↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

Louise Cornelis
  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

lh3?

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2020 door LHcornelis3 december 2020  

De afgelopen tijd dook in mijn mailcorrespondentie wel eens een e-mail-adres op met lh3@xs4all erin. Dat was nooit de bedoeling – dat was het adres van de achterliggende brievenbus van contact@lhcornelis.nl, mijn ‘echte’ e-mail-adres. Ik ben bezig geweest met het eruit te krijgen, maar dat lukte nog niet, en toen zag ik aankomen dat ik van hosting zou gaan veranderen en dat het probleem zich vanzelf zou oplossen. Inmiddels is het zo ver. Dat betekent dat lh3@xs4all binnenkort op gaat houden te bestaan. Ik zie de mails nu nog wel en geef dan een seintje aan de afzender, maar straks is het helemaal van de baan. Ik ben en blijf bereikbaar op contact@lhcornelis.nl!

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

Spelen met register

Louise Cornelis Geplaatst op 2 december 2020 door LHcornelis2 december 2020  

Het college Tekstgenres nadert de afronding. De studenten presenteren deze weken hun eindopdracht, of althans: ze geven de anderen en mij een korte (her-)schrijfopdracht naar aanleiding van hun eigen onderzoek. Dat is de praktische vertaling van de registeranalyse: als je uit die analyse weet dat talige kenmerken X, Y en Z veel voorkomen in een genre, schrijf dan eens een stukje van dat genre waarin je die kenmerken terug laat komen.

Gister waren er twee herschrijfopdrachten van iets ‘moeilijks’ naar iets ‘toegankelijkers’, namelijk van wetenschappelijke tekst naar iets voor kinderen dan wel gepopulariseerd. Dat komt bijvoorbeeld neer op kortere zinnen in het algemeen en bijwoordelijke bepalingen in het bijzonder en meer persoonlijke voornaamwoorden en citaten. Ik vond het nog best lastig, ik liep bijvoorbeeld vast omdat ik voor m’n extra persoonlijke voornaamwoorden moest kiezen voor hij of zij. De student zelf had het opgelost door meervoud te gebruiken – oja, dacht ik, dat kan natuurlijk ook.

De schrijfopdracht betrof een commerciële, gesponsorde Instagrampost. Daarmee heb ik weinig ervaring dus ik heb vooral gekeken naar wat de studenten daarmee deden. Eén kenmerk daarvan is de hoeveelheid gebiedende wijzen. Ik kon niks anders verzinnen dan kijk, maar het kan zelfs zo sturend als klik op de link.

In alle gevallen was het doel van de opdracht om de in de analyse gevonden kenmerken in de tekst terug te laten komen. Vanwege de aard van het vak gaat dat om telbare tekstkenmerken. We stuitten er echter op dat zo’n genre ook nog eigenaardigheden heeft die niet zo makkelijk zijn te kwantificeren. Bijvoorbeeld: hoe bepaal je welke woorden je kunt gebruiken voor kinderen? Daar liepen we tegen de grenzen van het vak aan.

Volgende week meer, en daar verheug ik me al op, want ik vond het leuk om zo met taal en tekst te spelen, op een andere manier dan voor mij gebruikelijk.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Laat je niet dwingen door PPT’s vorm

Louise Cornelis Geplaatst op 27 november 2020 door LHcornelis26 november 2020  

Onlangs zag ik een managementsamenvatting in een PowerPointdocument bedoeld om te lezen (een hybride slidument). Die zag er zo uit (de tekst is nep):

Voor mij als argeloze lezer gingen er drie dingen mis, en die liggen er allemaal aan dat PowerPoint een bepaalde vorm afdwingt die niet strookt met tekst en met lezen:

  • Aan het eind van de eerste pagina dacht ik dat ik er al was – PowerPoint geeft geen enkel signaal dat er nog wat komt. Ik houd ook wel van samenvattingen op één A4’tje, dat speelt vast een rol. Aan het eind van de tweede pagina wist ik dus ook niet of het nog verder zou gaan – nee dus.
  • Door de schikking naast elkaar gaan mijn hersenen op zoek naar een verband tussen de twee dingen per pagina, en naar hoe die zich verhouden tot de andere twee op de andere pagina. Ik lees dit dus als ‘twee keer twee’. Na enige inspanning moest ik dat zoeken opgeven: het zijn vier losse blokjes. De vorm suggereert anders.
  • Eén van de vier blokjes was een stuk minder interessant dan de andere – daar stonden dingen die ik al wist, maar die volgens mij ook elke beetje goed geïnformeerde persoon al weet. Zonde van de leestijd in zo’n samenvatting, denk ik. Eén van de andere vakken trad bovendien veel meer in detail dan de andere, en ook dat is niet het idee van een managemensamenvatting. Ik vermoed dat de schrijver de neiging heeft gehad om elk van de vier vakken ongeveer even veel op te vullen. Anders ziet het er inderdaad een beetje gek uit.

Met z’n rigide vorm per losse, nevengeschikte pagina en door de vormgeving gedicteerde blokjes en vakjes is PowerPoint niet zo heel geschikt voor het schrijven van echte tekst. Gebruik daarvoor toch maar liever Word! Dan ziet de lezer aan het doorlopen van een zin dat er nog een pagina komt, staan de vier paragrafen zichtbaar op gelijke voet, en kun je de lengte van elk onderdeel vrijelijk variëren.

En als je dan toch bezig bent: voeg er een overkoepelende hoofdboodschap aan toe. In een inleidend stukje tussen de kop ‘Managementsamenvatting’ en de vier paragraafjes. Want die hebben toch echt wel iets met elkaar te maken!

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Grote variatie aan genres = leuk!

Louise Cornelis Geplaatst op 24 november 2020 door LHcornelis24 november 2020  

Vandaag heb ik met de studenten van het college Tekstgenres spreekuren gehad over de registeranalyses die ze aan het doen zijn als eindopdracht voor het vak. Een registeranalyse wil zeggen dat je op basis van de situering van een genre (schrijver, lezer, doel, inhoud, medium, …) een verwachting formuleert over het taalgebruik en vervolgens in een representatieve hoeveelheid tekst gaat kijken of die verwachting uitkomt. Je contrasteert daartoe het te onderzoeken genre met een ander genre, dat op essentiële situationele eigenschappen afwijkt. Als het taalgebruik in de verwachte richting mee-afwijkt, heb je een aspect van het register van dat genre te pakken.

De studenten waren vrij in hun keuze voor een genre. Dat leidde er vandaag toe dat ik een hele vlootschouw aan teksten voorbij heb zien komen. Ook genres waar ik niet zo veel weet van heb: foodblogs, populair-wetenschappelijke artikelen in de sociale wetenschappen (Vice) en voor kinderen, een forum over paarden en over feesten, Instagram en tweets van commerciële en politieke influencers en dankspeeches en -woorden en TikTok. Zo leer ik nog eens wat, zal ik maar zeggen. Voor mij als tekstenliefhebber bovendien erg leuk, die grote verscheidenheid. Ik keek mijn ogen uit!

Waar het me wel bewust van maakte, is dat ik – net als iedereen – zo m’n eenzijdigheid heb in wat ik zie en volg. Dat geldt op allerlei gebieden:

  • media – mij ontglipte dat ik mezelf ‘te oud’ acht voor TikTok, maar dat is echt niet alleen voor kinderen
  • leeftijd – dingen voor kinderen zie ik amper en voor jongeren ook lang niet zo veel als de studenten zelf
  • onderwerpen – ik ben dol op fora, maar met paarden en feesten heb ik minder, terwijl dat wel populaire fora zijn
  • sexe – zijn er echt zo veel minder mannelijke influencers of konden wij, twee vrouwelijke studenten en ik, alleen vrouwen bedenken?
  • politieke kleur – de studenten zochten nog een prominente rechtse twitteraar die geen politicus is. Kon ik ook niet bedenken. De studenten waren op Wierd Duk uitgekomen, en misschien levert de actualiteit nog wat op.

