↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Pen-mijmeringen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 oktober 2021 door LHcornelis18 oktober 2021  

Voor snelle krabbels en boodschappenlijstjes maakt het mij niet uit waarmee ik schrijf, maar ik schrijf regelmatig ook wat langere stukken met de hand: eerste versies, freewriting, schrijvend nadenken. Dan wil ik een fatsoenlijke pen.

Al van jongs af aan heb ik daarvoor als balpen een Parker Jotter, tegenwoordig een knalgele (net als op die website, grappig). Vorige week realiseerde ik me dat ik daar heel weinig mee schrijf toch, althans: de vulling was op, en ik kon me niet herinneren wanneer dat de vorige keer het geval was geweest. Even schoot het door mijn hoofd: ze zullen ze toch nog wel hebben? Gelukkig wel ja. Sommige dingen veranderen gelukkig niet.

Toen ik toch bij de kantoorboekhandel was, heb ik meteen maar vullingen gekocht voor mijn tweede favoriete pen: een Sheaffer vulpen. Daar schrijf ik meer mee en de vullingen gaan minder lang mee. De rolverdeling is eigenlijk zo dat ik het liefst met de Sheaffer schrijf, maar die mag het huis niet verlaten en soms is een vulpen minder handig. Dan springt de Parker bij.

Ook m’n Sheaffer gaat al meer dan twintig jaar mee, maar daar bleek wel wat veranderd: de vullingen zitten in een andere verpakking. Ik weet niet beter of ze zitten in een kartonnen doosje. Maar nee, nu was het een blister. Links op de foto het doosje van een paar jaar terug, in  het midden de blister van vorige week, rechts mijn pen:

Ik kan er wel mee leven, hoor, maar ik had toch liever het doosje. Omwille van het plastic van zo’n blister, maar ook omdat de verpakking nu kapot is zodra ik de eerste vulling gebruik. Waar laat ik de vullingen dan?

Nouja, daar heb ik natuurlijk wel wat op bedacht: in het oude doosje. Thuis verandert er dan toch niks.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Tekst met storing

Louise Cornelis Geplaatst op 13 oktober 2021 door LHcornelis14 oktober 2021  

Nou was er bij al dat genieten van dynamiek gister toch weer één dingetje wat minder fijn. Het was in Den Haag, ik had de RandstadRail daarheen genomen, en na afloop reed die niet. Hmm. Ik heb het opgelost, kostte wat extra tijd, en  dat is dan wel zo’n moment dat ik denk: tsja, met online werken had ik dit niet.

Ik schrijf het nu makkelijk op: de RandstadRail reed niet. Maar om me dat te realiseren, heb ik zelf toch aardig wat denkwerk moeten verrichten. Op het perron van Den Haag Centraal stond eigenlijk niks duidelijks. De borden waar anders de eerstvolgende vertrektijden op staan, waren leeg. Er liep alleen een lichtkrant, die een bericht over de mondkapjesplicht in twee talen afwisselde met deze tekst, die ik later in de bus fotografeerde:

Boel problemen tegelijk:

  • Door hem op dezelfde plaats te zetten als de uitgekauwde plichtpleging over de mondkapjesplicht lijkt het helemaal geen urgente of belangrijke tekst.
  • Het rouleren van de tekst maakt hem lastig te bevatten. Ik heb hem drie keer moeten laten passeren eer ik ‘m vatte; tussendoor heb ik dus drie keer óók moeten lezen dat een face mask mandatory is – ja-haa!
  • De tekst is helemaal geformuleerd vanuit het perspectief van Rotterdam – alsof je alleen van Rotterdam naar Den Haag zou willen reizen. Wat de storing betekent voor de andere richting, moet je zelf bedenken. Ik neem aan dat de RET de tekst verzorgt, maar die willen toch dat hun Rotterdammers ook weer thuis kunnen komen?
  • De tekst komt traag op gang. Ik zou het logischer vinden om met de deur in huis te vallen: ‘Geen metro tussen Den Haag Centraal en Nootdorp!’ Dan is het ook meteen duidelijk dat dat het ‘Haagse deel’ is, dan kun je die woorden schrappen (of is dat zo expliciet om duidelijk te maken dat het probleem niet aan de RET ligt, maar aan de Hagenezen?)
  • Twee formuleringsdetails:
    • Ik haper even bij ‘metro E’. Ik noem het vervoermiddel niet metro want het hele traject waar ik gebruik van maak ligt bovengronds. Die E zegt me ook niets. Ik noem de metrolijnen naar hun eindbestemmingen, dus iets als ‘de metro naar Spijkenisse’. En deze lijn noem ik ‘de Randstadrail’. Ik weet niet in hoeverre dit aan mij ligt; ik gebruik de metro’s maar sporadisch.
    • Tram driekwart verdient ook de schoonheidsprijs niet, vind ik, maar misschien heb ik te veel Harry Potter gelezen.

