↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijks archief: maart 2014

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Op naar de woordgedichten

Louise Cornelis Geplaatst op 31 maart 2014 door LHcornelis31 maart 2014  

AFgelopen zaterdag heb ik een cursusdag gevolgd over schrijven en imaginatie in coaching en aanverwanten. Bij de docente, Christine de Vries, heb ik eerder creatief dagboekschrijven gevolgd. Dat ging meer over je eigen schrijven; zaterdag meer over de toepassing op werk met anderen – al snijdt dat mes altijd aan twee kanten. Dat herinner ik me ook van de cursussen die ik jaren geleden bij de School voor Imaginatie volgde.

Sterker nog: een voorwaarde voor het gebruik van een bepaalde techniek of voor het aansnijden van thematiek in je werk met mensen is dat je er zelf ook mee aan de slag gaat. Dat werd me zaterdag maar weer eens duidelijk en dat inspireerde me ook. Kijk dus niet gek op, beste lezer van dit weblog, als hier de komende tijd eens een woordgedicht opduikt ofzoiets. Want woordgedichten maken, dat lijkt me een bruikbare techniek voor in mijn werk. Als je klantgericht moet leren schrijven, maak dan eens een woordgedicht op K-L-A-N-T bijvoorbeeld.

Aanvulzinnen, die kunnen ook. WIEB (‘wat ik eigenlijk bedoel is…’) is zelfs een bekende uit het zakelijk schrijven. Die gebruik ik wel, om bijvoorbeeld iemand de hoofdboodschap van een eigen stuk te laten formuleren. Maar, zo realiseerde ik me zaterdag, ik doe dat vooral pratend, en dat is mogelijk een valkuil: praten over is iets anders schrijven. Ik vind vaak dat er in mijn ‘kleine groepjes’ (supervisie over eigen teksten) te veel gepraat wordt (waar ik zelf ook aan meedoe). Het gaat toch over schrijven? Nou dan! Dit is een manier om aan het schrijven te gaan.

En er kan meer. Ik vind mezelf met enige regelmaat terug in groepen die ja-maren: ja, de principes van klantgericht schrijven zijn mooi, máár… in mijn specifieke situatie/bij deze klant/bij dit type werk/voor dit genre werken ze niet. Nou, vul eens aan: ‘ik zie klantgericht schrijven wel zitten….’ en ‘wat mij tegenhoudt het toe te passen in mijn schrijfwerk….’

Wat is daar nou imaginatie aan? Nou, je hoopt natuurlijk op die manier een andere, in elk geval persoonlijkere laag aan te spreken: wat er bij reflectieve schrijftechnieken boven komt, uit dezelfde bron als innerlijke beelden (althans, dat kán). Verder weet ik het eigenlijk ook niet zo precies. Zaterdag gingen we ook aan de slag met beelden, met tekenen dus, en op basis daarvan schrijven. Dat leidde bij mij tot een dialoog tussen mijzelf en een ansjovis op een pizzapunt. Ik merk dat wel vaker, en altijd tot mijn verrassing: laat me even ‘los’ gaan en ik schrijf iets absurdistisch. Leuk, en dit leverde nog wat op voor mezelf ook.

Ik kijk dus terug op een geslaagde dag – en nu ermee aan de slag! Enige minpunt vind ik, net zoals vier jaar geleden, de eenzijdige samenstelling van de groep: allemaal vrouwen, de meerderheid 40+, veel aan de alternatieve kant van de hulpverlening (voetreflexzone, kunstzinnige therapie, spiritualiteit). Wat jammer dat niet meer mannen dit soort mogelijkheden benutten – of mensen (m/v) uit de hardere zakenwereld. Want die werelden zijn echt veel te strikt gescheiden, en dat is jammer: daardoor is de ene wereld te hard en de andere te zacht.

Nou, nu is het dus aan mij: iets uit die wereld van zaterdag meenemen naar m’n adviesbureaus en m’n consultants. Woordgedichten schrijven met adviseurs, ik ben hartstikke benieuwd!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

‘In gesprek met de lezer’ heruitgeven?!

