↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: november 2008

Drie succesfactoren voor columns

Louise Cornelis Geplaatst op 25 november 2008 door LHcornelis25 november 2008 1

Een paar weken terug kondigde ik het verschijnen aan van mijn 40e Fietsvrouw-column. Wat ik toen nog niet wist, was dat deze column veel reacties op zou gaan leveren: e-mails naar de redactie van Fiets of direct naar mij. In totaal waren het er ongeveer net zo veel als op de eerdere 39 columns bij elkaar!

Redacties zien ingezonden brieven als iets positiefs: je wordt dan gelezen en serieus genomen, serieus genoeg om in de pen te klimmen. Dus wat leer ik hiervan over de succesfactor van columns?

  1. Zorg voor herkenning. De meerderheid van de reacties had precies die strekking: wat een herkenbaar verhaal! Het ging over allerlei gekke dingen die ik in de afgelopen jaren bij spinning in sportscholen had meegemaakt. Kennelijk komen die dus vaker voor…
  2. Steek je nek uit – wees ‘spits en uitdagend’ (zie Wikipedia-omschrijving van een column). De kritischere reacties vonden dat ik het allemaal verkeerd dan wel wel erg zwart zag. en gingen op dat punt met me in discussie. Niet alle reageerders beseffen dat een column vertekent. In één reactie staat bijvoorbeeld: ‘ik kan me niet voorstellen dat het allemaal zo erg is als jij schrijft’. Natuurlijk is het niet allemaal zo erg als ik schrijf. Ik heb omwille van de column zeven incidenten uitgelicht uit twee jaar, dus misschien wel bijna 100 keer, spinnen.
  3. Ontwikkel eelt op je ziel. Want van ‘ik ben het niet eens met wat je schrijft’ (het vorige punt) is het voor sommigen maar een kleine stap naar het oordeel ‘jij deugt niet’: ik zie het fout, ben een arrogante betweter en pas me onvoldoende aan. Tsja. Met een mooie sportmetafoor: zulke reageerders spelen niet op de bal, maar op de persoon.

Het laatste punt laat mij maar weer eens voelen dat écht iets zeggen heftige, negatieve reacties kan oproepen. Ik kan me dan ook goed verplaatsen in de deelnemers aan mijn trainingen met een specifiek soort schrijfangst: de angst om zich uit te spreken in hun tekst, want daar kunnen anderen over vallen. ‘Dat kan ik toch niet maken,’ zeggen ze als ik ze uitnodig om de data niet alleen te beschrijven, maar ook te interpreteren, dus van boodschappen te voorzien, ‘mijn baas ziet me al aankomen/dat pikken ze nooit/stel dat ik ernaast zit’. Of, in een minder expliciete vorm: ‘Dat kunnen/moeten mijn lezers zelf bedenken’.

Voor zover reacties op een tekst de strekking van punt 2 van hierboven hebben, denk ik alleen maar: prima. Schrijf liever met lef iets waar mensen het niet mee eens kunnen zijn dan uit angst en voorzichtigheid helemaal niets. Goed schrijven is je nek durven uitsteken, kleur bekennen.

Mochten de reacties doorschieten richting punt 3 en persoonlijk worden, dan heb je ofwel geen probleem (dat is hún oordeel), of een probleem dat met geen tekst te ondervangen is. Ik heb wel eens iemand aangeraden een andere baas te zoeken…

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Goed weblog over visueel ontwerp

Louise Cornelis Geplaatst op 20 november 2008 door LHcornelis20 november 2008  

Een weblog dat de moeite waard is voor iedereen die zich bezighoudt met het ontwerpen van presentaties is http://stickyslides.blogspot.com/ van Jan Schultink. Vandaag heeft hij bijvoorbeeld een aantal simpele richtlijnen om slides beter leesbaar te maken voor mensen met dyslexie. Terecht zegt hij dat élk publiek er baat bij kan hebben. Regelmatig heeft hij inspirerende voorbeelden van visuele ontwerpen, al dan niet uit Powerpoint. Want hij kijkt graag wat breder. Naar visuals in advertenties bijvoorbeeld, of naar de principes van het creatieve proces. Over dat laatste had hij eerder deze week een leuke posting, namelijk over de waarde van douchen voor creativiteit. Die posting is nu alweer afgezakt naa de negende plek, want het is een actief blog. Ook dat maakt het interessant. Van harte aanbevolen dus.

