↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: juni 2011

‘Geslaagt’ en ‘gezakd’ trending topics

Louise Cornelis Geplaatst op 15 juni 2011 door LHcornelis15 juni 2011 1

Vandaag was een mooie dag voor iemand die geïnteresseerd is in wat taalnormen, spelling, jongeren en nieuwe media met elkaar te maken hebben. Op Twitter waren namelijk geslaagt en gezakd wereldwijd trending topics. Ik heb het niet de hele dag bijgehouden en het is altijd lastig om eventuele ironie in een bericht te achterhalen, maar mijn indruk was dat er onder de Nederlandstalige twitteraars drie groepen waren:

  • Eén groep vond het, net als ik, vooral erg grappig.
  • Een andere groep zag de grap niet, en ergerde zich aan zulke erge spelfouten, op een manier van: ‘als je gezakd schrijft, verdien je ook niet beter’ (waarop de eerste groep reageert met uitleg: het is een grápje).
  • Een derde groep zag de spelfout(-en) niet, en dat bleek vooral uit reacties naar anderstalige Twitteraars als ‘gezakd means failed’ – zonder verdere toelichting op de spelfout (terwijl uit groep 1 en 2 twitteraars het vertaalden als faild of uitlegden).

Wat het mij vooral laat zien is dat taalnormen in beweging zijn: jongeren spelen ermee, spelen er meer mee dan wij ouwetjes ooit gedaan hebben, en dat is (misschien?) dankzij de nieuwe media. Bij gezakd en geslaagt meteen roepen ‘ze kunnen niet meer schrijven tegenwoordig‘ is daarom kortzichtig. Al zitten er dus wel tussen waarvoor dat geldt, althans, die kunnen toch echt niet spellen – maar dat weerhoudt ze (gelukkig) niet van schrijven!

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Gevecht tegen de bierkaai van sliduments

Louise Cornelis Geplaatst op 10 juni 2011 door LHcornelis10 juni 2011 1

Ik realiseerde me deze week dat ik het op dit weblog nog amper ooit heb gehad over het fenomeen ‘slidument’ (ik ontleen het woord aan Presentation Zen): het schriftelijke rapport, geschreven in Powerpoint. De opmars daarvan blijft verbazingwekkend voor mij, en voor een heleboel andere ’tekstenmensen’. Wij zien dat soort documenten als heel moeilijk om gestructureerd en samenhangend te krijgen. Powerpoint is bedoeld als illustratie bij een verhaal door een spreker, niet om zelfstandig door het leven te gaan. De voorbeelden die we van sliduments zien, zijn dan ook slecht gestructureerd en onsamenhangend.

Wat laatst ter sprake kwam, is dat het erop lijkt dat een heleboel mensen in de praktijk van organisaties de voorkeur geven aan een Powerpoint-document boven ‘echte’ tekst omdat ze in hun leven al door enorme stapels slecht geschreven tekst heen hebben moeten ploeteren. Tekst wordt geassocieerd met lang, wollig, breiïg, saai, enzovoort; Powerpoint is snel en hip, je bladert er zo doorheen. Dat je daarbij een boel verbanden mist, valt kennelijk niet op.

Ik herinnerde me toen een verhaal dat illustreert hoe ver de tekst-hekel kan gaan. Ik schreef een keer een voorstel voor een ‘beslisser’ van wie ik weet dat ze een hekel heeft aan tekst, en de voorkeur geeft aan Powerpoint, zowel om zelf in te schrijven als om te lezen. Het voorstel kwam eerst bij de inkoper terecht. Die kwam bij mij terug: het was te ‘onoverzichtelijk’, konden we er nog een keer over overleggen?

Onoverzichtelijk? Het was echte tekst, in Word geschreven, maar er zat een tabel in en de rest was één en al bullet – ik kwam wel een beetje tegemoet aan de wensen van mijn opdrachtgever natuurlijk. Maar goed, dan maar overleggen. In totaal, met reistijd, beetje voorbereiding en daarna het herschrijven van het voorstel, kostte mij dat ongeveer 2,5 uur. Dat heb ik er graag voor over natuurlijk, maar ik was toch wel een beetje verbaasd.

Het probleem van die ‘onoverzichtelijkheid’ bleek hem namelijk te zitten in één alinea tekst van 100 woorden. Dat was te veel, dat kon mijn opdrachtgever niet lezen. Dat stukje tekst kon ik ook wel weer verbulleten, iedereen happy – maar ik heb er dus 2,5 uur tijd in gestopt (en de inkoper ook zoiets), omdat iemand geen stukje tekst van 100 woorden meer kon of wilde lezen… dat gaat toch wel érg ver, vind ik.

100 woorden achter elkaar komt inderdaad in sliduments niet voor. Maar waarom ervaren lezers niet dat ze daarin met schijnlogica (een bullet voor elke losse gedachte), gebrek aan samenhang tussen de pagina’s en te grote beknoptheid te kampen hebben, en dus zelf veel harder moeten werken om het verhaal rond te krijgen? Ik blijf het fascinerend vinden.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het een vooroordeel over tekst is. Natuurlijk, een slecht geschreven tekst is afschuwelijk. Maar een slecht gemaakt slidument ook. En de meeste sliduments die ik zie, zijn slecht. Het maken van een goed slidument is namelijk een minstens even grote inspanning als het schrijven van een goede tekst.

Ik blijf dus ook zeggen: gebruik tekst waar tekst goed voor is, en Powerpoint waar Powerpoint goed voor. Dus tekst voor documenten die op zichzelf moeten kunnen staan, en Powerpoint als illustratiemateriaal voor presentaties. Als je daarna een wat opgekalefaterde uitdraai maakt bij wijze van rapport, okee. Maar dat je Powerpoint doelbewust inzet om in te schrijven, nee, dat raad ik echt af.

