↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: februari 2012

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Voor dummies

Louise Cornelis Geplaatst op 29 februari 2012 door LHcornelis29 februari 2012  

Omdat ik de ‘for/voor dummies‘-serie een grappige titel vind, kon ik het niet laten op zoek te gaan naar Business writing for dummies. Dat had nog wat voeten in de aarde, want het is er niet meer, althans, ik zie in die link naar Amazon dat het er nieuw is voor over de $ 200. Dus tweedehands besteld, en dat duurt dan even, maar inmiddels heb ik het al een tijdje in huis.

Leuk boek om te hebben, vanwege de titel dus, maar verder heb ik er niet zo veel aan. Het is namelijk ontzettend Amerikaans, in twee opzichten. Het eerste ligt nogal voor de hand: het is een boek voor de Amerikaanse markt dus het heeft het over Amerikaans schrijven, Amerikaans onderzoek, Amerikaanse briefconventies, en noem maar op. Daar kun je dus nog wel wat van leren als je schrijft voor Amerikanen.

Het tweede opzicht hindert me echter meer, en dat is dat de stijl, toon, retoriek en aanpak ook zéér Amerikaans zijn. Natuurlijk ligt ook dat voor de hand, en ik vind het ook niet zo heel erg als het gaat om de ronkende toon en de enorme hoeveelheid woorden die de tekst nodig heeft om ter zake te komen (30 pagina’s vóór hoofdstuk 1!). Ik vind het echter wél erg als het gaat om de logica.

Ik struikel meteen over de eerste pagina, de start up sheet. Daar staat in de tekst dat ‘you must identify three issues that are critical to all business writing’. Vervolgens staan er echter vier kopjes: audience, purpose, key issue, delivery. Dat vind ik echt een blunder eerste klas. Eenmaal in de tekst (p. 15) zijn het er eerst weer drie, en dan (p. 17) nogmaals vier.

Ik noem het Amerikaans omdat het me vaker in Amerikaanse boeken is opgevallen dat er dingen niet kloppen met de logica. Dan worden er bijvoorbeeld vijf categorieën aangekondigd, maar twee daarvan zijn eigenlijk hetzelfde (geen toevallig voorbeeld, ik had het er lang geleden op dit blog een keer over). Of zoals in dit boek: het is mij totaal onduidelijk waarom na een op zich logisch starthoofdstuk de tweede stap in het schrijfproces luidt ‘creating headlines and strategic sequencing’ (p. 27). Koppen maken is volgens mij iets wat je aan het eind doet, als je redigeert.  De volgorde bepalen is een aspect van structureren, maar slechts een deel ervan. Appels en peren in één hoofdstuk, de appels te vroeg geplukt en de peren maar half.

Op dezelfde manier snap ik niet waarom ‘designing for visual impact’ (stap 4)  komt vóór ‘setting the right tone’ (stap 5). Huh? Welke gedachte over het schrijfproces zit hierachter? Ik weet niet beter of vormgeving doe je op het laatst, sterker nog: veel onhandige schrijvers moet je juist afleren om al daarmee te gaan prutsen nog voor de tekst verder klaar is. Hebben ze het allemaal prachtig passend gemaakt, verdwijnen in de volgende stap van het schrijfproces nog hele lappen tekst.

Nouja, enzovoort, en ook op paragraafniveau en in opsommingen kom ik dit soort problemen/probleempjes tegen. Ach, dat soort dingen gaan ook wel eens mis in Nederlandse of Britse boeken. Dus misschien is het alleen maar mijn persoonlijke associatie met Amerikaanse boeken? Dat weet ik niet, ik heb er verder nooit wat over gelezen. In Business writing for dummies valt het me sterk op, en het boek zondigt daarmee tegen enkele schrijfprincipes die ik belangrijk vind: wees consistent, zorg voor een transparante structuur die ofwel uit zichzelf logisch is, of die je makkelijk uit kunt leggen (en doe dat dan ook), zorg dat de elementen van een opsomming van dezelfde orde zijn, enzovoort, enzovoort.

Een schrijfboek moet bovendien practicen wat het preacht. Wat dat betreft is het terecht dat er geen hoofdstukken over consistentie en logica in dit boek staan.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Vorderingen met de roman

Louise Cornelis Geplaatst op 24 februari 2012 door LHcornelis7 oktober 2013  

Ik bedacht dat het alweer een hele tijd geleden is dat ik hier vertelde hoe het gaat met de roman die ik aan het (her-)schrijven ben (sinds de zomer van 2011, zie hier). Welnu: goed. Ik heb een tijdje wat zitten dubben over hoe ik ermee verder wilde, en dat vertraagde het werken eraan. Nu is me weer helderder dat ik het vooral zie als schrijf-oefening. Dat betekent dat ik ’twee keer per week trainen’ prima vind, en dat lukt meestal wel tussen alle andere bedrijven door.

