Eenvoudig schrijven is zo simpel nog niet
Ik had het al over een column, en er staat nog meer fraais in de huidige editie van Tekstblad (01 van de 27e jaargang), om te beginnen een artikel van Marije van den Berg over stoppen met ambtelijke taal (p. 6-11).
Van den Berg is deskundige op het gebied van stoppen met dingen, en geeft zo een ander perspectief op ambtelijk schrijven dan tekst- en communicatiedeskundigen doen. Ik herken enkele dingen die ze schrijft en die je bijna nergens tegenkomt (altijd fijn om het eens van een ander te horen), en ik leer ook nog wat nieuws.
Wat ik herken en fijn vind om van een ander te horen is dat begrijpelijker schrijven niet een kwestie is van even wat begrijpelijkere zinnen fabriceren op het beruchte en controversiële ’taalniveau B1′. Ik schreef daar zelf ook al eerder over. Vaagheid is soms bewust, duidelijkheid is griezelig (zie ook mijn ervaringen bij voorheen het BIT, nu Adviescollege ICT-Toetsing).
Bovendien is de gebruikte taal vaak een afspiegeling van de organisatie: het ’topje van de ijsberg’ zegt een van de mensen die Van den Berg opvoert. Taal weerspiegelt bijvoorbeeld hiërarchie en machtsverhoudingen. Je ‘framet’ erin mee wie wel en niet tot jouw groep behoort. En van wie ‘moet’ je bijvoorbeeld begrijpelijker schrijven? Geeft die wel het goede voorbeeld?
Taal zit ook nog eens nauw verbonden aan de rolopvatting en de professionele identiteit van de schrijvers – iets waar ik zelf in Tekstblad over schreef, toen een trainingsproject strandde op ‘wij zijn echte techneuten dus wij schrijven niet populistisch’ (artikel staat in mijn gratis e-boek). Ik steggel daar heel vaak over in trainingen. Als je het niet aangaat, gaat de weerstand tegen de ‘begrijpelijke taal’ mogelijk ondergronds.
Wat ik leer aan nieuwe inzichten die ik kan gebruiken in mijn werk voor organisaties die lezergerichter willen gaan schrijven:
- Je kunt met werkprocessen de ‘ziektewinst’ van slecht schrijven beperken. Zorg ervoor dat de kosten van onduidelijkheid op de juiste plek terechtkomen. Door bijvoorbeeld te regelen dat klachten en vragen bij de schrijvers terechtkomen, en niet bij een los klachtencentrum.
- Met ambtelijk taalgebruik en lange stukken vergaar je mogelijk een hogere status. In onze maatschappij heeft immers theoretisch opgeleid meerwaarde boven praktisch, worden kennisexperts meer gewaardeerd dan ervaringsdeskundigen, en staat ingewikkeld hoger in rang dan eenvoudig. Een beroep op eenvoudigere taal kan dus klinken als een dreigende statusverlaging.
Aan het eind van het artikel staat een samenvatting ervan in begrijpelijke taal. De samenvatting in zes punten is nuttig (het artikel zelf is niet heel strak gestructureerd, vind ik), maar de formuleringen illustreren volgens mij waar het in het artikel zelf en in dat erna over begrijpelijke taal in de rechtspraak gaat (door Geerke van der Bruggen, p. 12-15): je kunt best begrijpelijk formuleren, maar dat wil nog niet zeggen dat je dan een tekst hebt die goed te begrijpen is. Voor het kunnen begrijpen van de inhoud van zo’n artikel of van rechterlijke uitspraak is een boel achtergrondkennis nodig. De mensen die die kennis hebben, kunnen ook wel wat zwaardere zinnen aan.
Van der Bruggen vraagt zich af wat het met het zelfvertrouwen van een lezer doet die een tekst niet begrijpt en wel doorheeft dat die versimpeld is. Of wat het effect is als op het vertrouwen in de rechterlijke macht als rechters in hun uitspraken een staaltje ‘dumb it down’ laten zien (p. 15). Dat lijken me terechte vragen!
Reacties
Eenvoudig schrijven is zo simpel nog niet — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>