↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Piramideprincipe-onderzoek

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Gewenning

Louise Cornelis Geplaatst op 11 februari 2011 door LHcornelis11 februari 2011  

Ik beloofde laatst nog iets naar aanleiding van de reflectieverslagen van de studenten van het piramideprincipe-onderzoekscollege. Welnu, nu dan, want het zit erop: alles is ingeleverd, ik ben klaar met nakijken, de studenten weten hun cijfers (gemiddeld hoog, ik ben dik tevreden!) en mijn rol als docent is zo’n beetje afgelopen. Blijft nog mijn rol als onderzoeker, waarin ik hoop met de resultaten nog verder te gaan.

En als toepasser natuurlijk, want ik doe wel degelijk dingen nu anders in de praktijk – ik schreef hiervoor al over dat ik mezelf nu af en toe iets hoor zeggen waarvan ik denk: uhm, dat klopt niet. En dan slik ik het maar in.

Voor in de praktijk is bij mij van de reflectieverslagen één belangrijk ding blijven hangen, en dat is te vatten onder het woord gewenning. Meerdere studenten beschrijven hoe het enige tijd kostte om aan het piramideprincipe te wennen, niet alleen om het onder de knie te krijgen, maar ook gewoon als manier van naar teksten kijken. En als ze er dan eenmaal aan gewend waren, gingen ze zich afvragen waarom er zo veel niet-piramidaal, methodologisch (of nog anders/slechter) geschreven wordt, en waarom ze dat zelf ook altijd zo gedaan hebben, en niet anders geleerd.

Met andere woorden: in het begin zit je vreemd te kijken naar het piramideprincipe, maar als je er eenmaal aan gewend bent, wil je niet anders meer. Het eerste gold duidelijk ook voor de proefpersonen in de onderzoeken; het tweede merk ik in de praktijk.

Het enthousiasme ligt voor mij meer voor de hand dan de gewenning. Die fase is voor mij al lang geleden. Door het college, en zeker ook nu door er zo vaak over te lezen in de verslagen van de studenten, werd ik me ervan bewust, en ik wil het ook in trainingen en dergelijke goed voor ogen houden: het piramideprincipe kost ‘wen-tijd’. Voor schrijvers en voor lezers.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Leesinstructie helpt niet

Louise Cornelis Geplaatst op 9 februari 2011 door LHcornelis9 februari 2011 6

In december schreef ik op dit weblog een advies naar aanleiding van één van de helderste resultaten van het piramideprincipe-onderzoekscollege, namelijk dat de inhoudsopgave met boodschaptitels verwarrend is voor veel lezers. Ze gaan op zoek naar vertrouwde termen als advies en conclusies en zien niet dat de inhoudsopgave een mini-samenvatting is. Ik adviseerde toen daarom om labels als ‘advies’ en ‘argument’ toe te voegen aan de inhoudsopgave.

Wat blijkt? Dat helpt niet. Twee studenten hebben een vervolgonderzoek gedaan, ter afronding van het vak, en daaruit blijkt dat labels toevoegen het allemaal niet duidelijker maakt. Sterker nog: ook een leesinstructie toevoegen helpt niet. Proefpersonen blijven op zoek naar termen als ‘inhoudsopgave’, dus een leesinstructie lezen ze niet eens. De uit de methodologische manier van schrijven afkomstige gewoontes blijken zeer hardnekkig!

In The pyramid principle is Minto zelf eigenlijk nogal stellig. Ze beweert, op p. 79:

If you formulate your headings properly, they will stand in the table of contents as a precis of your report – another extremely useful device for the reader in trying to come to terms with your thinking.

Die uitspraak is, op basis van het onderzoek van Jan en Fleur, niet houdbaar.

Tsja. Ik moet er even aan wennen. Laatst gaf ik een training en halverwege de zin die standaard uit mijn mond rolt over hoe nuttig boodschaptitels zijn omdat ze samen als mini-samenvatting lezen stokte ik. ‘Dat zeg ik wel altijd,’ dacht ik, ‘maar uit het onderzoek blijkt dat dat helemaal niet zo werkt’.

