↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijks archief: januari 2012

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Niet-ingewijde lezers helpen

Louise Cornelis Geplaatst op 31 januari 2012 door LHcornelis31 januari 2012  

Tot nu toe is een belangrijke bevinding van het piramideprincipe-onderzoek dat niet-ingewijde lezers de structuur ervan niet altijd doorzien. Vorig jaar is een voorzichtig begin gemaakt met kijken of er simpele manieren zijn om die lezers te helpen, bijvoorbeeld door het geven van een korte leesinstructie. Het effect ervan toen was nihiel: ze snapten het nog steeds niet (ik beschreef dat hier). Dit jaar zijn meerdere onderzoeksgroepjes op zoek gegaan naar andere vormen van instructie. Met wisselend resultaat.

Eén groep (Stanko, Jeroen en Marlies) vond dat het simpele soort structuuraanduiders dat vorig jaar niet werkte, het wél deed. In plaats van ‘Advies’ en ‘Argument + nummer’ noemden zij de hoofdboodschap ‘Conclusie’ en de onderbouwing ‘advies’ – want het was een praktisch gericht rapport (beantwoord onder de hoofdboodschap de hoe-vraag en niet de waarom-vraag). Hun lezers hadden geen moeite met dat rapport: ze vonden de hoofdboodschap en gaven geen blijk van verwarring. Wel was het nog steeds zo dat ze niet echt door hadden dat alles eigenlijk al in de inhoudsopgave stond.

Jeroen, Stanko en Marlies gingen nog een stap verder en voegden een soort krantenbericht met uitleg toe, maar dat had geen meerwaarde. Ook een ander groepje (Jacqueline, Marjolein en Charlotte) werkte met een krantenbericht. Dat ligt namelijk nogal voor de hand, omdat het idee van boodschaptitels en met het belangrijkste beginnen van dat genre is afgekeken. Dit drietal verwerkte niet de leesinstructie in een krantenbericht, maar maakten er een inhoudelijk bericht van, met nieuws gerelateerd aan het adviesrapport. Dat bleek lezers niet te helpen: ze legden niet de structurele link tussen krantenbericht en adviesrapport. Overigens hadden deze respondenten niet veel moeite met de piramidale tekst, die snapten ze sowieso wel. Het was dan ook een korte en overzichtelijke tekst.

Dan was er nog een groep (Alieke, Paul, Jacob en Nadine) die de inhoudsopgave visualiseerde, om te zien of dat zou helpen bij het doorzien van de piramidale opbouw. Met behulp van beeld is immers de hiërarchie van de structuur zichtbaar te maken. Maar nee, zo’n visuele inhoudsopgave maakte niet uit. De respondenten in dit onderzoek gingen maar weer eens op zoek naar de ‘conclusie’ en de ‘samenvatting’ en zeiden het maar een ongebruikelijke structuur te vinden. Ook zo’n visuele inhoudsopgave wijkt af van wat ze kennen, en ze herkenden het schema daarom soms niet eens als inhoudsopgave.

Ook Kiki en Erik vonden dat ze zelfs met een nogal royaal gedoseerde leesinstructie de verwachtingen niet konden bijsturen: ook hun respondenten bleven zoeken naar ‘conclusie’ en ‘samenvatting’. Het enige zo’n beetje wat zij níet in hun leesinstructie hadden gezet, was letterlijk dat die kopjes er niet in zouden staan. Verder waren ze behoorlijk expliciet geweest in hun uitleg van hoe het rapport in elkaar zat. Ze hebben geëxperimenteerd met de dosering daarvan – maar het effect daarvan was niet positief.

Wat kunnen we hier nou uit concluderen? Ik weet het nog niet precies. Twee voorzichtige conclusies:

  • Voor de praktijk: Het heeft waarschijnlijk niet zo veel zin om aan te raden voor een breed publiek ‘gekke’ dingen toe te voegen om een piramidaal rapport toegankelijk te maken: het nut van leesinstructies is beperkt.
  • Voor vervolgonderzoek: Het lijkt erop dat een kort, actiegericht rapport makkelijker te begrijpen is dan een lang en argumentatief rapport. Tenminste, dat is nu mijn beeld, maar daar was het onderzoek nu nog niet op gericht. Mooie volgende stap!

