↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Schrijfzin

Louise Cornelis Geplaatst op 19 september 2012 door LHcornelis19 september 2012  

Afgelopen week een bijzonder leuk schrijfboek gelezen: Zin. Lust in je leven door schrijven, van Geertje Couwenbergh. Het is vorig jaar verschenen, en ik vind het gek dat ik het niet eerder ontdekt heb – ik kwam erachter door een artikel in Schrijven Magazine. Het zit namelijk precies midden in één van mijn belangstellingsgebieden, eentje waar ik het op dit weblog ook wel over heb: de rol die schrijven kan spelen in je persoonlijke ontwikkeling. Schrijven kan bijvoorbeeld je creativiteit bevorderen, therapeutisch heilzaam zijn en je helpen bij zingeving.

Dat laatste, zingeving, is het centrale thema van dit boek, maar die andere mooie effecten van schrijven komen er ook in aan de orde. Ik denk zelfs dat Couwenbergh best durft te beweren dat schrijven je helpt op je spirituele pad. Of althans háár heeft geholpen. In het boek legt ze namelijk regelmatig een link tussen schrijven enerzijds en mediteren en de wijsheid van (vooral) het Boeddhisme anderzijds.

En dat klinkt dan misschien ofwel zwaar, ofwel zweverig, maar dat is het juist helemaal niet. Nouja, je moet een heel klein beetje van schrijven houden en/of je het effect ervan kunnen voorstellen (ik denk niet dat het voor iedereen zo kan werken als in dit boek). Verder is Zin juist vlot en aards. Het gaat er bijvoorbeeld óók over hoe lastig het is om te gaan schrijven als er nog een berg wasgoed op je ligt te wachten.

En het is dusdanig vlot geschreven dat ik me af en toe net een tikje oud ervoor voelde. Maar dat heb ik echt veel liever dan te zijïg!

Anders dan twee bekende methoden op dit gebied (Artist’s Way en Creatief dagboekschrijven) maakt Couwenberg een duidelijk onderscheid tussen het dagelijkse schrijven dat je doet voor je eigen ontwikkeling, en dat wat je doet om gelezen te worden. Die eerste vorm staat voorop, maar uiteindelijk schrijf je toch óók om gelezen te worden – iets wat ik wel herken, en dus miste in die andere twee methoden.

Nou is Zin ook niet echt een volledig uitgewerkte methode, het is vooral een boek met ideeën voor schrijfoefeningen en gedachten over de manier waarop schrijven, de kunst van aandacht, een rol kan spelen bij het ‘liefde en zin ontdekken in wat er altijd al was’ (p. 12).

Maarja, dat klinkt wél zweverig. Het lukt mij minder goed om te verwoorden wat schrijven nou precies doet dan haar (zegt mijn interne criticus). Daarom ben ik ook best een beetje jaloers: zo’n boek als dit had ik zelf wel willen schrijven!

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Anti-schrijftips-tip

Louise Cornelis Geplaatst op 13 september 2012 door LHcornelis13 september 2012

Tip: op Tekstblog is een serie bezig met ‘anti-schrijftips’, vanuit de gedachte dat er te veel (slechte) tekst geschreven wordt. Nuttig! De tweede is net verschenen, en daaronder staan verwijzingen naar de eerste en een voorafgaande post.

Overigens is dat concept van de ‘ijkpersoon’ niet zo relevant voor adviesrapporten en aanverwanten. Als het goed is, weet je immers voor wie je schrijft. Wél is het belangrijk om heel helder voor ogen te hebben wat diens vragen, zorgen, belangen en wensen zijn. Maar daar kun je naar vragen. Dat maakt het schrijven wel zo makkelijk. Belangrijk onderdeel van dat aan schrijven voorafgaand denkwerk is het nadenken over de op die lezer afgestemde hoofdboodschap en de onderbouwing daarvan, oftewel: lezergericht structureren.

