↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Inspirerende masterclass storytelling

Louise Cornelis Geplaatst op 29 april 2013 door LHcornelis26 april 2013  

Vorige week volgde ik een inspirerende masterclass storytelling en leiderschap bij StoryVentures. Aan het eind vroegen de trainers, Astrid Schutte en Carin Tiggeloven, wat we ervan hadden gevonden, en toen dacht ik: ik vond het te kort. En dat bedoelde ik op de manier zoals ik het zelf ervaar als ik dat als feedback krijg over mijn eigen trainingen: dat ik er wel meer van had gewild. Dus dat is een compliment.

Storytelling is ‘hot’: steeds meer mensen ontdekken verhalen als middel om iets te bereiken in organisaties. In de meest recente editie van Tekstblad staat bijvoorbeeld weer een verhaal over ‘de kracht van storytelling’ met als titel ‘Waarom verhalen ons eeuwig verleiden’. Nou, dat weet ik al  heel lang: toen ik 10 was, las ik Die ene seconde, een verhaal over een broer en zus ten tijde van de atoombom op Hiroschima. Dat boek heeft mijn rechtvaardigheidsgevoel voor altijd beïnvloed. Om maar één voorbeeld te noemen. Managers ontdekken die kracht van verhalen, en dus ook dat ze te gebruiken zijn, bijvoorbeeld om mensen ‘mee’ te krijgen.

Het waarom en de theorie van storytelling, die wist ik dus wel zo’n beetje, onder andere door de boeken van Astrid Schutte, die ik al een tijdje ken en met wie ik al eens eerder had gepraat over de raakvlakken tussen storytelling en mijn werk. Verhalen gebruik ik ook al: ik vertel regelmatig relevante verhalen in mijn trainingen, en ik zou zonder verhalen geen columns kunnen schrijven – om maar twee voorbeelden te noemen. Ik houd dan ook heel erg van verhalen, ik lees niet voor niets zo graag, op mijn tiende al, en nog steeds (zie ook m’n vorige post).

Ik wilde in de masterclass aan de slag met bewuster verhalen uitdenken om in organisaties te kunnen gebruiken. En dat is gelukt! Want we hebben vooral veel zelf gedaan. Waar ik ook op dit weblog de laatste tijd regelmatig heb geklaagd over bijeenkomsten die ‘workshop’ heten maar waar je als deelnemer alleen maar zit te luisteren en naar Powerpoint zit te kijken, daar was dit wel degelijk werken voor ons als deelnemer, meteen vanaf het begin, want we hebben ons met een verhaal uit onze kindertijd voorgesteld (voor mij dat over Die ene seconde). Dat is nog eens wat anders dan het verplichte riedeltje naam-functie-bedrijf-verwachtingenvandetraining! Het geeft een veel persoonlijker inkijkje in die andere deelnemers.

Uiteindelijk hebben we ’s middags zelfs ons eigen visieverhaal uitgewerkt. Nouja, een deel ervan, en al eerste concept. Om het helemaal uit te werken, Daarvoor was één middag te kort. Ik had meer nadenk- en suddertijd nodig gehad, de feedback verwerkt, en ook graag verschillende versies uitgeprobeerd om te ervaren wat er wel en niet werkt, bij mijn eigen verhaal, maar ook wel bij die van de andere zeven deelnemers. Want dat vond ik ook leuk: luisteren naar de verhalen-in-wording van de anderen. Nou goed, met het verder uitwerken en uitproberen ga ik aan de slag, want dat is precies waar ik op dit moment mee bezig ben: mijn visie op schrijven als manier om als individu en organisatie beter te gaan werken (klantgerichter, logischer, creatiever, eigenzinniger).