En voor alle duidelijkheid nog één keer, voor de zekerheid: in de praktijk van adviseurs die schrijven voor een opdrachtgever is dit allemaal amper een probleem, omdat hun lezer het piramideprincipe vaak wél kent, en zo niet – dan leg je het toch even uit? Dan wil die opdrachtgever al gauw niets anders meer!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Vroeger was ook niet elk boek netjes verzorgd

Louise Cornelis Geplaatst op 31 januari 2012 door LHcornelis31 januari 2012 1

Ik ben nog steeds op de achtergrond bezig met de bundel opstellen van jongeren over de schrijfvaardigheid van de jeugd van tegenwoordig, binnenkort volgt er meer nieuws over. Het verschil in schrijfvaardigheid vroeger en nu heeft nog altijd mijn interesse, en het was daarom dat ik opkeek toen ik de afgelopen weken het boek De sneeuwluipaard las.

Een mooi, bijzonder boek, maar het wemelt van de taalfouten. Ik heb ze niet echt geteld, maar ik denk dat er minstens 10 d/t-fouten in staan, van die suffe als geuitte meningen (p. 277) en de schoenen zijn ontdooit (p. 167). Daarnaast een aantal congruentiefouten (persoonsvorm enkelvoud, onderwerp meervoud of omgekeerd) en anderzins ontsporende zinnen. En wat me ook opvalt, is dat er soms tussen de ene en de andere alinea een enorm verschil in benadering zit, van diepe reflectie tot wandelverslag – daar horen witregels tussen, want het is echt heel raar lezen soms. Witregels zitten er af en toe wel tussen, maar dat lijkt niet consequent gedaan.

En dit boek, de vertaling, is dus uit 1980. Toen was toch alles beter? Nou, niet dus. Eén zo’n boek zegt natuurlijk niet zo veel over schrijfvaardigheid, en zeker niet van Engelstalige auteur Peter Matthiessen. Het zegt wel iets over de zorg en aandacht die de uitgever aan deze vertaling heeft gegeven. Kennelijk waren ook toen dit soort puntjes op de i niet zo heel belangrijk. En dat voor een dijk van een boek. Dat was het al, nog voor het vertaald werd, want het won de American Book Award. Dat zie ik er niet helemaal aan af, maar dat heeft misschien te maken met de knulligheid van de vertaling. Want die indruk maakt het dus wel – dat is de makke van onverzorgd taalgebruik.

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Adviesbrieven: geen bezwaar tegen HB voorop

Louise Cornelis Geplaatst op 30 januari 2012 door LHcornelis30 januari 2012  

Vrijdag schreef ik dat uit Jans onderzoek was gebleken dat het piramideprincipe het niet slechter ‘doet’ dan een methodologisch adviesrapport, en dat dat meeviel. Er was een ander onderzoek waarvoor hetzelfde gold. Daarover vandaag, in dit vervolgverhaal over het piramideprincipe-onderzoek van dit studiejaar.

Een groep van vijf studenten (Albert, Alice, Cindy Desirée en Mayke) deed ook wat grootschaliger onderzoek , namelijk naar het effect van de plaats van de hoofdboodschap in adviesbrieven van een onderwijsinstelling aan haar studenten. Dat zijn dan brieven met als strekking: ‘je dreigt voor wat betreft regeling X in de problemen te komen, dus we raden je aan gauw een afspraak te maken met de studie-adviseur om te kijken wat daaraan te doen is’.

Dit onderzoeksgroepje manipuleerde de brieven zo dat de hoofdboodschap voorop respectievelijk achterop kwam te staan. Met het origineel erbij kwamen ze zo op drie versies per brief. De originele hadden de hoofdboodschap ergens in het midden. Ze gebruikten drie verschillende brieven, zodat ze in totaal negen versies hadden. Die legden ze in verschillende combinaties aan 108 studenten voor. Dat is genoeg om er statistiek op los te laten om te kijken of eventuele verschillen tussen de versies op toeval berusten of niet.

De plek van de hoofdboodschap bleek deze respondenten eigenlijk helemaal niets uit te maken: er waren minieme verschillen tussen de versies voor wat betreft begrip (zoals zelf door de respondenten ingeschat) en waardering.