Geplaatst in Leestips, schrijftips

Schrijven om niet gelezen te worden

Louise Cornelis Geplaatst op 12 september 2012 door LHcornelis12 september 2012  

Een aanname in al mijn werk, dus ook in mijn blogposts, is dat je schrijft voor een lezer. Je tekst moet leesbaar zijn, of liever ‘afgestemd zijn op de lezer’. ‘Leesbaar’ lijkt net iets te veel te impliceren dat een lezer je verhaal van A tot Z moet kunnen en willen lezen, en dat is in het geval van adviesrapporten zeker niet zo. Een adviesrapport schrijf je opdat de lezer er iets mee kan dóen: het advies opvolgen of uitvoeren, of een goede beslissing nemen op basis ervan bijvoorbeeld. Het lezen en de tekst zijn daaraan ondergeschikt, maar wel is het zo dat zo’n tekst lezergericht is.

Nou weet ik ook wel dat er talloze teksten geschreven worden waarbij die lezergerichtheid helemaal niet zo’n rol speelt. Gister hoorde ik weer eens zo’n verhaal: een rapport is bedoeld voor een klant, maar het moet ook naar een controlerende instantie. Als die controlerende instantie in de gaten krijgt hoe de zaken écht liggen, dreigt er voor de klant onheil in de vorm van bijvoorbeeld boetes of claims. Dus moet wat er aan de hand is zo opgeschreven worden, dat de klant het snapt maar die controleur niet.

Hoe dikker, wolliger en warriger je het rapport maakt, des te groter is de kans dat de controleur de boodschap er níet uithaalt. Zo’n rapport is dus juist gericht op onleesbaarheid. Al zou je natuurlijk wel kunnen stellen dat de adviseur er de belangen van de klant mee dient, en in dat opzicht is het wel lezergericht (ervan uitgaande dat het integer adviesgedrag is. Ergens zit daar natuurlijk ook een morele of ethische grens.)

Een ander voorbeeld van ‘onleesbaarheid’ als doelstelling trof ik vorige week aan op het weblog van Marc van Oostendorp, iemand over wie ik het hier al vaker heb gehad. Van Oostendorp betoogt daar dat taalkundigen in het bijzonder en wetenschappers in het algemeen helemaal niet ‘mooi’ hoeven kunnen schrijven, omdat toch niemand hun stukken leest. Ik citeer:

Niemand leest eigenlijk ooit proefschriften en dat moet ook niet. Zelfs voor een wetenschappelijk artikel heeft afgezien van een enkele masterstudent nooit iemand tijd.

Enerzijds is dat een gegeven: wanneer heb ik ooit nog een proefschrift of wetenschappelijk artikel gelezen? Uhm…. Nou, langer geleden dan ik me kan herinneren in elk geval, al ben ik voor mijn eigen piramideprincipe-onderzoek nog wel ver gekomen in enkele artikelen. De meest relevante en interessante heb ik toch zeker wel voor 80 % gelezen.

Anderzijds wil ik er wel een paar kanttekeningen bij maken (zie ook een eerder post over de stijl van wetenschappelijke artikelen):

  • Bij die artikelen die ik voor mijn eigen onderzoek heb gelezen, speelt de leesbaarheid wel degelijk een rol: die maakt uit voor hoe veel ik lees. Als ik het slecht leesbaar vind, ben ik eerder geneigd te scannen. Ik wil gewoon niet gaan zitten ploeteren. Ook als lezer van wetenschappelijke teksten ben ik een gewoon mens immers, en vind ik het fijn als ik zonder al te grote inspanning mijn doel bereik.
  • De ‘enkele masterstudent’ uit het citaat van Van Oostendorp vind ik een belangrijke reden om wél toegankelijk te schrijven. In elk geval zo dat studenten het kunnen volgen en misschien ook wel leuk vinden. Dat is reclame voor het vak.
  • Ik vind ‘het hoeft niet goed geschreven te zijn’ een gevaarlijke vrijbrief voor onzorgvuldig schrijven en daarmee voor onzorgvuldig denken. Ik kom wel teksten tegen met lange en met jargon en abstracties gevulde zinnen waarvan ik vrijwel zeker weet dat niet alleen ik niet begrijp wat er staat, maar dat de schrijver ook eigenlijk niet precies weet wat hij daar wil zeggen De relatie tussen taal en denken is immers heel nauw. (En als iets écht helder is opgeschreven, is het ook al gauw prettig om te lezen.)
  • Als de output van je werk bestaat uit teksten, is het goed afleveren daarvan ook gewoon een onderdeel van je werk. In zo’n ’tekstfabriek’ is schrijven gewoon een kwestie van goed vakmanschap.