Wat ik ook weer bedacht: door internet in het algemeen en sociale media in het bijzonder worden we allemaal aan veel gevarieerdere taal en teksten blootgesteld dan vroeger het geval was. Ik vertelde tegen een paar van de studenten dat wij vroeger in de klas wel eens briefjes aan elkaar doorgaven, dus ik zag mijn mede-vwo-leerlingen wel eens schrijven. Maar die van de havo, mavo en lbo (nu vmbo) niet, of alleen maar ‘gemodereerd’: met de schoolkrantredactie ertussen. Laat staan dat ik het werk zag van schrijvers uit andere regio’s en van andere leeftijden. Nu schrijven die allemaal ook op Insta en Facebook. Voor taalonderzoekers is dat geweldig!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Dienstmededeling: even eruit

Louise Cornelis Geplaatst op 23 november 2020 door LHcornelis24 november 2020  

De afgelopen dagen was deze site even uit de lucht. Hij is naar een andere hosting verhuisd – met het oog op de e-learning die erop gaat draaien. Daarover later meer natuurlijk! En alles doet het weer, mede dankzij mijn webmaster Marika.

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

Spelen met categorieën

Louise Cornelis Geplaatst op 20 november 2020 door LHcornelis24 november 2020  

Een belangrijk onderdeel van structureren is categoriseren. Met categoriseren kun je bovendien een boel lol hebben.

Eén van mijn favoriete grappen is bijvoorbeeld de vraag ‘Wat hoort niet in dit rijtje thuis: ijsberen, bruine beren, masturberen?’ Antwoord: bruine beren, want de andere twee kun je zelf.

Ander voorbeeld: een lolletje onder taalkundigen is (of was – het boek is al uit 1987) dat de titel van het onvolprezen boek over categoriseren, George Lakoffs Women, Fire and Dangerous Things, regelmatig werd verhaspeld tot Women, Fire and other Dangerous Things. Wat veel zegt over het vrouwbeeld van de verhaspelaar.

Vorige week zag ik dat Gulpener bier ook lekker aan het spelen is met categorieën. Op het etiket van het flesje Oker Blond staat naast het symbool voor eten (mes en vork, 🍴):

Geroosterd vlees, stoofpot, kruidige saté, ketjap, perfect bij het bomen snoeien.

En nog grappiger vind ik het etiket van de Ur-Hop, zelfde plek:

Live muziek, Thaise curries, groene salades, pompoen en natuurdocumentaires.

😆

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

‘Kwetsbaar’ is gewoon k*t

Louise Cornelis Geplaatst op 19 november 2020 door LHcornelis19 november 2020  

Ik heb me hier nu al een keer keer drukgemaakt over het oprukken van het woord kwetsbaar. Sinds de laatste keer zag ik nog een heel gekke, in een bericht op NOS.nl. Het artikel gaat over de invloed van de coronacrisis op sporten en bewegen.

In het algemeen zijn lager opgeleiden minder gaan bewegen, bijvoorbeeld omdat hun voetbalclub stil ligt. Dan staat er:

Tijdens de eerste golf deed iedereen nog enthousiast mee met de workoutfilmpjes van de hoofdtrainer, oud-prof Ivo Rossen. Maar na een aantal weken haakten de meesten af. “Nu willen de recreatieteams alleen maar partijtjes spelen en dat mag niet”, zegt Van Dongen.

In deze ploegen zitten vaak wel een paar spelers in een kwetsbare situatie, die bijvoorbeeld hun baan hebben verloren, zegt de clubbestuurder. “Die hebben het samen sporten nodig voor hun sociale contacten en ik ben bang dat juist deze leden nu afhaken.”

Je baan verloren hebben, sorry, dat noem ik geen kwetsbare situatie, dat noem ik gewoon kl*te. Of als je het netjes wilt houden: naar of vervelend.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Hapklare brokjes woordkracht

Louise Cornelis Geplaatst op 19 november 2020 door LHcornelis16 november 2020  

Ik heb laatst een leuk boek gelezen dat aansluit bij wat ik net hiervoor schreef: Taalkracht. Andere woorden, andere werelden, samengesteld door Christien Brinkgreve, Eric Koenen en Sanne Bloemink.

Het boek gaat over woorden, en vooral dan in de zin van dat die ons denken en onze waarneming en dus onze werkelijkheid bepalen. Ik stipte het even aan: kwetsbaar is het op een bepaalde manier typeren van een groep, die is niet neutraal, en die speelt een rol in hoe we denken en handelen. Kwetsbaren moet je beschermen bijvoorbeeld – dus dat is dan het handelingsperspectief.