Wat ik bij een cursus ook altijd doe, is meekijken in de keuken van een andere trainer, en ook op dat punt was ik tevreden. Activerende werkvormen dus, in een prettige sfeer, plus een paar originele dingen die ook functioneel waren: we zaten niet op stoelen achter tafeltjes, maar in en kring van comfortabele fauteuils; we kregen de theorie op kaartjes met een afdruk van een dia, in plaats van in een boekje of op losse A4’tjes. Geen standaard map ook, maar een mooi schrift – net een paar van die dingetjes die opvallend anders waren dan meestal, en die mij wel bevielen.

Als ik dan één punt van kritiek moet hebben, dan is het dat ik vond dat er een soort schijntegenstelling kwam tussen enerzijds organisatietaal (abstract, onpersoonlijk, spreekt niet aan, doet ’t niet – dus fout) en anderzijds verhalen (concreet, beeldend, persoonlijk, spreekt wel aan, is effectief – dus goed). Maar dat is te zwart-wit: ook een verhaal kan mislukken, of vol zitten met managementjargon, en ook een niet-narratieve presentatie of tekst kan concreet zijn, goede metaforen bevatten, aanspreken en effectief zijn. Verhalen hebben hun plek, maar, om maar iets te noemen, met data onderbouwde betogen kunnen ook heel effectief zijn. Daaraan werken met schrijvende professionals is mijn dagelijkse werk.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Piramide in de steigers zetten

Louise Cornelis Geplaatst op 24 april 2013 door LHcornelis24 april 2013 1

Ik was de afgelopen dagen naar Rome, om die stad te leren kennen. Op het metrokaartje zag ik een station ‘Piramide’ staan, en even neuzen in de reisgids bevestigde dat Rome inderdaad zijn eigen piramide heeft. Hij is gebouwd vlak voor het begin van onze jaartelling, toen Egypte net veroverd was, en daardoor ‘hip’ onder de Romeinen.

Nou, vanwege mijn bemoeienis met het piramideprincipe wilde ik daar wel heen natuurlijk, en dat kon met de metro ook erg makkelijk. Wat bleek? Hij stond in de steigers:

piramiderome piramiderome2

Enerzijds jammer, maar anderzijds ook wel weer heel grappig, want zo zeg ik het ook vaak: zet om te beginnen je piramide in de steigers… daarmee bedoelende dat je werkt vanuit een hypothese, schets, begin, en dat verfijn je gaandeweg.

Dus zo ziet dat eruit, een piramide in de steigers!

Geplaatst in Opvallend, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Zet je lezer op het goede been

Louise Cornelis Geplaatst op 19 april 2013 door LHcornelis17 april 2013  

Mijn maatstaf voor een goede inleiding is dat die de verwachtingen van de lezer managet: aan het eind van de inleiding weet je als lezer waar je aan toe bent en kun je een weloverwogen besluit nemen wel of niet verder te lezen. Bedoeling is dan natuurlijk dat je dan niet bedrogen uitkomt. In dit stukje uit Wielersport, het blad van de KNWU, gaat dat mis:

IMG

(klik erop om het leesbaar te krijgen)

In de eerste alinea krijg ik de indruk dat het stukje zal gaan over het gevaar van te intensief sporten. Daar gaat het echter verderop helemaal niet meer over. Vagelijk lijkt het misschien te suggereren dat je door goede voeding dat gevaar kunt vermijden, maar dat is natuurlijk onzin. Zo gaat het artikeltje me irriteren, en als dan ook nog blijkt dat het reclame is… bleh!

In zakelijke teksten vind ik het nog nauwer komen dan in dit soort stukjes. Dus doe altijd de check: managet jouw inleiding de verwachtingen van een lezer, op een heldere en ook eerlijke manier? Zet je lezer niet op het verkeerde been!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

De …-anticlimax

Louise Cornelis Geplaatst op 15 april 2013 door LHcornelis15 april 2013  

Bij een beetje rondneuzen op Twitter zag ik afgelopen weekend twee leuke tweets van @jasperdeboer. Hij noemt het zelf ‘slogans waarin de bedenker een tromgeroffel heeft proberen te stoppen’. Hij had er foto’s van, ik citeer die hier letterlijk:

  • Achterop een bedrijfsbusje: ‘Altijd de……… goedkoopste!’
  • Op een raam van een winkel(ofzoiets), in lettertype comic sans ook nog : ‘Modelbouw en ……meer’

Vooral die twee vind ik echt een geweldige anticlimax! Enne, houd dat aantal puntjes in bedwang – drie is echt wel genoeg!