En tot slot: ik vind al die voorbeelden van schrijven dat niet gericht is op een lezer, ook simpelweg treurig. Want er gaat namelijk veel tijd en moeite in zitten aan de kant van de schrijver. Wat doen we elkaar zo eigenlijk aan?

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Zeven jaar freewriting

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Er staat weer een column uit Tekstblad van mij op hun site, over vijf jaar freewriting. Inmiddels is dat al zeven jaar!

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Over het nut van de hoofdboodschap

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Gisteren in supervisies bij een opdrachtgever enkele teksten gezien die goed gestructureerd waren, maar waaraan de hoofdboodschap ontbrak. Dat gebeurt typisch in het geval dat de adviesvraag was geweest ‘hoe lossen we dit probleem op?’, en dat het antwoord eigenlijk is: ‘door maatregelen te nemen’. Dat staat er dan niet, en de tekst gaat rechtstreeks door over de maatregelen. Stel dat dat er drie zijn, dan ziet de bijbehorende piramide er zo uit:

Op de plaats van het vraagteken lijkt in eerste instantie ook niet zo veel te hoeven of kunnen staan: ‘voer maatregelen uit’ is voor een adviesrapport nogal een open deur, en zeker geen hoofdboodschap waarmee je de lezer op het puntje van de stoel krijgt.

Toch biedt die hoofdboodschap een fraaie kans, en daarom hoort hij er tóch te staan. Met die hoofdboodschap kun je namelijk de maatregelen in een bepaald perspectief plaatsen. Meestal is dat het perspectief van een bepaalde mate van urgentie. Het is het verschil tussen de volgende mogelijke uitbreidingen van ‘voer maatregelen uit’:

  • Mocht er een keer gelegenheid toe zijn, dan zouden de volgende wijzigingen tot de gewenste kleine verbetering leiden.
  • Alleen met een spoedige en grondige aanpak is te voorkomen dat de schade in de toekomst sterk gaat oplopen.
  • Enzovoort.

Dat maakt nogal uit, en met zo’n hoofdboodschap ‘kleur’ je dus het hele rapport. En daarom hoort ook in een rapport waarin de interessante inhoud op het niveau eronder zit, een hoofdboodschap te staan.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Column-wedstrijd

Louise Cornelis Geplaatst op 30 augustus 2012 door LHcornelis30 augustus 2012  

Hmm, zal ik wat insturen? In elk geval verdient-ie aandacht: de column-wedstrijd van de VU!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Snel naar de hoofdboodschap

Louise Cornelis Geplaatst op 29 augustus 2012 door LHcornelis29 augustus 2012  

De afgelopen weken hebben we in supervisie-groepjes bij één van mijn opdrachtgevers een heleboel teksten onderworpen aan de 30-seconden-test: lukt het lezers binnen 30 seconden de hoofdboodschap te vinden? Het is mijn claim dat dat in elke goed gestructureerde zakelijke tekst zou moeten kunnen lukken, ik legde dat hier eerder al eens uit.

Als het lukte, en soms was dat ruim binnen de tijd, was dat een verademing: zo weet je als lezer lekker snel waar je aan toe bent! En het kán dus, en is ook helemaal niet zo gek. Als een schrijver een beetje z’n best doet… Bijvoorbeeld door de hoofdboodschap in telegramstijl tot de titel van het stuk te maken. Dan weet je het eigenlijk al binnen een paar tellen.