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Schrijftip: 30 jaar oefenen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 november 2008 door LHcornelis18 november 2008

Eén van de interessantste ideeën over goed leren schrijven die ik de laatste tijd ben tegengekomen, is de stelling van de Amerikaanse hoogleraar Ronald Kellogg dat het 30 jaar oefenen kost om schrijven tot in de puntjes te beheersen. Hij laat aan de hand van voorbeelden van beroemde literaire schrijvers zien hoe veel die hebben moeten oefenen en dus afkeuren voordat ze hun meesterwerk schreven. Maar voor zakelijke schrijvers geldt het ook. En aangezien die minder nadruk op schrijven leggen, bereiken ze lang niet allemaal het meesterschap.

Schrijfontwikkeling
Volgens Kellogg doorlopen schrijvers in die 30 jaar drie fasen:

  1. Knowledge telling: schrijven is niet veel meer dan de feiten op een rijtje zetten. Jonge kinderen doen dit al; met als tekstkenmerk en toen en toen en toen. Maar veel schrijvers blijven er ook in steken: gekopieerde stukken van Google en Wikipedia aan elkaar lijmen of in woorden beschrijven wat er in de tabel ook al te lezen is zijn er voorbeelden van. Het vergt inzicht en oefening om een stapje verder te komen.
  2. Knowledge transforming: in deze fase bewerkt een schrijver de informatie zodanig dat er iets van een structuur, verhaal en kern in komt – maar dat is dan nog wel de eigen interpretatie van de schrijver.
  3. Knowledge crafting: op het hoogste niveau van schrijven is de schrijver in staat om zich een beeld te vormen van het beeld dat de lezer van de tekst heeft. Dat klinkt ingewikkeld, maar het komt neer op je als schrijver helemaal in kunnen leven in de lezer, en de tekst op hem/haar afstemmen. Dit stadium bereikt lang niet iedereen.

De manier van structureren waar ik mee werk en die ik in Adviseren met Perspectief uiteenzet (ook wel bekend als het piramideprincpe of delta-denken) kan helpen om van niveau 1 naar niveau 2 te komen, en, bij al wat ervarener schrijvers, ook tot stap 3. Dan is het niet meer een structureringstrucje, maar een manier om de tekst lezergericht te maken. In de handen van goede consultants heb ik dat wel zien gebeuren: ze overstijgen met hun structuur de data en richten het verhaal helemaal op hun cliënt.

Waarom duurt het zo lang?
Waarom duurt het 30 jaar voordat je comfortabel in fase 3 zit? Enerzijds is dat volgens Kellogg omdat schrijven zo ingewikkeld is. Je moet een groot aantal deelvaardigheden beheersen op een niveau dat ze zijn geautomatiseerd, en pas dan houd je tijdens het schrijven genoeg ruimte in je hoofd over voor de lezer, de ruimte die knowledge crafting kost. Je moet niet alleen klakkeloos kunnen typen, spellen, interpunctie aanbrengen en formuleren (dat moet al om op niveau 1 te kunnen schrijven), maar ook alinea’s kunnen opbouwen en op hoger tekstniveau structureren – en dat allemaal goed en vanzelfsprekend. Pas dan houd je genoeg ruimte over om je in te leven in de lezer en daar al je keuzes op af te stemmen.

Dat inleven in een ander is sowieso iets wat niet vanzelfsprekend komt en moeilijk is: je empathische vermogens moeten goed ontwikkeld zijn. En je hebt kennis en (levens-)ervaring nodig. Je schrijft immers niet zomaar, je schrijft óver iets, en ook op dat punt heb je pas iets interessants toe te voegen als je er zelf iets mee gedaan hebt. Voor goed schrijven heb je een zekere levenswijsheid nodig. Het is volgens Kellogg dan ook niet toevallig dat er geen schrijf-wonderkinderen bestaan.

Oefenen!
Het is misschien een deprimerende gedachte: zo veel oefenen is nodig. Mij prikkelt het wel om een vak uit te oefenen waarvoor 30 jaar oefenen nodig is. Ik zeg het wel eens als ik een training bespreek: verwacht niet dat de deelnemers door één training ineens ontzettend goede schrijvers worden.

Ik heb al zitten rekenen: op mijn 12e verscheen mijn eerste stukje in de schoolkrant. Ben ik er al? Ik weet wel dat knowledgde crafting ook voor mij nog niet vanzelf spreekt. Ik denk dat ik er op dit moment middenin zit voor wat betreft mijn boek over mijn Afrika-reis: de eerste versie was nog te veel alleen maar een bewerking van ons weblog en daarmee te navelstaarderig. Ik ben nu bezig met de tweede versie, en aan het craften. Dat vergt veel denkwerk – wat ook heel leuk is.

