↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Veranderen

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Terugblik 2022: Praten over andere dingen dan trainingen

Louise Cornelis Geplaatst op 22 december 2022 door LHcornelis21 december 2022  

Ik ben deze week het jaar aan het afronden en dus blik ik ook terug. Het was financieel gelukkig weer een uitstekend jaar: na de twee slappe coronajaren heb ik in 2022 mijn streefomzet ruim overtroffen. Het was dus ook druk, bij vlagen op het randje van te druk. Dat zat hem in enkele pieken van het gewone werk (in oktober haalde ik een record-maandomzet), de combinatie met het afronden van het boek (ik ben alweer een stap verder: de eerste drukproef is net retour),  wat zaken buiten het werk en in de extra belasting door de diverse maatschappelijke omstandigheden.

De drukte was zelfs op dit blog te merken: de gebruikelijke regelmaat van minstens elke week iets posten haalde ik sinds de zomer niet. Maar verder ging alles eigenlijk gewoon goed en met mij is het dat ook. Ik ben blij met die omzet, met de weer veel grotere dynamiek in mijn werkende bestaan na die taaie coronajaren, ik heb een boel mooie dingen gedaan, en ik ben blij dat mijn boek komend jaar gaat verschijnen, iets wat ik vorig jaar rond deze tijd nog amper durfde te hopen.

Inhoudelijk hebben vooral de laatste maanden twee dingen extra van mijn aandacht gevraagd:

  • Ik ben bewuster gaan sturen op advies- en begeleidingswerk. Ik denk dat ik onder invloed van de corona-beperkingen weer wat meer ‘lesboer’ geworden was: ik heb in die jaren hard eraan getrokken om mijn werk online te kunnen doen, en daarmee was mijn energie vooral daarin gaan zitten: online trainingen kunnen geven. Dat is goed gegaan (zie bijvoorbeeld mijn e-learning en dit artikel in Tekstblad) en ik heb er veel van geleerd, maar het is niet wat ik als prioriteit zie in mijn werk.
    Ik roep het al heel lang: het rendement van een losse schrijftraining is nihil (zie het literatuuroverzicht in deze scriptie). Als je als individu of organisatie serieus beter wil gaan schrijven, vraagt dat om flankerend beleid, lange, structurele aandacht en liefst ook schrijfbegeleiding ‘on the job’. Om dat laatste te bevorderen, ben ik met twee collega’s een nieuw samenwerkingsverband gestart: Robuuste Rapporten. Verder neem ik van een opdrachtgever afscheid, heb ik in een acquisitiegesprek gezegd dat ik niet de persoon ben om een lege plek in het lesrooster op te vullen (dat ‘hangt’ nog, geen idee of ze het zien zitten om toch met mij verder te gaan), en heb ik met mijn amibtieuzere opdrachtgevers overlegd om ervoor te zorgen dat de trainingsinspanningen renderen. De balans tussen trainings- en advieswerk is daardoor de laatste maanden sterk verbeterd.
  • Bij meerdere opdrachtgevers speelde de afgelopen tijd dat het moeilijk was om het echte piramidale denkwerk te doen. Dat leek meer zo te zijn dan anders. Ik zag bijvoorbeeld bij organisaties die het piramideprincipe al langer hanteren dat het toch dreigde te verworden tot een teksttrucje: boodschaptitels boven elk stukje inhoud was al genoeg. In meerdere trainingen hadden bovendien de deelnemers het huiswerk voor de tweede sessie niet gedaan op dit punt. De bedoeling is dat ze het schrijfproces netjes doorlopen: eerst een piramide maken en die daarna uitschrijven. Dat hadden ze dan niet gedaan, of omgekeerd, dus voor de training nog gauw even een piramide reconstrueren op basis van een eerder geproduceerde tekst of slide.
    Het viel me op dat dat meer was dan vroeger. Dus dan hadden we in de eerste sessie lekker geoefend met het maken van een piramide, en dan zag ik daar vervolgens niets van terug in hun eigen werk. Het leek wel alsof een piramide maken in de eerste sessie een leuk spelletje was geweest, maar niet iets om echt te doen.
    Ik heb erover gepraat met de desbetreffende opdrachtgevers en toen meer dan eens gehoord dat ze vermoeden dat er een ‘generatiedingetje’ speelt: dat hun nieuwe junioren minder bereid zijn dan vroeger om er hard aan te trekken zich een nieuwe vaardigheid écht eigen te maken. Ze lijken op trainingsgebied wat consumptief. Ik aarzel om het aan de lichting te wijten, wat ook kan zijn is dat er vanuit de organisatie wat te weinig het goede voorbeeld wordt gegeven. Als het piramideprincipe toch niet meer is dan boodschaptitels maken, hoef je het denkwerk toch niet onder de knie te krijgen. Als dat toch wel echt de bedoeling is, is een training dus niet genoeg. Daarover ben ik met deze opdrachtgevers in gesprek gegaan.