Een goeie slogan schrijven, het blijft…… lastig!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Weg met de vaste formats!

Louise Cornelis Geplaatst op 12 april 2013 door LHcornelis12 april 2013  

Volgens mij is echt goed schrijven niet te verzoenen met vaste formats: schrijven is altijd maatwerk, en veel meer dan het invullen van stukjes tekst onder vaste kopjes. Stel je voor dat een romanschrijver dat zou doen: onder ‘hoofdpersoon’, ‘plot’, ‘setting’ en ‘conflict’ dingetjes invullen…

Laatst had ik een mooi voorbeeld bij de hand waarmee ik één van de problemen kan illustreren. Het ging om een vast format voor besluitvorming. Het had een kopje ‘Te nemen besluit’ en ergens verderop ‘Onderbouwing’. Ik zat meerdere voorbeelden van het volgende: het ’te nemen besluit’ was uiteengerafeld in zijn deelaspecten, en in ‘onderbouwing’ stond over elk van die deelaspecten iets gezegd. Maar wat nérgens stond, was de argumentatie voor het geheel – terwijl dat nou juist net doorslaggevend is bij besluitvorming (of zou moeten zijn).

Het duidelijkste voorbeeld vond ik een voorstel voor het gratis aanbieden van een gratis dienst aan een bepaalde doelgroep (ik houd het expres even vaag), en zowel die dienst als die doelgroep waren tot in detail gespecificeerd. Die details waren stuk voor stuk beargumenteerd. Maar waarom het überhaupt een goed idee was om die dienst gratis aan te bieden, stond nergens.

Desgevraagd zei de schrijver dan ook ‘onderbouwing’ meer op te vatten als ’toelichting’. Maar de kern van een voorstel tot besluitvorming is de argumentatie ervoor!

In piramidetermen: de hoofdboodschap was ver uitgewerkt als antwoord op de vraag ‘hoe’, en onderin de boom werd ook nog een aantal ‘waarom’-vragen beantwoord. Maar het antwoord op de ‘waarom’-vraag direct onder de hoofdboodschap, stond nergens.

Dan was er bij dit format ook nog een problematische categorie ‘bestuurlijke achtergrond’, die sommige schrijvers opvatten als ‘argumentatie’, andere als ‘aanleiding’. Het is ook niet makkelijk om algemene kopjes te formuleren die eenduidig zijn en algemeen genoeg om alle mogelijke inhouden onder te vangen.

Het is zonde als schrijvers een groot deel van hun moeite moeten doen om hun inhoud in ‘onderbouwing’ en  ‘bestuurlijke achtergrond’ te moeten persen, daarmee ook nog eens de essentie missend, en het dan ook nog zo eigenzinnig opvatten dat de lezer er geen houvast aan heeft (wat bij echte precisie in het format nog wel zo zou werken).