Ook dit is relatief goed nieuws voor het piramideprincipe, althans voor het onderdeeltje ‘hoofdboodschap voorop’ daaruit. Uit ander onderzoek* was namelijk gebleken dat er voor brieven met slecht nieuws een voorkeur bestaat voor hoofdboodschap achterop. Uit het onderzoek van deze vijf studenten kun je voorzichtig concluderen dat die voorkeur niet voor alle brieven geldt. De adviezen aan deze studenten waren niet echt slecht nieuws en ze boden mogelijkheden, maar ze vonden wel plaats in een vervelende context van bijvoorbeeld niet genoeg studiepunten gehaald. Zelfs dan is er dus geen duidelijke voorkeur voor hoofdboodschap achterop.

Maar er blijkt uit dit onderzoek dus ook geen duidelijke voorkeur voor hoofdboodschap voorop. Ik zou benieuwd zijn of bij uitgesproken goed nieuws en/of bij ‘echter’ adviseren (vooral: met een gelijkwaardigere relatie tussen schrijver en lezer dan in dit geval) daar de voorkeur wel naar uitgaat.

* Jansen, F. & Janssen, D.M.L. (2010). Explanations First: A Case for Presenting Explanations Before the Decision in Dutch Bad-News Messages. Journal of business and technical communication, 25(1), 36-67.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Blogtips

Louise Cornelis Geplaatst op 30 januari 2012 door LHcornelis30 januari 2012  

Aardige tips voor het schrijven van een blog: http://www.schrijvenonline.org/nieuws/maak-van-je-blog-een-succes Houd ik me eraan? Beelden (punt 2) vind ik het lastigste punt: ik doe mijn best, maar ik heb niet het meest beeldende onderwerp natuurlijk.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Het piramideprincipe is zo gek nog niet

Louise Cornelis Geplaatst op 27 januari 2012 door LHcornelis27 januari 2012 3

In de serie piramideprincipe-onderzoeksresultaten ben ik bezig met het thema: de (on)begrijpelijkheid van piramidale teksten voor niet-ingewijden, dus voor niet-kenners van het principe. Vorig jaar hadden we al gezien dat sommige niet-kenners de structuur niet doorzien, en ook dit jaar bleek dat dus. Maar in sommige onderzoeken was dat onbegrip toch minder dramatisch dan vorig jaar.

Het onderzoek van vorig jaar waaruit het ergste onbegrip bleek, was dat van Jan en Fleur: onder hun respondenten heerste duidelijke verwarring. Jan is dit jaar verder gegaan met het onderzoek, en zijn masterscriptie was af in dezelfde tijd als de verslagen van de college-studenten. Hij onderzocht onder meer gecontroleerde omstandigheden en grootschaliger of een piramidaal gestructureerd rapport verwarrender is voor niet-kenners van het piramideprincipe dan een methodologisch opgebouwd (traditioneel) rapport.

Dat bleek wel mee te vallen: tussen de twee versies van het rapport was amper een verschil in mate van ervaring verwarring of in de vindbaarheid van de hoofdboodschap. Wat er aan verschil was, was gunstig voor het piramideprincipe, maar de verschillen waren niet significant.

Met gecontroleerde omstandigheid bedoel ik vooral dat Jan, voor het eerst in het piramideprincipe-onderzoek, een piramidaal en methodologisch rapport gebruikte die gelijkwaardig waren. En dat is nog niet zo makkelijk. Als je een standaaard methodologisch rapport neemt en dat als tekst-deskundige herschrijft, verbeter je meestal minstens enkele stilistische dingen gaandeweg mee, en het rapport wordt vaak ook korter, zo is de ervaring. In het echt verbeter je zelfs ook de inhoud, bijvoorbeeld door een hoofdboodschap te formuleren. Uiteindelijk vergelijk je dan appels met peren en is het nogal wiedes als de piramidale tekst beter is: er zit veel meer moeite in.

Jan heeft daarom de omgekeerde weg bewandeld: hij heeft een in de praktijk gebruikt piramidaal rapport herschreven op de methodologische manier, en daarbij zijn best gedaan om de tekst verder zo min mogelijk te veranderen. Uit vooronderzoek bleek dat dat aardig is gelukt, al ervoeren de proeflezers toen toch wel inhoudelijke en stilistische verschillen. Ze vonden de piramidale tekst bijvoorbeel actiegerichter. Maarja, dat hoort nou eenmaal eenmaal bij het piramideprincipe,

Het grootschalige van Jans onderzoek zat hem in de hoeveelheid respondenten: 94. Dit keer dus ook geen interviews over de teksten, maar vragenlijsten waarin de respondenten hun mate van ervaren verwarring en begrip aangaven, en het verzoek een samenvatting te geven van het rapport. Jan heeft de inhoudselementen van de samenvatting gescoord om het daadwerkelijke begrip te bepalen.

