↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Veranderen

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Terugblik workshop: gespreksleider worden

Louise Cornelis Geplaatst op 4 november 2014 door LHcornelis4 november 2014  

Het heeft even geduurd, maar nu dan: de beloofde terugblik op de workshop die ik gaf tijdens het slotsymposium van mijn opleiding organisatieverandering. Dat het bijna drie weken duurde, was deels door drukte en uithuizigheid aan mijn kant, maar ook wel omdat ik moest nadenken. Ik wilde hier schrijven wat de workshop me had opgeleverd, maar dat was eerst helemaal niet zo duidelijk voor me. Ik had de deelnemers gevraagd om mee te denken, en dat leverde zeker wat op, maar niet echt hét inzicht om hier te presenteren.

Diploma-uitreiking

Ik krijg mijn diploma uit handen van professor Homan.

Inmiddels ben ik wel een stap verder, en zie ik waar de workshop, inclusief de voorbereiding, me heeft gebracht: ik zie mijn eigen rol meer als gespreksleider dan als trainer. Ik leg het uit.

Zoals ik in mijn eerdere reflectie op de opleiding al aangaf, was een belangrijk leerpunt dat verandering niet zo maak- en planbaar is als managers en consultants willen doen geloven. Afgelopen voorjaar liep ik daar weer eens hard tegenaan. Toen had ik en aantal projecten die ‘mislukten’ in termen van geplande verandering: het vooraf omschreven doel werd niet bereikt. Ik stond daar machteloos in, en vroeg me af waar ik in mijn werkende bestaan mee bezig was. Ook vroeg ik me af waarom organisaties wel A zeggen (mij inhuren en een project verbetering tekstkwaliteit starten) maar niet B (er daadwerkelijk voldoende tijd, middelen en aandacht aan besteden om het echt een kans te geven). Dat leek me een mooie invalshoek voor die workshop.

Nou weet ik ook uit de opleiding dat de geplande verandering wel eens het doel niet haalt (heel vaak zelfs), maar dat dat niet betekent dat er niets gebeurt. Organisaties veranderen eigenlijk altijd, want altijd zijn mensen met elkaar in gesprek, geven ze betekenis aan wat er gebeurt, en verschuiven die gesprekken en veranderen die betekenissen. Emergente verandering, heet dat wel, een visie op verandering uit postmodernistische hoek. Ook over geplande veranderinterventies wordt gepraat, er wordt betekenis aan gegeven, er wordt op gereageerd, al is dat heel vaak niet de reactie die de bedenkers ervan wenselijk vinden. Maar er gebeurt wel wat, en dat proces gaat altijd door.

Dus, zo werd mijn vraag: wat emergeert er dan in mijn projecten, al dan niet dankzij mijn interventies? Wat bereik ik wel, wat bereikt de organisatie wel? Die vraag hebben de deelnemers losgelaten op drie casussen die ik presenteerde, als monoloog, Powerpointpresentatie en theatertekst. Daarna hebben we de inzichten geïnventariseerd. Ik kan daar drie conclusies uit trekken:

1. Ik ben misschien wat ongeduldig. Mijn idee van ‘doorpakken’, ‘momentum vasthouden’ en ‘korte termijn’ is wellicht wat anders dan dat van de gemiddelde organisatie. ik wil ook heel graag, en dan liever vandaag dan morgen, bij wijze van spreken, en prima om er dan stevig tegenaan te gaan. Iets om beter op door te vragen bij de mensen met wie ik samenwerk, en ook wel: geduld kweken. En het betekent dus ook dat ik wel eens te voorbarig ben met iets ‘mislukt’ verklaren. Het is dan gewoon nog niet gelukt, of nog beter: aan het lukken.