Zoals elk goed onderzoek roept het natuurlijk ook een heleboel vragen op. Hoe komt het dat het in kranten wel werkt? Hoe zit het met Powerpoint-titels? Wat moet je dan met de koppen en inhoudsopgave van een piramidaal rapport? Enzovoort. Wordt hopelijk vervolgd, al houdt het onderzoekscollege nou echt zo’n beetje op.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 6 reacties

Hard writing makes easy reading

Louise Cornelis Geplaatst op 4 februari 2011 door LHcornelis4 februari 2011  

Ik ben inmiddels bezig met het nakijken van de reflectieverslagen van de studenten van het piramideprincipe-onderzoekscollege. In een ervan kwam ik een citaat tegen dat ik niet kende, maar dat ik wel heel treffend vind: ‘hard writing makes easy reading’, van Wallace Stegner.

Ik heb het vaak over dat verschijnsel, maar dan dus niet in deze woorden; ik gebruik de laatste tijd meestal de metafoor van de communicerende vaten, of liever gezegd: eigenlijk communiceren deze vaten juist niet, want ze balanceren niet uit naar hetzelfde niveau (wat bij communicerende vaten veroorzaakt wordt door een verschil in druk). Het is meer zo dat als je het volume in het ene vat opvoert, het peil in het andere vat daalt, en omgekeerd.

Wat ik daarmee bedoel: de inspanning die jij als schrijver doet, maakt de taak van de lezer makkelijker. En als jij je er als schrijver makkelijk van afmaakt, heeft de lezer het moeilijker.

Daarom is schrijven vaak zo’n inspanning. En daarom zie je vaak de moeite van de schrijver helemaal niet af aan de korte, heldere tekst die er het resultaat van is. En daarom zijn slecht geschreven stukken zo’n moeizame puzzel. En daarom ook Pascals beroemde citaat over geen tijd hebben voor een kortere brief. Dat komt allemaal op hetzelfde verschijnsel neer. Dat uitleggen biedt wel eens troost aan schrijvende professionals die ervaren dat (goed) schrijven tijd en moeite kost. Ja, dat is zo. En die bespaar je je lezer.

Naast Pascal ga ik vanaf nu vaker Stegner citeren! (Met dank aan Marit.)

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Stil?

Louise Cornelis Geplaatst op 27 januari 2011 door LHcornelis27 januari 2011 1

Het is alweer even een beetje stilletjes rond het piramideprincipe-onderzoekscollege op dit weblog. Dat klopt. Het is niet zo dat er niets te melden is. De studenten zijn bezig met hun laatste loodjes: de twee slotopdrachten. De vroege inleveraars gaven zo hier en daar alweer aanleiding tot blogpost-input, maar de deadline is pas volgende week en de meeste studenten moeten de opdrachten nog inleveren. Dus houd ik mijn digitale mond maar even… Maar wordt dus echt nog vervolgd!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 1 reactie

Nuancing the pyramid principle

Louise Cornelis Geplaatst op 18 januari 2011 door LHcornelis18 januari 2011  

Throughout the pyramid principle research class, I was in touch on LinkedIn with my former McKinsey communications specialist colleagues – we have a group with sometimes vivid discussions. I just wrote a summary of the findings of the class for that group, and I thought I might as well put it here, for the sake of other English language readers interested in the effectiveness of the pyramid principle – which is what we researched in a Master class at Groningen University.

The students carried out 7 small research projects: 5 experiments aimed at readers, one round of interviews with writers (learners of the pyramid principle) and one literature study. I’ll give you a summary of the results.

In true pyramid fashion, I synthesized the findings. The main conclusion is that there is room for nuancing of the pyramid principe, or perhaps even a need. Here is the support:

1. In some situations, it is good to be cautious with the pyramid principle. As you all know, it is a direct and forceful way to communicate, and many users are hesitant to use it in its full force when communication a message with negative consequences. This seems to be justified. In an experiment in which we compared two versions of an advisory letter about changing the opening hours of the university restaurant, one with good news (longer hours) and one with ‘bad’ news (shorter), we found that the ‘bad news’ version was evaluated by readers in terms like ‘forced’, ‘compulsory’, and ‘imposed’. Moreover, many readers of this version were unable to point out the main message.

2. There is much variation among readers in their appreciation of the pyramid principle. What some readers like about a pyramidal text (direct, personal, short, to-the-point), others don’t appreciate and see as too direct and too self-confident. Interestingly, some readers see the directness as less professional, probably because they are used to the more indirect and fluffy style of most professional writing.

