↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: maart 2021

1 = 2 à 8

Louise Cornelis Geplaatst op 29 maart 2021 door LHcornelis29 maart 2021  

Vorige week heb ik niet geblogd over de corona-persconferentie, ik had er weinig over te zeggen anders dan in de reacties ook al naar voren kwam: eerdere beloftes bleken loos, opnieuw een boel inconsistenties, weinig praktisch, geen uitleg; de twee bewindslieden oogden ongeïnspireerd.

Afgelopen zaterdag bleek uit Even tot hier dat ik iets had gemist waar ik misschien anders wel over had geschreven. Zie het fragment na 4’30: Rutte kondigt één ding aan wat iedereen wil, en dan volgt er een opsomming van acht dingen. Niels van der Laan maakt het heerlijk belachelijk.

Ik lag in een deuk, ook omdat ik het zó herkenbaar vond. Ik redigeer zoiets vaak. Vorige week nog, ik parafraseer wat er in de tekst stond:

De eerste stap is: goede voorwaarden scheppen en de financiering regelen.

Dat is niet één stap, dat zijn er twee, makkelijk te zien door en. Om er één van te maken, heb je drie opties, afhankelijk van wat inhoudelijk klopt:

  • Kiezen uit één van de twee
  • Overkoepelen – stap 1 kernachtig uitgedrukt, dus waar de twee dingen samen op neerkomen.
  • Duidelijk maken dat een van de twee stappen ondergeschikt is aan de andere (‘goede voorwaarden scheppen, zoals het regelen van de financiën’).

Bij Rutte was het simpel: overkoepelen, met ‘versoepelen’ of ’terug naar normaal’ ofzoiets. Dat wilde hij mogelijk niet zeggen.

Als je het bij acht of twee wil laten, kan dat ook. Maar dan moet de aankondiging anders.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Slordige stem-informatie

Louise Cornelis Geplaatst op 17 maart 2021 door LHcornelis17 maart 2021  

Er was de afgelopen dagen veel te doen over de fouten die 70+’ers hebben gemaakt bij het stemmen per post.  Standaardreactie van velen: dan hadden ze maar beter moeten lezen, de instructie is duidelijk.

Maar zo werkt het dus niet. Zelfs als de tekst van de instructie glashelder is, gaat er makkelijk van alles mis. Veel mensen lezen inderdaad niet of nauwelijks. Ga maar na bij jezelf hoe veel jij leest van alle papier die je voor je krijgt – lees jij – bijvoorbeeld – de hele gebruiksaanwijzing van een nieuw apparaat?

Zelfs als je leest, dringen de instructies niet door tot de juiste plek. Papier is helemaal niet goed in het bewerkstelligen van gedragsverandering. Helemaal niet als je dingen moet doen die tegen je gewoontes en intuïties ingaan. Dat was hier het geval: het is gek om niet alles in één envelop te doen en ongewoon om een handtekening te zetten op een stempas. Zo logisch is de procedure dus niet. Als zelfs Jan Terlouw makkelijk de fout in gaat, weet je het wel.

Dus ja, dan gaat het fout, en dat ligt aan een te rotsvast vertrouwen in wat tekst kan doen. Daar was voor gewaarschuwd, maar het ministerie heeft het onvoldoende serieus genomen. Beter is het om de procedure zo te ontwerpen dat die de kans op fouten verkleint. Niet voor niets zijn stembureaus zo ingericht dat je als vanzelf de juiste dingen doet.

Mogelijk was de tekst ook helemaal niet zo heel helder. Ik heb de instructie voor de 70+’ers niet zelf gezien, maar ik zie wel een paar onhandige dingen in de informatie voor de ‘gewone’ stemmers die ik van de Gemeente Rotterdam kreeg. 

In de eerste plaats is het veel en onhandig papier en dus gehannes. De instructies zijn verspreid over de achterkant van de kandidatenlijst en een apart foldertje, plus ook nog de RIVM-gezondheidscheck. De kandidatenlijst is een enorm vel, vanwege de 35 partijen. 

Op de achterkant van de lijst staan de stembureaus, met daarachter icoontjes die onderaan de pagina (hannes-hannes met het grote vel) worden verklaard. Daar gaat van alles mis.