2. Dingen waar ik wel van kan gaan fronzen, maar die horen bij de realiteit van organisaties, vanuit twee perspectieven:

  • Het project dient eigenlijk, inmiddels of sowieso, een heel ander doel voor mijn directe opdrachtgever dan het formeel geformuleerde. Dus het levert wel degelijk wat op, alleen word ik daar niet direct happy van. Bijvoorbeeld: manager durft project niet af te blazen omdat dat een afgang zou zijn. Stafmedewerker blijft zelf buiten schot door mij in te huren: als het lukt, is het haar eer en glorie; als het mislukt, is dat omdat ik mijn werk niet goed heb gedaan. Manager kan laten zien dat hij tekstkwaliteit aanpakt zonder zelf echt aan de bak te hoeven.
  • Van de andere kant: het project is iets voor de medewerkers om zich lekker tegen af te zetten, bijvoorbeeld als het geïnitieerd is door een nieuwe baas die niet zo goed ligt, of in het kader van een groter project dat pijnlijke kantjes heeft (zie mijn eerdere post over de keerzijde van ‘klantgerichtheid’). Je kunt dan bijvoorbeeld als ik de deur weer uit ben, het project achter mijn rug en die van de baas belachelijk maken door er een karikatuur van te schetsen. Als iemand dat doet met een beetje humor, is dat al gauw aantrekkelijk. En als het ook nog eens iemand is met veel informele macht, en het een paar weken duurt eer ik weer over de vloer ben, dan is die karikatuur een eigen leven gaan leiden bij een heleboel mensen.

3. Er wordt gepraat over tekstkwaliteit. Dat is dan misschien niet op de manier die werd beoogd, maar het gebeurt wel, en daar zal wel iets uit voortvloeien. Want verandering ontstaat in gesprekken tussen mensen. Belangrijk daarbij is vooral dat het in het formele traject gestarte traject informeel, tussen het dagelijkse werk door, voortgezet wordt.

Het is vooral het laatste punt dat mij het idee gaf van wat mijn rol eigenlijk is, op het moment dat ik aan de slag ben met schrijvende professionals. Ik begeleid dan een gesprek over teksten, presentaties, schrijven. Ik kan daarbij zeggen wat in mijn ogen wenselijk is, of hoe hun baas het graag heeft. Maar ik kan dat niet sturen, afdwingen of ‘inregelen’. Het ‘moet’ ook nooit van mij, hè, anders schrijven – het is echt aan hen om daarin keuzes te maken. Die keuzes vloeien voort uit het gesprek.

Als de bedoelingen van mijn opdrachtgever sturender zijn, dan kan ik samen met hem/haar nadenken over wat er verder nodig is – dat B zeggen van hierboven. Met alleen A is het op gang krijgen van zo’n gesprek al heel wat. En dat lukt altijd wel.

 

 

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Over (niet) veranderen

Louise Cornelis Geplaatst op 17 oktober 2014 door LHcornelis17 oktober 2014  

Afgelopen woensdag was het eindseminar van mijn opleiding over organisatieverandering dat ik eerder hier aankondigde. Op mijn eigen workshop kom ik later nog een keer terug, nu even twee andere dingetjes eruit.

Allereerst, leuk om te laten zien, mijn diploma:

diploma

Ten tweede iets over één van de andere workshops. Ik ben geweest naar die van opleidingsgenoten Sandra en Harold over de verandersaboteur. Hun stelling was dat om verandering effectief tegen te houden, je over dezelfde vaardigheden moet bezitten als een goede verandermanager. Bovendien stelden zij dat het nuttig zou zijn als een heleboel veranderprojecten niet zouden starten. Vanwege alle mislukkingen – met hun prijskaartjes.

Ik vond het daarom frappant om bij thuiskomst de NRC te vinden, met op de voorpagina in een artikel met als kop ‘Rijk verspilt miljarden bij ICT’ dit stukje:

IMG_0001

Rutte zoekt verandersaboteurs!

Brengt mij natuurlijk tot de vraag: welke projecten ter verbetering van de tekstkwaliteit zijn zinnig om tegen te houden? Ik heb het laatst een keer gedaan, of althans: we zijn toen in overleg samen tot de conclusie gekomen dat het beter was iets niet te doen. De organisatie was aan het fuseren en na de fusie gingen de werkprocessen op de schop, dus was het onzeker of de desbetreffende rapportage dan nog wel zou bestaan. ‘m Gaan proberen te verbeteren met misschien nog maar een rapport of vijf te gaan, dat is zinloos. Beter eerst de grotere veranderingen afwachten.

Jammer voor mijn portemonnee op de korte termijn, maar ik houd toch liever goede relaties op de lange.