Als het niet lukte, was dat voor een deel om al bekende oorzaken: er staat helemaal geen hoofdboodschap in, of op een onhandige plek, of zo geformuleerd dat je ‘m als lezer niet echt te pakken krijgt (en soms dus blijft twijfelen), of het is er niet één (dan denk je dat je hem hebt en dan begint de volgende zin met tevens en net als je daar bent met lezen, zijn de 30 seconden voorbij), of hij staat (waarschijnlijk) verspreid over enkele tekstonderdelen (‘conclusie’ en ‘aanbevelingen’ bijvoorbeeld) – en voor dat soort gepuzzel heb je als lezer niet genoeg aan 30 seconden.

Maar mij viel ook een nieuwe oorzaak op: er staat te veel tekst voor de hoofdboodschap. Dat is in gevallen waar de hoofdboodschap op zich op een goede plaats staat, namelijk vooraan in de tekst, bijvoorbeeld in de inleiding. En soms was hij dan ook nog eens visueel gemarkeerd, vet bijvoorbeeld, wat een prima hulpmiddel is. Maar dan nog ging het wel eens mis, omdat het lezen van de inleidende tekst te veel tijd kostte.

Sommige lezers laten zich daardoor niet van de wijs brengen, die springen meteen naar het vetgedrukte gedeelte. Maar andere lezers begonnen gewoon vooraan, en dan haalden ze het niet. Er stond dan gewoon te veel tekst om in 30 seconden te kunnen lezen, of die tekst was (inhoudelijk en/of qua formuleringen en zinsbouw) zo complex dat je hem niet in 30 seconden kon verwerken.

Dit lot trof zelfs de tekst waaraan ik had meegeschreven. Die zakte voor de 30-seconden-test, want er stonden maar liefst drie alinea’s voor de (ongemarkeerde) hoofdboodschap. Niemand had die gevonden. Oeps! Daar leer ik dus wat van: die inleidende zinnen in een tekst vóór de hoofdboodschap, die moeten kort en simpel!

In alle teksten met dit probleem zagen we al gauw inkortingsmogelijkheden. Uitleg van een begrip en beschrijving van het probleem bijvoorbeeld, dat kan vrijwel altijd wel naar na de hoofdboodschap. Kwestie van schuiven – en daarna van het redigeren van je zinnen. Daar ga ik beter op letten!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Piramidale pleitnota’s

Louise Cornelis Geplaatst op 27 augustus 2012 door LHcornelis27 augustus 2012 1

Vorige week heeft Albert Heikens bij mij zijn masterscriptie afgerond (nouja, hij was al eerder klaar, maar vrijdag heeft hij zijn cijfer gekregen). Albert heeft onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van het gaan schrijven volgens het piramideprincipe in de juridische sector, meer in het bijzonder: naar hoe rechters (als lezers) en advocaten (als schrijvers) een piramidale pleitnota ervaren. Welnu, dat is best wel positief, al is er een verschil tussen lezers en schrijvers.

Bijzonder aan Alberts onderzoek is vooral dat hij ‘echte’ lezers en schrijvers als respondenten heeft gebruikt: rechters en advocaten. Hij kon dat dankzij een uitgebreid netwerk in de juridische wereld.

Albert heeft twaalf rechters en zes advocaten twee versies van een pleitnota voorgelegd: het origineel en een samen met de advocaat gemaakte piramidale herschrijving. Hij liet de respondenten hun voorkeur uitspreken en interviewde ze daarover.

De rechters (elf van de twaalf!) hadden een voorkeur voor de piramidale variant, bijvoorbeeld omdat de hoofdboodschap aan het begin staat. In hun eigen woorden:

Je leest als lezer meteen in de eerste alinea duidelijk wat het bestreden besluit is

(… dat deze versie) in het begin direct aangeeft waar het om gaat

We hebben het in ons werk druk en dan is een advocaat die direct zijn punt maakt zeer welkom.