For me, this means that in practice I am going to stress even more the importance of knowing who your reader is, including his or her report and style preferences.

3. Main message upfront is not confusing: hardly any reader starts reading a report from the end. However, the table of contents in a standard pyramidal report is confusing, because readers miss the familiar words like ‘conclusion’ and ‘recommendations’. Most readers do not recognize that it is all there right in front of them, by means of message titles. In other words: readers do not read the captions of a report as if it is a newspaper, and they need more grip in order to find their way around a non-traditional report.

I actually think this is an important weakness of the principle. A structure should be self-explanatory; message titles in reports do not seem to work that way.

4. It is unclear whether applying the whole pyramid principle is worth the effort. Writers consider it quite difficult to apply the principle, even though they recognize the value. What readers value, however, are the general characteristics of a well-written text, not necessarily the pyramid principle in its full consequences. Readers appreciate a clear structure and concise style – but more roads lead to that. It also seems to be that the main gain for writers is the preparation: they are forced to think before they start writing. That, too, is not pyramid-exclusive.

On the one hand, this lack of distinction stems from the limitations of our work: our experiments could not distinguish between ‘good writing in general’ and ‘pyramid’. On the other hand, I think this finding shows that there are good reasons for teaching writers in less demanding environments (than McKinsey) a ‘light’ version of the principle.

5. There is room to further develop the pyramid principle, on the basis of more modern insights in to human communication and cognition, that state the importance of creativity, metaphor, association, narrative… which makes the pyramid principle look at least one-sided, with its emphasis on rational logic.

The small scale of all the experiments makes it important to be cautious with generalizing. Yet I still think the findings are quite interesting – don’t you?

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Hoofd en hart: Piramideprincipe 2.0?

Louise Cornelis Geplaatst op 13 januari 2011 door LHcornelis13 januari 2011  

De afgelopen weken ben ik hier bezig geweest met het rapporteren van de resultaten van het piramideprincipe-onderzoekscollege. Er loopt nog een vervolgonderzoek en er komen misschien wel weer nieuwe dingen boven als ik verder ga met het artikel, daar commentaar op ga vragen enzo. Maar verder was ik er aardig doorheen, zo’n beetje, op één ding na: de theoretische basis van het piramideprincipe. Ook daar hebben studenten naar gekeken namelijk.

Al met één blik achterin het boek kun je vaststellen dat Minto geen gebruik maakt van recente wetenschappelijke inzichten: het nieuwste werk in de literatuurlijst van The Pyramid Principle is uit 1980. Is dat erg, als het verder een goed principe is? Ik vind van wel, of tenminste, ik heb er moeite mee dat Minto  doet alsof het piramideprincipe zo goed is omdat het aansluit bij de manier waarop onze hersenen werken, zoals blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Misschien zegt ze dat nergens met zo veel woorden; ze wekt in elk geval wel de pretentie, vooral op de eerste pagina’s van het boek.

Volgens Minto sorteert onze geest (mind) informatie in een piramide-achtige structuur, een patroon van bijvoorbeeld reeksen met gelijke kenmerken. Alsof onze hersenen computers zijn. Natuurlijk, we sorteren informatie. Maar in een piramide? Recenter cognitie- en hersenonderzoek heeft laten zien dat sorteren best wel grillig gaat, en gebruik maakt van netwerken, verbeelding, associatie, metaforen, prototypes en creativiteit (in de zin van: verbindingen leggen tussen niet-gekoppelde kennis). Categorising is geen ‘ja/nee’ kwestie, maar bijvoorbeeld een kwestie van associatie.

Minto beweert dat ideeën makkelijker te begrijpen zijn als ze ‘voorgesorteerd’ staan in een piramide. Ze bedoelt daarmee dat een waslijst van, zeg, negen items niet te overzien is, maar geordend naar drie groepen van drie wel. Voor teksten wordt het belang van dit punt echter sterk genuanceerd: er zijn op zijn minst andere manieren om een tekst of structuur overzichtelijk te maken. Denk maar aan een encyclopedie: duizenden lemma’s, hartstikke overzichtelijk.