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Uitnodiging seminar Organisaties ont-wikkeld

Louise Cornelis Geplaatst op 24 september 2014 door LHcornelis25 september 2014 2

Ik wil lezers van dit weblog graag uitnodigen voor het (gratis!) seminar “Organisaties ont-wikkeld” dat op 15 oktober van 10 uur tot 17 uur zal plaatsvinden in het studiecentrum van de Open Universiteit in Utrecht.  Dit seminar is de inhoudelijke afronding van de leergang Organisatieverandering en –Ontwikkeling van de OU, die ik afgelopen jaar volgde – ik postte net hiervoor een deel van mijn eindreflectie.

Ik zal zelf een workshop geven over het thema ‘Macht en machteloosheid van de externe adviseur’. Over dat thema wil ik samen met de aanwezigen nadenken, en dat doen we op basis van luchtig bewerkte teksten over enkele van mijn eigen ervaringen met het implementeren van piramidaal schrijven in organisaties.

Andere workshops gaan onder andere over defensieve gedragspatronen in organisaties, de consultant als verandersaboteur, leiderschap in een veranderende omgeving,  complexiteit in relatie tot projectmanagement, lean management en de rol van technologie.

Daarnaast zal hoogleraar Thijs Homan een korte lezing houden over organisatiedynamica.

Ten slotte krijgen mijn studiegenoten en ik een certificaat, en dat wordt natuurlijk gevolgd door een borrel.

Het programma van de dag staat hieronder. Je kunt je aanmelden via mij; ik heb dan ook een routebeschrijving voor je. Wees welkom!

 

Programma

9:30-10:00 Inloop
10:00 – 10:30 Intro, werkwijze en inhoudelijke thema’s
10:30 – 10:45 Inschrijving open space voor workshop ronde 1 en 2
10:45 – 11:55 Workshop ronde 1
12:00 – 13:10 Workshop ronde 2
13:15 – 14:00 Lunch (inschrijving voor workshop ronde 3)
14:00 – 14:30 Korte lezing door Thijs Homan over organisatieontwikkeling
14:35 – 15:45 Workshop ronde 3
15:45 – 16:00 Afsluiting: geleerde lessen en opties voor actie
16:00 – 16:20 Uitreiking certificaten
16:20 Borrel
Geplaatst in Veranderen | 2 reacties

Beter schrijven is echte organisatieverandering, ook qua geringe maakbaarheid

Louise Cornelis Geplaatst op 24 september 2014 door LHcornelis23 september 2014  

Bijna twee jaar geleden ontdekte ik dat mijn projecten ter verbetering van tekstkwaliteit ‘eigenlijk’ organisatieverandering zijn. Ze horen altijd bij een bredere verandering die te maken heeft met kwaliteit en klantgerichtheid, en leveren daar een bijdrage aan. Dat geldt vooral voor organisaties van wie tekst het enige tastbare product is dat achterblijft bij hun klanten. Dan heeft anders schrijven immers consequenties voor je werk en je klanten. Juist omdat het bij beter schrijven om meer gaat dan alleen om tekst is het zo moeilijk om de verbetering echt voor elkaar te krijgen, om het piramideprincipe in te voeren bijvoorbeeld. Het mislukt wel eens – of vaak, zelfs. Ook dat is een overeenkomst met organisatieveranderingstrajecten.

Enfin, ik ontdekte toen dus een heel nieuw vakgebied, en dat bleek algauw relevant voor mijn werk en dus heel interessant. Ik heb er sindsdien over gepraat en gelezen, en er een opleiding in gevolgd. Het afgelopen jaar volgde in aan de OU het ‘certified professional program’ Organisatieverandering en –ontwikkeling. Ik heb daar veel van geleerd, en ik ben nu bezig met mijn eindreflectie. Ik wil daar voor dit weblog een thema uithalen: de relatie tussen schrijven en organisatieverandering. De opleiding ging daar niet specifiek over natuurlijk, de vertaalslag heb ik zelf gemaakt.