En er bleek dus allemaal weinig verschil. Voor het piramideprincipe valt dat ten opzichte van de resultaten van vorig jaar mee (al is het ook weer geen reden tot juichen): deze niet-kenners ervan begrepen de tekst even goed als een methodologische. Misschien hadden ze nog minder last van genre-verwachtingen, want het ging om eerstejaars studenten.

Het zou interessant zijn om het experiment te herhalen onder ouderejaars, al enkele jaren meer beïnvloed door de in de wetenschap dominante methodologische opbouw. Dat zou er licht op werpen in hoeverre het inderdaad een ‘indoctrinatie’ met de methodologische opbouw is die het moeilijk maakt om het piramideprincipe te doorzien en aan te leren. Misschien is het principe inderdaad wel zo logisch als wat Minto zegt, als je tenminste maar de methodologische bril kunt afzetten. Dat kan nu zeker nog niet geconcludeerd worden, al is het alleen maar omdat dit ene rapport toevallig in beide versies even helder was.

Het feit dat het om eerstejaars studenten gaat, maakt het ook lastig de resultaten door te trekken naar de praktijk van zakelijke lezers en schrijvers. Maarja, daar speelt dit hele probleem sowieso minder, omdat die schrijvers vaak piramidaal gaan schrijven op verzoek van hun lezers. Van oningewijdheid en verwarring is dan gelukkig geen sprake.

Bron: Cellarius, J.J. (2012) ‘Het piramideprincipe: de moeite waard? Een verkennend onderzoek naar ‘verwarring’ en ‘vindbaarheid’ in een piramidaal rapport.’ Masterscriptie CIW, RU Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 3 reacties

En dan nu wat goed nieuws

Louise Cornelis Geplaatst op 25 januari 2012 door LHcornelis25 januari 2012  

Ik ben de serie posts over de resultaten van het recente piramideprincipe-onderzoek begonnen met slecht nieuws voor dat principe: oningewijde lezers zien het niet. Dat was vorig jaar ook al gebleken en het zet kritische kanttekeningen bij opmerkingen van Barbara Minto in The Pyramid Principle als:

Never have a heading called “Conclusion”. Such headings have no scanning value(p. 35)

If you formulate your headings properly, they will stand in the table of contents as a precis of your report – another extremely useful device for the reader in trying to come to terms with your thinking. (p. 79)

Toch is dat niet het enige verhaal: in een aantal onderzoeken doorzagen de respondenten de piramidale structuur wél. Waar lag dat aan? Eén van de oorzaken is wellicht voorkennis, al is het niet helemaal duidelijk wat voor soort voorkennis. In het onderzoek zijn drie sporen te zien:

  • Inhoudelijke voorkennis. In het onderzoek van Douwe en Irene waar het gister ook over ging, was één van de respondenten die de structuur wél doorzag een student medicijnen, en het rapport ging over de zin of onzin van griepvaccinatie voor zwangere vrouwen. Datzelfde rapport is vorig jaar ook gebruikt, en ook toen was één van de weinigen die de structuur doorhad een student medicijnen. Dat is nog te weinig om er echt iets definitiefs over te kunnen zeggen, maar het is op z’n minst frappant.
  • Algemene leeservaring. Douwe en Irene vroegen één van de respondenten hoe het kon dat hij de strucctuur doorzag, of dat misschien lag aan het vele lezen dat hij voor zijn studie moest doen:

Kan er goed aan liggen, omdat je toch veel artikelen leest voor je studie. Dat je dan wel snel even eruit pikt van: Zo zit het in elkaar.

  • Piramideprincipe-ervaring. Dat ligt misschien voor  de hand, maar het was toch belangrijk om eens goed naar te kijken. Anneke en Margreet hebben drie groepen respondenten bevraagd: niet-kenners van het principe, wel-kenners ervan (in de vorm van studenten van het college van vorig jaar), en een tussengroep die ze een korte, schriftelijke instructie gaven. Inderdaad bleek, zoals verwacht, dat de twee kenners-groepen de hoofdboodschap het snelst vonden, heel wat sneller dan de niet-kenners. De waardering liep overigens niet zo sterk uiteen: de kenners waren wellicht ook wat kritischer en zagen bijvoorbeeld zwekke plekken in de piramide.

