↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijks archief: december 2010

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Terechte aarzeling bij slecht nieuws

Louise Cornelis Geplaatst op 29 december 2010 door LHcornelis29 december 2010 1

In geval van ‘slecht nieuws’ aarzelen veel schrijvers bij het voorop plaatsen van de hoofdboodschap: is dat niet wat al te hard en direct? Uit het piramideprincipe-onderzoekscollege kwam dit op twee manieren aan de orde: de geïnterviewde recentelijk getrainde gebruikers van het principe spraken zich erover uit (“Sommige situaties vragen om een minder directe aanpak, bijvoorbeeld als je weet dat de klant het niet eens is met je advies” zei er één), en in één van de op lezers gerichte experimenten ging het er specifiek over. Uit dat experiment bleek dat de aarzeling terecht is.

In dat experiment hadden de studenten (Rianne en Rosalie) twee versies gemaakt van een adviesbrief aan het faculteitsbestuur over de openingstijden van de kantine, met daarin het advies die te beperken (‘slecht nieuws’) dan wel te verruimen (‘goed nieuws’). De brieven waren hetzelfde van structuur, opbouw en schrijfwijze.

De proefpersonen waren allemaal studenten aan de desbetreffende faculteit, onderverdeeld in gebruikers en niet-gebruikers van de kantine. Ze kregen één van de brieven voorgelegd, met daarbij een aantal vragen over de begrijpelijkheid van de hoofdboodschap, hun acceptatie van de boodschap en de toon/beleefdheid van de tekst die in de vorm van een interview werden afgenomen.

In het experiment werd de positieve brief unaniem positief beoordeeld, in termen als ‘helder’ en ‘duidelijk’. De negatieve brief lag een stuk moeilijker: ‘dwingend’, ‘geforceerd’ en ‘opgelegd’ waren de gebruikte woorden. Maar liefst zeven van de acht respondenten hadden een negatief oordeel over de toon. Eén van de respondenten zei: “Het is niet onbeleefd gebracht, maar het advies staat al helemaal vast.” Betrokkenheid (wel of niet vaak gebruik maken van de kantine) maakte daarbij niet uit.

Wat verder nog opviel, was dat de respondenten in de positieve brief allemaal feilloos de hoofdboodschap aanwezen; in de negatieve brief hadden ze daar meer moeite mee.

Wat concluderen we hieruit? Dat de inhoud van de boodschap gevolgen heeft voor de waardering van de vorm van de brief. Bij ‘goed nieuws’ kun je recht-toe-recht-aan schrijven. Bij ‘slecht nieuws’ kan het handig zijn om de directheid van het piramideprincipe te compenseren, en is het wellicht ook nodig om extra maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de beoogde boodschap overkomt.

Daarmee pleit ik er niet voor om bij slecht nieuws de hoofdboodschap maar achterop te zetten. Dat is zelfs in strijd met de regels voor het geven van slecht nieuws. Wel is er wat te doen met formuleringen, praten, en ‘positieve beleefdheid’ (het creëren van voldoende common ground).

Over de mogelijke onbeleefdheid van het piramideprincipe zette ik eerder tijdens het college al wat op een rijtje. Het meeste daarvan onderschrijf ik nog steeds. Ik ga alleen schrijvers wel wat vaker gelijk geven in hun zorgen en hun angst, om ze vervolgens te laten nadenken over hoe ze duidelijk en helder kunnen zijn, én netjes met hun lezer om kunnen gaan.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

God verbogen

Louise Cornelis Geplaatst op 29 december 2010 door LHcornelis29 december 2010  

Eén van de leuke dingen van taalkundige zijn is dat als de inhoud van iets je niet interesseert, je altijd nog naar de vorm kan luisteren en taalkundige observaties kan doen. Vanochtend had ik er één, waarvan ik dacht: het is heel logisch, maar toch klinkt het vreemd in mijn oren.