Deels gaat het om details, zoals de ontbrekende n achter slechtziende en de gekke hoofdletter van Briefstemmen. Iets belangrijker vind ik al dat een stembureau kennelijk voor invalide(n?) toegankelijk is, maar wat het is voor blinden en slechtzienden is onduidelijk, en wat is auditief precies? Ik snap de strekking wel, maar het stáát er niet. Het lijken me voor de gebruiker drie soortgelijke betekenissen (‘als u beperking X heeft, kun u bij dit stembureau terecht’) maar ze zijn op drie verschillende manieren verwoord. In de tekst gaat het overigens over minder validen en visueel beperkten, er staat niets over gehoor.

Het ergste vind ik dat Stemstraat en Vroeg stembureau nergens worden uitgelegd. Auto stemstraat heet het stembureau in de lijst, en als ik dan via het icoontje van een auto vind dat dat stemstraat wil zeggen, zit ik in een cirkel. Bij vroeg stembureau denk ik, mede door het klokje, aan een stembureau dat eerder dan om half 8 open gaat. Maar nee, dat zijn de stembureaus die gister en eergister ook al open waren. Denk ik, want dat staat nergens: de term vroeg stembureau heb ik nergens verder aangetroffen, hooguit vervroegd stemmen of op 15 of 16 maart stemmen. 

De icoontjes komen in de tekst nergens terug, behalve dat voor invaliden en blinden en slechtziende(n), dat staat in het losse foldertje – maar dat voor auditief dan weer niet, en de rest dus ook niet. En hoe zit het nou precies met dat Inleverpunt Briefstemmen? In de tekst staat alleen dat je je briefstem voor 12 maart op de post moet doen. Hopelijk stond dat duidelijker in de informatie voor de 70+’ers.

Ook nog knullig: op de stempas staat dat je voor het dichtstbijzijnde stembureau op een website moet kijken, maar de hele lijst zit er op papier bij. Dat staat er alleen als je op zoek wil naar een ander stembureau. Online blijk je de actuele drukte te kunnen zien – verrassend, dat staat op papier nergens.

Ik kom er wel uit natuurlijk, maar dat is het punt niet. Mij baart het zorgen dat de overheid communicatie aan een hele grote groep burgers zo slordig ontwerpt. Dit kan en moet echt beter!

PS – Dan plaats ik dit blog en lees ik dat het briefstemspotje nog steeds op de radio is – doe dat voor 12 maart! Nouja, of vandaag dus nog ergens inleveren, maar daar hebben ze maar geen nieuw spotje voor gemaakt. Over slordig gesproken….

 

 

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Puzzelen aan een infographic

Louise Cornelis Geplaatst op 12 maart 2021 door LHcornelis12 maart 2021  

Ik heb woensdagavond een tijdje zitten turen naar deze infographic in een artikel in de NRC:

Het duurde even voordat ik hem doorzag. De strekking is dat als je vanuit een lager aantal bezette bedden begint, je bij lichte exponentiële groei van de corona-epidemie na vier weken nog niet in de problemen bent op de IC’s, maar bij een hoger aanvangsaantal wel. Het lagere aantal en geen problemen staat links, in het blauw; rechts drukken oranje en rood het problematische scenario uit.

De interpretatie-uitdaging zit ‘m in:

  • Die boodschap die ik hierboven formuleer, staat er niet. Er staat alleen een vraag, ‘wanneer terug schalen in maatregelen?’, en daar geeft de infographic ook nog eens geen antwoord op.
  • Rood en oranje zijn betekenisvolle kleuren, maar dan snap ik het blauw niet: 750 lijkt me in situatie 1 ook oranje en blauw versus donkerblauw is voor mij geen betekenisvol onderscheid. Ik snap overigens wel dat groen mogelijk een te positieve associatie zou oproepen. Maar ik zou dus kiezen voor blauw-oranje links en oranje-rood rechts.
  • Met het vet gaat er iets mis in de data-to-ink-ratio. Ik denk: vet = belangrijk voor de bedoelde boodschap, dus drukt wellicht de vergelijking uit, maar zo werkt het hier niet, tot twee keer toe:
    • Bovenin, dus waar staat Situatie 1/2 en R=1.1 (waarom niet 1,1 trouwens?), moest ik een paar keer heen en weer met mijn ogen om te zien dat er echt bij allebei 1.1 stond en dat het dus niet ging om een vergelijking tussen twee verschillende R’en.
    • Lager staat twee keer ‘zonder extra maatregelen’ en ook daarvoor moest ik even heen en weer: nee, ook dat is hetzelfde, het is niet zonder respectievelijk met extra maatregelen. Dus dat was een beetje puzzelen: dat zit hem in het verschil in hoogte tussen de lichtblauwe en de oranje kolom.