Schrijven speelde een belangrijke rol in de opleiding, in de vorm van allerlei geschreven opdrachten, maar vooral vanwege de ‘narrative’: een verhalende, reflectieve tekst over een moeilijke situatie in mijn eigen praktijk, die de rode draad vormde door de opleiding, en die ik van allerlei kanten heb geanalyseerd. In dat schrijven kon ik mijn ei wel kwijt, en ik ervoer opnieuw hoe groot de kracht is van reflectief schrijven. Dat is alvast iets waar volgens mij professionals en hun organisaties meer mee zouden kunnen doen, bijvoorbeeld tijdens een ingrijpende verandering. We lazen in de opleiding daar één keer een voorbeeld van, van hoe onderzoekers de managers gevraagd hadden dagboeken bij te houden.

Ook ging het regelmatig over de rol van taal en tekst als symbolen. Wat betekent het als de manager, in pak met stropdas, op een verhoging gaat staan om een Powerpointpresentatie te laten zien over de nieuwe strategie, mogelijk vol met bobotaal? En hoe wordt zo’n presentatie ontvangen? Daarop heeft die manager geen grip, en hij komt er ook niet makkelijk achter hoe de medewerkers er werkelijk over denken, want dat vertellen ze alleen aan een groepje vertrouwelingen, bij het koffieapparaat bijvoorbeeld. Die kloof tussen de managementintenties en de betekenisgeving daaraan door de medewerkers maakt verandering weinig maakbaar, veel minder maakbaar dan managers en consultants elkaar willen laten geloven. Dat heet ook wel de managementparadox: je bent verantwoordelijk voor iets waar je geen controle over hebt.

Dit soort kritische inzichten speelden een belangrijke rol in de opleiding. We lazen daartoe  (pittige!) artikelen uit postmodernistische hoek. Ik vond dat leerzaam, interessant en nuttig – maar het betekende ook dat het hoe langer hoe moeilijker werd om nog te praten over ‘de’ rol van schrijven in organisaties. Dat inzicht kwam bij mij ongeveer halverwege de opleiding, en tegelijkertijd had ik een paar moeizame projecten bij mijn opdrachtgevers: projecten die me met de neus op de feiten drukten van de geringe maakbaarheid en mijn beperkte invloed als externe trainer-adviseur die af en toe een paar uurtjes langskomt. Ik ben scherper geworden in het laten nemen van mede-verantwoordelijkheid door mijn opdrachtgevers, maar ook dat is bepaald geen succes gegarandeerd.

Met het besef van de geringe maakbaarheid gingen mijn aanvankelijke plannen om een boek te schrijven over schrijven als instrument bij organisatieverandering overboord. Tegelijkertijd kakte de opleiding helaas nogal in: na een intensief en leerzaam half jaar volgde een wel heel erg kabbelend tweede half jaar. Al dat schrijven was wel leuk, maar als de meerderheid van de opdrachten niet gelezen wordt en het een half jaar duurt voordat de feedback op de minderheid komt, tsja, dan zakt de energie wat weg, zal ik maar zeggen.

Maar er ontstond gaandeweg bij mij wel ruimte voor iets nieuws: voor anders kijken en werken in mijn groepen, voor zien wat er dan wel gebeurt als het niet gaat zoals gepland, voor meer begrip voor mijn soms ogenschijnlijk zo onwillige deelnemers, voor meer zicht op de rol van macht in mijn projecten, enzovoort. Een van de nieuwe mogelijkheden die ik ook al wel benut heb is het gebruiken van mijn ervaringen met de organisatie als input voor organisatiediagnose. Want wat er in mijn gesprekken en bijeenkomsten gebeurt, is vast niet toevallig. Bovendien kom ik op veel verschillende plekken en ik kan dus vergelijken met andere organisaties.

Een voorbeeld: bij een opdrachtgever zei de ene medewerker na de andere tegen mij, vooral in informele onderonsjes bij de koffie, dat hun werk wel ‘heel erg complex’ was, en dat legden ze dan uit. Complex was het inderdaad, maar in mijn ogen niet complexer dan dat van de andere mensen met wie ik werk. In deze organisatie hangt dus de ‘betekeniswolk’ (een term van Thijs Homan, de hoogleraar van de opleiding, wiens werk ik inspirerend vind en naar deze opleiding toe heeft gelokt) ‘ons werk is heel complex’. Wat betekent dat? Binnenkort praat ik daarover verder met mijn opdrachtgever.