Zo hangt dit punt dus samen met het vorige: ik ben in gesprek gegaan met de opdrachtgevers bij wie ik het piramideprincipe ondanks trainingen niet tot zijn recht zag komen. Dat heeft geleid tot uiteenlopende nieuwe plannen, en dat is precies zoals het moet: maatwerk. Ik kijk ernaaruit om daarmee in het nieuwe jaar aan de slag te gaan.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Bezig zijn met schrijven blijft leuk

Louise Cornelis Geplaatst op 14 april 2020 door LHcornelis9 april 2020  

Toen een maand geleden de coronacrisis uitbrak, cancelden enkele opdrachtgevers de afspraken voor trainingen (lezergerichte adviesteksten schrijven met behulp van het piramideprincipe). Ze gingen er daarbij van uit dat het om uitstel zou gaan. Inmiddels heb ik de eerste geluiden opgevangen van opdrachtgevers dat ze bezig zijn met het aanpassen van hun opleidingsaanbod. Je kunt niet eindeloos blijven uitstellen immers, en bovendien zijn er wellicht nieuwe kansen.

Wat ik op afstand wel en niet kan doen, heb ik al omschreven. Met wat ik wel kan doen, gaat het in elk geval lukken om te werken aan vaardigheden en tekstkwaliteit. Wat ik minder goed kan overzien, is wat er overblijft van de sociaal-psychologische kant van mijn trainingen, op gebieden als groepsdynamiek, weerstand, organisatieverandering en dergelijke.

Ik was geneigd te denken: weinig. Ik zag een training op afstand vooral als verarming ten opzichte van ‘live’. Dat is het ook als ik uitga van ‘business as usual’.  Maar ik realiseer me nu dat het in de organisaties waar ik werk, bepaald geen ‘business as usual’ is. Het zijn vooral kantoorwerkers, die nu dus allemaal thuis zitten en ook alleen per (video-)telefoon contact met elkaar hebben.

In zo’n uitzonderingssituatie is een paar uur besteden aan schrijven en tekstkwaliteit misschien helemaal geen verarming. Misschien is het juist heel leuk om dat met een groepje te doen. Waarom niet?

Wat ik zoal om me heen hoor van thuiswerkers en ook al las, is dat het erop lijkt dat de huidige manier van werken problemen in de organisatie uitvergroot. Was er al stress, dan is die nu groter. Waren er al problemen in het team, dan zijn die nu groter – enzovoort. Maar ook de goede dingen worden uitvergroot, zoals aandacht voor elkaar en een gevoel van gemeenschappelijkheid.

Als ik dat doorvertaal naar schrijven en tekstkwaliteit, dan blijft daarmee bezig zijn voor de organisaties die dat toch al deden, lonend. Dan blijft dat leuk, als het dat toch al was – en voor veel van mijn opdrachtgevers geldt dat, dat de professionals het leuk vinden om af en toe eens lekker met schrijven en teksten bezig te zijn.

En dat kan dus ook prima op afstand.

Verder is het afwachten wat het effect gaat zijn op individuen en organisaties van – ineens, langdurig en gedwongen door omstandigheden – op afstand opleiden. Het is nog te vroeg om daar iets zinnigs over te zeggen. Dat geldt in het algemeen, en ook voor mijn trainingen in het bijzonder. Ik experimenteer graag!

 

Geplaatst in Opvallend, Veranderen | Geef een reactie

Woorden in organisaties – kan het anders?

Louise Cornelis Geplaatst op 9 december 2019 door LHcornelis9 december 2019  

Ik heb net weer eens een goed boek gelezen – een boek waar ik eigenlijk een beetje jaloers op ben, want zoiets had ik zelf wel willen schrijven: Woorden wisselen. Werken aan een hertaling van besturen, organiseren en adviseren, van Mark van Twist.

Eerst maar even wat het niet is: het is geen concreet handboek voor hoe die woorden dan te wisselen. Heel praktisch is het niet, het wil vooral de lezer aanzetteen tot reflecteren op de eigen praktijk – op de rol van taal en woorden daarin vooral

Mijn jaloezie zit hem er vooral in dat het boek zich precies begeeft op het raakvlak van dingen die ik interessant vind en waar ik me ook al jaren mee bezig houd: enerzijds taal, tekst en schrijven en anderzijds organisaties en het veranderen en beïnvloeden daarvan. Dat beïnvloeden gebeurt grotendeels door taal en tekst – maar hoe dan, en kan het ook anders? Dat is de centrale vraag van het boek.

De huidige schrijfpraktijk is nogal bleek en bloedeloos van de on-inspirerende abstracties (p. 22). Er kruipen een boel vanzelfsprekendheden in of – ik moest even gniffelen – ‘applauswoorden’ zoals ‘bouwen aan vertrouwen’, ’transparantie vergroten’, ‘streven naar excellentie’ en ‘de dialoog aangaan’ (p. 212) – waar iedereen het mee eens zal zijn maar die in de dagelijkse praktijk geen richting geven en die bovendien kennelijk nodig zijn omdat dat wat ze uitdrukken niet vanzelf spreekt. Tegenover het streven naar excellentie staat bijvoorbeeld een boel middelmatigheid, maar daar mag het niet over gaan.