Louise Cornelis Geplaatst op 28 maart 2014 door LHcornelis28 maart 2014  

Hèhè, eindelijk. Dat dacht ik toen vorige week In gesprek met de lezer in de bus viel. Vandat boek ken ik de titel al jaren, omdat ik er iets uit gebruik: een test om je schrijverstype te bepalen. Dat is een leuk en handig opstapje om te praten over schrijfproces en -aanpak. Ik heb hem ooit eens gekregen, al wel tien jaar geleden denk ik, met bronvermelding, vandaar dat ik wist van het bestaan van dat boek.

Het maakte me wel nieuwsgierig, want die test is uniek en ik had daardoor de indruk dat In gesprek met de lezer wel eens een origineel boek over schrijven zou kunnen zijn. Veel schrijfadviesboeken schrijven elkaar over, dus dat zou bijzonder zijn. Maar helaas – het boek bleek uitverkocht, en niet meer te krijgen. Zo af en toe zocht ik nog wel eens tweedehands, maar nooit met succes.

Tot laatst. Bingo! Op boekenwebsite.nl – een goudmijn! Het boek oogt nieuw, alleen is de cover wat verkleurd, wat erop lijkt dat het lang ergens gestaan of gelegen heeft. Maar ik het het dus eindelijk!

In In gesprek met de lezer staat het schrijfproces centraal, aan de hand van een trechtervormig model met vier fasen dat door het hele boek heen een rol speelt, onder andere in de hoofdstukindeling:

  1. Creatief denken en schrijven
  2. De tekst voorbereiden
  3. Schrijven in meerdere rondes
  4. De tekst afwerken

Enerzijds snap ik waarom het boek er niet meer is. Inhoudelijk klopt het helemaal niet, namelijk. Die eerste fase, dat is helemaal geen aparte fase. Hoezo zou je bijvoorbeeld creatief moeten schrijven voordat je de tekst voorbereidt? En in die fase zit ook die schrijverstype-test – maar die hoef je natuurlijk echt niet elke keer te doen als je gaat schrijven. Dus conceptueel zit er een groot probleem in de logica – en alsof de schrijfster dat zelf beseft, heeft het schrijfproces in een plaatje op p. 38 ineens drie fasen, zonder die onlogische eerste. Met zo’n weeffout in de logische structuur kun je bijvoorbeeld bij veel analytisch ingestelde trainingsgroepen niet wegkomen, en daarvoor (trainingen) is het boek wel bedoeld.

Die eerste fase is dus helemaal geen fase, maar het hoofdstuk erover bevat enkele losse, algemene ideeën over schrijven en het schrijfproces. Die ideeën, die zijn echter wel de moeite waard, en die vind je inderdaad in niet veel andere boeken over zakelijk schrijven. Het gaat over individuele voorkeuren bij de schrijfaanpak, over creativiteit, en over handige en minder handige schrijfstrategieën.

Na dat eerste hoofdstuk wordt het boek een stuk gewoner, met bijvoorbeeld de toch wat afgezaagde stijladvies zoals ‘vermijd de lijdende vorm’. Van het gesprek met de lezer uit de titel komt ook weinig terug, wat dat betreft belooft de titel net iets te veel. Maar goed, zo is er altijd wel wat, en op dat punt kan ik over elk schrijfhandboek wel mekkeren.

Dat eerste hoofdstuk, dat is echt leuk, en er mag meer aandacht zijn voor schrijfaanpak en de rol van creativiteit. Dus ik zou denken: los het probleem met de logica op, poets het verder ook nog even op, en breng het opnieuw uit. Ah, uitgeverij Samsom, toenou-toenou-toenou!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Expliciete boodschap doet ’t!

Louise Cornelis Geplaatst op 21 maart 2014 door LHcornelis21 maart 2014  

Ik ben een geweldig boek aan het lezen over de Kondike goudkoorts, vanwege reisplannen in die richting: Klondike Fever. Eén detail erin viel me op (p. 105/106): dat er zo veel goud te vinden was in het dal van de Klondike rivier in de Canadese provincie Yukon, dat stond al in een publicatie (‘pamphlet’) met de titel:

Information respecting the Yukon district.

Nou, daar kreeg natuurlijk niemand goudkoorts van! Die publicatie bleef helemaal onopgemerkt. De koorts, die brak pas uit toen kranten koppen gingen maken als:

GOLD! GOLD! GOLD! GOLD!
68 Rich Men on the Steamer Portland
STACKS OF YELLOW METAL!