Inmiddels ben ik bezig met de afrondende opdrachten: eindreflectie (waar dit een onderdeel van is) en eindpresentatie. Het thema van  mijn eindpresentatie is de macht en machteloosheid van de externe adviseur. Ik ga drie voorbeelden geven van situaties waarin ik me machteloos voelde en het project het beoogde doel niet bereikte. Die voorbeelden heb ik in een aantal schrijfrondes uitgewerkt tot een dialoog, monoloog en Powerpointpresentatie. Leuk om er mijn schrijfcreativiteit in kwijt te kunnen, en ik merkte dat de scherpe kantjes van die misluk-ervaring af gingen door er zo mee bezig te zijn. Inmiddels kan ik zelf om elk van die drie situaties lachen, en ik hoop dat het publiek van mijn eindpresentatie dat ook gaat kunnen. Daar kom ik nog op terug.

Overigens: wie wil, is welkom op het slotsymposium van de opleiding. Zie daarvoor mijn volgende blogpost.

Geplaatst in Veranderen | Geef een reactie

Fraai piramidaal werk

Louise Cornelis Geplaatst op 24 april 2014 door LHcornelis25 april 2014  

In februari heb ik een gast-workshop over het schrijven van adviesrapporten gegeven bij de Master Nieuwe media, taal en communicatie van de Radboud Universiteit. Vorige week kreeg ik van de docent de rapporten toegestuurd die de studenten in groepjes geschreven hebben voor ‘echte’ opdrachtgevers. Het waren er drie – het was een klein groepje studenten. Maar met die drie was ik zeer tevreden!

Twee dingen vielen me er in het bijzonder aan op:

  • Ze zijn alledrie echt piramidaal, en dat vind ik hartstikke knap, dat de studenten geen van allen toch in de valkuil zijn gevallen van de wetenschappelijke/methodologische opbouw. Want zelfs na een training doen een heleboel adviseurs dat toch. Voor mij was het prettig om te zien dat het dus echt wel kan, ‘anders’ rapporteren, zelfs na een relatief korte workshop. En wat worden rapporten daar lekker kort en to-the-point van!
  • Ik vind ze origineel. De meeste rapporten die ik tegenkom bij organisaties vind ik ‘grijze muizen’: saai; geschreven zoals we dat altijd doen en zoals iedereen het doet. Maar deze studenten hebben er echt wat van weten te maken, door bijvoorbeeld een beetje te spelen met koppen en onderkoppen, de titel van het rapport, citaten e.d.

Beide observaties sterken me wel in de gedachte dat wat anders/beter schrijven tegenhoudt in de praktijk van organisaties, de organisatie is. Ik bedoel: als deze studenten het kunnen, moeten goede adviseurs het ook kunnen – vaardigheid is de belemmering niet. Maar om het ‘anders’ te doen in een organisatie, dat is lastig.

Net van de week had ik een coachingsgesprek waarin de schrijver, een stafmedewerker, verzuchtte dat hij zelf wel korter en directer zou willen schrijven, met de hoofdboodschap voorop, maar dat hij dat toch echt niet zag zitten in de wat stroperige bedrijfscultuur… Zo iemand, en een heleboel andere schrijvers in organisaties, zou ik wat meer van de vrijheid en creativiteit van deze Nijmeegse studenten gunnen!

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Klantgerichtheid doet auw

Louise Cornelis Geplaatst op 17 april 2014 door LHcornelis17 april 2014  

Als ik ergens binnenkom, is dat om de schrijvende professionals te leren lezergericht te schrijven. En aangezien die lezer in het geval van adviesrapporten de klant is, is dat dus hetzelfde als klantgericht schrijven. Wie wil dat nou niet, klantgerichter zijn? Daarover straks meer, eerst over waarom je het wél zou willen.

De crux van klantgericht schrijven is volgens mij dat je de vraag en de belangen van de klant centraal stelt in je denken en je schrijven, in plaats van je eigen deskundigheid en jouw onderzoeksproces. Klantgericht schrijven is het presenteren en onderbouwen van een oplossing voor een probleem. Dat past bij dienstverlenen en bij partnerschap. Door met de hoofdboodschap te beginnen leg je bijvoorbeeld meteen je kaarten op tafel, dat creëert gelijkwaardigheid. En voor jou als schrijver komt er een uitdaging bij: feiten op een rijtje zetten, dat kan iedereen, maar zeggen wat die feiten betekenen, dat vraagt pas écht deskundigheid. En creativiteit: je werk wordt er waardevoller en leuker door. Wie wil er nou niet een betere adviseur worden?