Daarom: schrijven is geen invuloefening! Weg met de vaste formats!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Getallen: altijd lastig

Louise Cornelis Geplaatst op 9 april 2013 door LHcornelis9 april 2013  

Tekst en getallen, dat bijt elkaar nogal eens. Hier is een stukje uit Schrijven Magazine nr. 2 waar ik echt geen touw aan vast kan knopen:

IMG

Tussen vishaken zet ik mijn vragen:

Een kwart van de Britten heeft het afgelopen jaar gemiddeld twee boeken gelezen [ En die andere driekwart dan? Lezen die niet? Of lezen die meer? Of wat voor groep of steekproef was dat kwart dan -betekent ‘gemiddeld twee boeken’ dat dat kon variëren van 0 tot een heleboel? Of waren het de mensen die sowieso al lezen, dus minstens 1 boek per jaar? ]. Dat (…). Ook gaven vier miljoen volwassenen [ Vier miljoen? Hebben ze echt zo veel mensen gevraagd? Dat kan ik me niet voorstellen. En hoe verhouden die vier miljoen zich tot dat ‘kwart’ van hierboven? Bijvoorbeeld: is die vier miljoen de andere driekwart? Als je zowel delen of percentages als absolute getallen gebruikt, moet je wel ergens uitleggen hoe die zich tot elkaar verhouden, anders kun je ze niet vergelijken ] aan wegens tijdgebrek geen enkel boek meer voor hun eigen plezier te lezen [ dus wel voor het plezier van iemand anders? ]. In Nederland (…) Cijfers van de afgelopen twee jaar wijzen uit dat een op de vijf Nederlandse volwassenen dagelijks een papieren boek of e-boek leest [ dus 365 boeken per jaar? ]. Ook blijkt dat vrouwen vaker geneigd zijn een boek op te pakken [ beetje flauw natuurlijk, maarre… een boek oppakken? Hoe verhoudt zich dat tot het lezen? ] (…).[ En tot slot: de kop ‘Volwassenen hebben steeds minder tijd om te lezen’ – dat blijkt echt helemaal niet uit het stukje. ‘Steeds minder’ impliceert een vergelijking door de tijd, tussen vroeger en nu. Die komt in de tekst echter nergens terug. ]

Op mij wekt dit stukje de indruk van: we hadden nog wat data, pleur die maar in een klein stukje. Of hebben ze bij Schrijven Magazine wel verstand van woorden, maar niet van getallen?

Hoe dan wel? Als je getallen echt wilt laten spreken, bedenk dan eerst welke boodschap ze uitdrukken. Kies vervolgens een grafiek die die boodschap visualiseert. Als je een vergelijking door de tijd uit wilt drukken, zoals de kop hier doet, kun je voor kolommen of een lijn kiezen. Als het gaat om een deel-geheel-vergelijking (‘25 % van de Britten’), past daar een taartdiagram bij. Enzovoort.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Mooie woorden over een gebiedsdoorsnijdend thema

Louise Cornelis Geplaatst op 2 april 2013 door admin2 april 2013  

Ik kreeg laatst via iemand bij de gemeente een ‘schetsboek’ onder ogen van iets wat ze hier in de buurt gaan maken. Ik citeer zo letterlijk (inclusief foutjes) maar geanonimiseerd van de eerste pagina, onder de kop ‘visie’, en dan vraag ik jullie, lezers, om te raden waar het over gaat. Dat staat in de echte tekst min-of-meer in X, dus raad eens wat X is:

De <regio> heeft als ambitie voor <gebied> een hoogwaardig groen en recreatief gebied te realiseren dat aaneengesloten is en goed is verbonden met de stedelijke gebieden. Met een gefaseerde, genuanceerde en interactieve aanpak wordt deze ambitie uitgewerkt. Geen eindbeeldplanning, niet topdown, maar bottom-up en flexibel. Het project Belevenisverbinding X geeft invulling aan deze ambitie. Het gaat hier niet om het realiseren van een nieuwe werkelijkheid, maar om het structureel en maximaal benutten en versterken van aanwezige kwaliteiten en kansen.
<Bureau> heeft hier invulling aan gegeven door op de eerste plaats een proces te ontwerpen waarmee kwaliteiten, benoemd en benut worden (met vier routes: programmeren, beleven, vertellen en markeren). Op de tweede plaats moet hiervoor een maximaal draagvlak gegenereerd worden (poldersessies) om tot slot hier blijvende en tastbare uitdrukking en ondersteuning aan te gegeven op locatie (toolbox/programmering/informatie).