      De cruciale vergelijking zit ‘m in het verschil in hoogte tussen de lichtblauwe en de oranje kolom. Dat is best subtiel.

Ik was er toen wel, maar uit een Twitter-draadje waar ik gister in belandde begreep ik dat ook het ’10 IC bedden bezet door Covid patiënten’ (twee ontbrekende verbindingsstreepjes!), met het lijntje naar het vakje om één hokje, lastig te begrijpen is. Voor mij was dat meteen wel helder, zo vanzelfsprekend zelfs dat ik het bij het uitleggen over het hoofd zou zien (en zag, op Twitter): een mooi voorbeeld van hoe ook ik last heb van ‘the curse of knowledge‘.

Het is – bij nader inzien – inderdaad toch wel gek, want het is eigenlijk een extra stukje legenda: er staat dat één vakje staat voor tien bezette bedden. Dat is in elk geval een wat onconventionele legenda.

Alles bij elkaar vergt het interpreteren van deze infographic dus een aardige inspanning. Ik zie verbetermogelijkheden in details, zoals het opnemen van de boodschap, het vet wegwerken, gemeenschappelijke tekst in één keer doen, een gewonere legenda, misschien andere kleuren en wat kleine edits, maar ik zie niet 1-2-3 hoe het plaatje zelf beter kan. Iemand?

Het is in elk geval beter dan het origineel dat @wloon twitterde (dank!). Daar moest ik zeker ook op puzzelen! De conclusie daarin snap ik echter wel meteen: ‘breng bedbezetting terug vóór nieuwe versoepelingen’. Eens!

Enfin, wel weer een leuke in de verzameling corona-grafieken!

 

Geplaatst in Opvallend, Presentatietips | Geef een reactie

1 jaar later: de lat hoger

Louise Cornelis Geplaatst op 10 maart 2021 door LHcornelis9 maart 2021 5

Het is vanochtend precies een jaar geleden dat ik voor het laatst een schrijftraining gaf aan een groep mensen met wie ik in dezelfde ruimte was, bij hen op kantoor. Het terugdenken beroert me best wel, moet ik zeggen, met een heel scala aan emoties – ik schreef er eerder al over dat het nogal een woelig jaar was.Wat ik op 10 maart 2020 zeker niet had verwacht, ik schreef het gister ook al, dat we een jaar later nog steeds zo diep in de corona-ellende zouden zitten en dat het dus zo lang zou gaan duren allemaal.

Inmiddels is het zelfs de vraag wat ‘gewoon’ dan is en of het dat ooit weer wordt, qua virus. Ik mis nog steeds een heleboel, maar er zijn ook dingen waarvan ik hoop dat ze nooit meer terug gaan naar ‘gewoon’. Ze mogen zelfs nog wat ‘ongewoner’ worden. Ik leg het uit.

Sinds die terugblik op 30 december heb ik nog weer een stapje gezet in profiteren van wat er veranderd is: ik heb flink de smaak te pakken van webinars en online colleges. Die kan ik bijwonen vanwege het ontbreken van de reis. Ik heb er een aantal korte gedaan in Amsterdam en ik zou niet zo gauw voor een uurtje daarheen reizen, en ik heb er ook gedaan die veel verder weg waren: Zwitserland, Engeland, Canada. Wat geweldig om zo van goeie mensen te kunnen leren vanuit mijn eigen huis!