In dat tempo heb ik de afgelopen maanden gewerkt eerst aan de dialogen en later aan meer ‘scenisch’ schrijven, dus niet alles chronologisch aan elkaar praten, maar meer beperken tot enkele cruciale scenes. Dat waren voor mij allebei nieuwe technieken en ik heb daar dus inderdaad, zoals de bedoeling was, veel van geleerd. Het heeft geresulteerd in een nieuwe versie die volgens mij korter, krachtiger en levendiger is. Ik ben die versie nu aan het afredigeren. Daarna gaat hij naar proeflezers en/of een manuscriptbeoordelaar, want dan heb ik weer input nodig over hoe verder te gaan.

Het is ook nog steeds mijn bedoeling om hem, als hij nog verder af is en ik er tevreden over ben, in kleine oplage uit te geven voor vrienden en bekenden enzo. Maar dat is secundair aan het vergroten van mijn eigen schrijfvaardigheid hiermee, en dat loopt eigenlijk heel goed.

Wordt – op termijn – vervolgd!

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Over objectiviteit en autoriteit

Louise Cornelis Geplaatst op 24 februari 2012 door LHcornelis24 februari 2012  

Gister ben ik naar twee lezingen geweest in Leiden. De eerste was van Maria IJzermans, over de overtuigingskracht van emoties, en de tweede van Marc van Oostendorp over taalverloedering. Leuk, nuttig, onderhoudend, en een boel interessante dingen gehoord, waar ik er twee voor dit weblog uit wil halen:

  • In een omgeving waar overtuigen vooral door logos (rationele middelen) gebeurt, spelen de emotionele overtuigingsmiddelen ethos en pathos toch nog steeds een rol (zie hier voor een uitleg over deze drie klassieke noties). Dat liet Maria IJzermans zien voor het recht, en ik moest denken aan wat ik adviseurs ook al talloze malen heb horen zeggen: dat ze een neutraal, onafhankelijk, objectief advies willen geven. Ten eerste bestaat dat niet, en ten tweede is het helemaal niet de bedoeling bij een relationele bezigheid als adviseren, waarbij het de taak van de adviseur is om de belangen van de opdrachtgever te dienen. Op logos ingestelde mensen horen daar al gauw in dat je dan een schoothondje wordt van de opdrachtgever, of dat je maar wat aan kan zwetsen, maar dat is niet zo. Het is wel zo, en dat betoogde IJzermans ook, dat besluiten niet alleen op rationele gronden genomen worden, en dat je daar bij het overtuigen maar beter rekening mee kunt houden.
  • Opmerkelijk is dat in Nederland voor taalnormen geen waarde wordt gehecht aan de autoriteit van schrijvers. Als je wilt weten hoe iets zit, kijk je in het Groene Boekje of in de Schrijfwijzer, je luistert eventueel naar schoolmeesters, en een enkele keer wil de overheid ook nog wel eens een duit in het zakje doen. In andere landen kijken mensen veel meer naar succesvolle schrijvers, zo vertelde Van Oostendorp. En dat is niet zo gek, want die zijn dagelijks bezig met taal, beheersen de finesses ervan, en ze doen dat goed, anders zouden ze niet succesvol zijn. Dus waarom niet eens een keer gezegd: ik doe het zo, want Mulisch/Reve/Hermans deed het ook zo (of Kluun/Koch/Grunberg/… – vul maar in – doet het ook zo). Frappant inderdaad. Ga ik toch eens wat bewuster doen: de kunt afkijken, ook op het gebied van de taalnormen.
Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Net uit: column over d’s en t’s

Louise Cornelis Geplaatst op 23 februari 2012 door LHcornelis23 februari 2012  

Net verschenen: Tekstblad nummer 1 van 2012 met daarin een column van mij over d/t-fouten. Tsja, dat had ik ook niet gedacht, dat ik nog eens over zo’n neuzel-onderwerp een column zou schrijven. Maar dat leg ik erin uit. Eén van de inspiratiebronnen waren de d/t-fouten die ik hier in december ook al eens signaleerde.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Taaltoets voor de Rotterdamse gymleraar

Louise Cornelis Geplaatst op 22 februari 2012 door LHcornelis22 februari 2012  

Twijfelachtig nieuwsberichtje vandaag uit mijn eigen gemeente: Taaltoets leraren Rotterdam. Het is mij niet duidelijk waarom een gymleraar zou moeten kunnen ontleden. Spellen, ja, en dan kan ontleden handig zijn, maar je kunt ook goed spellen zonder.