Net zo interessant als wat er in een tekst staat, is wat er in een tekst dus juist níet staat – misschien is dat wel het belangrijkste inzicht van dit boek.

Van Twist gebruikt een boel bronnen, vooral uit kritisch-filosofische hoek. Een groot deel daarvan ken ik, en sommige hoofdstukken voegden weliswaar niet zo heel veel toe aan wat ik al weet, vooral de hoofdstukken over metaforen en narrativiteit, maar in andere brengt hij de stof op een prikkelende manier samen. Het sterkst vind ik dat in de hoofdstukken over de rol van getallen en modellen.

Voor modellen stelt hij bijvoorbeeld voor ze vooral te zien als ‘wegwerpproducten’ (p. 153): een voorlopige schets van een klein deel van de werkelijkheid. Dat sommige van die modellen een eigen leven gaan leiden, heeft meer met macht en status te maken dan met hun kloppendheid.

Over getallen stelt hij dat die net zo zeer vertellen als woorden – iets wat ik, in veel onbeholpener woorden dan Van Twist, net vorige week nog aan een adviseur duidelijk probeerde te maken om mijn bezwaar tegen het woord objectief te onderbouwen. Getallen zijn niet objectiever of dichterbij de waarheid of werkelijkheid dan tekst. Dat de samenleving als geheel en de praktijk van besturen, organiseren en adviseren zo veel waarde hecht aan getallen (‘meten is weten’) heeft meer te maken met een hang naar controleerbaarheid: de werkelijkheid is beter hanteerbaar te maken door haar meetbaar en dus objectiveerbaar te maken (p. 121/122).

In al die praktijken, van getallen en modellen en van taal en tekst, gaat dus ook altijd iets verloren. Het is goed om daarbij stil te staan, of om te expliciteren vanuit wiens perspectief er eigenlijk wordt verteld, geteld, gemodelleerd – wat zegt dat bijvoorbeeld over machtsrelaties? Wiens stem klinkt eigenlijk, tegen wie, en wie wordt er dus niet gehoord, niet aan het woord gelaten?

Dit zijn zomaar wat grepen uit het boek, die hopelijk een indruk geven. Voor iedereen die bezig is met tekst en organisaties zou ik zeggen: vooral zelf lezen, dit boek! Je zou er een prachtig studie- of intervisiegroepje mee kunnen vullen. Waar je dan dus ook zelf over de praktische vertaalslag na kunt denken. Want dat is nog best lastig. Van Twist zegt het zelf ook: stel eens iets anders voor, een narratieve tekst bijvoorbeeld in plaats van weer zo’n saai rapport – je krijgt het er niet door.

En toch. Het moet toch echt ook anders kunnen?!

Geplaatst in Leestips, Veranderen | Geef een reactie

Systeemfestival: patronen herkend en benut

Louise Cornelis Geplaatst op 28 mei 2019 door LHcornelis28 mei 2019  

Ik had gister weer eens een inspiratiedagje: ik ben naar het Systeemfestival van SIOO geweest. Ik heb bij SIOO al vaker een masterclass gedaan en die vond ik altijd goed, via SIOO loopt ook de nieuwe ‘club’ van mensen die adviesvaardigheden doceren (volgende week is de tweede bijeenkomst daarvan). Die dingen zijn me allemaal goed bevallen, vandaar dat ik wel zin had in een dagje op dat festival – meer dan dat zat er qua tijd en geld niet in, maar dat mocht de pret niet drukken.

Aan het begin van de dag deed ik mee aan een ‘rondwandeling’ langs opvattingen in de systeembenadering: een korte opfrisser van de scholen in dat gedachte goed, leuk gevisualiseerd op posters langs de muur:

Daarna begon de ‘specials’ dag over ‘patronen herkennen en benutten’. Die bestond uit twee workshops zonder verder plenair programma. Ik deed eerst een workshop bij Odette Moeskops over haar narratieve systeembenadering en daarna bij Gertjan Schuiling en Joost Kampen over reflectief onderzoek.

Ik vond ze allebei goed, die van Moeskops net wat ‘hechter’ en duidelijker, maar ook dichter bij mijn bed – zij is ook Neerlandicus, dat wist ik niet, maar haar aanpak is zeker ook heel tekstueel. Ik voel me altijd een beetje vreemde eend in de organisatie-veranderingswereld, als neerlandicus/tekstenmens, hoe relevant het ook is voor mijn werk – en daar was ineens nog zo’n eend, zal ik maar zeggen. Sowieso zitten er mensen van divers pluimage.

In de trein terug zette ik de belangrijkste ‘meeneemsels’ op een rijtje, en die bestonden uit: 1 persoonlijk inzicht, 1 idee voor een boek dat ik graag wil lezen, 1 idee om vakinhoudelijk mee aan de slag te gaan (kom ik nog wel een keer op terug), 1 voornemen voor de toekomstige omgang met opdrachtgevers (leidinggevenden meteen ‘waarschuwen’ dat het kan zijn dat zij ook aan de bak moeten als ze vinden dat hun medewerkers beter moeten schrijven), en 1 wens: tot meer intervisie ofzoiets. Want het viel me op hoe snel het me iets opleverde om éven met anderen te praten over een werksituatie.