Wat me wel opvalt is dat, met één positieve uitzondering, de werkvorm van die webinars is: luisteren naar één of meer pratende hoofden, meestal met een powerpoint, en niet nader gestuurde interactie via de chat of de Q&A. Keer op keer ervaar ik zelf  bij die webinars dat alleen zitten kijken en luisteren te saai is, zeker als op datzelfde apparaat allemaal andere aandachtstrekkers draaien, zoals de mail, het nieuws en de sociale media. Het moet wel heel erg boeiend zijn wil het mij erbij houden. Dan maak ik bijvoorbeeld aantekeningen – maar dan mis ik prompt ook wat, want dat hoofd praat maar door en door en door.

Wat me ook opvalt: dat wat er aan interactie is, laat kansen liggen. Een grote groep vrijelijk vragen laten stellen via de chat leidt bijvoorbeeld tot een enorme berg vragen die alle kanten op gaan (‘vrij schieten’). Bij de standaard werkvorm is er bovendien niets wat wat het gemis aan onderling contact compenseert. Je bent eigenlijk maar een heel klein stapje verwijderd van kijken naar een filmpje. Maar een film zou dan weer beter gescript en visueel veel aantrekkelijker kunnen, weg van de webcam.

Ook uit het onderwijs hoor ik soms schokkende verhalen, onder andere over hele dagen alleen maar naar pratende hoofden óf ingesproken powerpoints kijken. Lekker voor mijn ego is dat wel, want ik weet er al heel wat meer van te brouwen en daarbij ook de extra mogelijkheden van online werken te benutten: samen schrijven, deelnemers hun scherm laten delen, quiz-vormen en dergelijke. Ik werk met break-outs, gerichte vragen, met individuele en groepsopdrachten en mijn e-learning (met mooie filmpjes) komt heel binnenkort online.

In het begin vorig jaar was het een hele prestatie dat we allemaal zo snel alles online voor elkaar kregen, maar de ontwikkeling is wel erg snel gestagneerd en de lat ligt nu wel erg laag. Van mij mag-ie hoger, en dat is wat ik bedoel met ‘graag nog wat ongewoner’. Niet alleen maar bezig zijn met zo gauw mogelijk weer terug naar alles live en tot die tijd maar wat behelpen. Nee, het goed doen, zorgen dat het online onderwijs en trainingen geven beter wordt. Voor nu en voor een nog zo ongewisse toekomst. 

Ik ben nog steeds bezig met het verhogen van mijn eigen lat, en ik hoop hier en daar een prikje in dezelfde richting uit te delen Ik heb een tijdje geleden bij een opdrachtgever ‘nee’ gezegd tegen het geven van een training omdat ik ‘m  te ‘uitgekleed’ vond ten opzichte van live en verworden tot iets wat ik zelf niet graag zou volgen. Natuurlijk heb ik aangeboden iets beters te ontwikkelen – wie weet.

Ondertussen leer ik zelf ook nog bij. Door de kunst af te kijken of te zien hoe het niet moet. Door te experimenteren. Door uit te wisselen met collega’s. Van wie nog goede tips of ideeën heeft, hoor ik graag!

 

Geplaatst in Uncategorized | 5 reacties

Te pessimistisch voor de persco

Louise Cornelis Geplaatst op 9 maart 2021 door LHcornelis9 maart 2021  

We zijn weer een corona-persconferentie verder en een blogje daarover is een traditie aan het worden. Wat me dit keer het meest opviel is dat het in de reacties vooral ging over het positieve, optimistische karakter ervan. Ik heb die positievere woorden ook wel gehoord natuurlijk, maar ik heb ze niet gevoeld: ik vond ze ongeloofwaardig.

De positieve woorden bleven bij mij in twee filters hangen:

  • Ene oor in, andere oor uit. Ik heb het afgelopen jaar vooral minister De Jonge al te veel horen beloven. Wat heeft hij al wel niet beloofd vorig jaar, over het testen, het bron- en contactonderzoek en het uittrappen van vuurtjes… In juli iedereen minstens het eerste vaccin? Zal wel. Ik hoop dat het zo snel gaat, maar ik geloof het gewoon niet meer. Alles moet ervoor meezitten, en dat heeft het de afgelopen tijd bepaald niet altijd gedaan.
  • Besef van de grote onzekerheid. Voor zover ik weet, is het verloop van de epidemie zelf net zo onzeker als twee weken geleden. Het enige wat verbeterd is, is de sterfte van de alleroudsten. Het effect van de versoepelingen van toen is echter nog onduidelijk. Er is geen duidelijke gunstige trend, en volgens sommige experts kan de derde golf nog steeds ‘losbreken’ – De Jonge zelf geeft dat toe. Dus hoezo dan optimisme over, bijvoorbeeld, de terrassen open per eind maart? Is dat dan een ‘perspectief’? Het risico op valse hoop is groot. 