Wat betekent dit nu? Een piramide kan wel helpen informatie toegankelijk te maken, maar het is zeker niet de enige of ultieme weg tot een overzichtelijke tekststructuur te komen, en het is ook zeker niet aangetoond dat een piramidale tekst optimaal aansluit bij onze hersenen. En dat betekent volgens mij dat er ruimte is om het piramideprincipe door te ontwikkelen.

In het ‘piramideprincipe 2.0’ zou ruimte zijn voor een aanpak die recht doet aan de modernere inzichten over de menselijke informatieverwerking. Creativiteit, associatie, metaforen, prototypie zijn mogelijke nieuwe invalshoeken voor de nieuwe versie van het piramideprincipe. Het zou daarmee een structuur kunnen worden die niet zo eenzijdig op logische overtuigingskracht gebaseerd is, eentje die naast tot het hoofd, ook tot het hart weet te spreken.

Ik pleit hiermee niet voor het weggooien van het kind met het badwater: de rationele basis van het piramideprincipe moet wat mij betreft behouden blijven. Maar er kan méér. Hoe dat ‘meer’ eruit moet zien, dat weet ik ook niet. Wie weet is er inspiratie te halen bij meer narratieve aanpakken, zoals (corporate) story telling?

Makkelijker maak ik het zo niet, natuurlijk, en dat terwijl een eerdere conclusie was de moeilijkheid van het piramideprincipe in de hand gehouden moet worden. De klacht dat het piramideprincipe te eenzijdig rationeel is, komt in de praktijk vooral van de kant van de zeer ervaren gebruikers ervan, zoals mijn oud-collega-communicatiespecialisten bij McKinsey (ik schreef daar eerder over). Veel schrijvende professionals moeten nog leren om überhaupt rekening te houden met een lezer. Doe dat eerst maar, en ga vervolgens op zoek naar een goede verhouding tussen hoofd en hart.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

… maar is dat wel genoeg?

Louise Cornelis Geplaatst op 4 januari 2011 door LHcornelis4 januari 2011  

Als één van de eerste resultaten van het piramideprincipe-onderzoek raadde ik in mijn post van 16 december aan om de inhoudsopgave te voorzien van labels als ‘advies’ en ‘argument’. Reden hiervoor is dat lezers niet zomaar zien dat de inhoudsopgave van een piramidaal rapport een mini-samenvatting is, en dat ze in de war kunnen raken omdat in die inhoudsopgave geen woorden staan als ‘conclusie’ en ‘aanbevelingen’.

Het toevoegen van een paar woordjes aan de inhoudsopgave voor wat extra houvast heeft geen nadelen. De vraag is wel of het genoeg is. Het is nog steeds niet de houvast van de oude, vertrouwde structuur die aan het eind wél ‘conclusie’ en ‘aanbevelingen’ heeft. Misschien hebben lezers die het piramideprincipe niet kennen wel uitleg nodig over hoe zo’n afwijkende structuur in elkaar zit.

Daarnaar gaat één duo studenten een vervolgonderzoek doen. Ze doen dat in het kader van de afronding van het vak, waarvoor alle studenten nog iets moeten doen. De meesten doen gewoon de opdracht die ik bedacht en opgegeven had. Maar Jan en Fleur wilden liever nog een stap verder zetten met hun onderzoek. Erg leuk, en ik ben weer benieuwd wat eruit komt. Ze gaan de instructie in de inhoudsopgave in drie stappen opvoeren, en dan bekijken of de proefpersonen dan níet in verwarring raken van de piramidale structuur.

Overigens: als eruit zou komen dat een piramidaal rapport alleen met een flinke dot instructie toegankelijk is, zou ik dat wel een stevige domper vinden. Een echt goede structuur hoort voor zich te kunnen spreken, en is helder zonder meer. Het moet toch niet zo zijn dat het piramideprincipe alleen werkt voor ingewijden?

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Is het allemaal wel de moeite waard?

Louise Cornelis Geplaatst op 4 januari 2011 door LHcornelis4 januari 2011 1

Ik typ de titel boven deze post en denk: hmm, zou ik het nieuwe jaar niet met een vrolijke noot moeten beginnen in plaats van met zo’n diep-filosofische vraag? Dus: gelukkig nieuwjaar, beste volgers!