Kwetsbaar is dan ook, niet toevallig, één van de woorden die in Taalkracht aan de orde komt, in een bijdrage van Elize Lam. De ‘kwetsbaren’ in haar stuk zijn ouders, bijvoorbeeld met een verstandelijke handicap. Lam signaleert dezelfde scheidslijn als waar ik me in de corona-context druk over heb gemaakt: dat praten over kwetsbaren suggereert dat er een lijn te trekken is tussen hen en de onkwetsbaren. Kwetsbaaheid is iets wat in het overheidsbeleid vastgesteld en gemeten moet worden, en daarna aangepakt. Dat vaststellen en meten gaat gepaard met een boel surveillance en risicoprofilering met behulp van big data – en dus stigmatisering. Lam stelt daar tegenover dat kwetsbaarheid eerder een eigenschap van de context is dan een tekortkoming van mensen. Het beleid vergroot echter eerder de ongelijkheid dan dat het die tegengaat.

Ik las dit en andere hoofdstukken met veel herkenning en instemming. Het gaat vaak over woorden waar ik me ook al eens druk over heb gemaakt: het praten over psychiatrische ziekten alsof het diagnostische label de symptomen causaal verklaart, terwijl het alleen beschrijft (alsof een depressie iemand somber maakt zoals een verkeerde mossel iemand misselijk maakt, of alsof iemand druk is ‘omdat’ hij ADHD heeft), het gebruik van het woord excellent als uitkomst van een concurrentieslag terwijl leren juist samenwerking veronderstelt, en hoe het hameren op transparantie juist averechts werkt.  En dat nog zo’n 15 andere hoofdstukken lang.

Daarmee heb ik meteen de sterkte en de zwakte van het boek te pakken: de hoofdstukken zijn hapklare brokjes en het lezen ervan een feest der herkenning. Maar het is daarmee ook net wat kort en oppervlakkig allemaal en ik leerde niet heel veel nieuws. Het gaat ook wel heel erg alle kanten uit, met zelfs een paar hoofdstukken waarin ik geen duidelijk woord of woorden herkende – zoals in het hoofdstuk over schoonheid.

Van een ander hoofdstuk waarin het niet alleen maar over woorden ging, leerde ik wel degelijk iets nieuws wat ik erg interessant vond. Het is het hoofdstuk van Trudy Dehue en het gaat over hoe een ongeboren kind heet: vrucht, foetus of baby? Ze laat zien dat het tegenwoordig veel meer baby genoemd wordt en een zwangere moeder, als twee losse entiteiten, en dat er mogelijk een link is met de toename van de kracht van de anti-abortusbeweging. 

Dehue illustreert dat met afbeeldingen van een ongeboren ‘baby’, met een ‘gezichtje’ en een ‘hartje’ zoals die bijvoorbeeld op Ouders van Nu staan. Ze laat zo zien dat die afbeeldingen ook verre van neutraal zijn, al is het alleen maar omdat ze gestileerd en zonder context zijn – alsof een embryo, gaaf en glad, zonder moederlichaam in een lege ruimte zweeft. Dat is ook heel normatief: zo hóórt een embryo eruit te zien, alsof omstandigheden geen rol spelen. Ik vond die uitleg bij die plaatjes heel fascinerend – en totaal nieuw.

Ik las het mogelijk met zo veel fascinatie omdat me net tevoren het gebruik van het woord baby was opgevallen. Ik doe sinds de coronacrisis thuis (in plaats van in de sportschool) aan Bodybalance, met YouTube-filmpjes. Om het kwartaal kies ik een nieuw filmpje. Begin oktober ben ik begonnen met een les waarin de instructrice, Renate, aparte instructies geeft voor als je zwanger bent. Na 46’40 zegt ze iets als:

Ben je zwanger, dan houd je je voeten wat verder uit elkaar om je baby de ruimte te geven.

Dat woord baby was me daar opgevallen, en terwijl ik zelf (met m’n voeten bij elkaar) zat te rekken, dacht ik al: als ik wat moet invullen op de puntjes in deze zin:

Ben je zwanger, dan houd je je voeten wat verder uit elkaar om je b… de ruimte te geven.