Meer in het algemeen heb ik nog nooit een zinvolle taaltoets gezien. Ik heb een keer een HBO-student bijles gegeven voor zo’n toets die hij móest halen om verder te kunnen studeren. Toen schrok ik van de dingen die erin bevraagd werden: willekeurige woordbetekenissen (woord moet je maar net kennen) en spellingen (zoals onmiddellijk – beter is om te toetsen of een student handig om weet te gaan met de spellingchecker), betwijfelbare regeltjes als groter als/dan en een aantal hebben/heeft en dergelijke. Met taal- en schrijfvaardig zijn heeft dat allemaal bitter weinig te maken. Met een goede leraar zijn nog minder. En het discrimineert nog ook: voor allochtonen is zo’n toets moeilijker.

Enne… een toets is geen cursus, hè?

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Beter schrijven loont

Louise Cornelis Geplaatst op 20 februari 2012 door LHcornelis20 februari 2012  

Afgelopen weekend kregen wij een brief van één van de nutsvoorzieningen. Meteen bij de eerste zin ging die goed mis:

Onlangs heeft <bedrijf> contact met u gehad en een (technisch) onderzoek uitgevoerd om uw gegevens in ons administratiesysteem te actualiseren.

Wij wisten van niets, en een ‘(technisch) onderzoek’ heeft niet plaatsgevonden, althans niet met ons medeweten. Tsja, dat stemt niet welwillend.

De rest van de brief maakte het niet veel beter. We wonen bijna zes jaar in dit huis en ineens komt dat bedrijf ermee aanzetten dat het eigenlijk twéé huizen zijn, en dat we dus meer moeten betalen. Pardon?

Administratief gezien klopt het wellicht, want we wonen in een samengevoegde boven- en benedenwoning die ooit huisnummer A en B hadden. De voordeur van A is echter weg, en als dat (technisch) onderzoek daadwerkelijk had plaatsgevonden, had het bedrijf met eigen ogen kunnen zien dat het in de praktijk één huis is. Maar nu moeten we dat administratief gaan aantonen. Leek ons een gevalletje omgekeerde wereld.

Dus ik heb net gebeld, en wat blijkt? Ik was nummer zoveel die was gestruikeld over die eerste zin. Er was inderdaad bij een aantal huizen zo’n onderzoek geweest, en ze hadden één standaardbrief naar iedereen gestuurd. Dat is schriftelijke-communicatie-fout #1, en eentje die helaas heel veel voorkomt. Druk pas op ‘merge’ of ‘print all’ ofzoiets als je echt zeker weet dat de tekst geldt voor alle adressen.

Fout #2 zat hem in het ontbreken van de aanleiding in de brief. Dit bedrijf heeft onlangs de administratie overgenomen van een ander, en er bleken dingen niet te kloppen. Dus hebben ze alles opnieuw vergeleken met de gemeentelijke basisadministratie en toen bleek er ook bij ons een discrepantie – wat dan weer wel klopt, want daar zijn we inderdaad nog A en B. Als dat in één keer duidelijk was uitgelegd, hadden we tenminste begrepen waar dit verzoek na al die jaren vandaan kwam.

Dan nog hadden we het gevoel overgehouden dat de bewijslast verkeerd om ligt. Dat komt door fout #3: het bedrijf gaat ervan uit dat het gelijk heeft. Tenminste, zo komt het wel over. Dat ligt voor een deel aan wat er staat, bijvoorbeeld:

<Bedrijf> heeft u de afgelopen tijd ten onrechte te weinig (…) gefactureerd
Het is mogelijk dat het feitelijk gebruik van de zojuist genoemde woningen of panden afwijkt van de wijze waarop deze staan vermeld in BAG.

Daar staat dus eigenlijk dat het zeker is dat we te weinig betaald hebben, maar dat er eventueel een mogelijkheid is dat het anders zit. Dat lijkt me gezien de aanleiding te gelijkhebberig. Het zou heel anders overkomen als er zou staat dat er in principe twee mogelijkheden zijn: het is één woning, of toch twee. ‘In het eerste geval… en in het tweede…’ Bedrijven en administraties kunnen zich vergissen immers.