Ik ben vanochtend naar een viering geweest in het kader van Taizé Rotterdam. We zijn gastgezin en hebben twee Oekraïense dames te logeren (Oekraïne is daarmee hét land van 2010 voor mij – zie hier), van de in totaal 30.000 bezoekers aan onze stad. Vanochtend was ik met hen mee naar de plaatselijke dienst. De Grote Kerk van Overschie zat vol met jongeren uit allerlei landen. Voordat het begon, vond ik dat al een feest: een soort Toren van Babel in dit hoekje van Rotterdam. Zo’n gebedsdienst gaat ook in verschillende talen. Engels en Italiaans kon ik goed herkennen; met de Slavische talen heb ik daar iets meer moeite mee, ik identificeerde Pools, Russisch en Oekraïens, en een mij verder onbekende Zuid-Slavische taal, die ik alleen als zodanig herkende omdat er een paar keer het woord Bok in voortkwam, in die talen het woord voor God – en het enige woord dat ik dan tussen alle st, sjt, stsj, en sjst herken.

Nou is Bok voor God voor ons al grappig genoeg, maar wat me trof, was het dat óók een paar keer Boku werd: God in een naamval. Natúúrlijk wordt het woord God ook verbogen, we doen het zelf ook als we er een s achter plakken – en toch keek ik even verbaasd op.

God verbuigen, het is toch een beetje vreemd.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Top en bodem

Louise Cornelis Geplaatst op 28 december 2010 door LHcornelis28 december 2010  

Even iets anders tussendoor, wel naar aanleiding van het piramideprincipe-onderzoekscollege, maar niet zozeer een resultaat daarvan, daarmee ga ik morgen (ofzo) weer verder. Dit keer een observatie die ik deed aan het werk van de studenten, waaruit blijkt dat de top en de bodem van de piramide het lastigste zijn.

De laatste weken moesten de studenten de resultaten van hun onderzoek beknopt en piramidaal opschrijven. Wat me opviel, is dat bij de meeste uitwerkingen er twee problemen waren:

  • De hoofdboodschap was onvoldoende ver ‘doorgeduwd’. De hoofdvraag van het college was: ‘is het piramideprincipe effectief?’ Ik wil dan dus graag als top van de piramide daar een uitspraak over. Dat bleek vaak ook wel mogelijk, maar daar moest ik dan dus wel even tegenaan duwen, zeg maar: ik heb vaak de feedback gegeven: ‘en wat betekent dit nu in het licht van de hoofdvraag van ons onderzoek?’ Anders gezegd, in piramidale termen: ‘synthetiseer dit eens naar een hoger niveau’. Dat lukte dan meestal wel goed.
    Ik snap wel waarom dit punt lastig is: je moet er een soort ‘sprong’ voor maken, net een beetje verder van de data verwijderd, net wat speculatiever. Je moet ervoor durven interpreteren. En je moet ook nog eens het eigen deelterrein, met de eigen deel-onderzoeksvraag, overstijgen. Dat is een hele kunst, eentje die ook schrijvende professionals lastig vinden (zo bleek uit het onderzoek – ik kom daar binnenkort op terug).
    Een kunst ook waarvan het logisch is dat ik hem beter beheers dan studenten. Ik ging me ineens projectleider voelen: die doen dat ook, die stap verder zetten op basis van de data die hun analysten hebben aangeleverd.
    Nu ik over de resultaten aan het schrijven ben, ervaar ik dat weer zo: ik zit nog wat aan piramides te schuiven, interpreteer hier en daar iets anders, leg andere accenten… precies de dingen die schrijvende professionals soms zo vervelend vinden als hun baas dat doet: simsalabim… en de hele structuur staat op z’n kop en van hun eigen werk is niet veel meer te herkennen.
    Meer en meer ga ik zien hoe zeer tekst een tijdelijke tussenstap is in denk- en praatwerk, en niet iets definitiefs (wat ik leerde van de thesis die ik in het kader van het college las, en waarover ik eind oktober schreef). Het zou veel frustratie schelen als dat ook in organisaties duidelijker was.
  • De boodschappen waren soms onvoldoende gegrond in concrete data. In piramide-termen: de onderste laag leek te ontbreken. Dan stond er bijvoorbeeld wel dat ‘veel respondenten moeite hadden met…’ maar dan wil ik natuurlijk wel weten: hoe veel is veel? Hoeveel van de hoeveel? Een belangrijke onderzoeksmethode was interviewen, en in sommige uitwerkingen miste ik citaten, de eigen woorden van de respondenten. Daarmee gaat dit soort kwalitatief onderzoek leven.
    Ook dit probleem begreep ik wel: ik had een strenge ruimte-beperking opgegeven. Te streng, bleek gaandeweg. Nouja, inmiddels is het me wel gelukt alles weer in te korten tot de lengte die ik eerst voor ogen had, maar dat is omdat ik nu beter kan selecteren en alle overlappen kan zien. Voor de meeste studenten was het te veel gevraagd om op minder dan een A4 een beknopt, maar representatief verhaal te vertellen van hun hele onderzoek.
    De lengte varieerde wel wat: hoe helderder de uitkomst, des te korter kon het verslag zijn. Dat doet me denken aan wat ik wel eens zeg als er gevraagd wordt om kortere teksten (‘het moet op één A4 passen’): soms is de werkelijkheid zo complex dat het verhaal erover niet tot één A4 beperkt kan blijven. Oftewel: als Einstein z’n relativiteitstheorie op één A4 had gezet, had helemaal niemand het begrepen.
Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Vraag je lezer