Wat er bij mij een rol speelt is dat ik, weet ik van mezelf, een vrij pessimistische aard heb (pessimisme is een nuttige eigenschap voor elke redacteur, want je moet er altijd van uitgaan dat wat er staat niet klopt of niet goed genoeg is). Dus ik schaam me er niet voor, en bovendien heeft de coronacrisis is alle opzichten zelfs mijn zwartste toekomstbeelden weten te overtreffen. Wie had bijvoorbeeld vorig jaar ooit gedacht dat we nu nog zo diep in de shit zouden zitten, met een zeer langdurige lockdown en nog steeds zo veel zieken en doden?

Behoefte aan perspectief, tsja, dat snap ik wel, maar het is gewoon nog onzeker. Voor de komende weken, de komende maanden en zeker ook voor de lange termijn. Het kan allemaal heel goed gaan, en dat hoop ik natuurlijk van harte. Maar ik reken er niet op. Valse hoop is namelijk bijzonder ondermijnend.

Wat het me over communicatie maar weer eens leert is hoe verschillend mensen lezen en luisteren, dus hoe verschillend ze boodschappen ontvangen. Als spreker/schrijver moet dat bescheiden stemmen.

 

Geplaatst in Opvallend, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Eenvoudig schrijven is zo simpel nog niet

Louise Cornelis Geplaatst op 8 maart 2021 door LHcornelis4 maart 2021  

Ik had het al over een column, en er staat nog meer fraais in de huidige editie van Tekstblad (01 van de 27e jaargang), om te beginnen een artikel van Marije van den Berg over stoppen met ambtelijke taal (p. 6-11).

Van den Berg is deskundige op het gebied van stoppen met dingen, en geeft zo een ander perspectief op ambtelijk schrijven dan tekst- en communicatiedeskundigen doen. Ik herken enkele dingen die ze schrijft en die je bijna nergens tegenkomt (altijd fijn om het eens van een ander te horen), en ik leer ook nog wat nieuws. 

Wat ik herken en fijn vind om van een ander te horen is dat begrijpelijker schrijven niet een kwestie is van even wat begrijpelijkere zinnen fabriceren op het beruchte en controversiële ’taalniveau B1′. Ik schreef daar zelf ook al eerder over. Vaagheid is soms bewust, duidelijkheid is griezelig (zie ook mijn ervaringen bij voorheen het BIT, nu Adviescollege ICT-Toetsing).

Bovendien is de gebruikte taal vaak een afspiegeling van de organisatie: het ’topje van de ijsberg’ zegt een van de mensen die Van den Berg opvoert. Taal weerspiegelt bijvoorbeeld hiërarchie en machtsverhoudingen. Je ‘framet’ erin mee wie wel en niet tot jouw groep behoort. En van wie ‘moet’ je bijvoorbeeld begrijpelijker schrijven? Geeft die wel het goede voorbeeld?

Taal zit ook nog eens nauw verbonden aan de rolopvatting en de professionele identiteit van de schrijvers – iets waar ik zelf in Tekstblad over schreef, toen een trainingsproject strandde op ‘wij zijn echte techneuten dus wij schrijven niet populistisch’ (artikel staat in mijn gratis e-boek). Ik steggel daar heel vaak over in trainingen. Als je het niet aangaat, gaat de weerstand tegen de ‘begrijpelijke taal’ mogelijk ondergronds.