Dan vul ik daar buik in, niet baby. (Ja, dat soort dingen denk ik tijdens het bodybalancen – beroepsdeformatie.)

Ik ben niet met m’n tijd meegegaan, dat is duidelijk.En dat leer ik dus van Woordkracht.

Fascinerend, hoe woorden en denken veranderen! Taalkracht is een mooie introductie in hoe je dat kunt bestuderen.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Academisch schrijven moet je goed leren

Louise Cornelis Geplaatst op 17 november 2020 door LHcornelis16 november 2020  

Op twitter stond vorige week een discussie die voor mij interessant was vanwege twee ‘lijntjes’: het vak Tekstgenres dat ik op het ogenblik geef en mijn proefschrift. Het ging namelijk over de vraag waarom de lijdende vorm zo frequent is in academische teksten – wie leert dat studenten toch?

De discussie begon met precies die vraag, die Ionica Smeets zo stelde:

Wie leert studenten toch dat academisch schrijven betekent dat je de passieve vorm gebruikt?

Uit de antwoorden haal ik deze rode draden:

  • Studenten leren niet zozeer aan passieven te gebruiken, ze leren af informeel en persoonlijk te schrijven. Te toegankelijk schrijven is geen ‘echte’ wetenschap. In het bijzonder geldt dat voor het gebruik van de eerste persoon (ik, wij), waarop een taboe rust.
  • Het is gewoontevorming – iedereen doet het zo, dus hoort het zo. Dat speelt zeker een rol. In het boek dat we bij Tekstgenres gebruiken staat dat register, dus de voor een genre typerende formuleringen, functioneel te verklaren zijn, niet conventioneel. Nietes. Formuleringen zijn wel degelijk conventioneel te verklaren. Waarom zo veel passieven in een wetenschappelijke tekst? Omdat het zo hoort, omdat anderen het ook doen.
  • Passieven zijn soms wel degelijk functioneel – er is geen reden ze in de ban te doen. Ben ik het ook helemaal mee eens. In het bijzonder geldt dat zomaar actief maken geen oplossing is – dan is het ineens een tekst over een onderzoeker die allemaal dingen doet. De persoon van de onderzoeker moet niet centraal staan. Dus een passief hier en daar kan zeker, maar functionele van niet-functionele passieven scheiden is een hele klus.

Wat dan wel? In de eerste plaats: voor mij is de eerste persoon niet taboe, en ik vind het schokkend hoe veel van de discussie-deelnemers de ervaring hebben dat de kwalificaties als ‘toegankelijk’, ‘journalistiek’, ‘colloquial’ en ‘leesbaar’ negatieve oordelen over hun tekst waren. Dat zou van mijn wel anders mogen.

Ten tweede: in elk geval zou studenten genre-bewustzijn bijgebracht moeten worden. Enerzijds om het academische genre te gaan beheersen, anderzijds opdat ze de academische conventies niet meenemen naar andere genres. Dat is nu zo’n beetje mijn dagelijkse werk: adviseurs aanleren dat dienstverlenend schrijven iets anders is dan academisch schrijven, en dat een adviesrapport er dus anders uitziet dan een wetenschappelijke tekst.

Ten derde: leer studenten hoe het wel moet. Als je wilt dat studenten onpersoonlijk schrijven – want daar zit ook heus wel wat in – zou je ze moeten aanleren om dat goed te doen, in plaats van alleen maar zeggen wat er níet mag, zoals: ik en informele woorden gebruiken. 

En hoe is dat dan? Nou, door dat persoonlijke perspectief echt helemaal weg te werken. Probleem van het passief is namelijk dat dat slechts een halve stap is naar onpersoonlijk schrijven, en precies dat halve kan hinderlijk zijn.

Als je niet mag schrijven ‘ik heb hieruit geconcludeerd dat…’, dan kun je ervan maken ‘hieruit kan worden geconcludeerd dat…’ Maar dan ben je als concludeerder nog steeds op de achtergrond aanwezig – onzichtbaar en vaag, en met als signaal aan de lezer dat die zich er niet mee mag identificeren (daarover gaat bovengenoemde ‘Cornelis 1997’).

Juist dat, dus de handelende persoon wel oproepen maar niet beschikbaar maken als identificatiefiguur, gaat hinderen en bezorgt het passief z’n slechte naam.