Louise Cornelis Geplaatst op 27 december 2010 door LHcornelis27 december 2010  

Eén van de dingen die duidelijk naar voren zijn gekomen uit de resultaten van het piramideprincipe-onderzoekscollege is dat lezers verschillen in hoe ze piramidale rapporten ervaren. Een paar voorbeelden:

  • Waar sommige lezers de beknoptheid van een piramidale tekst waarderen, ervaren anderen dat als ‘onprofessioneel’: een adviesrapport ‘hoort’ in hun ogen meer informatie te bevatten en misschien zelfs wollig geformuleerd te zijn. Anders gezegd: voor sommige lezers voldoet een piramidale tekst niet aan hun normen en verwachtingen voor een adviesrapport.
  • Waar sommige lezers de heldere structuur waarderen, vinden anderen een piramidaal rapport zelfs ongestructureerd, vanwege het ontbreken van de vertrouwde woorden als conclusie en aanbevelingen. (Hierover schreef ik vorige week al iets).
  • Waar sommige lezers een piramidale brief met ‘slecht nieuws’ als onvriendelijk ervaren, hebben andere lezers daar geen moeite mee.

Voor de prakijk betekent dit: ga goed na wat de voorkeuren zijn van de lezer(s) voor wie je schrijft. Eén belangrijk punt om na te gaan lijkt de vertrouwdheid met het piramideprincipe: de eerste twee punten van hierboven hebben daarmee te maken. In het algemeen: lezers die niet vertrouwd zijn met piramidale adviesrapporten waarderen piramidale teksten lang niet allemaal. Pas dan dus op. Sowieso is het helemaal niet gek om met de lezer in gesprek te gaan over diens communicatie-voorkeuren, en niet klakkeloos een rappor te schrijven ‘zoals je dat altijd doet’.

Het laatste punt laat zien dat het terecht is om in het geval van slecht nieuws voorzichtig te zijn met het piramideprincipe. In het algemeen was de waardering voor de beleefdheid van een piramidale slecht-nieuws-brief niet slecht, maar er waren lezers die de brief onvriendelijk en onprofessioneel vonden. In het algemeen is er dus bij slecht nieuws geen reden om, bijvoorbeeld, de hoofdboodschap achterop te zetten, maar voor sommige lezers is dat misschien toch beter. Een alternatief is: zorgen dat je voldoende andere vriendelijke en professionele tekstkenmerken in de tekst verwerkt. En hoe weet je wat je moet doen? Nou, opnieuw: door met je lezer te praten, bijvoorbeeld eens een concept of voorbeeld voor te leggen.

Extra voordeel van het praten met je lezer: mocht die nog niet vertrouwd zijn met het piramideprincipe, dan wordt hij of zij dat alsnog, doordat je wat kunt uitleggen.