En ik oefen. Alleen oefenen is overigens niet voldoende: feedback op je teksten is noodzakelijk. In je eentje word je geen knowledge crafter, en de meesten van ons al geen knowledge transformer. Voor wie feedback op schrijfwerk zoekt, houd ik me aanbevolen. Ik kan nog wel een jaartje of 30 mee…

Bron: o.a. deze presentatie van Kellogg

Geplaatst in schrijftips

Blog eens anders, maar niet te veel

Louise Cornelis Geplaatst op 17 november 2008 door LHcornelis17 november 2008  

Afgelopen donderdag ben ik naar een cursus geweest van het Centrum voor Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht over corporate blogging: zakelijk gebruik van weblogs. Om ideeën op te doen voor dit weblog maar vooral ook omdat ik adviseer over schriftelijke communicatiemiddelen, zoals het weblog.

De opbrengst: twee nieuwe ideeën om eens anders te bloggen:

  • Om zakelijk te bloggen, hoef je niet zelf een weblog bij te houden. In plaats van zelf te bloggen, kun je als bedrijf ook weblogs volgen. Als er dan aanleiding toe is, kun je een reactie plaatsen met bijvoorbeeld een advies en/of een link naar je eigen website (of toch weblog). Dat kan zijn als er op een weblog of forum geschreven wordt over je bedrijf of dienst, of als er andere aanknopingspunten zijn.
  • Weblogs kunnen ook een interne functie hebben. Je zou bijvoorbeeld bij een groot veranderingsproject een weblog op het intranet kunnen maken dat de ervaringen en vorderingen vanuit verschillende perspectieven beschrijft. Ik word soms betrokken bij de invoering van een nieuwe huisstijl, waar dan ook een nieuwe manier van schrijven of presenteren bij hoort. De volgende keer ga ik voor zo’n project voorstellen er een weblog aan te koppelen, waar de projectleider, de communicatie-afdeling, de deelnemers en ikzelf aan kunnen meeschrijven en bijvoorbeeld voorbeelden en tips op plaatsen.

Voor wat betreft het gewone, reguliere bloggen hoorde ik niet veel nieuws. Probleem daarbij blijft dat eigenlijk niemand weet wat het precies oplevert, en er gaat makkelijk heel veel tijd in zitten. Zo’n stukje schrijven als dit, dat valt wel mee. Maar als je dat elke dag wilt doen, en het weblog daarbij actief promoot, kan het een dagtaak worden. Actief promoten houdt bijvoorbeeld in dat je de hele ‘blogosfeer’ naloopt om in de gaten te houden wat er verschijnt, zodat je meteen over en weer kunt linken naar aanverwante posts op de blogs die je volgt. Daarbij kun je links achterlaten als je forumt, twittert en MSN’t – en dat moet je eigenlijk veel doen om een groot online netwerk op te bouwen. Zo groeit de community rond je blog. Dat is hartstikke leuk, maar wat leveren al die uren bloggen, surfen en chatten op voor het bedrijf? Waar is de kosten-baten-afweging?

Een ander discussiepunt tijdens de cursus was of blogs nou echt interactief zijn. Is het ‘communicatie met’ bijvoorbeeld je klanten? Ik vind van niet: een blog is een vergemakkelijkte vorm van een al veel langer bestaand medium, zoals de column in krant of nieuwsbrief bijvoorbeeld, of het gestencilde boekje met verhaaltjes. Op een papieren tekst kun je ook reageren, denk maar aan de ingezonden brieven. Een weblog wordt pas interactiever als je er veel moeite voor doet. Maar met een papieren tekst kun je ook oproepen om te reageren. Ik zie daar geen principieel verschil tussen. Als je echte communicatie wil mét je klanten, zul je ze rechtstreeks moeten benaderen, in plaats van ze alleen dingen te lezen geven waar een enkeling op reageert.

Wie meer wil lezen over zakelijk bloggen als communicatiemiddel kan het weblog van docent Jeroen Mirck volgen. Zo’n linkje is voor ons beider weblogs goed. Kom maar op met die extra bezoekers!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Super-boekentip: PresentationZen

Louise Cornelis Geplaatst op 11 november 2008 door LHcornelis11 november 2008 1

Ik heb nog niet vaak een boek in mijn vakgebied gelezen dat ik zo van harte kan aanraden als PresentationZen. Simple Ideas on Presentation Design and Delivery  van Garr Reynolds: verplichte kost voor iedereen die presentaties maakt. Alleen al er snel doorheen bladeren geeft een gevoel van Wauw! Er staan niet alleen inspirerende voorbeelden in van presentatiemateriaal, maar ook andere mooie foto’s die Reynolds’ ideeën visualiseren.