En, geraden?

Op X staat ‘Polderpad’ – waar dit over gaat, is, voor zover ik kan achterhalen, een klein stukje fietspad om twee bestaamde fietsroutes met elkaar te verbinden. Het gaat dus om een paar kilometer asfalt.

Dat gaat natuurlijk niet zomaar, het aanleggen daarvan, nee…. (ik citeer van ietsje verderop, onder ‘Proces’)

Daarnaast zijn we als ‘overhead’ project een dialoog aangegaan met projectverantwoordelijken van gebiedsontwikkelingen. Daaruit bleken de kaders voor het polderpad steeds sterk bepaald door de specifieke mogelijkheden in de deelgebieden. We signaleren hier een blijvend spanningsveld tussen de wens om het polderpad als een continu en overkoepelend gebiedsdoorsnijdend thema neer te zetten en de verschillen in ontwikkeling per deelgebied.

Aha, een fietspad is een continu en overkoepelend gebiedsdoorsnijdend thema dat wordt bepaald door de specifieke mogelijkheden in de deelgebieden!

Iets verderop staat onder ‘Stand van zaken’:

De agendering van kansen en kwaliteiten op locaal niveau sluit aan op een behoefte. Het levert voedingsstof voor gebiedsontwikkelingen en kaders voor locale initiatieven. Bovendien levert het de inhoudelijke kaders waarbinnen de belevenisverbinding tastbaar zal worden uitgewerkt.

Volgt een toolbox met tekeningen van zo te zien leuke hebbedingetjes voor bij het fietspad, inclusief een recreaduct (vinden jullie dat ook vies klinken?).

Ik ben niet de beoogde lezer, en ik weet niet wie dat wel is of hoe het stuk gebruikt zou moeten worden. Maar mijn indruk is dat dit niet alleen de beruchte vaagtaal is die beleidsschrijven karakteriseert, en die gericht is op het genereren van consensus meer dan op leesbaarheid (hier goede uitleg daarvan). Het is een kruising daarvan met de gebakken lucht die ik eerder ken uit het bedrijfsleven, waar vaker met abstracties een fraaie schijnwereld geschetst wordt – daar kun je allicht meer aan verdienen dan aan het beestje gewoon bij de naam noemen.

Dikdoenerij wordt terecht steeds minder gepikt. Mocht dit soort taalgebruik naar buiten lekken en de nuchtere Rotterdamse bewoner in de oren komen, dan vergroot dat mijns inziens de kloof tussen burger en politiek. Want, zo zal elke burger zeggen, waar gáát dit over? Kom op, zeg, het is een fietspad.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Twee keer beginnen

Louise Cornelis Geplaatst op 28 maart 2013 door admin28 maart 2013  

Afgelopen zaterdag zong een vriendin van mij in een memorabele Matthäus Passion, waarmee het Vlaardingse Gemengd Rijnmondkoor afscheid nam: na 107 jaar komt er een einde aan het bestaan van dit koor. Terecht besteedde Vlaardingen24 daar aandacht aan. Ik vind het een herkenbaar en fraai stukje, op één ding na: het lijkt twee keer te beginnen. En dat zie ik vaker in inleidingen, ook van zakelijke teksten, vandaar dat ik het hier bespreek.

Dit is het eerste stuk van de tekst:

Vlaardingen kent voldoende uitgaansmogelijkheden op een willekeurige weekenddag. Een bioscoop, een cultureel jongerenpodium, een muziekcafé en ga zo maar door. Op ieders lijstje van ‘de tien dingen die je tenminste eenmaal in je leven gedaan moet hebben’ zou in ieder geval het bijwonen van een live uitvoering van de Matthäus Passion moeten staan. Een groot aantal Vlaardingers kon dat punt op zaterdag 23 maart ‘afvinken’ van het betreffende lijstje.