Deze resultaten laten nog één ander aspect van het college zien, meer voor onderzoekers dan voor schrijvende professionals: gemiddelden zeggen niet zo veel. Bij één onderzoek (dat van Lyjanne en Roos) scoorde de piramidale versie van een rapport gemiddeld slechter dan de methodologische variant (klein verschil). Bij betere beschouwing bleken de scores van het piramidale rapport veel verder uit elkaar te liggen dan van de methodologische: piramidaal scoorde zowel vieren als achten en gemiddeld een 6,5; methodologisch kreeg alleen zevens (grof gezegd). Bij analyse van de data bleek ‘m dat vooral te zitten in de tweede bullet van hierboven: sommige lezers ervoeren een gebrek aan structuur. Bij de lezers die de piramidale structuur wel doorzagen, scoorde die tekst stelselmatig hoger dan de methodologische versie.

Verschillen tussen lezers en dan echt goed gaan kijken naar wat hen beweegt, daarvoor is kwalitatief onderzoek geschikter dan kwantitatief. Oftewel: soms is meten helemaal niet weten.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

100 verboden woorden

Louise Cornelis Geplaatst op 24 december 2010 door LHcornelis24 december 2010 2

Leuk: http://www.bureauzuijdgeest.nl/site/info_top100.html, een inventarisatie van de woorden die sinds 1961 door schrijfadviseurs afgeraden worden, variërend van archaïsche als amoveren tot managementjargon als pro-actief: onbegrijpelijk, aanstellerig en ergerlijk taalgebruik. De lijst staat er niet om je aan te houden, niet als serieus ‘verbod’ dus, maar om te laten zien dat ondanks dit soort schrijfadviezen het gebruik hardnekkig is. Het aanleggen van verboden-woorden-lijsten is zinloos, zo concludeert Peter Zuijdgeest:

Veel modewoorden zijn een veel langer leven beschoren dan taalpublicisten lief is. Ze zijn misschien niet duidelijk, mooi of origineel maar voorzien kennelijk in een behoefte. Doen ze dat niet of niet meer, dan verdwijnen ze vanzelf.

Interessant vind ik dan: waar komt die behoefte vandaan? Laatst hoorde ik ook weer van iemand een ‘missie’ die zo aan elkaar hing van nietszeggende jargonwoorden (ik herinner me synergie – hé, dat staat niet in de lijst!) dat ik dacht: hoe kan het zijn dat de bedenkers hiervan menen dat ze zo echt wat zeggen?

Een nadeel van de verbodslijsten is dat ze schrijvers kunnen blokkeren. Daar ben ik het mee eens, met de nuance dat het is aan te leren om je bij het doorschrijven (uitschrijven van de 1e versie van de tekst) van geen enkel verbod iets aan te trekken, en bij het redigeren (herschrijven tot de 2e versie van de tekst) wel.

Blijft over dat zulke lijstjes vermakelijk zijn – en dat lijkt me een mooi besluit, zo vlak voor de kerst!

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Herschrijven met klanten?

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2010 door LHcornelis17 december 2010 1

Interessante post op het blog van tekstschrijver Marcel Uljee. ABN Amro beweert samen met klanten de voorwaarden voor spaarrekeningen te hebben herschreven (zie hier). Maar Uljee concludeert: het resultaat is teleurstellend. Moraal: laat het schrijfwerk over aan een professional, laat klanten meelezen. Mee eens. Mij zou het wel benieuwen hoe ABN Amro dat ‘samen met de klanten herschrijven’ heeft aangepakt.

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Net uit: Tekstblad-column (met dank)

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2010 door LHcornelis17 december 2010  

Valt net in de bus: Tekstblad (jaargang 16, nr. 05/06), met daarin mijn column ‘We krijgen helaas toch gewoon Alzheimer’. Die is gebaseerd op mijn blogpost-vervolgverhaal uit augustus. Een mooie gelegenheid om Carla en Kim te bedanken voor hun tips en hulp bij het vinden van de relevante literatuur. In de column heb ik het over ‘van twee kanten de suggestie aangereikt’ krijgen – dat zijn jullie dus!

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

In hoeverre is schrijven te leren?