Nouja, dat blijkt dus in de praktijk lastiger te zijn. Oorzaken daarvoor die ik al eerder noemde zijn onwennigheid, moeilijkheid, de rolopvatting (wíl je wel adviseur zijn, of ben je vooral inhoudsdeskundige en onderzoeker, bijna een wetenschapper) en de onzekerheid die professionals kunnen ervaren aan die expert-rol. ‘Klanten zijn eng’ noem ik dat wel.

Nu wil ik er nog één ding aan toevoegen, en dat is dat ‘klantgericht’ in mijn oren waarschijnlijk positiever klinkt dan in die van veel van de mensen met wie ik werk, op een manier die te vergelijken is met wat op het weblog van Story Ventures staat beschreven voor ‘professionalisering’. In veel organisaties gaat ‘versterking van de klantgerichtheid’ samen op met een toenemende druk op het halen van omzet-targets, het moeten binnenhalen van meer nieuwe opdrachten en het sneller werken om urenoverschrijdingen op projecten te voorkomen. In een enkel geval gaat het zelfs gepaard met de dreiging van baanverlies: wie niet mee kan komen, vliegt eruit.

En zelfs in het gunstige geval gaat méér klantgerichtheid altijd ook ten koste van iets. Als je een vast aantal uren hebt voor een project, en je moet bijvoorbeeld meer tijd besteden aan beter rapporteren, dan moet er ergens ook iets af. Het moet uit de lengte of breedte komen immers. Natuurlijk, dat is te ondervangen door meer uren uit te onderhandelen met de klant in ruil voor een beter product. Maar dat is niet makkelijk, en bovendien zijn de schrijvers daar lang niet altijd zelf verantwoordelijk voor: zij moeten het maar zien te rooien met de tijd en de randvoorwaarden die ze krijgen.

Klantgericht schrijven is dan dus helemaal niet leuk: het hoort bij steeds meer druk en onzekerheid. Wéér iets wat moet, terwijl je hiervoor veel rustiger gewoon je werk kon doen…

Dus ja, dan klinkt het allemaal wel mooi, over dienstverlenen en partnerschap en gelijkwaardigheid en problemen oplossen enzo, maar in de praktijk betekent het harder werken voor minder, en daar heb je niet zo’n zin in. Dat snap ik wel. Als we die ‘geen zin’ op tafel krijgen, kunnen we kijken hoe we toch verder kunnen, en hoe ik daarbij kan helpen. Want ook ik ben zo’n dienstverlener: ik ben er niet om je werk alleen maar vervelender en moeilijker te maken, maar om je te helpen. Hoe dat eruit ziet, daarover praat ik dan graag verder.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

‘Niet populistisch schrijven’ om moeilijk denkwerk te omzeilen

Louise Cornelis Geplaatst op 15 april 2014 door LHcornelis15 april 2014  

Er zijn twee manieren om met het piramideprincipe en aanverwanten (zoals mijn methode voor klantgericht schrijven, zie Adviseren met perspectief) om te gaan: als verzameling tekstkenmerken zoals ‘hoofdboodschap voorop’ en boodschaptitels (inhoudelijke koppen), of als manier om logisch en klantgericht te denken. Je zou dat kunnen zien als de oppervlakkige en de diepe hantering ervan. De oppervlakkige manier is wat vaak blijft hangen als mensen het principe leren kennen; ervaren gebruikers en experts waarderen het juist vanwege de manier waarop het ‘pushes your thinking’.

Ook ik ben zo’n expert – je hoeft het piramideprincipe wat mij betreft niet aan te leren als het je alleen gaat om die tekstkenmerken. Zo gevoelig zijn zakelijke lezers helemaal niet voor tekstkwaliteit, en bovendien is uit mijn Groningse onderzoek gebleken dat de afwijkende opbouw sommige lezers juist verwart. Nee, je gebruikt het om beter te denken. de ‘so what’ staat daarin centraal: ‘wat betekenen de data/bevindingen/resultaten in het licht van het probleem/de vraag/de belangen van mijn klant/lezer, opdat ik hem zo goed mogelijk help?’ Tot die uitspraak (hoofdboodschap) komen, en hem vervolgens goed onderbouwen, dát is de kracht van het piramideprincipe. Natuurlijk, dan helpt het om de tekstkenmerken daarbij aan te laten sluiten. Maar in die volgorde van prioriteit.