Als ik die eerste twee zinnen weghaal, begint de tekst wat mij betreft heel logisch:

Op ieders lijstje van ‘de tien dingen die je tenminste eenmaal in je leven gedaan moet hebben’ zou in ieder geval het bijwonen van een live uitvoering van de Matthäus Passion moeten staan. Een groot aantal Vlaardingers kon…

En ook vanuit die eerste twee zinnen zou de tekst goed op gang kunnen komen, al vind ik dat iets minder sterk:

Vlaardingen kent voldoende uitgaansmogelijkheden op een willekeurige weekenddag. Een bioscoop, een cultureel jongerenpodium, een muziekcafé en ga zo maar door. Toch had afgelopen zaterdag een groot aantal Vlaardingers gekozen voor iets heel anders… (ofzoiets)

Maar door die twee beginnen met elkaar te combineren, zit er tussen de tweede en derde zin een gekke sprong, een onlogische overgang die me altijd aan een Monty Python-klassieker doet denken:

Vlaardingen kent voldoende uitgaansmogelijkheden op een willekeurige weekenddag. Een bioscoop, een cultureel jongerenpodium, een muziekcafé en ga zo maar door. <And now for something completely different….> Op ieders lijstje van ‘de tien dingen die je tenminste eenmaal in je leven gedaan moet hebben’ zou in ieder geval het bijwonen van een live uitvoering van de Matthäus Passion moeten staan.

Wat door het hoofd van de schrijver is gegaan, weet ik niet. Ik kan me voorstellen dat hij of zijn gewoon twee goede ideeën had om mee te beginnen. En dat was ook zo. Alleen, samen werken ze niet.

Er kunnen soms ook nog twee andere dingen aan de hand zijn:

  • Er kan wél een verband zijn op de plek waar ik ‘and now for something completely different’ denk, alleen zit dat in het hoofd van de schrijver maar staat het niet op papier – een gedachtesprong. Oplossing: expliciteren.
  • De schrijver is bezig met het uitstellen van ter zake komen. Oplossing: één van de twee beginnetjes toch naar achter schuiven. Anders duurt het te lang voordat de lezer tot de kern kan komen.

In het geval van Vlaardingen24 is goed schrijven een kwestie van schrappen. Wat ook wel ‘kill your darlings‘ heet: helaas, één van de twee goede ideeën haalt het niet.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Tekstblad-column online

Louise Cornelis Geplaatst op 28 maart 2013 door admin28 maart 2013  

Net is er weer een column van een tijdje geleden uit Tekstblad daar online verschenen, namelijk die met een nogal existentiële vraag: ‘waar doen we het voor?’ Tekstschrijven dus, hè, of meer in het algemeen: tekstkwaliteitszorg. Ik zou zeggen: niet alleen of niet zozeer omdat de tekst er leesbaarder van wordt. Dat interesseert zakelijke lezers niet eens zo – niet genoeg om er veel moeite voor te doen.  Je doet het vooral omdat je er beter van gaat denken en klantgerichter van wordt. En dat loont wel!

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Mijn piramide-bouwproces

Louise Cornelis Geplaatst op 25 maart 2013 door admin25 maart 2013  

Afgelopen dagen ben ik bezig geweest met een ingezonden brief in reactie op een artikel. Natuurlijk in piramidale vorm: ik neem een standpunt in en onderbouw dat. Met een deel van mijn hoofd heb ik bovendien in de gaten gehouden hoe ik dat deed. Want ik krijg daar regelmatig vragen over, zo van: maar hoe dóe je dat nou? Er is volgens mij niet één recept, maar dit was mijn piramide-bouwproces van de afgelopen dagen:

Stap 1: da’s makkelijk. Toen ik bedacht dat ik een brief ging schrijven, was dat vanwege een inhoudelijk kritiekpunt op het artikel. Dat kon ik prima onderbouwen, en ik dacht dus dat daarmee mijn piramide af was. Maar er waren nog een paar andere, losse dingen die ik ook wilde zeggen, en ik kon niets anders bedenken dan daar een PS van te maken. Nou goed dan – eerste versie schrijven.