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2010 door LHcornelis17 december 2010  

Het blijft een regelmatig terugkerende discussie: in hoeverre kun je schrijven leren? Heeft een opleiding zin, of is het een kwestie van talent en oefenen? Trouw deed gisteren een duit in het zakje, naar aanleiding van de start van een nieuwe ‘creative writing’ opleiding, een volledige bachelor op een hogeschool. Het gaat dan om literair schrijven. De vraag ligt dan iets anders dan bij zakelijk schrijven, maar bij allebei geldt dat een opleiding geen garantie is voor succes, maar dat je het aandeel van creativiteit en inspiratie nou ook weer niet moet overschatten: het is ook gewoon een ambacht. Oefenen is super-belangrijk – en daar krijg je natuurlijk in zo’n bachelor veel gelegenheid toe.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Voeg labels toe aan de inhoudsopgave (‘advies:’)

Louise Cornelis Geplaatst op 16 december 2010 door LHcornelis16 december 2010 5

Op basis van de voorlopige uitkomsten van het piramideprincipe-onderzoekscollege, waarover ik gister ook al iets schreef, ga ik zelf in elk geval één ding anders doen en aanraden in de toekomst: in de inhoudsopgave niet alleen de boodschappen zetten, maar die ook benoemen, de hoofdboodschap met het woord ‘advies’ en de onderbouwing met labels als ‘argument’ of ‘maatregel’. 

Wat?
Bij het opvolgen van het piramideprincipe bevat de inhoudsopgave alleen boodschaptitels. Die lezen samen als mini-samenvatting van het rapport. Het kan er bijvoorbeeld zo uitzien:

Inleiding: Alleen zwangere vrouwen die behoren tot een risicogroep dienen gevaccineerd te worden.
1. Er is sprake van beperkte risico’s voor zwangere vrouwen.
2. De bevindingen die lijken te pleiten voor vaccinatie van álle zwangere vrouwen hebben geen rekening gehouden met mogelijke vertekeningen in het materiaal.
3. In Nederland bleef gecompliceerd beloop bij infectie (…) beperkt.
4. Bij vertaling van buitenlandse gegevens zou in Nederland een gecompliceerd beloopt  (…) slechts een klein aantal zwangere vrouwen treffen.
5. Vaccinatie van álle zwangere vrouwen heeft slechts een beperkte gezondheidswinst.

 Het voorstel is om daar dit van te maken, zeker voor lezers die geen ervaring hebben met piramidale rapporten:

Advies: Alleen zwangere vrouwen die behoren tot een risicogroep dienen gevaccineerd te worden.
Argument 1. Er is sprake van beperkte risico’s voor zwangere vrouwen.
Argument 2. De bevindingen die lijken te pleiten voor vaccinatie van álle zwangere vrouwen hebben geen rekening gehouden met mogelijke vertekeningen in het materiaal.
Argument 3: (enzovoort)

Bij een actiegericht rapport zou er telkens ‘maatregel’ voor kunnen staan, of ‘stap’ of iets dergelijks. De woorden vet maken voegt wellicht ook nog wel wat toe.

Waarom?
Uit onderzoek van één groepje studenten (Jan en Fleur) is gebleken dat de meeste proefpersonen niet zagen hoe zeer de inhoudsopgave van een piramidaal rapport hen al hielp. Als taak kregen deze proefpersonen het snel lezen van een rapport om vervolgens een samenvatting op hoofdlijnen van het advies te kunnen geven. Eigenlijk kon dat simpelweg door het voorlezen van de inhoudsopgave, maar dat zag vrijwel niemand. De proefpersonen zochten in de inhoudsopgave naar woorden als ‘conclusie’, ‘samenvatting’, ‘aanbevelingen’ of ‘advies’, maar die staan niet in een piramidaal rapport. Dat gaf verwarring. Eén van de proefpersonen vond het rapport daarom maar ‘ongestructureerd’. Met het toevoegen van labels verminderde de verwarring en verbeterde de uitvoering van de leestaak, al waren er dan proefpersonen die achterdochtig werden van het gemak: was dat echt alles al, die inhoudsopgave?

Ook al is het vanwege de beperktheid van het onderzoek onmogelijk te generaliseren, toch laten deze observaties zien dat een piramidaal rapport zo ‘anders’ is dat dat verwarrend kan zijn. In ieder geval is het te simplistisch om te beweren dat de inhoudsopgave ‘als vanzelf’ ook als mini-samenvatting fungeert. Voor lezers ligt dat helemaal niet voor de hand. Het toevoegen van labels als ‘advies’ en ‘argument’ kan hen helpen.