De strijd tegen sliduments lijkt soms op vechten tegen de bierkaai. Maar ik ga ermee door!

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | 1 reactie

Op naar bundel ‘Ze kunnen niet meer/best nog wel schrijven tegenwoordig’

Louise Cornelis Geplaatst op 9 juni 2011 door LHcornelis9 juni 2011 2

Een tijdje geleden had ik het op dit blog over de nota’s die de eerstejaars studenten Nederlands in Leiden geschreven hadden over het thema ‘ze kunnen niet meer schrijven tegenwoordig’.  Afgelopen week heb ik de tweede, definitieve versies van die nota’s nagekeken. Ik heb aan tien studenten gevraagd of ik hun nota mag gebruiken voor een bundeltje.

Want dat lijkt me namelijk erg leuk: een bundel betogen over allerlei verschillende aspecten van dat thema, geschreven door de mensen over wie het gaat. De studenten behoren immers tot die vermaledijde jeugd over wie zo veel geklaagd wordt.

Ik heb tien nota’s uitgekozen die enerzijds heel goed waren (8 of 9 als eindcijfer) en die anderzijds samen een aardig beeld geven van de verschillende kanten van de discussie. Dit zijn globaal de tien vragen waar de nota’s op ingaan:

  1. Hoe belangrijk is goed kunnen spellen eigenlijk, dus hoe erg zijn spelfouten?
  2. Hoezo gebruiken jongeren zo veel Engelse leenwoorden, en hoe erg is dat?
  3. Is het invoeren van een taaltoets door het hoger onderwijs een goed idee?
  4. Met welke methode zou het middelbaar onderwijs het schrijfonderwijs het beste kunnen aanpakken?
  5. Wat is de invloed van de nieuwe media op de spel- en schrijfvaardigheid van jongeren?
  6. Welke rol speelt de nog niet voltooide hersenontwikkeling van jongeren bij het schrijven?
  7. Waarom klagen ouderen eigenlijk zo veel over ‘de jeugd van tegenwoordig’?
  8. In hoeverre is de hele schrijf- en tekstcultuur (‘schriftelijkheid’) aan het veranderen?
  9. Schrijven op een internetforum meisjes inderdaad slechter dan volwassen vrouwen?
  10. In hoeverre bevatten kranten tegenwoordig meer fouten dan vroeger?

En dat waren nog lang niet alle vragen… Twee antwoorden alvast ook, voor mij de meest frappante:

  • Er is onderzoek waaruit blijkt dat het níet zo is dat jongeren die veel op internet bezig zijn slechter spellen. De enige voorspeller van spelvaardigheid is de CITO-score.
  • In zijn algemeenheid maken meisjes inderdaad meer fouten als ze een forumbijdrage schrijven, al is een groot aantal van die fouten bewust/creatief (jaaah enzo). Maar vrouwen van mijn generatie maken meer d/t-fouten! Het onderzoek waar dit uitkwam was overigens te beperkt om dit te mogen generaliseren en is daarom vooral een aanzet tot vervolgonderzoek (hopelijk). Maar toch een leuk resultaat! Maar toch, altijd al gedacht: mijn generatie beheerst de d’s en de t’s ook niet, alleen is dat minder zichtbaar.

De bundel komt er wel, ik ga van de zomer aan de slag met de redactie ervan. In welke vorm, dat weet ik nog niet. Maar op dit weblog houd ik jullie op de hoogte! Vinkje in rubriek ‘verschenen’ dus maar, als is het nog ’te verschijnen’. Maar de belangrijkste inhoud, de nota’s, is er al!

Geplaatst in verschenen | 2 reacties

7 % woorden?

Louise Cornelis Geplaatst op 6 juni 2011 door LHcornelis6 juni 2011  

Ik hoor het heel vaak: dat woorden slechts voor 7 % de boodschap bepalen; de overige 93 zijn intonatie en non-verbale aspecten. Dat was het resultaat van onderzoek van 40 jaar geleden, door Albert Mehrabian. Dus als het dan gaat over bijvoorbeeld een presentatie, dan haalt heel vaak wel iemand die getallen aan, ter relativering van het belang van woorden en inhoud.

Maar dan heb je Mehrabian niet goed begrepen, of liever gezegd: dan volg je de resultaten van dat onderzoek zoals ze in de loop der jaren een eigen leven zijn gaan leiden. Alsof ze gelden voor elke communicatiesituatie. Maar dat is helemaal niet zo. Stel je voor, zeg, dat zou mooi zijn: zonder de taal te spreken zou je dan van elke communicatie ter wereld 93 % kunnen begrijpen! Maar ook: waarom zouden we dan eigenlijk schrijven? Want dat verlies je 93 % van de boodschap.

Maar zo zit het dus niet. Mehrabians getallen zijn van toepassing op een specifieke situatie. Hij had het ten eerste over boodschappen over gevoelens en overtuigingen. Ten tweede golden die getallen dan ook nog vooral als er een strijdigheid was tussen de verschillende aspecten van de boodschap.

Dus de getallen gelden voor zoiets als ‘ik heb een hekel aan je’, uitgesproken op verliefde toon en met een romantische blik in de ogen. Dat is nogal wat anders dan, zeg, een adviespresentatie, hoorcollege of wetenschappelijke lezing. Daar liggen de getallen echt anders.

Mehrabians getallen mogen geen excuus zijn om weinig aandacht te besteden aan de inhoud van en de woorden in een presentatie of gesprek. De non-verbale aspecten zijn belangrijk, ja, maar niet voor 93 %.

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Recente berichten

  • Het passief is niet neutraal
  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (313)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