Maar de gelijkhebberigheid blijkt nog meer uit het ontbreken van enige empathie met ons als lezer. Als er iets in zou staan dat duidelijk zou maken dat <Bedrijf> beseft dat het voor een deel van de lezers alleen maar gedoe is om een al bestaande, kloppende situatie te handhaven, was het een stuk sympathieker overgekomen.

Er is ook nog een vierde fout, en dat is dat zo’n zin als de tweede hierboven, die met ‘feitelijk gebruik’ en ‘in BAG’ erin, simpelweg te moeilijk is, te abstract vooral, voor een groot deel van de lezers.

Maar goed, we gaan zorgen voor het benodigde papiertje, zo erg is dat nou ook weer niet.

Dit bedrijf had zich een boel telefoontjes kunnen besparen met een betere brief, of meerdere betere brieven, namelijk voor elke mogelijke situatie een aparte, in plaats van één standaardbrief met onvolledige uitleg. Beter uitleggen, simpelere woorden, en je iets bescheidener opstellen.

En weet je wat? Dat kan lonen. Want hoe veel tijd en dus geld hebben al die telefoontjes gekost? Nou dan!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Een workshop is geen presentatie

Louise Cornelis Geplaatst op 17 februari 2012 door LHcornelis17 februari 2012 1

Ik heb een extreme week: ik heb tussen maandag en gisteren maar liefst 15 uur in groepsverband zitten luisteren naar een spreker en/of kijken naar een Powerpointpresentatie. Maandagavond had ik een journalistieke cursus (daar schrijf ik over enige tijd nog wel meer over hier), dinsdag was Het Taalcongres waar ik eerder al over schreef en gisteren had ik nog een workshop over ondernemerschap.

Mijn conclusie: het noemt zich ‘cursus’ of ‘workshop’, maar het komt neer op zitten en luisteren naar een spreker, kijken naar een Powerpoint en af en toe een vraag stellen. Dat noem ik sowieso geen workshop, want daarin moet ik als deelnemer aan het werk. Het is sowieso niet de beste manier van leren, en leren is toch het doel van zulke dingen. Leren doe je in het algemeen niet zo heel erg van zitten luisteren, maar in het bijzonder leer je er niet beter van schrijven. Dat is een doe-vak immers.

Dat zitten luisteren/kijken niet de beste manier van leren is, kun je al snel duidelijk maken: leren is iets wat cursisten/deelnemers doen. Zíj moeten werken. Maar wie is er het hardst aan het werk bij een presentatie? Juist, de spreker. Als luisteraar kun je volledig passief blijven. Daar gaat dus sowieso iets mis.

Ik kon het zelf keer op keer voelen gebeuren deze week: dan zakte mijn energie weg en schakelde ik over op de ‘kom maar op’-stand. In het gunstigste geval zakte ik dan onderuit. In andere gevallen kreeg ik de neiging om in zo’n betoog gaten te schieten. Dat is ook erg leuk, maar ik doe niet dit soort dingen om alleen maar super-kritisch te zitten zijn. Al met al heb ik weinig geleerd deze week.

Hoe moet het dan wel? Nou, schrijven leer je eigenlijk alleen maar door het veel te doen en er goede feedback op te krijgen. Verder is er een boel bekend over hoe je wel leerprocessen in gang zet. Ik noem maar wat: Kolb met z’n leerstijlen en leercyclus waarin ervaren een belangrijke rol speelt, maar ook simpelweg activerende werkvormen. En oja: differentiatie. Als alle deelnemers hetzelfde doen, negeer je de verschillen tussen hen. Nog één dan, die sluit daar nauw bij aan: zelfsturend leren. Niet de persoon voor de groep bepaalt wat de deelnemers moeten leren, maar zij zelf.

Ik ben zelf in het inrichten van mijn trainingen altijd bezig met dit soort principes. Deze week ben ik me ervan bewust geworden hoe weinig vanzelfsprekend dat is. Ik vond al dat zitten en luisteren en al die Powerpoint deze week af en toe enorm afzien, maar dat zelfinzicht neem ik er dus van mee.

En verder motiveert dit me natuurlijk weer sterk om te blijven zeggen dat we met z’n allen in een kwalijke Powerpoint-reflex zitten. Wat in elke presentatie-training aan de orde móet komen: als je ‘iets’ gaat doen met een groep, zet dan niet klakkeloos sheets achter elkaar, maar begin eens met nadenken over wat je wilt bereiken bij de groepsleden. Welke benadering past daar het beste bij? Vaak niet: zitten en luisteren. Er zijn talloze andere mogelijkheden. Met een andere werkvorm dan een standaard presentatie heb je in elk geval al één voordeel binnen: je valt op.

