. Beelden zijn sprekend (‘a picture paints a thousand words’), ze leiden niet af bij het luisteren (lezen en luisteren gaat niet tegelijk), ze verlevendigen en ze blijven goed hangen in het geheugen.

Door beelden in te zetten, maak je gebruik van de kracht van Powerpoint. Sommige presentatiemakers vertalen dit naar ‘overal moet een plaatje bij’. Ze zoeken dan bijvoorbeeld via Google Afbeeldingen naar illustratiemateriaal. Illustreren is één mogelijkheid om beeldmateriaal te gebruiken, maar in een zakelijke presentatie niet de krachtigste. In zo’n presentatie staat de inhoud centraal: het verhaal dat ontstaat door relevante boodschappen aan elkaar te verbinden. De beelden staan ten dienste van die boodschappen, ondersteunen die, werken die uit. Het krachtigste gebeurt dat wanneer die beelden de boodschap visualiseren: het plaatje vertelt hetzelfde als de woorden van de spreker op dat moment. De boodschap wordt zo op twee manieren overgebracht, in woord en in beeld, en eventueel nog zelfs een derde keer: in de woorden van de titel van de slide (‘boodschap-titels’).

Twee voorbeelden maken zowel het verschil tussen illustreren en visualiseren als de meerwaarde van visualiseren duidelijk:

1. Stel, je boodschap is dat het een goed idee zou zijn om een netwerk te creëren dat de diverse medische beroepsgroepen met elkaar verbindt. Je kunt dan  die groepen opsommen, in woorden vergezeld door een plaatje: bullet ‘huisartsen’ met een plaatje van een huisarts, bullet ‘specialist’ met een plaatje van een specialist, bullet ‘verpleegkundige’ met een plaatje van een verpleegkundige, bullet ‘fysiotherapeut’ met een plaatje van een fysiotherapeut, enzovoort.

Alleen een stereotyp beeld is goed herkenbaar...

Alleen een stereotyp beeld is goed herkenbaar...

Kan leuk zijn, maar voegen die plaatjes iets toe aan de inhoud? En is het zelfs niet een beetje lullig – je publiek kan zich toch wel bij elk van die groepen zelf iets voorstellen? En schiet je niet makkelijk in bedenkelijke stereotypen, zoals de artsen man, de verpleegkundige vrouw? En met een beetje pech zoek je je wezenloos op internet naar hét plaatje… en hoe zit het eigenlijk met copyright daarop? Ergo: de moeite en de risico’s staan niet in verhouding tot de waarde die je toevoegt.
Wat je wilt op dit moment in de presentatie, is dat het publiek het idee van dat netwerk onthoudt. Verbeeld dan dat. Je kunt dat vrij simpel doen: je zet de beroepsgroepen bij een dikke bullet, en verbindt die bullets met allerlei lijnen (kies ‘verbindingslijnen’ in Powerpoint). Dát is een netwerk. Zo illustreer je niet, maar visualiseer je. Het plaatje kost niet veel moeite, heeft niet veel risico’s, en voegt inhoudelijk waarde toe. Misschien is het echter niet precies wat je bedoelt, en is een spinnenweb of een schakel een beter beeld. Dat kan ook, maar pas dan wel de formulering van je boodschap aan: ‘we zijn een spin in het web van de medische beroepsgroepen’/’de toepassing vormt de verbindende schakel tussen de beroepsgroepen’.  Ook dat is een kracht van visualiseren: door te zoeken naar het beeld dat echt klopt, scherp je je inhoud aan.

2. Een klein bedrijf wil graag een eigen papieren nieuwsbrief uitbrengen om te versturen naar alle klanten en relaties. Uit onderzoek van de communicatieadviseur is echter gebleken dat dat niet zou gaan renderen: de inspanning is te groot, de oplage (het adressenbestand) te klein, en de te verwachten extra omzet nihil. Niet doen, dus.

Plaatje voegt niets toe

Plaatje voegt niets toe

De adviseur had zijn onderzoek gebaseerd op ‘best practices’: nieuwsbrieven waaruit de kritieke voorwaarden voor succes te achterhalen waren. In de presentatie kwamen die nieuwsbrieven aan de orde, compleet met een plaatje van de voorkant en het logo van het bedrijf. Kan leuk en levendig zijn, maar wat voegt het toe? De plaatjes wekten zelfs een verkeerde suggestie: ‘kijk eens wat leuk, al die nieuwsbrieven’. Dat die bedrijven allemaal veel groter waren, raakte ondergesneeuwd: dat zie je niet aan een logo.
De adviseur had op dat moment in de presentatie een pijnlijke boodschap: ‘uw wens is geen goed idee’. Daar moest hij argumenten voor aandragen. Eén zo’n argument is: ‘de oplage is te klein om rendabel te zijn’. Die boodschap visualiseer je overtuigend door een staafdiagram, waarvan één staaf de benodigde minimum oplage uitdrukt, en de andere de omvang van het adressenbestand van de cliënt. De discrepantie wordt dan meteen zichtbaar. Ook een opbrengst die ‘nihil’ is, is met een grafiek treffend visueel te maken. Die beelden doen misschien ‘auw’, maar ze drukken wel precies uit waar het om gaat.