En er was meer: bij één rapport doorzagen de respondenten het sowieso, in sommige gevallen deed het piramideprincipe het zeker niet slechter dan alternatieve vormen, en er bleek ook nog wat mogelijk met leesinstructie in het rapport. Het is dus zeker niet zo dat het piramideprincipe totaal ondoorgrondelijk is ofzoiets. Maar daarover later meer.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Een andere structuur over de piramide heen projecteren

Louise Cornelis Geplaatst op 24 januari 2012 door LHcornelis24 januari 2012  

De echte zakelijke lezers uit de blogpost van gisteren deden ook nog iets anders, waarin zij in de lichting onderzoeken van dit jaar niet alleen stonden: ze projecteerden de methodologische structuur over de piramidale tekst heen. Vorig jaar is me dat niet zo duidelijk geworden, maar dit jaar kwam het in minstens drie van de onderzoeken voor: dat de respondenten aangaven de structuur van het piramidale rapport goed te begrijpen, maar desgevraagd maakten ze er maar een raar potje van. Een methodologisch potje welteverstaan.

Eén van de onderzoeksgroepjes die op dit fenomeen stuitten, waren Douwe en Irene. Zij concludeerden:

De lezer zit zo vast in de methodologische structuur, dat hij tekstonderdelen onderscheidt die er niet zijn.

Twee citaten uit interviews die zij hadden met lezers van een piramidaal rapport – in dit geval twintigers die een niet speciaal voor hen bedoeld rapport lazen, in een bedachte maar wel realistische situatie (‘geef een vriend(in) hierover advies’):

Die inleiding en die conclusie vond ik goed, en tussendoor dat geneuzel, wat was het?.. Nederland, buitenland, Nederland? Echt ehh nee, ik had niet door.. Ja ik had inleiding en ehh,.. Als je kunt zeggen Inleiding, middenstuk, conclusie, mja nee, dat middenstuk… Ik zag het wel als middenstuk, maar dat vond ik niet duidelijk. Het middenstuk vond ik niet duidelijk opgebouwd.

En als je dan een inhoudsopgave hebt, dan kun je heel goed de lijn van een onderzoek zien. En dan kun je hier echt: inleiding, nou onderzoek  1 tot en met 4 en dan bam conclusie.

Voor alle duidelijkheid: een piramidaal rapport is niet opgebouwd als inleiding – middenstuk – conclusie, heeft de conclusie niet aan het eind en laat de lijn van het onderzoek niet zien. Deze respondenten projecteren hun verwachtingen over de bestaande tekst heen. En die verwachtingen zijn helemaal bepaald door de methodologische volgorde – waarin inderdaad de meeste adviesrapporten gegoten zijn. Douwe en Irene hadden de indruk dat deze lezers vinden dat een rapport wel met een conclusie ‘moet’ worden afgesloten.

Ook in het onderzoek van Marèll, Nynke en Nynke Ant doen respondenten, in dit geval zakelijke lezers van een niet specifiek voor hen geschreven inhoudsopgave, iets soortgelijks. Ze vinden ‘dat het allemaal heel logisch is’ en zeggen ‘de structuur nu wel te begrijpen’, maar vallen door de mand als ze die structuur gaan uitleggen:

Ik kan me voorstellen dat je enquêtes hebt gedaan, die beschrijft in de methode en dat het advies geschreven is vanuit die enquêtes. (…) Voor het advies ga je bij de uiteindelijke resultaten kijken.

Vorig jaar bleek al de hardnekkigheid van de conventionele genre-verwachtingen van lezers die het piramideprincipe niet kennen. Nu blijkt heel duidelijk hoe hardnekkiger ze inderdaad zijn, en dat voor piramide-onderzoek niet kan worden volstaan met vragen ‘heb je deze tekst begrepen?’ Het ‘ja’ van een respondent hoeft niet te betekenen dat de piramidale structuur doorzien wordt.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Maakt het echte lezers niet uit?

Louise Cornelis Geplaatst op 23 januari 2012 door LHcornelis23 januari 2012 1

Ik begon vorige week m’n serie blogposts over de resultaten van het piramideprincipeonderzoek van dit jaar niet voor niets met een soort waarschuwing: de echte meerwaarde van het piramideprincipe is moeilijk meetbaar. Daardoor kan het soms bij al dat onderzoek zo lijken dat die extra inspanning die het piramideprincipe van je vraagt voor niets is. Toch is dat niet zo, en daarover ging die vorige post. Dan nu iets over die moeilijke meetbaarheid.