Er stonden op het perron minstens twintig mensen, aan wie, zo denk ik, de strekking van deze tekst was ontgaan. Die wachtenden droegen natuurlijk wel bij aan mijn verwarring. Zo van: als-ie niet rijdt, wat doen zij dan hier?

Alles bij elkaar kostte het nogal wat tijd om erachter te komen wat dit voor mij betekende. Zo van: betekent dit nou dat ik vanaf hier eerst met een tram naar Leidschenveen moet? Dus dat hier niks gaat komen? Doet-ie het niet, begrijp ik dat goed?

Ik was net bezig mijn conclusie te trekken (‘hij rijdt inderdaad niet’) toen een mede-reiziger op haar telefoon liet zien dat daar cancelled stond. Zij had al een half uur staan wachten en had toen maar eens gegoogled.

Ik moest vervolgens nog even nadenken over waar Nootdorp en Leidschenveen liggen, dus hoe lang dat met die tram en pendelbus zou zijn. Toen heb ik maar wat anders gekozen: ik ben met trein + lijnbus naar huis gegaan.

Dat de ‘metro’ door een storing niet rijdt, okee. Maar de communicatie erover kan echt beter!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Andere teksten langs het randje

Louise Cornelis Geplaatst op 5 oktober 2021 door LHcornelis3 november 2021  

Ik schreef vrijdag over de bordjes op onze fietsvakantie ‘langs het randje’ van Nederland. We zagen ook nog andere teksten. Ik had het vrijdag al even over dialecten, dit vond ik wel een fraai bier-etiket in Limburg, vooral door de vanzelfsprekendheid van het dialect:

Geen bordje, maar gewoon op de grond: de grens, midden op straat in Oldenkot:

Meestal was de grens veel onzichtbaarder dan dat. Gelukkig weer, sinds corona.

Deze Duitse tekst is op zich niks bijzonders, maar het was het eerste Duits waar we rechtstreeks mee te maken kregen, op het eerste moment sinds november 2019 dat we weer in het buitenland waren. Dat was toch wel bijzonder, zeker in het besef van hoe veel er sindsdien is gebeurd. We hadden toen nooit kunnen bevroeden dat het zo lang zou duren:

Maar dan de bijzonderste tekst van de hele reis. Bij de eilandhop van Texel naar Vlieland landden we op de Vliehors en gingen we daarna met de Vliehors Expres over het strand naar het bewoonde deel van het eiland. Dat was al een hele belevenis. Nog bijzonderder werd het toen we zagen dat de grote banden van de Vliehors Expres een gedicht schrijven in het zand: hun profiel bestaat uit letters.

Ik vond het geweldig om rijdend te schrijven. Wat een subliem idee!

Tot slot een foto van mijzelf, in de weer zoals ik de hele vakantie lang veel heb gedaan, want ik ben van ons tweeën de planner. Met kaart, GPX en GoogleMaps plan ik hier de route van de dag. Deze foto is ook vrij zeldzaam, want dat regenjackie heb ik welgeteld twee keer aan gehad – we hebben enorme mazzel gehad met het weer!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Septemberserie (4): bevindingen?

Louise Cornelis Geplaatst op 21 september 2021 door LHcornelis8 oktober 2021 2

Ik begon deze serie een tijdje terug met beargumenteren dat conclusie en bevindingen niet de goede woorden zijn om te praten over het communicatieve domein. Tegen bevindingen heb ik nog een ander bezwaar: het is een vaag woord, ik ga er glazig van kijken. Als verzorgde spreektaal je norm is voor zakelijk schrijven, dan moet je het gewoon niet gebruiken, want niemand zegt het. Althans, gewone mensen gebruiken uitkomst of resultaat ofzoiets.

Ik ken bevinding vooral van accountants en die gebruiken het als eufemisme voor problemen/bezwaren. Met een negatieve lading dus, terwijl het in z’n gewone betekenis neutraal is. Positieve bevinding lees ik dan ook wel eens. Daar ga ik helemáál glazig van kijken!

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Septemberserie (3): Niet blij van dat hypothesegerichte

Louise Cornelis Geplaatst op 15 september 2021 door LHcornelis8 oktober 2021  

Mijn verhaal uit de vorige post wordt vaak niet zo overtuigend gevonden, of liever gezegd: dat werken vanuit een hypothese, daar worden veel adviseurs niet zo blij van. Dat heeft een bezwaar en een reden.

Het bezwaar is dat je door de hypothese tunnelvisie kunt gaan ontwikkelen en alleen nog maar ziet wat je nodig hebt voor dat eigen gelijk. Dat risico is er inderdaad, maar volgens mij vooral in theorie. Ik heb het in de praktijk nog nooit meegemaakt. Ik heb wel adviseurs en teams met tunnelvisies meegemaakt, maar dat lag dan nooit hieraan. Het lag aan inhoudelijke dogma’s of hypes (vooral de modevlagen in het vakgebied: dan moet ineens alles met een customer journey of agile bijvoorbeeld) en soms ook wel aan een soort groupthink: dat de obligation to dissent (de McKinsey-term ervoor) in het team niet werkte.