Een rijke oogst, vind ik. Het was een leuke en nuttige dag geweest!

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Lekker aan de slag met samenhang in tekst, gesprek en whatsapp

Louise Cornelis Geplaatst op 4 maart 2019 door LHcornelis1 maart 2019  

Hoogste tijd om eens iets inhoudelijk te vertellen over het vak dat ik aan het geven ben, Tekst- en gespreksanalyse, in Leiden. We zijn net deze week begonnen met onderzoek doen. Dat is al vroeg in het vak: in het 4e college. Dat geeft de studenten de tijd om het analysewerk te doen, en bovendien sluit het onderzoek nauw aan bij het eerste thema, dat we al hebben afgerond: samenhang in tekst en gesprek.

Als je goed gaat kijken naar teksten en gesprekken, dan zijn die een soort mirakels  van samenhang. We verwijzen, we pikken onderwerpen op en werken die uit, we gebruiken samenhangende kennis- en woorddomeinen (als het gaat om uit eten gaat het dus over een restaurant, menu, ober, tafel, voorgerecht, enzovoort), we maken verbanden expliciet en zorgen voor aaneensluitende handelingen (zoals: een antwoord geven op een vraag), enzovoort – en daar zijn we ons nauwelijks van bewust!

Als je door alle verbindende en verwijzende elementen een draadje zou trekken, krijg je een ‘weefsel’ (texture) van al die draden. In een gesprek vooral lokaal, want in een goed gesprek verandert het onderwerp geleidelijk. In een tekst kan het dwars door de tekst heen gaan.

Maar er gaat op het gebied van samenhang ook wel eens iets mis. Dan beginnen draadjes uit het niets, lopen ze dood, zijn ze onduidelijk of voor een tekst juist te lokaal. Op college hebben we bijvoorbeeld in detail gekeken naar de slechte brief die ik hier ook al besprak, en ik zag vorige week nog een mooi voorbeeld van een samenhangprobleem bij een opdrachtgever. Met die opdrachtgever had ik al eerder vrij precies naar samenhang in  hun teksten gekeken, en daarvoor had ik dankbaar gebruik gemaakt van de stof van het vak als checklist. 

De alinea begon met een stelling en daarvoor twee argumenten. Voor het tweede argument golden drie sub-argumenten. Dat is op zich prima te volgen, ware het niet dat de twee zinnen met de argumenten begonnen met ten eerste en ten tweede, en dat het laatste sub-argument begon met ten slotte. De andere twee sub-argumenten begonnen niet met een signaalwoord.

Vanwege de gelijkvormigheid van die signaalwoorden had ik (en ik niet alleen) de opbouw begrepen als: stelling, drie argumenten, en twee sub-argumenten voor het tweede argument. Dat kon inhoudelijk helemaal niet, maar  dat had ik niet gezien – iemand anders in de groep gelukkig wel.

Het onderzoek gaat over de vraag hoe samenhang tot stand komt in whatsapp. Dat is namelijk een interessante ’tussenvorm’ tussen gesprek en tekst met ook helemaal eigen kenmerken. Sinds ik ermee bezig  ben, vallen me al gekke samenhangverschijnselen op. Bijvoorbeeld: dat in teksten vanzelfsprekende verschuiven van een onderwerp levert in whatsapp soms frustratie en ergernis op. Iemand stelt een vraag en wil daarop gewoon antwoord, maar binnen een paar reacties is de draad een zijweg ingeslagen. Die frustratie kunnen we niet zomaar oplossen, maar we kunnen mogelijk wel meer zicht krijgen op het specifieke weefsel van whatsapp. Voor zover ik weet is dat nog niet onderzocht, dat maakt het helemaal leuk: we zijn een echte onderzoeksgroep zo.

Ik leerde op het laatste college van de studenten meteen al bij over whatsapp – ze zijn daar (natuurlijk) handiger in dan ik.

 

 

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Goed adviseren duurt even

Louise Cornelis Geplaatst op 1 november 2017 door LHcornelis1 november 2017  

Twee jaar geleden hebben wij in onze woonkamer een nieuwe vloer laten maken. Enerzijds is dat een grote stap vooruit (vloerverwarming!), anderzijds ontdekten we de afgelopen maanden een nadeel ervan, als een soort bijwerking: de muren zijn kleddernat geworden. Vocht van onder de vloer kon eerst recht omhoog, maar dat kan nu niet meer en dus zoekt het een andere uitweg, en dat is via de muur. Nu moeten we dus naar het volgende ‘verbeterproject’: dat vochtprobleem aanpakken.

Achteraf gezien had ik graag gewild dat de mensen die ons hebben geadviseerd voor de nieuwe vloer hadden gewaarschuwd voor de veranderende vochthuishouding. Dan hadden we eerder maatregelen genomen. Maar zo ver strekt hun betrokkenheid niet: ze deden die ene klus, aan de vloer, en daarna waren ze weer weg. Misschien weten ze niet eens dat zo’n andere vloer tot kleddernatte muren kan leiden. Ze zijn immers altijd, bij al hun klanten, al weg als dat probleem zichtbaar wordt – er zat bij ons twee jaar tussen! 