Het meeste tekstonderzoek gebeurt onder studenten. Niet zo gek natuurlijk: die zijn in grote hoeveelheden beschikbaar in de directe omgeving van onderzoekers en ze zijn in het algemeen bereidwillig om aan onderzoek mee te doen, bijvoorbeeld omdat ze het belang van onderzoek doen inzien, en ook wel omdat ze zelf ook wel eens om proefpersonen verlegen zitten. Maar je kunt je heel goed voorstellen dat een eerstejaars student Letteren een adviesrapport anders leest dan de zestigjarige CEO van een multinational: schoolser, braver, minder betrokken, enzovoort. Dus wat zeggen resultaten van onderzoek onder studenten eigenlijk over het ‘echte’ lezen in de praktijk? Dat weten we niet precies.

Daarom is één van de onderzoeksgroepjes op echte lezers afgestapt. Andrea (geciteerd in de vorige post), Chéline en Klaske hebben een adviesrapport piramidaal herschreven en zijn met beide versies naar het bedrijf gegaan waar het rapport oorspronkelijk voor bedoeld was. Hun respondenten konden zich dus wellicht de originele versie herinneren (van een jaar terug ongeveer). De onderzoekers hebben vijf interviews afgenomen over de twee tekstversies. Hun conclusie luidt, in mijn woorden: daar kwam geen zinnig woord uit.

Nouja, dat is iets te zwart-wit: er kwamen wel degelijk een aantal losstaande observaties uit, bijvoorbeeld dat de lezers nogal van elkaar verschilden, bijvoorbeeld in de hoeveelheid tekst die ze lazen (van vrijwel niets tot bijna alles), dat ze het waarderen als het plan van aanpak erin staat, en dat ze de resultaten liever in de lopende tekst hebben dan in de bijlage. Maar wat ze vinden van het piramideprincipe: ???

De respondenten reageerden sterk emotioneel op de inhoud van het advies, voelden zich daar soms door aangevallen en gingen dus in het interview met de onderzoekers in de verdediging. Ze zeiden dan een heleboel, maar met tekststructuur had dat allemaal weinig te maken.

Deze ‘echte’ lezers hadden de neiging om de tekst vooral te doorzoeken op bevestiging van hun eigen verwachtingen. In welke volgorde of structuur de tekst was gegoten, maakte ze niets uit. Dat bleek uit hun antwoorden, soms letterlijk:

(…) uiteindelijk doe je een onderzoek om een conclusie te krijgen. En als de conclusie hetzelfde is, dan heb je ook eenzelfde idee en en en dergelijke over het rapport. En hoe dat dan is opgebouwd, raar gezegd, maakt ons mij denk ik niet heel erg veel uit. Zolang we maar weten waar we aan toe zijn.

Dat geldt helemaal als ze lezen ter bevestiging van hun verwachtingen, zoals een andere respondent:

Ja, nou ja..kijk als je nu op voorhand eigenlijk al een beetje weet wat er komt dan is het niet zo spannend meer he? Ik bedoel, dan kunnen er wel hele rare teksten maar daar lees je toch overheen wat het gaat toch over dat stukje inhoud dat jaa wat je al wist.

Op basis van dit soort uitspraken kun je concluderen dat het lezers voor wat betreft hun eigen rapporten allemaal niets uitmaakt. Piramideprincipe of niet, helder opgeschreven of niet… waar maken wij tekstadviseurs ons druk om? ‘Zo lang ze maar weten waar ze aan toe zijn’.

Nouja… die felbegeerde conclusie, die is wel het eindresultaat van denkwerk, en daarbij kan het piramideprincipe helpen. Dat komt niet uit dit soort onderzoek, waar alleen de tekstversies zijn gemanipuleerd – dat legde ik in mijn vorige post uit. Wat dit onderzoek vooral laat zien, is dat we nog niet de middelen hebben om onder ‘echte’ lezers onderzoek te doen dat het kaf van het koren kan scheiden. Vandaar ook dat de hoofdboodschap van het rapport van Andrea, Klaske en Chéline terecht luidt:

Kwalitatief piramidaal onderzoek met ‘echte’ lezers moet verder ontwikkeld worden.