Stap 2: onvrede. In de loop van het schrijven van de eerste versie dijde die PS echter uit tot meerdere punten. En dat zat me toch niet lekker. Als de losse gedachten langer zijn dan het betoog zelf, dan is dat een kwestie van, ja, van de boel eigenlijk nog niet goed doordacht hebben. Nouja, zo had ik dat niet voor ogen, maar als ik nu terugblik, was dat zéker het geval. Op het moment zelf had ik vooral een gevoel van onvrede: zo veel in de PS is niet zo mooi.

Stap 3: vallend kwartje. Terwijl ik met iets anders bezig was (iets huishoudelijks!), schoot me in één keer te binnen: die PS-punten zijn onder één noemer te brengen, namelijk die van onvoldoende journalistieke kwaliteit. Yes! Ik liet uit mijn handen vallen waar ik mee bezig was, en herschreef meteen de tekst. Ik hiel nog één los brokje over, en ik kreeg een nieuwe, overkoepelende hoofdboodschap: het artikel is een gemiste kans. Rode draad: om twee redenen: het klopt inhoudelijk niet en het is van onvoldoende journalistieke kwaliteit. Tevreden ging ik verder met het poetsen – ik had het stuk net een grote stap vooruit laten zetten!

Stap 4: verfijnen. Er nog eens verder over nadenkend besefte ik dat ik het ene losse stukje ook onder de journalistieke kwaliteit kon onderbrengen, en toen ik het geheel nog eens kritisch doorlas, zag ik dat een klein stukje uit de inhoudelijke tak eigenlijk ook over journalistieke kwaliteit ging (het betrof een redeneerfout). Ik zag toen ook dat de zes argumenten die ik had voor de journalistieke kwaliteit waren onder te verdelen in problemen met redeneringen, feiten en bronnen. Die driedeling heb ik niet zichtbaar gemaakt in de tekst, dat leek me wat te fijnmazig worden, maar ik heb wel de opsomming van zes op die manier geordend. Na nog een nachtje slapen kon ik mijn inhoudelijke punt ook nog wat verhelderen, waardoor het volgens mij minder zeurderig is geworden.

Stap 5: afwerken. Nou, toen was ik er wel: de piramide stond als een huis. Van het herverkavelen was de tekst er echter niet eleganter op geworden, dus ik moest nog wel wat redigeren om hem goed leesbaar te krijgen. In dit geval ben ik bang dat het me niet was gelukt om vóór het schrijven de structuur te bedenken: het denkwerk ging schrijvenderweg. Gelukkig was dit niet zo’n heel lange tekst, en was het dus niet te arbeidsintensief om de reeds geschreven stukken om te bouwen. Nu is-ie wel af, al weet ik natuurlijk nooit helemaal zeker of ik niet straks bij de afwas nog een inval krijg. Maar dat verwacht ik niet meer – want geen onvrede meer.

Als ik terugblik, is vooral stap 3 de ongrijpbare. Hoe vallen ineens die puzzelstukjes in elkaar? In mijn ervaring gaat dat zoals ik hierboven beschrijf: ik doe eerst grondig voorwerk, en dan laat ik het los. De puzzelstukjes vallen vooral tijdens het fietsen, hardlopen, de afwas en onder de douche. Als ik ‘vast’ zit, moet ik vooral dat soort dingen gaan doen, en niet te lang achter de computer met de tekst blijven prutsen.

Dat heb ik in de loop der jaren geleerd: schrijfprobleem? Ga toch fietsen! Of dweilen, dus.

Geplaatst in schrijftips | Getagged Nieuwe tag toevoegen | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