In ons geval duurde het dus twee jaar voordat een gevolg van een eerder gegeven advies zichtbaar werd. Dat is lang, maar ik kan me voorstellen dat er adviezen zijn waarvoor een nog langere periode geldt. En de adviseur is dan al lang weer weg, en hoort nooit over de lange-termijngevolgen. 

Dat is gek, hè? Ik dacht laatst: eigenlijk kun je alleen maar goed adviseren als je je wél bewust bent van die lange termijn. Ik heb daar echter bij mijn weten in handboeken over adviseren nooit iets over gelezen. Als het advies is gegeven is alles daarna ‘implementatie’ en daar doet de adviseur niet aan. Maar eigenlijk zou je dus regelmatig terug moeten naar je klanten om te kijken hoe het zit met de doorwerking van je advies.

Hierover zat ik laatst wat te denken en toen vroeg ik me af: hoe zit dat eigenlijk bij mijzelf, wat weet ik van het doorwerken van mijn adviezen? Ik kom gelukkig bij enkele opdrachtgevers al wat langer. In mijn vak is dat sowieso nodig om iets te veranderen. Schrijfgedrag veranderen is immers iets heel anders dan het bouwen van een nieuwe vloer. De opdrachtgevers bij wie ik langer kom, schrijven ook echt beter dan vroeger, en er wordt meer en beter over teksten en schrijven gepraat en nagedacht.

Geen natte muren gelukkig. Nouja, in één geval hoorde ik dat hun eigen lezers af en toe wel moeite hebben met de directe schrijfstijl, ook na wat langere tijd nog, of juist na die langere tijd. Ineens vinden ze hem ‘hard’. We gaan kijken waar dat ‘m precies in zit.  Ik denk dat er iets anders speelt dan de vorm – dat het meer de inhoud is die anders is dan vroeger, dat deze adviseurs vaker slecht nieuws hebben. En ja, dat klinkt met ‘hoofdboodschap voorop’ luid en duidelijk. Ik ben benieuwd!

 

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Adviseren is talig

Louise Cornelis Geplaatst op 18 september 2017 door LHcornelis18 september 2017  

Afgelopen vrijdag ben ik voor de tweede keer naar een SIOO masterclass geweest (verslag van vorige keer). Deze werd gegeven door Mark van Twist en ging over adviseren en veranderen als talige professie. Het onderwerp is voor mij aan alle kanten interessant en relevant: als geïnteresseerde taalkundige, als zelf adviseur en als iemand die adviseurs en veranderaars begeleidt bij hun talige werk. Het was ook weer erg leuk, en leerzaam!

De spreker was vooral heel sterk in het ene voorbeeld na het andere, en die voorbeelden waren geweldig: inhoudelijk relevant en vermakelijk. Ze kwamen soms ook dichtbij: de Rotterdamse gemeentepolitiek kwam voorbij, en een actie van Milieudefensie ooit hier in de wijk. Het grootste voorbeeld ging over het Groene Hart, en daar kom ik ook nogal eens. Dat maakte het allemaal extra aansprekend.

Inhoudelijk en theoretisch vond ik Van Twist minder verrassend. Ik wist veel al, bijvoorbeeld uit de metaforen– en framing-theorie, de kritische discoursanalyse en storytelling. De mix vond ik interessant, en hij voegde er ook nog een paar mooie dingen toe, zoals de drie P’s van reageren op een sterk geframede aanval, zoals bijvoorbeeld die van Wilders op Cohen, door hem de ‘bedrijfspoedel’ van het kabinet te noemen. Door dat te ontkennen, bevestig je het beeld alleen maar. De drie P’s zijn: je kunt vanuit Principe reageren (‘zo gaan we niet met elkaar om’), op de Persoon (‘dat is demoniseren’) of Pragmatisch (met een grap). PvdA’ers zijn sterk geneigd tot die eerste P.

Dat Groene Hart voorbeeld ging over hoe een woord wáár wordt. Iemand heeft die term ooit bedacht, maar het is geen hart en het is ook niet groen. Desalniettemin is het Groene Hart nu een realiteit. Zoiets gaat volgens Van Twist in negen stappen, en dat vond ik inzichtelijk.

Een praktisch handvat bood hij nog door te adviseren vragen te stellen die mensen verwarren, bijvoorbeeld ‘hoe ruikt verandering?’ Als ze niet meteen een pasklaar antwoord hebben, krijg je in elk geval ook niet de clichés waarmee verandering altijd omgeven is.

Het minst kwam Van Twist uit de verf op het gebied van interactie. Dat is duidelijk niet zijn ding. Hij stelde weliswaar een enkele vraag waar we dan twee-aan-twee even over mochten nadenken, maar tot discussie kwam het niet en we werden ook niet echt aangezet tot reflectie of toepassing op iets van onszelf. Dat was anders dan in de vorige masterclass, en dit was dan ook meer een lezing dan een masterclass, vond ik. Wel interessant om te zien hoe iemand zo’n klus, masterclass voor zo’n 100 mensen, aanpakt.