Reynolds’ ideeën zijn bij nadere bestudering ook de moeite waard. Veel ervan zijn bekend en staan ook al in de boeken over het maken van presentaties die ik samen met Titus schreef, maar Reynolds gaat in twee opzichten verder:

  • Hij legt meer nadruk op de esthetische kwaliteit van de presentaties: zijn ontwerpen zijn zeer mooi en raken daardoor aan een diepere gevoelslaag. In vergelijking daarmee zijn onze oplossingen vooral functioneel en daarmee ook rationeel. Reynolds pleit voor meer ‘muziek’, spel en empathie in presentaties, en dat is te zien. Desalniettemin blijven ze wel zakelijk en dus goed bruikbaar. Wat zouden presentaties ervan opknappen als ze inderdaad warmer zouden worden!
  • Voor hem is het maken van echt goede presentaties een ‘way of life’. Dat blijkt natuurlijk al uit het Zen in de titel van het boek, maar bijvoorbeeld ook uit zijn adviezen: het is nodig om bij de voorbereiding van een presentatie de eenzaamheid op te zoeken: ‘Life’s creative solutions require alonetime’ citeert hij dr. Bucholz (p. 57) en het houden van een presentatie vraagt vaardigheden als mindfulness en daadwerkelijk in contact kunnen treden met je publiek. Centrale waarden als het streven naar eenvoud en naar het leveren van een echt zinnige bijdrage overstijgen ook het gebied van presentaties maken.  En ook hierin heeft Reynolds gelijk. Aleen als je in je leven genoeg ruimte vrijmaakt om je creativiteit tot bloei te brengen, kun je daadwerkelijk creatieve Powerpoint-sheets maken. En dat vraagt om meer dan alleen een goede voorbereiding van de presentatie – het gaat om een andere houding ten opzichte van je werk en in je leven.

Ware levenslessen dus, met daartussen allerlei tips, adviezen, uitleg en voorbeelden. Een mooi inzicht vind ik bijvoorbeeld het idee om ernaar te streven het publiek nooit meer dan 80 % vol te laten worden van je presentatie – analoog aan het Japanse gebruik om nooit je nooit voller te eten dan tot 80 % van je maaginhoud. Met andere woorden: overvoer je publiek niet. Als ze nog ‘hongerig’ zijn na je verhaal, vragen ze zelf wel om meer.

Een enkele keer bekruipt mij wel het gevoel dat ik ook wel terughoor van de lezers van onze boeken: het klinkt allemaal heel mooi en ik ben het er zeer mee eens, alleen is het in de praktijk toch allemaal wel een stuk moeilijker dan het in zo’n boek lijkt. Kost dat niet ontzettend veel tijd? En hoe kom ik bijvoorbeeld aan zulke mooie foto’s als die van Reynolds?

Deels helpt Reynolds zelf met een praktische oplossing: bij het boek krijg je gratis credits voor het downloaden van goed stockfotomateriaal. En deels zet hij aan tot denken. Als jij met een presentatie van een uur aan 30 mensen niet zo veel weet te bereiken, heb je 30 uren verpest. Als je die 30 uur extra had geïnvesteerd, had je wellicht iets kunnen maken waarmee de presentatie tot iets bijzonders was uitgegroeid. Wat kies je dan?

Ik neem me voor om de volgende keer dat ik een presentatie moet maken PresentationZen erbij te pakken om me te laten inspireren, en om eens rond te kijken of er tussen die stockfoto’s wat van mijn gading zit. Meer in het algemeen ga ik streven naar meer schoonheid in mijn werk. In mijn leven, dus, bedoel ik. 

Zie ook http://www.presentationzen.com/ en http://www.garrreynolds.com/Presentation/index.html

Geplaatst in Leestips | 1 reactie

Verschenen: Fietsvrouw-column # 40, lustrum!

Louise Cornelis Geplaatst op 7 november 2008 door LHcornelis7 november 2008 1

Verschenen in de Fiets van november: mijn 40e Fietsvrouw-column, met als titel ‘Rariteitenkabinet’. Hij gaat over gekke sportschool-ervaringen met spinning. Veertig is een mooi, rond getal, want deze maand vier ik mijn eerste lustrum als Fietsvrouw: in het novembernummer van 2003 verscheen de eerste.

Geplaatst in verschenen | 1 reactie

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