Maar ook wel omdat de rest van het stuk goed gestructureerd is:

Doordat vervolgens zeer duidelijk de argumenten uiteen worden gezet, en worden aangeduid met kopjes, weet ik precies wat er gezegd gaat worden, zonder dat ik het hele stuk heb hoeven lezen.

Wel willen ze aan het eind een conclusie:

(…) doordat er geen conclusie is, gaat het met het verzoek op het einde mis. De pleitnota of het pleidooi gaat als het ware als een nachtkaars uit. Mijn advies is herhaal de conclusie en het verzoek gewoon nog een keer op het laatst.

Waarschijnlijk zien we hier de al bekende genre-verwachtingen aan het werk: aan het eind van een pleitnota ‘hoort’ een conclusie te staan, en als dat niet zo is (omdat die al aan het begin stond, als hoofdboodschap) is dat gek en ervaren de lezers een gemis.

De advocaten, als schrijvers, hadden een minder duidelijke voorkeur: vier van de zes kozen voor piramidaal, twee andere twijfelden. Eén van de twee met de traditionele vorm als voorkeur, zei dat hij het nou eenmaal zo had geleerd van zijn patroon. De ander vond de traditionele vorm zakelijker. De piramide-kiezers zeiden dat ze ‘al zo schrijven’. In het onderzoek is dat niet verder nagegaan, er is wel reden om aan die uitspraak te twijfelen (sociaal-wenselijk?).

Waar de rechters (lezers) dus een duidelijke voorkeur hebben voor piramidale pleitnota’s (eventueel met extra conclusie aan het eind), hangen de advocaten (schrijvers) meer aan de traditionele opbouw. We zien dus een discrepantie tussen de wensen van de lezers en de mate waarin de schrijvers daaraan gehoor kunnen of willen geven.

Die kloof, tussen lezerswens en schrijversdaad, is mij eerder opgevallen – ik schreef er een Tekstblad-column over. Het is en blijft mijn ambitie om schrijvers te leren die kloof te verkleinen.

Bron: Heikens, A. (2012) Komt een advocaat bij de rechter…. Een kwalitatieve analyse over de wenselijkheid van de structuur in een pleitnota. Masterscriptie CIW RU Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Beginnen met een samenvatting?

Louise Cornelis Geplaatst op 27 augustus 2012 door LHcornelis27 augustus 2012  

Een tijd geleden besteedde ik op dit weblog aandacht aan een veel voorkomende verwarring bij zakelijke schrijvers: die tussen samenvatting en inleiding. Vorige week legde ik het verschil weer eens aan iemand uit, en toen vond ik er ineens andere termen voor die het volgens mij in één klap duidelijk maakten.

In dit geval ging het om een presentatie. De eerste pagina van de Powerpoint-sheets heette ‘executive summary’, maar was een inleiding. Om dat duidelijk te maken, zei ik tegen de maker ervan: stel je voor dat je begint met je verhaal. Zeg je dan in eerste instantie ‘ik ga u nu een samenvatting geven’? Nee toch?! Dat zou echt heel raar zijn. Een presentatie begint niet met een samenvatting, dat is iets anders, iets van een andere orde.

Zonder dat ik dan dus ’theoretisch’ hoef uit te leggen wat het verschil is, maakt dat het duidelijk: een presentatie begint niet met een samenvatting. Wel met een inleiding. De eventuele samenvatting staat daar los van.

Waar je mee begint, is ook niet ‘ik ga deze presentatie voor u inleiden’. Dat hoef je niet te zeggen, dat dóe je gewoon. Vandaar dat de eerste slide niet per se ‘inleiding’ hoeft te heten. Sterker nog: die eerste slide kan vaak gewoon weg. Begin gewoon maar met vertellen van je verhaal. Dan heb je alle aandacht. Een goede inleiding is toegankelijk, en dus goed te volgen door alleen maar te luisteren. Tegen de tijd dat je toe bent aan een vooruitblik op de structuur, kun je de eerste slide laten zien.