Die eerste, saaie titel, zo heten de meeste rapporten: onderzoek X, rapport Y. Nou zou ik niet direct zeggen dat je op de GOLD! GOLD! GOLD! -toer moet met je zakelijke teksten, maar iets ervan kan echt wel: een boodschap zegt zo veel meer! Zeker als je er een beeld mee oproept: stapels geel metaal!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Denkers zijn geen vlotte schrijvers

Louise Cornelis Geplaatst op 19 maart 2014 door LHcornelis19 maart 2014  

Vandaag met de Leidse studenten een mini-onderzoekje gedaan; is er een relatie tussen leerstijl en schrijfaanpak? Eerste conclusie: misschien wel een beetje, ja. Ik leg het uit.

Voor leerstijl vulden de studenten een test in die indeelt in de vier leerstijlen van Kolb: Denker, Dromer, Doener en Beslisser. Voor schrijfaanpak gebruikten we een test die ook indeelt in vieren: vier types schrijver: gestructureerd, vlot, onbewust en precies. Die test heb ik ooit eens gekregen; hij komt uit een boek dat ik nu zelf eindelijk eens heb gevonden (het is uit de handel en zo af en toe keek ik eens of ik het tweedehands kon vinden, als het goed is, komt het er nu aan), en hij staat ook online. Ik gebruik hem vaker in trainingen, als opstapje om te praten over schrijfproces en -aanpak – veel meer pretentie dan dat heb ik er niet mee, maar daar werkt hij prima voor.

Voor beide vierdelingen geldt dat de types en stijlen sterke en zwakke punten hebben. Voor leren en schrijven geldt dat er meerdere wegen zijn naar Rome. Uit het artikel dat de studenten voor vandaag lazen, van de Vlaamse onderzoekers rond Van Waes, bleek bijvoorbeeld dat schrijvers bij het leren van een nieuw genre verschillende wegen bewandelen, maar dat er geen verschil was in de kwaliteit van het product. Want dat onderzochten zij: de relatie tussen leerstijl en aanpak van het aanleren van en oefenen met een nieuw tekstgenre.

Maar is er dus ook een relatie tussen leerstijl en schrijfaanpak? Want leren schrijven en schrijven-als-zodanig, dat zijn toch nog andere dingen, maar ik kan me goed voorstellen dat er wel een relatie tussen is, want het gaat in beide gevallen om complexe taken met zowel denk- als doewerk. Zijn de voorkeursaanpakken dan wellicht ook vergelijkbaar?

Welnu, uit dit onderzoek onder een kleine groep respondenten die niet representatief zijn voor de bevolking als geheel (want allemaal studenten bij één tweedejaars vak bij Taalbeheersing Nederlands in Leiden) bleken twee dingen:

  • De leerstijl ‘denker’ is sterk oververtegenwoordigd: maar liefst 21 van de 27 studenten hebben deze leerstijl! De dromer, doener en beslisser komen dus amper voor: twee per leerstijl. Daarover is dus verder niets te zeggen. En zo veel denkers, dat kan geen toeval zijn! Ik heb net even gegoogled, maar ik vind eigenlijk niks over de relatie tussen leerstijl en studiekeuze.
  • Bij al die denkers is het onbewuste schrijverstype oververtegenwoordigd, met elf van de 21, en het vlotte type is juist helemaal afwezig. De gestructureerde en precieze schrijvers zijn gelijk, en daartussenin: met vijf elk.

Misschien zegt dit helemaal niets, zeker niet de grote hoeveelheid onbewuste schrijvers onder de denkers – een piek in de data die we slecht konden verklaren. Is het niet juist tegenstrijdig – je zou toch denken dat de reflectieve types niet grillig en flexibel schrijven? Aan de andere kant: het gebrek aan vlotte schrijvers onder de denkers, daar konden we dan weer wel wat mee: vlotte schrijvers duiken erin en gaan gauw aan de slag met tekst produceren, en dat past waarschijnlijk meer bij een actieve leerstijl (de beslissers en de doeners). In elk geval herken ik dat wel: ik ben een beslisser en een vlotte schrijver. En ik had één soortgenoot onder de studenten!