Maar het was dus wel erg leuk en inspirerend. Wat nou precies de hoofdboodschap was, heb ik niet helemaal scherp. Het was iets met: wees je bewust van de rol van (je eigen) taal als adviseur/veranderaar, en van het belang van framing, casting en scripting in het veranderproces, naast de ‘officiële’, beleidsmatige verandering. Die neem ik mee!

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Beter schrijven: niet een-twee-drie

Louise Cornelis Geplaatst op 23 augustus 2017 door LHcornelis2 augustus 2017  

In mijn lijstje links van vorige week had ik het over die man van de Wereldbank die ontslagen werd omdat hij wilde dat zijn organisatie beter ging schrijven. Datzelfde nieuws is opgepikt door Ann De Cramer, columniste in Onze Taal (nr. 7/8 van 2017, p. 21). Zij kent het ook: verzet tegen helder taalgebruik. Ze werkte mee aan heldere-taalcampagnes voor ministeries en voor een bank, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Over die bank schrijft ze: 

Toen het de hoge heren bij de bank echter duidelijk werd dat lastige zinnen herschrijven niet een-twee-drie gebeurt, veranderden ze van toon. Wat een groots initiatief zou worden, werd gereduceerd tot één workshop binnen het bedrijf. Ik wilde niet langer meewerken, niet alleen omdat ik niet hou van gebroken beloftes, maar ook omdat mij ter ore kwam dat (…) het personeel zich verzette tegen het initiatief.

In dat kleine stukje zit wat mij betreft een grote les: beter gaan schrijven is voor een organisatie zeker niet dat ‘een-twee-drie’. Inderdaad is het niet iets wat je ‘even’ bereikt, met een workshopje. Al is het alleen maar omdat mensen zich ertegen verzetten.

Het zou mij hier, net als bij de Wereldbank, wel interesseren wat de aard is van dat verzet. Ik heb in de loop van de jaren daarin al heel wat meegemaakt. De aard van het verzet is niet eenduidig. In mijn ervaring heeft het niet zozeer te maken met het schrijven als zodanig. Niemand heeft écht bezwaar tegen helder schrijven. Het gaat meer om zaken in de organisatie of in het vak van de schrijvers.

Dus dan is het verzet tegen een ‘oekaze’ van bovenaf, wat die dan ook is – het had ook iets anders kunnen zijn dan helderder schrijven. Of angst dat je niet meer serieus genomen wordt. Of het idee dat je in je vak zo niet ‘mag’ schrijven. Of van dat alles een beetje. En dan voel je je ook nog onzeker omdat er ineens iets anders van je verwacht wordt, iets wat je nooit echt geleerd hebt. En je bent al overvraagd, eigenlijk. Weer zo’n training, weer zo’n project, weer zo’n initiatief. 

Maar of dat bij deze bank en bij Anns overheid ook zo is – geen idee. Wel kun je pas goed interveniëren als je weet wat voor verzet er is. Een workshopje doet mogelijk meer kwaad dan goed.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Leiding geven aan schrijvende professionals

Louise Cornelis Geplaatst op 22 mei 2017 door LHcornelis11 april 2018  

Een paar weken geleden heb ik met succes een nieuwe dienst uitgeprobeerd: een workshop ‘Leiding geven aan schrijvende professionals’. Die heeft twee doelen:

  • Het verbeteren van de relatie tussen manager en schrijver. Ik heb in de loop van mijn jaren als trainer en coach van schrijvende professionals nogal wat verhalen gehoord waaruit ik concludeer dat dat de moeite waard is. Ik hoor die verhalen vooral van één kant, en dan bijvoorbeeld in de vorm van: ‘mijn baas stuurt me op deze training omdat hij/zij vindt dat ik niet goed schrijf, maar wat ik ook doe, het is toch nooit goed / maar verandert zelf constant van mening over wat er met de tekst moet / maar geeft veel te onduidelijke opdrachten / maar wil vooral de eigen zin doordrijven / enzovoort’.
    Een relatie is iets wat van twee kanten komt, en ik probeer in zo’n geval altijd de schrijver te ‘empoweren’ en aan te zetten tot, bijvoorbeeld, het stellen van goede vragen. deze workshop legt de aandacht aan de kant van de leidinggevenden. Hoe geef je eigenlijk goede feedback aan een schrijvende professional, hoe begeleid je een schrijfproces? 
  • Het verbeteren van de schrijfcultuur in een organisatie. Dat gaat dus verder dan de relatie tussen één manager en diens schrijvende professional(s), het gaat om de organisatie als geheel.
    Het meest voorkomende organisatiebrede schrijfprobleem dat ik tegenkom is dat er een te grote afstand is tussen de opdrachtgevers en de schrijvers. De opdrachtgever roept een vage opdracht, de schrijver gaat alleen aan de slag en beide hopen dat dat schrijven tot een perfect eindproduct zal leiden. Dat is bijna nooit zo (voorbeeld).
    Een ander soms diepgeworteld probleem is een sfeer van wantrouwen: de schrijvers zijn meer bezig met het overtuigen van en het zich verantwoorden tegenover hun baas dan met het gezamenlijke belang dat ze dienen. Dat zijn allemaal zaken die niet snel of makkelijk te verantwoorden zijn, maar waar je met goede wil wel aan kunt werken.