Overigens kan er een effect geweest zijn van de formulering van hoofdboodschap en inhoudsopgave in het experiment, want bij een ander onderzoek, met een ander rapport, zagen lezers wel dat de hoofdboodschap al in de inhoudsopgave stond. Nader onderzoek zou nodig zijn om dat te verhelderen – zo gaat dat natuurlijk altijd bij onderzoek, dat het ene antwoord de volgende vraag oproept.

Maar ach, tot die tijd maar het zekere voor het onzekere nemen, zou ik zeggen. De aanpassing is voor een schrijver makkelijk te maken, en kent (voor zover ik nu kan overzien) geen enkel nadeel. Doen, dus.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 5 reacties

Piramide-onderzoek: eerste uitkomsten

Louise Cornelis Geplaatst op 15 december 2010 door LHcornelis15 december 2010 2

Vandaag hebben we in het piramideprincipe-onderzoekscollege de resultaten van het onderzoek door de studenten op een rijtje gezet. Ik gaf vorige week al een ‘preview‘ en de belangrijkste boodschap daarin klopt ook na vandaag nog: het piramideprincipe doet het best wel goed. Vandaag allerlei mooie dingen de revue horen passeren: een piramidale tekst is lezergericht, direct en to-the-point, overtuigend, beknopt, helder, persoonlijk, aansprekend, goed van toon, vertrouwenwekkend, duidelijk, logisch… en in sommige gevallen kan je daar allemaal -er achter denken: helderder, duidelijker, beter van toon e.d. dan een methodologisch rapport.

Twee positieve dingen vielen me in het bijzonder op, vooral omdat dat gaat om discussies in het vakgebied, en soms ook in de praktijk:

  1. ‘Hoofdboodschap voorop’ is niet verwarrend in die zin dat lezers de neiging zouden hebben om achterin te beginnen met lezen of zoeken, gewend als ze zijn daar het interessantste en belangrijkste aan te treffen. Dat blijkt een cliché-beeld te zijn: in één van de onderzoeken bleek van de 24 proefpersonen niemand gericht achterin te beginnen. Slechts één begon achterin, maar meer uit een soort terloopse manier van bladeren dan als gerichte strategie. Voorin beginnen vindt verder iedereen logisch: daar staat de inhoudsopgave die verder helpt en vaak ook een samenvatting; achterin loop je het risico in eindeloze bijlagen verzeild te raken. ‘Lezers verwachten het belangrijkste achterin’ is dus géén argument tegen het vooropzetten van de hoofdboodschap.
  2. Het piramideprincipe wordt bij ‘goed nieuws’ niet als onbeleefd, bot of te direct ervaren, integendeel: lezers ervaren een piramidale brief dan juist als beleefd. De directheid van het piramideprincipe is dan dus eerder een voor- dan een nadeel. Bij ‘slecht nieuws’ (een advies met negatieve consequenties voor de lezer) ligt het anders – maar daarover later meer.  

Aansluitend bij dat laatste punt:  er is over de beleefdheid van piramidale teksten meer te zeggen, en dat noopt tot een nuancering van het principe. En zo volgen er wel meer noodzakelijke nuanceringen uit de resultaten van het onderzoek. Eén ervan is al zo duidelijk dat ik hem later deze week hier uit de doeken zal doen. De andere zijn nog wat voorlopiger en vager. We kijken daar op het slotcollege volgende week nader naar, en daarna kom ik er natuurlijk ook weer hier op terug.

Wordt dus alweer vervolgd – sowieso is me al duidelijk dat er in de resultaten stof zit voor nog een heleboel blogposts!

En oja, voor de goede orde: alle onderzoeken waren zo kleinschalig dat de resultaten ervan niet gegeneraliseerd kunnen worden. Concreet: uit het feit dat er in het onderzoek slechts één respondent achterin begon te zoeken, mag je niet concluderen dat de lezer van een adviesrapport voorin begint.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 2 reacties

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen
  • Ik hoor niet bij een boek over boeken lezen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (38)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