En je kunt je natuurlijk sowieso afvragen wat het waard is. Allebei de benaderingen stoppen mensen in vier hokjes, ongeacht andere subtiliteiten, wat ze er zelf van vinden, of van de situatie: waarschijnlijk wordt zowel leren als schrijven óók heel sterk door de situatie bepaald. Ook vorig jaar twijfelden we al aan de veelzeggendheid van Kolbs leerstijlen.

De waarde van zulke tests en vragenlijsten, en ook van dit mini-experimentje, zit hem er wat mij betreft in dat het het inzicht op kan leveren dat elke type voor- en nadelen heeft, en dat het zaak is om die optimaal te benutten respectievelijk te compenseren. Met andere woorden: die indelingen in typen zijn okee voor zover ze iemand helpen zichzelf en anderen te begrijpen en te accepteren, en  te bepalen aan welke scherpe kantjes hij of zij wil werken. Eens kijken de komende tijd of ik meer zicht kan krijgen op de relevantie van leerstijlen voor schrijven!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Het piramideprincipe-onderzoek gaat internationaal!

Louise Cornelis Geplaatst op 19 maart 2014 door LHcornelis18 maart 2014  

Sinds kort is een korte samenvatting van ons piramideprincipe-onderzoek te lezen in het Engels, op een Australische website: http://claritycollege.co/ironically-writers-need-to-educate-readers-about-what-reader-focused-means/ Met de mensen van Clarity College werk ik af en toe samen, die doen prima werk. En leuk dat ze dit opgepikt hebben!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Praattaartplaat

Louise Cornelis Geplaatst op 18 maart 2014 door LHcornelis18 maart 2014  

Twee leuke nieuwe woorden gehoord de laatste tijd: een opdrachtgever van mij had het over een praatplaat: een Powerpointslide die dienst doet als basis voor een discussie, gesprek of overleg, en in Mare zag ik presentaartie staan: een presentatie met taart (of taartdiagram)!

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Organisaties willen soms meer grip op het schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 14 maart 2014 door LHcornelis18 maart 2014  

In mijn post van gister schreef ik dat ik voor het eerst een opdrachtgever had afgeraden om met het piramideprincipe te gaan werken. Dat wil niet zeggen dat het voor mij verder overal een kwestie is van ‘ik kom, ik zie en ik overwin’ met mijn methode van klantgericht schrijven. Soms ‘moeten’ de medewerkers anders/beter gaan schrijven, van het management bijvoorbeeld. En soms is wat ik doe een kennismaking, en dan gebeurt het ook wel dat de organisatie beslist er niet mee verder te willen. In grote lijnen hebben ze dan twee argumenten:

  • Onvoldoende controle. Goed klantgericht schrijven is maatwerk, en dat laat zich dus niet vastleggen in een vast format. In sommige organisaties, vooral de meer bureaucratische, is dat een groot bezwaar ertegen.
  • Te moeilijk, te veeleisend. Nouja, dat zeggen ze nooit zo, het klinkt dan meer zo als: ‘in ons geval past de inhoud er toch niet echt helemaal in/gaat het niet helemaal op’. Het is ook een hele toer om het echt goed te doen, om bijvoorbeeld de hoofdboodschap tot in de puntjes uit te denken. Die moeite moet je wel willen nemen, en in sommige gevallen is dat kennelijk niet de moeite waard – waar ik overigens wel begrip voor heb. Ik bedoel: echt heel goed schrijven staat voor een bepaalde kwaliteit, en die is niet overal haalbaar. Dat is reëel natuurlijk, hè: daarom is er een Lidl én een ambachtelijke banketbakker, bij wijze van spreken.

De twee argumenten gaan overigens vaak samen: in sommige gevallen hebben de schrijvers meer aan een vast format, waarmee ze weten: als ik dit invul, is mijn tekst goed genoeg. Niks mis mee. Als het maar een weloverwogen keuze is!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Hoe wil je met je klant omgaan?

Louise Cornelis Geplaatst op 13 maart 2014 door LHcornelis13 maart 2014  

Ik heb deze week voor het eerst ooit (als ik het me goed herinner) een organisatie afgeraden om met het piramideprincipe te gaan werken. Jammer, maar wel interessant. Ik heb er twee argumenten voor gegeven. Het eerste was dat er door wat organisatorische problemen rond de kennismakingstraining onvoldoende kritieke massa in de organisatie was ontstaan, maar dat was vooral een gevalletje pech.