Belangrijkste inzicht dat ik leidinggevenden wil meegeven is dat hun rol afhangt van de fase in het schrijfproces. Ruwweg kun je drie van die fasen onderscheiden:

  • Voorbereiding, leidend tot de opzet van de structuur (bouwplan, piramide) van de tekst. In deze fase is de rol van de leidinggevende die van meedenker. Wat is precies doel, publiek, randvoorwaarden, welke vraag beantwoordt de tekst, welke hoofdboodschap is dus geschikt, hoe zit de structuur verder in elkaar? Dat is dus niet echt feedback, maar samenwerken op deze punten.
  • Uitschrijven, leidend tot de eerste versie van de tekst. Op de eerste versie kan de leidinggevende twee soorten feedback leveren: precieze feedback op de inhoud (de inhoud moet op de goede plek staan) en globale feedback van redactionele aard (‘als je de tekst verder gaat afwerken, houd er dan rekening mee dat je zinnen nogal lang zijn’).
  • Afwerken, leidend tot het eindproduct. Nu is het tijd voor redactioneel detailcommentaar op formuleringen, vormgeving en correctheid.

In elke fase is het goed als de leidinggevende onderscheid maakt tussen feedback die gericht is op het eindproduct en die gericht is op coaching, het verder ontwikkelen van de vaardigheden van deze schrijver. Die laatste fase bijvoorbeeld: in geval van nood kan de leidinggevende de tekst overnemen van de schrijver om hem te corrigeren, zodat er een goed afgewerkte tekst naar de lezer gaat. De schrijver leert daar echter niets van. Het is één van de manieren van werken die tot frustratie leidt; expliciet zijn over het wat wanneer en waarom van het overnemen van de tekst kan daartegen helpen.

De workshop is 2 à 2,5 uur lang, en altijd aangepast aan de organisatie. Ik heb hem ontwikkeld op verzoek van een opdrachtgever, daar met succes gegeven – en hij is nu dus ook beschikbaar voor anderen.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Een complex vraagstuk hoeft niet taai te zijn

Louise Cornelis Geplaatst op 24 november 2016 door LHcornelis21 december 2016  

Vermaak tijdens masterclassIk kom net terug van een leuke en nuttige masterclass, ‘plezier beleven aan taaie vraagstukken, van SIOO. Het was voor mij een kennismaking met SIOO; ik had daar een aantal jaar geleden wel naar gekeken toen ik uiteindelijk heb gekozen voor een opleiding organisatieverandering bij de OU (zie terugblik). Sindsdien sta ik op de mailinglijst en zo werd ik geattendeerd op deze masterclass, die me qua spreker en thematiek aanspraak en qua tijd ook goed uitkwam. Het smaakte naar meer; ik ga die masterclasses zeker in de gaten houden!

De masterclass ging over het gelijknamige proefschrift van Vermaak. Dat is honderden pagina’s dik, en het ging vanochtend dan ook in rap tempo langs de highlights. Ik ga hier geen representatieve samenvatting geven, maar er wel wat dingen uitlichten die mij opvielen.

Eerst over dat aanspreken qua thematiek: zoals ik hier al vaker heb betoogd, is beter gaan schrijven voor veel organisaties serieuze verandering, en daarmee ook nauw verbonden met taaie vraagstukken. Wat mij vooral bekend voorkwam, was dat Vermaak benoemde dat professionals vaak in de loop van een verandering nogal moeten ‘oprekken’ wat hun vak eigenlijk is. Sommigen doen dat graag, anderen maken die wending niet. Hij gaf als voorbeeld dat een brandweerman die zich als heldhaftige blusser ziet, niet aan preventie wil doen, terwijl anderen zich juist enthousiast daarop storten omdat ze het als hun taak zien de veiligheid zo veel mogelijk te vergroten. Soms moet je daarover stevig met ze in discussie.

Ik moest daarbij denken aan de vele discussies die ik heb gevoerd over rolopvatting met adviseurs en aanverwanten: adviseurs die eigenlijk geen adviseur willen zijn omdat ze zich vakspecialisten voelen (‘echte techneuten/juristen’), accountants die wel/geen adviseur kunnen/willen/mogen zijn, toetsers die eigenlijk liever zouden willen adviseren… en dat alles met consequenties voor hoe je met je klant omgaat en dus ook voor hoe je voor je klant schrijft.

Mijn interesse voor taaie vraagstukken zit ‘m ook nog anders, en dat is dat ik vaak teams help bij het schrijven in een taaie situatie. Dan is het begeleiden van die taaiheid niet zozeer mijn pakkie-aan, maar het hunne, en schrijven maakt daar een onderdeel van uit. Zo help ik op het ogenblik een management team in een grote organisatie bij het schrijven van een strategie. Ons gezamenlijke denkwerk, daar vind ik niks taais aan, dat gaat als een trein. Maar ik zie wel hoe zij worstelen met de materie, en hoe die onder hun handen verandert. Ze schrijven dus wel in en over een complexe situatie.