Werk die handelende persoon dan liever helemaal weg. Helemáál onpersoonlijk is ‘de conclusie hieruit luidt…’ ofzoiets. Of bijvoorbeeld in plaats van ‘Hieronder wordt beschreven hoe…’ ‘Hieronder komt aan de orde hoe…’ Dat heten zakelijke alternatieven voor de lijdende vorm. Wie daar meer over wil weten: Formuleren, hoofdstuk 4.

Ik heb een heleboel van dat soort alternatieven standaard paraat. Want ik heb het ooit geleerd. En dat moet dus – dat is goed schrijfonderwijs. Niet alleen zeggen wat er niet mag, maar aanleren en voordoen hoe het wel moet.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Coronawoorden

Louise Cornelis Geplaatst op 16 november 2020 door LHcornelis16 november 2020  

Drie losse observaties over woordgebruik in tijden van corona:

  • Ik had het zelf al waargenomen en sinds kort gaat het er ook over onder Neerlandici: dat het uitmaakt of je corona of covid zegt en dat Nederland daarin afwijkt van andere landen. Dat je beide woorden op twee verschillende manieren uit kan spreken, met korte of lange o’s, dat was me nog niet opgevallen. Ik zeg lange o’s, en vrijwel alleen maar corona, maar ik heb ook wel covid of zelfs covid-19 gezegd en geschreven als ik precies wilde zijn: dat ging over de ziekte, niet over het virus.
  • Er lijkt nog geen algemene consensus te zijn over hoe je dat ding noemt dat je in openbare binnenruimtes moet dragen. Ik weet niet beter of het heet van oudsher mondkapje en dat hoor je ook het meest, maar in Vlaanderen heet het (ook?) mondmasker, onder invloed van het Engels hoor en lees ik hier ook wel gezichtsmasker en zelfs heb ik wel dingen gezien als mond-neusmasker dan wel -kapje. Probleem is natuurlijk dat we geen overkoepelend woord hebben voor mond+neus. Daardoor is mondkapje een onderschatting van wat het dient te bedekken, maar gezichtsmasker een overschatting. Het gesteggel tussen kapje en masker is ook interessant. Masker is voor mij meer iets voor de sier dan voor de functionaliteit, maar de huidige mondkapjes doen dan veelal wel degelijk ook iets masker-achtigs. 
  • Ik heb het er al eerder over gehad: de opmars van het woord kwetsbaar. Die zet zich voort. De afgelopen tijd het bik het, in corona- en andere contexten, aangetroffen met onder andere de volgende betekenissen: oud (met een willekeurige leeftijdsgrens ergens tussen de 50 en de 80), geestelijk of lichamelijk gehandicapt, chronisch ziek, tijdelijk ziek (beide van elke aard), te zwaar (in termen van BMI), arm, werkloos, zeer flexibel werkzaam, allochtoon, verslaafd, eenzaam en gewelddadig (‘kwetsbare gezinnen’). Ik blijf het problematisch vinden. Het verhult: kwetsbaar klinkt als een individuele zwakte, maar het gaat om grote maatschappelijke problemen. Het suggereert dat er ook onkwetsbaren zijn – wat sowieso niet zo is, want leven is per definitie kwetsbaar, maar bovendien is dat maar een heel klein groepje zo. Het gooit van alles op één hoop: de ene vorm van kwetsbaar is de andere niet, de ene 50- of 60-plusser is de andere niet. En er is met het woord ook nog iets anders aan de hand: het is ook een deel van zijn betekenis kwijt. Je kon je ooit kwetsbaar opstellen. Daar gaat het echter niet meer over.
Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Berichtnavigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Meest recente berichten

  • Hallo Triathlonbond!
  • De hoogste tijd!
  • Wat een jaar!
  • Tekst als afspiegeling van falend beleid
  • Kijktip: YouTube-registeranalyse

Categorieën

  • Geen rubriek (8)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (260)
  • Opvallend (399)
  • Piramideprincipe-onderzoek (95)
  • Presentatietips (143)
  • schrijftips (735)
  • Uncategorized (28)
  • Veranderen (35)
  • verschenen (186)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archief

  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2021 - Louise Cornelis
↑