Het tweede argument was belangrijker, en dat was dat ik gaandeweg ontdekte dat er binnen de organisatie heel verschillend werd gedacht over hoe ze eigenlijk met hun klanten om wilden gaan. Een deel van de adviseurs (een substantiële minderheid) had een visie die niet te verenigen is met het piramideprincipe. Dat klonk bijvoorbeeld zo:

Ik wil dat mijn klant stapje-voor-stapje op alles ‘ja’ zegt zodat hij aan het eind niet anders kan dan de conclusie ook slikken’(ik vroeg nog: ‘dus je wilt je klant in een fuik laten zwemmen?’ ‘Ja!’).

Ze moeten maar naar mijn vakinhoud luisteren want ik ben tenslotte de expert!

Ik wil in het contact met de klant de discussie zo veel mogelijk vermijden. Dat kost alleen maar tijd.

If you can’t convince them, confuse them (als quasi-grapje over de klanten).

Ik heb dat soort geluiden vaker gehoord, als reactie op het rare, nieuwe, moeilijke, andere van de nieuwe manier van rapporteren (‘weerstand’). Maar dan is het emotioneler, en wordt het vaak ook juist toegeschreven aan de klant: ‘mijn klant wil het niet zo’. Dat hoor ik niet in de geluiden hierboven: die gaan over ‘ik wil’ en ‘de klant moet’. Bovendien werden ze rustig gebracht.

Nouja, als dat de keuze is, dan kan ik dat uitdagen en jammer vinden, maar uiteindelijk is het aan een organisatie om te kiezen hoe ze met hun klanten om willen gaan. Alleen… daar past het piramideprincipe dus níet bij, want dat gaat uit van partnerschap en gelijkwaardigheid in de relatie. Denk alleen maar aan wat het effect is van hoofdboodschap voorop: je gooit dan als het ware meteen je kaarten op tafel, zodat er een level playing field ontstaat.

Ik heb deze organisatie aangeraden om met elkaar in gesprek te gaan over hoe ze met hun klanten om willen gaan. De meningen liepen namelijk ook sterk uiteen. Dat mag en kan – maar een uniforme manier van schrijven en presenteren past daar ook alweer niet bij.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Als je samenvat, doe het dan met inhoud

Louise Cornelis Geplaatst op 12 maart 2014 door LHcornelis12 maart 2014  

Afgelopen vrijdag was ik naar de Anéla-juniorendag. Een leuke dag is dat, ik herinnerde me dat nog van toen ik zelf junior was: het is een heuse wetenschappelijk conferentie in de toegepaste taalwetenschap, maar dan met en voor junior-onderzoekers, zoals studenten, pas-afgestudeerden en promovendi. Ik was er omdat ‘mijn’ scriptiestudent Dorien een presentatie hield over haar scriptie over eigenzinnige lezers die ik begeleidde. Dorien deed dat hartstikke goed, dat was erg leuk, en ze kreeg mooie reacties na afloop.

Ik heb een paar andere lezingen bijgewoond, die interessant waren en ook van hoge presentatie-kwaliteit (viel me op – de ‘jeugd van tegenwoordig’ is daar volgens mij toch echt steeds beter in aan het worden, en veel beter dan wij op die leeftijd, of dan de oude garde nu). Voor dit weblog was er één lezing relevant, en dat was die van Martijn Wackers.

Martijn liet zien dat het eindigen van de speech of presentatie met een samenvatting helpt: het publiek onthoudt de inhoud dan beter. Tenminste, als je inhoudelijk samenvat. Alleen een indicatie geven van de lijn van het verhaal werkt niet. Dat is het verschil tussen ‘In mijn presentatie heb ik de vier voordelen van X laten zien’ (indicatief) en die vier voordelen ook nog weer kort even benoemen (inhoudelijk). Een indicatieve samenvatting heeft weinig nut; een inhoudelijke wel.

Tenminste, voor zo ver je dat op grond van één experiment kan zeggen, want Martijn is nog maar net begonnen  met het onderzoeken van het nut van samenvatten en andere retorische trucs op het onthouden van de inhoud. Ik ga zijn onderzoek zeker in de gaten houden!