Geplaatst in Opvallend, Presentatietips | 1 reactie

Verschenen: drie mini-columns

Louise Cornelis Geplaatst op 17 februari 2012 door LHcornelis17 februari 2012  

Net uit: Oase jaargang 4, nummer 4, met daarin van mij drie mini-columns over sport. Klein trendbreukje: twee ervan gaan over voetbal. Dat is de meerderheid, en dat is voor het eerst. Meestal schrijf ik over mijn eigen sporten, dus vooral over fietsen/wielrennen en over lopen/atletiek. Dit is ook wel eens leuk.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Het nieuwe schrijven?

Louise Cornelis Geplaatst op 15 februari 2012 door LHcornelis25 februari 2019 2

Gisteren was ik op Het Taalcongres, een met notal wat tamtam in de markt gezette dag die helaas zijn verwachtingen niet waarmaakte. Vermakelijk was het wel, vooral de twee plenaire onderdelen met Herman Pleij en Frank van Pamelen, en gezellig ook, met een aantal bekenden en nieuwe vakgenoten.

Maar de workshops vielen me tegen. Ze waren te theoretisch: waar ons in de opening nog ‘schrijfkramp’ beloofd was van het vele oefenen, heb ik vooral naar Powerpointpresentaties zitten luisteren. Daar leer ik niet beter van schrijven. 

De workshops waren bovendien te oppervlakkig voor de doelgroep, althans voor mij en de andere deelnemers die ik sprak, allemaal mensen met al de nodige werkervaring in het tekstenvak. Ik kan natuurlijk pech gehad hebben met mijn workshopkeuze – de eerste twee waren in de praktijk iets heel anders dan wat er op de website stond aangekondigd, dus moest ik mijn verwachtingen hard bijsturen. Grootste teleurstelling daarbij was de workshop ‘Basiskennis tekstschrijven B1′, waarvan ‘B1’ bleek weggevallen. Op een ‘basiscursus tekstschrijven’ zat ik echt niet te wachten. Jammer.

Maar dan nog. Grootste probleem was dat de workshops het niveau van ‘do’s en don’ts’ niet ontstegen, en dat goed schrijven iets heel anders is dan dat. Bij elke do en don’t is er namelijk meteen wel een tegenvoorbeeld te geven, wat aantoont dat het veel subtieler ligt dan makkelijke vuistregels doen geloven. Ik geef drie voorbeelden:

  • ‘Lees je speech niet voor’ was één van de do’s en don’ts in de speechschrijf-workshop. ‘Maar dat doet Obama toch ook?’ zei iemand uit het publiek. ‘Ja, hij wel,’ zei de workshopleider.
  • In alle vier de workshops (!) hoorde ik dat je de lijdende vorm moet vermijden. Nou moet je daarmee natuurlijk sowieso niet bij mij komen aanzetten (zie mijn bloglijntje uit december dat hier begint en via de trackbacks te volgen is), maar in diezelfde workshop hadden we net het volgende goede voorbeeld van een nieuwsbericht gezien*:

De Amerikaanse rappoer P. Diddy is beroofd van juwelen ter waarde van € 10 miljoen. De kostbare sieraden werden gestolen tijdens een overval op het hoofdkwartier van Diddy’s platenmaatschappij Bad Boy Records. Er zijn aanwijzignen dat de diefstal werd gepleegd door iemand die voor het platenlabel werkt, omdat buitenstaanders de sieraden onmogelijk hadden kunnen vinden.

Maar liefst drie van de zes zinnen (eigenlijk: gezegdes) zijn passief: is beroofd, werden gestolen, werd gepleegd. Ik kon het niet laten om dat op te merken. ‘Ja, maar dat is omdat je dan niet weet wie het gedaan heeft,’ zei de workshopleidster. Ja, dus?
In mijn ogen betekent dat  dús dat het passief soms heel nuttig is – beter dan actief. Van actief maken verbetert dit tekstje echt niet, dan wordt het ineens een stuk over een vage partij ‘daders’ ofzoiets.
Bovendien: hoe veel ervaren schrijvers gebruiken te veel lijdende zinnen? ‘Vermijd het passief’ kan een zinnig advies zijn, maar dan voor andere schrijvers dan die er gister rondliepen.