Wat ik leer aan nieuwe inzichten die ik kan gebruiken in mijn werk voor organisaties die lezergerichter willen gaan schrijven:

  • Je kunt met werkprocessen de ‘ziektewinst’ van slecht schrijven beperken. Zorg ervoor dat de kosten van onduidelijkheid op de juiste plek terechtkomen. Door bijvoorbeeld te regelen dat klachten en vragen bij de schrijvers terechtkomen, en niet bij een los klachtencentrum.
  • Met ambtelijk taalgebruik en lange stukken vergaar je mogelijk een hogere status. In onze maatschappij heeft immers theoretisch opgeleid meerwaarde boven praktisch, worden kennisexperts meer gewaardeerd dan ervaringsdeskundigen, en staat ingewikkeld hoger in rang dan eenvoudig. Een beroep op eenvoudigere taal kan dus klinken als een dreigende statusverlaging.

Aan het eind van het artikel staat een samenvatting ervan in begrijpelijke taal. De samenvatting in zes punten is nuttig (het artikel zelf is niet heel strak gestructureerd, vind ik), maar de formuleringen illustreren volgens mij waar het in het artikel zelf en in dat erna over begrijpelijke taal in de rechtspraak gaat (door Geerke van der Bruggen, p. 12-15): je kunt best begrijpelijk formuleren, maar dat wil nog niet zeggen dat je dan een tekst hebt die goed te begrijpen is. Voor het kunnen begrijpen van de inhoud van zo’n artikel of van rechterlijke uitspraak is een boel achtergrondkennis nodig. De mensen die die kennis hebben, kunnen ook wel wat zwaardere zinnen aan.

Van der Bruggen vraagt zich af wat het met het zelfvertrouwen van een lezer doet die een tekst niet begrijpt en wel doorheeft dat die versimpeld is. Of wat het effect is als op het vertrouwen in de rechterlijke macht als rechters in hun uitspraken een staaltje ‘dumb it down’ laten zien (p. 15). Dat lijken me terechte vragen!

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Twee corona-communicatie-observaties

Louise Cornelis Geplaatst op 4 maart 2021 door LHcornelis4 maart 2021  

Ik kan het niet laten, af en toe wat observaties over de corona-communicatie. Vandaag eentje van mezelf en een van iemand anders, uit Tekstblad.

Van mijzelf weer eentje over de journalistiek: sinds ik er eerder al een keer kritisch over schreef, blijft me opvallen hoe vaak ik in mijn gewone nieuwsconsumptie de namen van farmaceutische bedrijven tegenkom. Nog nooit eerder heeft de merknaam van een vaccin voor mij een rol gespeeld, nu gaat het er doorlopend over. Voor een deel zit daar nog wel wat in als er echt wat in zit, zoals het gesteggel over de geschiktheid voor ouderen van een bepaald vaccin (ik noem hier expres de namen niet ook nog eens), maar heel vaak wordt de merknaam genoemd zonder dat daar echte nieuwswaarde in zit. Bijvoorbeeld in dit artikel van vorige week: wat maakt het uit van welke farmaceut die eerste Covax-vaccins voor Ghana zijn – voor mij als doorsnee lezer van nos.nl? Ik zou het op prijs stellen als daar veel terughoudender mee wordt omgegaan. Ik ben niet zo van de complottheorieën, maar hier blijf ik vergaande bemoeienis vanuit de industrie vermoeden. We hebben ons lot in die handen gelegd, maar dan hoeven de media toch niet ook nog eens zo hard aan hun naamsbekendheid te werken?

Die van iemand anders, mijn oude bekende Eric Tiggeler in zijn (altijd lezenswaardige) column in de huidige editie van Tekstblad: dat de dwingende corona-regels een probleem zijn voor bedrijven van wie de huisstijl juist heel losjes, informeel en vriendelijk is. Dat leidt tot eigenaardige formuleringen. Ikea bijvoorbeeld, bekend van het joviale tutoyeren, had op de website ineens iets geks onpersoonlijks staan: ‘Winkelen met maximaal personen toegestaan en het dringende verzoek een mondkapje te dragen’. Etos, Tiggeler noemt dat bedrijf ‘geforceerd intiem’, kwam met: ‘Verplicht gebruik van een winkelmandje. Liefs, Etos’. Tiggeler noemt dat:

Schielijk wegduiken achter de woordschutting (…) maar daarna je stralende hoofd erboven uitsteken om nog even ‘liefs!’ te roepen.

Hahaha! Raak!

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Recente berichten

  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?
  • Een beetje over literatuur
  • Het passief is niet neutraal

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (315)
  • Opvallend (543)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (887)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