De masterclass was eerst anderhalf uur lang een hoorcollege, en later meer interactief met de zaal. In de tussenliggende pauze hadden we met beroepsgroepen samen gezeten om te kijken wat we met het geleerde konden en of we nog vragen hadden. Ik was bij het tafeltje ‘ZZP’ers’, en wij hadden dezelfde vraag die later door de consultants werd ingebracht: hoe praat je je opdrachtgevers af van al te simplistische oplossingen? Vermaak had twee suggesties:

  1. Zorg  dat je aan tafel komt met degenen die de verandering echt moeten doen. Vaak zijn er twee partijen: de opdrachtgever en de ‘slachtoffers’. Maar wie zijn dan de echte veranderaars? Ga daarmee in gesprek. Meestal is dat de ‘microcosmos’ van mensen die samenwerken rond een taak, zoals een paar artsen, verpleegkundigen, familie en de patiënt zelf rond één ziekenhuisbed. Sowieso is die ‘microcosmos’ (ik moest ook denken aan de petri-schaaltjes van Homan, uit die OU-opleiding) de plek waar de verandering gebeurt, van onderop.
  2. Laat je gespreksgenoot ervaren dat meer van hetzelfde niet werkt, dat de oude routine (waarvoor ze bij je aankloppen) echt niet meer werkt. Je doet dan een soort anti-acquisitie – een mooi woord dat ik ook wel herken. Als er iemand bij mij aanklopt met de vraag of ik ‘even’ een schrijftraining kan geven, dan is mijn vaste antwoord tegenwoordig: ‘dat kan wel, maar het rendement daarvan is 0’. Sinds ik zo begin, heb ik interessanter werk met langdurigere klantcontacten en meer resultaat.

Tegen het eind zei Vermaak zijdelings ook nog wel iets wat ik interessant vond en onmiddellijk herkende, terwijl het er weinig over gaat: hoe modewoorden in organisaties (en daarbuiten) allemaal maar een tijdelijk bestaan hebben omdat ze afvlakken in hun betekenis. Mensen gaan ermee aan de haal op een manier die hen goed uitkomt, en daarmee verliest het begrip zijn oorspronkelijke waarde. Ze worden als het ware uitgekleed en als label geplakt op opvattingen die er toch al zijn.

Vermaak gaf als voorbeeld het begrip appreciative enquiry, waarin volgens hem enquiry de centrale notie is, en dat doe je dan op een waarderende manier. Maar in organisaties is het al verworden tot ‘laten we een beetje aardig zijn voor elkaar’. Op dezelfde manier heb ik al waargenomen dat de agile–begrippen hun oorspronkelijke betekenis verliezen: elk werkoverleg heet tegenwoordig een scrum en ‘agile gaan werken’ het zoveelste eufemisme voor een pijnlijke reorganisatie. Agile is nu nog hip, maar ook al op z’n retour, dat kun je daaraan zien.

De ochtend vloog om, Vermaak is een prettige spreker met veel humor en zeker het interactieve gedeelte was heel flitsend. Ik vond het heerlijk om te luisteren en eens niet zo veel te hoeven, anders dan in bijvoorbeeld mijn recente ACT-opleiding. En bij dat luisteren had ik veel herkenning, ik hoorde wat mooie one-liners, en kreeg interessante inzichten in organisaties. Ik vond het ook grappig om te zien hoe Vermaak een rommeltje maakt van z’n flipovers (beetje te zien op de foto hierboven) – héél herkenbaar. Daarvoor had hij een PowerPointpresentatie van maar een handjevol slides. Ja, dat kan echt! 

Een belangrijke les: een complex vraagstuk wordt pas taai als je het probeert te versimpelen. Als je het ziet als wat het is (namelijk: complex) dan is het niet taai maar interessant en spannend. Dan kun je bijvoorbeeld zien dat een blokkade niet het werk verstoort, maar juist het werk is. Problemen ontstaan juist als je een complex vraagstuk versimpelt en omgekeerd. Die knoop ik in mijn oren! Vermaak zei dat je met een beetje complex vraagstuk rustig 30 jaar verder kan. Hé, grappig, dat is ook zo’n schrijfprocestheorie, dat het 30 jaar kost om echt goed te leren schrijven. En dat is geen probleem, dat is leuk. Dat inzicht, daar gaat het om!

 

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Mijn ethische antenne aanscherpen
  • Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen
  • De piramide van Optimaal blijven sporten
  • ‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen
  • Ik hoor niet bij een boek over boeken lezen

Categorieën

  • Geen rubriek (9)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (290)
  • Opvallend (477)
  • Piramideprincipe-onderzoek (96)
  • Presentatietips (149)
  • schrijftips (814)
  • Uncategorized (38)
  • Veranderen (36)
  • verschenen (194)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2023 - Louise Cornelis
↑