Maar dan nu. Misschien wel de meest intrigerende vraag die overblijft na het onderzoek naar de effectiviteit van het piramideprincipe is: is het wel de moeite waard? Aan die vraag zitten twee kanten. Enerzijds is de inspanning groot. Het (leren) toepassen van het piramideprincipe is lastig, zo gaven de daarover geïnterviewde schrijvers aan. Op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 staat voor heel moeilijk, was er slechts één adviseur die zichzelf een zeven geeft. De rest zat rond de vijf – en het waren allemaal hoogopgeleide, slimme mensen. De adviseurs zeiden het lastig te vinden om de hoofdboodschap te formuleren, de informatie goed te rangschikken en de niveaus van de piramide te bepalen. Dat komt zo’n beetje neer op ‘alles’ . Piramidaal schrijven kost vooral in het begin veel tijd, en het kan onzekerheid met zich mee brengen: “Je wordt er onrustig van omdat je je afvraagt of je het wel helemaal goed hebt gedaan. Het gevaar is dat je er teveel tijd aan gaat besteden.”

Anderzijds is het onduidelijk of de lezers het piramideprincipe wel. Spontaan krijg je van lezers weinig feedback op de structuur van een tekst. Als je ze systematischer ondervraagt, zoals de studenten deden in een aantal experimenten, noemen ze kwaliteiten van goed gestructureerde teksten als zodanig, niet per se van volgens het piramideprincipe gestructureerde teksten. Immers, je hebt ook niet-piramidale, goed gestructureerde teksten. Alle bovengenoemde positieve effecten van het piramideprincipe zijn wellicht alleen maar effecten van een goede structuur zonder meer. Piramidale teksten zijn beknopt zijn, to-the-point, ze bevatten geen overbodige informatie, hun toon is direct en helder. Met de experimenten was het onmogelijk een onderscheid te maken tussen deze algemene kenmerken van goed geschreven teksten en het bijzondere van het piramideprincipe.

Door een methodologisch rapport piramidaal te herschrijven, verander je meer dan alleen het structureringsprincipe: de kwaliteit van de structuur verbetert, de tekst wordt korter, de toon directer. Dat is allemaal mooi meegenomen, maar dat kan allemaal ook zonder het (hele) piramideprincipe toe te passen. Sterker nog: van de twee apart onderzochte specifieke kenmerken van het piramideprincipe, hoofdboodschap voorop en de uit boodschappen bestaande inhoudsopgave, kwam alleen het eerste kenmerk als goed uit de bus; het tweede bleek problematisch.

Wat moeten we hier nu mee? Enerzijds is het natuurlijk een logische en belangrijke suggestie voor vervolgonderzoek: uitzoeken of het piramideprincipe de inspanning wel waard is.

Anderzijds zou het wel eens zo kunnen zijn dat de grootste winst van het piramideprincipe is dát het schrijvers dwingt tot vooraf goed nadenken over de structuur van de tekst, tot in detail. Dat is, zo bleek uit de interviews, wat de schrijvers aangeven te doen (“Het is goed dat je bij het piramideprincipe eerst even nadenkt over hoe ziet het eruit en wat is nou het belangrijkste wat je wilt vertellen, ik denk dat dat veel toevoegt”). Er is geen enkele andere structureringsmethode die daarin zo ver gaat. Veelgebruikte structureringswijzen als de ‘vaste structuren’ en het methodologische indelingsprincipe geven alleen een methodiek de structuur op hoofdstuk-niveau. Het piramideprincipe is inzetbaar tot op het niveau van de afzonderlijke alinea of opsomming. Zo diep doorstructureren werpt wellicht wel zijn vruchten af. Als het piramideprincipe de manier is om tot goed gestructureerde, beknopte teksten te komen, dan is het dus toch de moeite waard.

Datzelfde geldt indien het toepassen van het piramideprincipe helpt bij het schrijven in een directe stijl. Misschien is het wel het enige structureringsprincipe waardoor óók de stijl verbetert. En ook dan is het dus de moeite waard. Ook daarin het principe wellicht uniek: het maakt schrijvers lezergerichter. Zoals één geïnterviewde het verwoordde: ‘Je verdiept je je in de gesprekspartner, in je de klant. Je leert klantgerichter schrijven.’