  • Schrijf alsof je een gesprek voert’ , hoorde ik een aantal keren. Maar talloze herschrijvingen kregen daardoor de vorm van eerst een voorwaardelijke vraag en daarna een antwoord, dus zoiets als dit:

Bent u geïnteresseerd in het werk van X? Kijk dan op…
Wilt u besparen op uw energie-kosten? Dan volgen hier tips…

Als echt al je teksten zo worden, dan is dat saai en betuttelend. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Bovendien is uit onderzoek ook nog helemaal niet gebleken dat dit soort taal, ook wel relationeel genoemd, echt werkt. Ik las deze week een artikel van Hanny den Ouden en Maartje Doorschot waarin ze aan het eind ook twijfels uiten over de effectiviteit ervan. Over de stijl van een voorlichtingstekst voor jongeren zeggen ze: ‘Het onderwerp is tot nog toe slecht onderzocht, en dat terwijl veel professionals pretenderen te weten hoe ze met jongeren moeten communiceren’.* Inderdaad. 

Van onderzoek trokken deze workshopleiders zich sowieso niet veel aan, en nou is dat ook bepaald niet de snelweg naar goed schrijvern. Maar goede schrijfadviezen zijn wel veel subtieler en preciezer dan ‘vermijd het passief’ en ‘schrijf alsof je een gesprek voert’. Voor dat soort vuistregels werd wel de term ‘het nieuwe schrijven’ gebruikt. Nou heb ik ‘het nieuwe werken’ wel een beetje door, Maarten Ducrot’s ‘het nieuwe wielrennen’ al minder, maar wat ‘het nieuwe schrijven’ is, dat snap ik dus echt niet.

Voorlopig blijf ik in mijn eigen trainingen nog maar bij het oude. Wat vooral wil zeggen: heel precies kijken naar wat wel en niet werkt voor die ene tekst in die specifieke context. Wel nuttig om dat weer eens zo helder voor ogen te hebben.

(*Bronnen bij deze post: Tijdschrift voor Taalbeheersing 2010, p. 256; handout Merel Roze.)

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 2 reacties

Tot slot: vooruitblik

Louise Cornelis Geplaatst op 13 februari 2012 door LHcornelis13 februari 2012  

Om een lang vervolgverhaal over de resultaten van het recente piramideprincipe-onderzoek af te ronden, vandaag een vooruitblik: wat zijn volgende stappen?

Welnu, zelf ga ik aan de slag met publicaties over het onderzoek. Er staat er twee op de rol. Eerder was ik natuurlijk al ‘de boer op’ op het VIOT-congres, en ik houd sowieso in de gaten hoe ik onze resultaten breder bekend kan maken.

Dan zijn er drie studenten bezig met scripties over het piramideprincipe. Dit zijn hun onderwerpen:

  • Werkt het piramideprincipe ook voor pleitnota’s? Interessant experiment, want in de juridische wereld zijn genre-conventies zeer hardnekkig, al blijkt er ook wel interesse te zijn in een wat krachtiger vorm voor dit genre.
  • Is het mogelijk om bij de genre-verwachtingen die we steeds tegenkomen, het effect van de stijl te onderscheiden van dat van de structuur? Dus in hoeverre is het de stijl van het piramideprincipe die lezers van reguliere adviesrapporten zand in de ogen strooit, en in  hoeverre puur en alleen de structuur?
  • Kunnen zakelijke lezers uit de voeten met een piramidaal rapport als webtoepassing, dus als hypertext? De piramide is een hiërarchische structuur die je 1 op 1 in een hypertext vorm zou kunnen geven, en bovendien lezen steeds meer mensen van digitale media, dus wie weet biedt dit mogelijkheden.

En er is meer: de vierde scriptiestudent maakt aanstalten en heeft aangegeven iets te willen doen met leesinstructies, en ik ben ook nog tweede begeleider bij een scriptie die inhoudelijk over iets anders gaat, maar die die student graag piramidaal wil schrijven.

Wat er ten slotte ook nog zou moeten/mogen/kunnen gebeuren is een herhaling van het experiment dat Jan deed voor zijn scriptie, maar dan onder ouderejaars studenten. Dat zou er licht op kunnen werpen of inderdaad geldt dat naar mate lezers meer ervaring hebben met de methodologische manier van rapporteren, ze meer moeite hebben met het piramideprincipe. Zoiets vermoeden we nu wel.

Kortom, er is nog een boel te doen, en dit wordt vervolgd dus, alleen nu weer met grotere tussenpauzes.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Het passief is niet neutraal
  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (313)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