Ik ben het daarmee eens. Dat soort onderzoek is broodnodig om in de buitenwereld helder te maken wat het effect is van werken aan tekstkwaliteit. Intuïtief voelen veel opdrachtgevers dat prima aan, vooral de ambitieuze en kwaliteitsgevoelige. Het met onderzoek zichtbaar maken is een mooie uitdaging voor de wetenschap.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 1 reactie

Start piramide-onderzoeksresultaten: wat er níet uitkomt

Louise Cornelis Geplaatst op 19 januari 2012 door LHcornelis19 januari 2012 1

Zoals beloofd ga ik de komende tijd een in een aantal blogposts de resultaten presenteren van het piramideprincipe-onderzoek dat mijn Groningse studenten in de laatste maanden van 2011 hebben uitgevoerd. Ik wil starten met één ding dat niet uit het onderzoek komt, simpelweg omdat ik geen methode zou weten om het te onderzoeken, en dat is de échte meerwaarde van het piramideprincipe.

Die echte meerwaarde is volgens mij gelegen in iets wat één van de studenten, Andrea, in haar reflectieverslag als volgt verwoordde:

Wanneer ik tijdens de colleges adviesrapporten te zien en te lezen kreeg, viel me op dat schrijvers van zulke rapporten zich nog te vaak focussen op hun eigen kennis over het onderwerp. De kunst van het schrijven ligt naar mijn mening juist in het aansluiten bij de lezer in plaats van je eigen kennis zoveel mogelijk te verwerken in een tekst. Door gebruik te maken van het piramideprincipe worden schrijvers gedwongen na te denken over een hoofdboodschap, waardoor ze verplicht worden alleen die informatie op te nemen die aansluit op hun doel en de informatiebehoefte van de lezer. (…) Wanneer iemand namelijk de tekst goed piramidaal gestructureerd heeft wordt de tekst veel lezersgerichter, maar ook helderder.

Het piramideprincipe dwingt tot lezergerichtheid, en is daarmee uniek. Alleen zit dat lezergericht maken vooral in het denkwerk voor en tijdens het schrijven, niet zozeer in de tekst. Als tekstonderzoekers kunnen we er daarom niet zo veel mee: je kunt niet twee verschillende soorten denkprocessen aan proefpersonen voorleggen, en als je een tekstversie waar weinig over is nagedacht vergelijkt met eentje waar het hele piramideprincipe op is losgelaten, vergelijk je appels met peren. Die teksten verschillen meer van elkaar dan alleen wel of niet piramidaal, en je meet dan ook simpelweg hoeveelheid tijd en aandacht, niet per se het piramideprincipe. Die variabelen zijn niet uit elkaar te trekken dan, daar heb je dan als onderzoeker te weinig controle over en dus zijn eventuele resultaten niet te interpreteren. Wie weet komt dat ooit nog eens.

Uit de resultaten die ik de komende tijd ga presenteren, blijken net als vorig jaar nadelen aan het piramideprincipe (niet iedereen doorziet de structuur) en in één geval geven de resultaten aanleiding om het nut van tekstkwaliteitszorg überhaupt sterk in twijfel te trekken – daar begin ik binnenkort mee. Desalniettemin geloof ik nog steeds dat zorg voor goede teksten in het algemeen en het piramideprincipe in het bijzonder de moeite waard is – vanwege dat lezergerichte denkwerk dus. Houd dat de komende tijd voor ogen!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

De kleine dingen

Louise Cornelis Geplaatst op 16 januari 2012 door LHcornelis16 januari 2012  

Een tijdje geleden had ik het op dit weblog over een pullboy. Gister kwam ik weer wat tekst daarover tegen, en daar werd datzelfde ding een pullbuoy genoemd – veel logischer, want het is meer een boei dan een  jongen. Inmiddels heb ik wat rondgezocht, en je komt beide spellingen op internet tegen, maar die mét u vaker: twee keer zo vaak ongeveer. Mijn Engelse Van Dale heeft het woord niet, het is te zeer jargon kennelijk, dus ik verkeer nog steeds in twijfel. Maar voorlopig maar met u dan.

En net toen ik dus over een u’tje bezig was, zag ik een nieuwsbericht verschijnen dat ook over schrijfdetails gaat: Schrijffouten op monument Harmelen. Pijnlijk. Veel pijnlijker dan pullb(u)oy. Het blijft lastig, de puntjes (bijna letterlijk) op de i zetten.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Schrijven doe je niet alleen
  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (39)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