Ook een eerste tekstgedeelte hoeft niet per se ‘inleiding’ te heten. Vorige week had ik met een trainingsgroepje een discussie daarover: voor sommige mensen is het kopje ‘inleiding’ boven een tekstgedeelte voldoende om dat maar over te slaan. Dat lijkt mij geen goede leesstrategie (als het goed is, is een inleiding juist belangrijk, en dat geldt zeker voor teksten die geschreven zijn volgens het piramideprincipe, want dan bevat de inleiding de hoofdboodschap), maar dát er zulke lezers zijn, is (dus) een gegeven.

Hoe begin je dan? Ik had vorige week toevallig een tekst bij me waarin de inleiding ‘Verplichte kost’ heette – om de lezer te prikkelen. Wat mij betreft was dat geslaagd. ‘Opmaat’ hebben we ook wel eens bedacht. Gewoon beginnen, zonder kopje, kan ook, zeker bij korte teksten. Of je herhaalt de titel van het hele stuk nog een keer. Als het goed is, is dat de hoofdboodschap (in telegramstijl). Die mag je dus best nog een keer herhalen.

En ik blijf erbij: een goed geschreven tekst heeft geen samenvatting nodig. Maar dat heb ik eerder al eens uitgelegd.

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Een week (bijna) zonder tekst

Louise Cornelis Geplaatst op 20 augustus 2012 door LHcornelis20 augustus 2012 2

Net als vorig jaar en het jaar daarvoor was ik vorige week naar Buitenkunst, dit keer om fysiek theater te doen, met muziek, want ik wilde dit keer juist iets heel anders dan tekst. Uiteindelijk hebben we toch één dag wat met tekst gedaan, namelijk met een vrij gedicht van Esther Gerritsen (‘Hij komt’). Het ging daarbij vooral om de muzikaliteit van de tekst en daar dan bewegingen bij.

Het was weer erg leuk. Het was een prettige groep om mee te werken (nee, spelen), en we hebben een boel leuke dingen gedaan. Anders dan de vorige jaren was het de hele week mooi weer, en dat maakte het wel zo lekker en relaxed. Hooguit was het ’s middags soms wat warm om er stevig tegenaan te gaan, maar ach, dat was toch beter dan de modder van de vorige jaren.

Ook anders dan vorig jaar: ik kan weinig laten zien van wat we gedaan hebben, vanwege de aard van de kunstvorm. Hier is een foto van ons slotoptreden op vrijdagavond; ik ben die in grijs t-shirt en spijkerbroek:

Belangrijkste wat ik leerde afgelopen week was dat er ook bij fysiek theater een duidelijk onderscheid in twee fasen is te maken, net zoals bij schrijven: in de eerste fase ben je creatief, scheppend bezig; in de tweede werk je het af tot iets wat zal werken voor het publiek. Bij schrijven heet dat de doorschrijf- en de redigeerfase.

De twee fasen vragen heel verschillende houdingen: de eerste open, accepterend, zoekend, intuïtief; de tweede kritisch en directief (om maar wat trefwoorden te noemen). Afgelopen week was voor mij de overgang van de eerste naar de tweede fase, of juist het ontbreken daarvan (alleen eerste fase) soms onduidelijk. Dat maakte me ervan bewust hoe belangrijk het is om helder te hebben hoe je bezig bent. Ook bij samen schrijven is dat zo: als je nog in de eerste fase zit, kan een opmerking vanuit de houding van de tweede tot writer’s block leiden.

Tot slot: er zijn op Buitenkunst altijd een boel dingen tegelijk gaande, en zo kon ik nog een piepkleine bijdrage leveren aan een ander kunstwerk. Het derde kaartje van links hieronder heb ik volgeturfd:

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