Mij valt de laatste tijd in de corona-communicatie op dat een uiting door verschillende mensen totaal verschillend begrepen kan worden. Het is op dit moment actueel door de uitspraken van Diederik Gommers over het virus als ‘peanuts’. Ik denk dat hij daar een gevoel dat leeft onder jongeren goed onder woorden bracht, maar zijn woorden kunnen ook anders geïnterpreteerd worden, zeker als ze, zoals gebeurde, zonder context gebracht worden. Ik begrijp wat hij zegt als vrije indirect rede. Zulke vormen zijn wel vaker tricky, ik herinner me onder andere de affaire rond de vermeende homohaat en anti-semitisme in Mystiek Lichaam.
Bij de meest recente persconferentie deden zich ook een paar gevallen voor van verschil in begrip. Zo benadrukte Van Dissel de grote onzekerheid in de modellen voor de verwachte ziekenhuisopnames. Ik hoor daarin: ‘dus we hebben alle redenen om voorzichtig te zijn’. Twee dagen later hoorde ik René van der Gijp bij Veronica Inside daarover iets zeggen wat meer neerkwam op: ‘ze weten het niet en ze doen dus maar een totale gok’. ‘Ze’ zijn de wetenschappers van het RIVM. Open zijn over onzekerheid ondermijnt dus bij sommige mensen het vertrouwen in de wetenschap.
Sowieso heb ik volgens mij het verhaal van Van Dissel heel anders begrepen dan veel mensen. Ook manlief en ik moesten even gniffelen om de metafoor van de persoon in de andere jas die je niet meer herkent, maar verder vond ik het een goed te volgen verhaal dat bevestigde wat ik al wist. Ik miste alleen nog een paar dingen, en ik zat me ondertussen wel af te vragen waarom zo’n verhaal niet ondersteund kan worden met visuele middelen – zei ik al eerder, het format van de persconferentie is sleets.
Naderhand las ik de vernietigende reacties over dat het allemaal veel te moeilijk was geweest en dat Van Dissel het nut van de booster onderuit had gehaald. Dat laatste, ja, zo kun je het inderdaad ook horen, want hoezo herkent die booster de jas dan weer wel? Dat is het gevaar van metaforen… Het eerste vond ik confronterend. Ik had vooral zitten luisteren als bezorgde burger Louise, niet als communicatiespecialist, en burger Louise is zeer hoogopgeleid, goed geïnformeerd en buitengewoon taalvaardig. Als het verhaal burger Louise kon behagen, is er inderdaad een grote kans dat het veel te moeilijk is. Oeps.
Ik had nog zo’n moment waarvan ik me achteraf realiseerde: oeps, elitair. In een reactie op een vraag over het draagvlak voor de nieuwe ‘lockdown’ (ik zet dat tussen aanhalingstekens want in een echte lockdown kunnen mensen niet massaal over de grens de dingen doen die ze in eigen land niet mogen en ook niet in bomvolle treinen en vliegtuigen zitten) had Rutte het over geluiden uit zijn eigen omgeving, waarin mensen zeiden, ik citeer Rutte:
Luister, we maken ons zeer grote zorgen over omikron. We zien al die berichten. Kijk vandaag gewoon op de buitenlandse websites (…)
Met die woorden wist Rutte mij voor het eerst sinds maart 2020 persoonlijk te raken. Hé, dacht ik, dit gaat over mij. Ik maakte me namelijk vooral op basis van buitenlandse berichten zeer grote zorgen. Zorgen die ik me eerder ook al had gemaakt, bijvoorbeeld over de grote oversterfte in Nederland, maar daar ging het nooit over (ook in die persconferentie weer niet – het zwijgen over de dood en de doden vind ik een van de ergste dingen van hoe de regering met corona omgaat). Zorgen die ik had bijvoorbeeld toen ik las over het restaurant in Oslo – iets wat het Nederlandse nieuws niet had gehaald, ook niet toen het aantal besmettingen opliep tot 100 van de 120.
Uit de reacties op de persconferentie op Twitter begreep ik dat deze uitspraak begrepen is als bevestiging van ‘Rutte zit in een elitaire bubbel’. En zo is het ook natuurlijk. En ik ook. Ik lees internationale dingen via de deskundigen die ik volg op Twitter en ik volg het Vlaamse nieuws, deels uit betrokkenheid bij België, deels ook omdat ik het net iets andere perspectief op Nederland en de wereld verrijkend vind. Oeps, elitair.
Wat ik leer uit deze voorbeelden is hoe moeilijk communicatie is. Je kunt een uiting weloverwogen doen, en nog kan die volstrekt verkeerd vallen. Je hebt geen controle over wat er gebeurt aan de ontvangende kant, en echte betekenis krijgen je woorden pas daar, vooral als er onderling over gepraat wordt. Daarover heb je als zender geen controle. Dat geldt sowieso, in het algemeen, dus ook voor de zakelijke teksten die in dit weblog centraal staan. Het geldt in het bijzonder in geval van precaire (want crisis) massacommunicatie. Dat kun je eigenlijk nooit voor iedereen goed doen.
Ik denk wel dat de coronacommunicatie veel beter kan dan nu, en ook dat het beter moet. Bijvoorbeeld: meer gesegmenteerd, dus meer maatwerk per doelgroep. Visueler, creatiever, interactiever. En in elk geval anders – zoals ook Christiaan Weijts bepleitte in de NRC.