Misschien moet er een piramideprincipe ‘light’ ontwikkeld worden, dat wel zorgt voor een beknopte en heldere tekst, maar wat minder moeilijk is om helemaal toe te passen. Het is voorstelbaar dat er in sommige organisaties de lat minder hoog gelegd wordt dan wat Minto vereist. Op basis van ons onderzoek is niet mogelijk een grens te trekken ‘tot hier het piramideprincipe toepassen is wel goed genoeg’. Wel lijkt het zinvol om deelnemers aan trainingen enerzijds aan te moedigen om hun structuur goed te doordenken, en anderzijds de eisen iets te beteugelen: een goede structuur is goed genoeg; de perfecte structuur bestaat niet.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 1 reactie

Terechte aarzeling bij slecht nieuws

Louise Cornelis Geplaatst op 29 december 2010 door LHcornelis29 december 2010 1

In geval van ‘slecht nieuws’ aarzelen veel schrijvers bij het voorop plaatsen van de hoofdboodschap: is dat niet wat al te hard en direct? Uit het piramideprincipe-onderzoekscollege kwam dit op twee manieren aan de orde: de geïnterviewde recentelijk getrainde gebruikers van het principe spraken zich erover uit (“Sommige situaties vragen om een minder directe aanpak, bijvoorbeeld als je weet dat de klant het niet eens is met je advies” zei er één), en in één van de op lezers gerichte experimenten ging het er specifiek over. Uit dat experiment bleek dat de aarzeling terecht is.

In dat experiment hadden de studenten (Rianne en Rosalie) twee versies gemaakt van een adviesbrief aan het faculteitsbestuur over de openingstijden van de kantine, met daarin het advies die te beperken (‘slecht nieuws’) dan wel te verruimen (‘goed nieuws’). De brieven waren hetzelfde van structuur, opbouw en schrijfwijze.

De proefpersonen waren allemaal studenten aan de desbetreffende faculteit, onderverdeeld in gebruikers en niet-gebruikers van de kantine. Ze kregen één van de brieven voorgelegd, met daarbij een aantal vragen over de begrijpelijkheid van de hoofdboodschap, hun acceptatie van de boodschap en de toon/beleefdheid van de tekst die in de vorm van een interview werden afgenomen.

In het experiment werd de positieve brief unaniem positief beoordeeld, in termen als ‘helder’ en ‘duidelijk’. De negatieve brief lag een stuk moeilijker: ‘dwingend’, ‘geforceerd’ en ‘opgelegd’ waren de gebruikte woorden. Maar liefst zeven van de acht respondenten hadden een negatief oordeel over de toon. Eén van de respondenten zei: “Het is niet onbeleefd gebracht, maar het advies staat al helemaal vast.” Betrokkenheid (wel of niet vaak gebruik maken van de kantine) maakte daarbij niet uit.

Wat verder nog opviel, was dat de respondenten in de positieve brief allemaal feilloos de hoofdboodschap aanwezen; in de negatieve brief hadden ze daar meer moeite mee.

Wat concluderen we hieruit? Dat de inhoud van de boodschap gevolgen heeft voor de waardering van de vorm van de brief. Bij ‘goed nieuws’ kun je recht-toe-recht-aan schrijven. Bij ‘slecht nieuws’ kan het handig zijn om de directheid van het piramideprincipe te compenseren, en is het wellicht ook nodig om extra maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de beoogde boodschap overkomt.

Daarmee pleit ik er niet voor om bij slecht nieuws de hoofdboodschap maar achterop te zetten. Dat is zelfs in strijd met de regels voor het geven van slecht nieuws. Wel is er wat te doen met formuleringen, praten, en ‘positieve beleefdheid’ (het creëren van voldoende common ground).

Over de mogelijke onbeleefdheid van het piramideprincipe zette ik eerder tijdens het college al wat op een rijtje. Het meeste daarvan onderschrijf ik nog steeds. Ik ga alleen schrijvers wel wat vaker gelijk geven in hun zorgen en hun angst, om ze vervolgens te laten nadenken over hoe ze duidelijk en helder kunnen zijn, én netjes met hun lezer om kunnen gaan.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Top en bodem

Louise Cornelis Geplaatst op 28 december 2010 door LHcornelis28 december 2010  

Even iets anders tussendoor, wel naar aanleiding van het piramideprincipe-onderzoekscollege, maar niet zozeer een resultaat daarvan, daarmee ga ik morgen (ofzo) weer verder. Dit keer een observatie die ik deed aan het werk van de studenten, waaruit blijkt dat de top en de bodem van de piramide het lastigste zijn.