* * *

Zakelijk presenteren doe je om invloed uit te oefenen. Je middelen kies je met het oog op dat effect. Er zijn andere presentaties waarin het vooral gaat om vermaak, plezier, spanning of juist ontspanning. Daar gelden andere principes voor. Om te beïnvloeden met je boodschappen kun je die beter visualiseren dan illustreren.

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Verschenen: artikel in Leven

Louise Cornelis Geplaatst op 10 oktober 2008 door LHcornelis10 oktober 2008  

Verschenen: in de herfst-editie van het blad Leven (van de Nederlandse Vegetariërsbond) een artikel van mij over het eten tijdens onze fietsreis door Afrika. Met veel eigen foto’s: het ziet er prachtig uit!

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Schrijftip: Onderscheidend formuleren met lef

Louise Cornelis Geplaatst op 6 oktober 2008 door LHcornelis6 oktober 2008  

Van de zomer verschenen de resultaten van onderzoek naar de termen die gebruikt worden in vacature-teksten (zie persbericht). Belangrijkste conclusie: alle formuleringen lijken op elkaar, door het gebruik van standaardtermen (elk bedrijf is ‘informeel, ambitieus en dynamisch’) en open deuren (de nieuwe medewerkers zijn ‘zelfstandig en flexibel’). En dat terwijl het steeds belangrijker wordt om werkzoekenden te lokken door creatief en onderscheidend te zijn.

Het gesignaleerde probleem deed me denken aan andere lastige formuleerklussen, zoals de hoofdboodschap van een rapport of presentatie of de missie van een nieuwe onderneming. De overeenkomst is dat de tekst zich in weinig woorden moet onderscheiden. Hoe doe je dat?

Volgens de AMC Academie, uitvoerders van bovengenoemd onderzoek, gaat het hierom:

(…) is het allereerst belangrijk om te weten wie je zoekt. Een scherper profiel van de kandidaat is makkelijker om in een vacaturetekst te verwoorden en maakt dat werkzoekenden zich eerder herkennen in een functieprofiel. Als het gaat om de cultuuromschrijving moeten organisaties zich vooral afvragen wat hun organisatie uniek maakt.

Helemaal mee eens. Maar wat als je dan nog steeds niet verder komt dan die open deuren? Dan is een formuleertruck: schrijf alleen dingen op waarvan de ontkenning of het tegenovergestelde óók zinvol is. Niemand zal makkelijk van zichzelf zeggen dat hij of zij niet flexibel, communicatief, zelfstandig en dynamisch is, en geen bedrijf wil onsuccesvol, stijf en ouderwets zijn. Daarom zijn al die termen open deuren.

Scherpe formuleringen in vacatureteksten zijn bijvoorbeeld (met tussen haakjes het tegenovergestelde):

  • We zoeken een IT’er voor wie alleen achter de computer zitten te programmeren net zo’n plezierige en succesvolle werkdag vormt als eentje die gevuld is met gesprekken met opdrachtgevers en vergaderingen met collega’s (één van de twee is plezieriger/succesvoller).
  • We zoeken een collega van wie de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid beter is dan de mondelinge (omgekeerd: mondeling beter dan schriftelijk).
  • Je durft beslissingen te nemen, ook als nog niet alle informatie bekend is (je zoekt liever de dingen goed uit voordat je een beslissing neemt).

De voorbeelden maken duidelijk dat je zo ook zegt wat je niet wilt. Dat klopt, en dat houdt een risico in. In de woorden van AMC Academie weer: “Sommige werkgevers durven geen kandidaten uit te sluiten en beperken zich om die reden tot het gebruik van standaardtermen”. Inderdaad: in formuleringen wreekt zich gebrek aan lef altijd.

Precies formuleren wat het wel en niet moet zijn, kan zeker lastig zijn. Recentelijk heb ik gewerkt aan een project waarvoor ook ‘flexibiliteit, zelfstandigheid en stressbestendigheid’ nodig waren. Geen probleem, anders zou ik niet al jaren zelfstandige zijn natuurlijk. Nadat ik er een tijdje mee bezig was, kwam ik er echter achter dat ik toch bepaald niet de juiste persoon was voor die klus. Het was een rommelige situatie met slechte interne communicatie, en dat leidde tot een groot aantal fouten en slordigheden, zowel in het eindproduct als in de omgang met mensen. Eigenlijk had er in de functie-eisen moeten staan: ‘voldoende laconieke persoonlijkheid die zich fouten maken niet te zeer aantrekt’. Dát zou ik nooit over mezelf zeggen, daarvoor liggen mijn kwaliteitseisen te hoog. Maarja, welke organisatie durft zoiets wél te zeggen?

Louise

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Tip: cursussen spelling en grammatica

Louise Cornelis Geplaatst op 2 oktober 2008 door LHcornelis2 oktober 2008  

Aan de d’s en t’s en andere spellingkwesties en aan grammatica besteed ik in mijn trainingen en coaching zo min mogelijk aandacht, want, zo zeg ik altijd, daar zijn andere methoden voor. Eén zo methode kan ik van harte aanbevelen: de Taaladviesdienst van het Genootschap Onze Taal geeft in oktober en november cursussen praktische grammatica en spelling. Zie http://www.onzetaal.nl/cursussen/

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Schrijven doe je niet alleen
  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (39)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