Inmiddels begin ik me te realiseren hoe moeilijk het is om in trainingen toe te komen aan dat denkwerk. Het gaat juist heel vaak over de tekstkenmerken, en ik vind mezelf wel eens terug in (te) lange discussies over de wenselijkheid van boodschaptitels. Zo’n discussie kan nuttig zijn, maar niet als hij afleidt van waar het om gaat: klantgericht denken – en dan daarbij passend schrijven.  Ik krijg zelfs de indruk dat het praten over tekstkenmerken wel wordt ingezet door mijn deelnemers om niet aan die bak te hoeven.

Een voorbeeld: bij één van de organisaties waar ik al langer voor werk, gaat het vaak over ‘populistisch schrijven’. Dat is hoe de schrijvende medewerkers daar boodschaptitels noemen – en dat willen ze niet. Terecht natuurlijk. Maar het berust op een misverstand. Ik heb dat zelf aangesticht, door ze te vergelijken met krantenkoppen. Toen is er een keer een rapport de deur uit gegaan met nogal ronkende, tendentieuze koppen – zeg maar eerder Telegraaf dan Financieel Dagblad. Niemand gelukkig, zelfs de klant niet. Dat rapport duikt steeds weer op, als voorbeeld waarom ‘mijn’ manier van klantgericht schrijven ongewenst is: dat is populistisch schrijven, en ‘dat gaan we hier echt niet doen’.

Nee, natuurlijk niet. Ik kan makkelijk uitleggen wat wél de bedoeling is, en we doen ook wel eens een oefening waarbij de deelnemers bij hetzelfde berichtje een ronkende kop maken, en eentje die netjes recht doet aan de inhoud – dus ook weer Telegraaf versus FD. Dat laat zien dat boodschaptitels heus neutraal en ‘netjes’ kunnen zijn. Desalniettemin blijft het ‘populistisch schrijven’-bezwaar de kop opsteken, inmiddels voor mij tot vervelens toe.

En als ik dan eens door die discussie heen prik, dan blijkt de werkelijke moeite die mijn deelnemers hebben. Ze vinden het gewoon hartstikke moeilijk, klantgericht schrijven. Kijk, als ze dat toe durven te geven, dán kan ik beginnen met helpen bij waar het werkelijk om gaat….

 

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Glanzende ogen

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2013 door LHcornelis2 december 2013  

Mooi citaat van een manager, over communicatie bij verandering, uit een artikel van Julia Balogin:

It is not just about have you done that piece of communication, but were their eyes shining when you gave them the message.

Ik zou ‘m trouwens óók mooi vinden met één woord anders, namelijk als their your zou zijn: ook als brenger van de boodschap horen je ogen te glanzen.

 

Bron: Balogun, Julia (2006) ‘Managing Change: Steering a Course between Intended Strategies and Unanticipated Outcomes’. In: Long Range Planning 39, p 29-49; het citaat is van p. 42.

Geplaatst in Presentatietips, Veranderen | Geef een reactie

Nieuw genre: narratief

Louise Cornelis Geplaatst op 19 november 2013 door LHcornelis19 november 2013 3

Onlangs heb ik kennisgemaakt met een nieuw genre: het narratief. In de brede betekenis van het woord is dat natuurlijk gewoon een verhaal, maar dit is een wat beperktere betekenis: een narratief is een persoonlijk verslag van een belangrijke gebeurtenis, bijvoorbeeld een ingrijpende verandering waar je zelf bij betrokken bent. Je gebruikt dat verhaal vervolgens om op te reflecteren en eventueel uit te bouwen – om van te leren, dus. Dat kan bijvoorbeeld bij organisatieverandering, coaching en super- en intervisie gebruikt worden.