De laatste weken moesten de studenten de resultaten van hun onderzoek beknopt en piramidaal opschrijven. Wat me opviel, is dat bij de meeste uitwerkingen er twee problemen waren:

  • De hoofdboodschap was onvoldoende ver ‘doorgeduwd’. De hoofdvraag van het college was: ‘is het piramideprincipe effectief?’ Ik wil dan dus graag als top van de piramide daar een uitspraak over. Dat bleek vaak ook wel mogelijk, maar daar moest ik dan dus wel even tegenaan duwen, zeg maar: ik heb vaak de feedback gegeven: ‘en wat betekent dit nu in het licht van de hoofdvraag van ons onderzoek?’ Anders gezegd, in piramidale termen: ‘synthetiseer dit eens naar een hoger niveau’. Dat lukte dan meestal wel goed.
    Ik snap wel waarom dit punt lastig is: je moet er een soort ‘sprong’ voor maken, net een beetje verder van de data verwijderd, net wat speculatiever. Je moet ervoor durven interpreteren. En je moet ook nog eens het eigen deelterrein, met de eigen deel-onderzoeksvraag, overstijgen. Dat is een hele kunst, eentje die ook schrijvende professionals lastig vinden (zo bleek uit het onderzoek – ik kom daar binnenkort op terug).
    Een kunst ook waarvan het logisch is dat ik hem beter beheers dan studenten. Ik ging me ineens projectleider voelen: die doen dat ook, die stap verder zetten op basis van de data die hun analysten hebben aangeleverd.
    Nu ik over de resultaten aan het schrijven ben, ervaar ik dat weer zo: ik zit nog wat aan piramides te schuiven, interpreteer hier en daar iets anders, leg andere accenten… precies de dingen die schrijvende professionals soms zo vervelend vinden als hun baas dat doet: simsalabim… en de hele structuur staat op z’n kop en van hun eigen werk is niet veel meer te herkennen.
    Meer en meer ga ik zien hoe zeer tekst een tijdelijke tussenstap is in denk- en praatwerk, en niet iets definitiefs (wat ik leerde van de thesis die ik in het kader van het college las, en waarover ik eind oktober schreef). Het zou veel frustratie schelen als dat ook in organisaties duidelijker was.
  • De boodschappen waren soms onvoldoende gegrond in concrete data. In piramide-termen: de onderste laag leek te ontbreken. Dan stond er bijvoorbeeld wel dat ‘veel respondenten moeite hadden met…’ maar dan wil ik natuurlijk wel weten: hoe veel is veel? Hoeveel van de hoeveel? Een belangrijke onderzoeksmethode was interviewen, en in sommige uitwerkingen miste ik citaten, de eigen woorden van de respondenten. Daarmee gaat dit soort kwalitatief onderzoek leven.
    Ook dit probleem begreep ik wel: ik had een strenge ruimte-beperking opgegeven. Te streng, bleek gaandeweg. Nouja, inmiddels is het me wel gelukt alles weer in te korten tot de lengte die ik eerst voor ogen had, maar dat is omdat ik nu beter kan selecteren en alle overlappen kan zien. Voor de meeste studenten was het te veel gevraagd om op minder dan een A4 een beknopt, maar representatief verhaal te vertellen van hun hele onderzoek.
    De lengte varieerde wel wat: hoe helderder de uitkomst, des te korter kon het verslag zijn. Dat doet me denken aan wat ik wel eens zeg als er gevraagd wordt om kortere teksten (‘het moet op één A4 passen’): soms is de werkelijkheid zo complex dat het verhaal erover niet tot één A4 beperkt kan blijven. Oftewel: als Einstein z’n relativiteitstheorie op één A4 had gezet, had helemaal niemand het begrepen.
Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70
  • Terug uit Ierland (3/3): limericks uit Limerick
  • Terug uit Ierland (2/3): enkele andere bordjes
  • Terug uit Ierland (1/3): Iers

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (318)
  • Opvallend (549)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (894)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