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Verschenen: mijn laatste stuk in Fiets

Louise Cornelis Geplaatst op 10 maart 2014 door LHcornelis10 maart 2014  

Eind vorige week verscheen Fiets Magazine van maart, met daarin van mij een interview met Peter Hagoort, waarin hij vertelt hoe fietsen hem helpt bij zijn werk. Op de fiets krijgt hij de beste ideeën – erg herkenbaar overigens, en het was mede daarom leuk om met hem te praten en ik ben dik tevreden met het artikel. De fotograaf, Paul Rapp, heeft er ook fraai werk bij verricht, met kleurrijke beelden!

Wat mij betreft is dit het laatste wat er van me in Fiets verschijnt. Ik had dat zelf al een tijdje geleden geconcludeerd, en gewacht met het posten erover totdat dat interview verschenen was. Nu dan, ik leg het uit.

Oplettende lezers van dit weblog hadden misschien al gemerkt dat er al heel lang geen Fietsvrouwcolumn meer van me verschenen was. Het julinummer had er nog eentje, en die van daarvoor is nu precies een jaar geleden, dus dat was de laatste regelmatige.

Rond die tijd, eind maart 2013, hoorde ik van één van de redacteuren dat er een keer een column van Marianne Vos zou verschijnen, en dat er daarom in het eerstvolgende nummer geen van mij zou staan. Verder was het nog ‘onduidelijk’ wat er zou gaan gebeuren, dus of Vos regelmatig columns zou gaan aanleveren. Ik wist dat er al langer plannen waren voor een tweede vrouwelijke columniste, er zijn er zelfs geweest, maar heel duidelijk was dat niet. Wel ging Fiets meer over op een beleid van: de columnisten leveren maar wat aan, en dat plaatsen we dan naar ons goeddunken – wat volgens mij niet het idee is van een column, want die hoort een vaste plek én frequentie te hebben.

Wat schetste mijn verbazing: in het april-nummer werd Vos als ‘de nieuwe columniste’ binnengehaald. Dat was al anders dan ik had gehoord. En in de loop van de maanden daarna mocht ik zelf de conclusie trekken dat zij kennelijk de enige vrouwelijke columniste geworden was (ondertussen, ook één keer, afgewisseld met die andere wereldkampioene, Ellen van Dijk – het is wel duidelijk welke redactionele beleidswijziging er achter die keuzes zit).

Van mij verscheen niets meer. Nouja, die ene keer nog, toen mocht ik kennelijk iets opvullen. Ik heb daarover van de redactie echter nooit wat gehoord. Er ligt er ook nog eentje, geen idee wat daarmee gebeurt.

Ondertussen duurde en duurde het ook maar met dat interview. Ik heb dat begin juli gehouden, en had toen begrepen dat het in het september- of oktobernummer zou verschijnen. Ook daarover hoorde ik niets, en keer op keer het blad ontvangen en ‘weer niet’ denken, dat was ook niet zo fijn – ik geneerde me ook tegenover Hagoort.

In oktober heb ik nog een keer van die redacteur excuses gekregen over die onduidelijkheden, maar dat was al rijkelijk laat natuurlijk. Voor mij te laat. Hoe jammer ik dat ook vind. Al is het alleen maar omdat het 9,5 jaar gedaan heb; ik had die tien jaar graag volgemaakt. Maar dat kon toen al niet meer.

Ik heb het die jaren lang altijd trouw en met veel plezier gedaan, voor een schijntje (al die tijd hetzelfde bedrag!). Om dan zo in het ongewisse te verblijven en mijn eigen conclusies te mogen trekken, tsja, dat voelt als afgedankt worden. Ach ja, zo zijn de marktverhoudingen in de journalistiek, hè, en dit gaat om Sanoma, wat er in de tussentijd honderden nieuwe freelancers bij heeft gecreëerd door journalisten te ontslaan. Maar mijn fatsoensnormen zijn anders.

Vandaar. Geen Fietsvrouw meer. En geen ‘verschenen in Fiets’ meer in deze rubriek van mijn weblog.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen
  • Ik hoor niet bij een boek over boeken lezen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (38)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