Je schrijft over die ingrijpende gebeurtenis in verhaalvorm, vanuit persoonlijk perspectief, inclusief emoties en zintuiglijke waarneming, dus niet strevend naar iets van objectiviteit, analyse of betoog. Het is daarmee een soort reconstructie van de gebeurtenis: je geeft er betekenis aan – want dat is wat verhalen doen.

Als je het narratief eenmaal geschreven hebt, kun je het aan nader onderzoek onderwerpen: hoe kijk ik eigenlijk tegen deze gebeurtenis aan, welke woorden kies ik voor wat er gebeurd is? Wat zegt dat? Zou het ook anders kunnen? Waar gaat het eigenlijk ‘echt’ over? Je kan dat ook doen vanuit de verhaaltheorie: wat is het plot, wat de intrige, welke personages hebben welke rol, wat is de structuur/compositie? Wie is de held, wie de slechterik? Geeft dat inzichten? En die kun je dan ook weer opschrijven.

Voor zover ik begrepen heb, kun je een narratief ontwerpen, dus vooraf bedenken hoe je het in elkaar wilt steken. Voor mij werkte het al freewritend: ik ben erin gedoken en gaan schrijven, over een moeilijke situatie die ik een keer had in een training. Met de hand, pen op papier (heerlijk!). Al redigerend heb ik het uitgetypt en inmiddels ook al aan een analyse onderworpen, waaruit ik vooral concludeer dat ik wel heel makkelijk allerlei (vage, abstracte) termen uit de psychologie gebruik: project, passief-agressief gedrag, weerstand, onzekerheidsvermijding. Zo ‘denk’ ik kennelijk – beetje beroepsdeformatie? Maar dat is dus wel interessant om gestalte te zien krijgen op papier.

Ik ga ‘m onthouden, als manier om schrijven-om-te-begrijpen in te zetten! Het lijkt me een fraai reflectieinstrument, zeker voor mensen die toch al gewend zijn om veel te schrijven.

 

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | 3 reacties

Veranderende plannen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 september 2013 door LHcornelis17 september 2013  

Zoals trouwe volgens van dit weblog weten, ben ik sinds een half jaar bezig met een boek over schrijven als instrument bij organisatieverandering. In de afgelopen zomer heb ik echter besloten dat boek over een wat andere boeg te gaan gooien: het krijgt een bredere doelgroep en een smallere inhoud. Het gaat namelijk gaan over creativiteitsontwikkeling voor hoog opgeleide kenniswerkers.

De bredere doelgroep zit hem erin dat ik me realiseerde dat ik alleen een boek kon schrijven over schrijven als instrument bij organisatieverandering van adviesorganisaties. Eigenlijk zou het gaan over het ‘verbeteren’ van adviseurs. Dat vond ik wat te beperkt. De smallere inhoud zit hem erin dat ik niet de pretentie heb te weten hoe je andere organisaties ‘verbetert’, wel welke technieken kenniswerkers nodig hebben om creatiever te worden.

Met die creativiteit bedoel ik overigens een heel specifieke: het gaat erom te kunnen ‘zien’ wat je vakinhoud betekent voor iemand anders. In de termen van het piramideprincipe gaat het om het formuleren van de so what, je kunt het ook ’the bigger picture’ noemen, of de interpretatie van de data. Dat heeft een inhoudelijke component, maar ook een creatieve – je overstijgt de data als het ware. Dat is een vaardigheid die (ten dele) aan te leren is, maar waar in opleidingen geen aandacht voor is. Er is ook, bij mijn weten, geen boek over. Mijn toekomstige boek zal daarom een hiaat vullen.

Met schrijven kan ik dus wel weer zo’n beetje opnieuw beginnen. Toch was het de afgelopen maanden beslist geen overbodig werk. Ik heb een heleboel eerste versies van het eerste hoofdstuk van het organisatieveranderingsboek geschreven, en ik bleef steeds het gevoel houden ‘dit is het niet’. Langzaam rijpte het besef waarom niet. Als ik niet was gaan schrijven, was ik daar niet achtergekomen. Zo werkt schrijven, hè: door je ideeën op te schrijven, maak je ze concreet. En dan zie je wat er goed en niet goed aan is.

Dus ik ga vol goede moed opnieuw beginnen c.q. verder – maar wel onder voorbehoud. Wie weet verander ik nog wel een keer van koers.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