Ik heb wel adviseurs gezien die hun hypotheses om moesten gooien, en dat vraagt zeer zeker intellectuele lenigheid. Maar veel vaker heb ik adviseurs gezien bij wie een beetje meer tunnelvisie beslist had geholpen: wiens onderzoek alle kanten opging en die omkwamen in veel te veel data of oeverloze discussies. Je bent adviseur, geen wetenschapper, en dat vraagt meer focus op hoe je je opdrachtgever het beste kan helpen. Precies dat doe je met die vertaalslag van je analyse naar de (hypothetische) piramide.

De reden waarom adviseurs niet hypothetisch gedreven werken is dat het van je vraagt dat je het onderste proces van communiceren knetterbelangrijk maakt. Structureren gaat namelijk niet vanzelf en je moet de inspanning en de tijd die het kost bevechten op al die andere dingen die je in je werk ook nog moet. Ik kan roepen dat hypothesegericht werken hartstikke goed is en dat je de tijd later in het traject terugwint, maar ik begrijp echt wel hoe lastig het is. Ik zeg in trainingen daarom vaak: ik wou dat ik een toverstokje had om die tijd voor jullie vrij te maken. Maar dat toverstokje is er niet.

In de 25 jaar dat ik met het piramideprincipe werk, heb ik maar een piepkleine minderheid van ‘mijn’ schrijvende professionals hypothesegericht zien werken – dat zeg ik er maar eerlijk bij. Desalniettemin is het de moeite waard. Om het op z’n consultants te zeggen: het is best practice!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Septemberserie (2): parallelle processen

Louise Cornelis Geplaatst op 9 september 2021 door LHcornelis8 oktober 2021  

Aan dat verhaal van laatst over wat het verschil is tussen de woorden uit het analytische en communicatieve domein (de vertaalslag ‘so what’) is het goed nog een ander plaatje toe te voegen.

Als je denkt dat structureren het op een rijtje zetten van bevindingen is of het bewerken van een conclusie, denk je namelijk mogelijk ook dat je moet wachten totdat je met die bovenste lijn klaar bent voordat je kan gaan nadenken over je rapport of presentatie. Dat kan, maar veel beter is het om er écht twee parallelle processen van te maken, zo (ook weer een plaatje uit een trainingspresentatie):

Je werkt dan dus vanaf het begin aan een hypothetische piramide, inclusief hypothetische hoofdboodschap. Drie voordelen:

  • Het structureren is aan het eind niet zo’n grote toer meer. Want dat kan het zijn als je wacht tot vlak voordat het rapport eruit moet. Uiteindelijk kan het zo schelen in tijd, en zeker in stress en daarmee ook in de kwaliteit van de structuur.
  • Het werken aan de piramide houdt je analytische werk mee op koers. Als je bijvoorbeeld merkt dat één tak van de piramide nog onvoldoende ver is uitgewerkt, weet je dat je het onderzoek daarop moet richten.
  • Het geeft meer houvast voor waar je eigenlijk mee bezig bent. Ik heb gemerkt dat vooral junior teamleden daar veel baat bij hebben: aha, dus dát is het verhaal, dát is de samenhang van wat we aan het doen zijn. Dat helpt en ze leren ervan. Ook een toevallig langskomende opdrachtgever kan het vaak wel waarderen als er al een begin van een verhaal is.

Je kunt het dan dus gaandeweg het adviestraject over beide processen hebben met elkaar, en dan is het wel handig als beide eigen woorden hebben, zodat je weet waar het over gaat. Dus ook het voordeel van het parallelle proces vraagt om verschillende benamingen: conclusie/bevinding bij het bovenste proces, hoofdboodschap/argumentatie/onderbouwing bij het onderste.

 

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Septemberserie (1): hoe je het noemt, maakt uit

Louise Cornelis Geplaatst op 2 september 2021 door LHcornelis8 oktober 2021  

Ik corrigeer met enige regelmaat de woorden van de mensen met wie ik werk aan het structureren: van conclusie maak ik hoofdboodschap en van bevindingen maak ik argumenten of onderbouwing ofzoiets. Dat klinkt wel eens wat zeikerig, maar ik vind het belangrijk: houd de verschillende domeinen uit elkaar. Ik leg het hieronder uit.

Adviseurs en aanverwante schrijvers doorlopen twee gedeeltelijk parallelle processen: het analytische (onderzoek doen, gegevens verzamelen, daar conclusies uit trekken) en het communicatieve (structureren, schrijven). Bevinding en conclusie zijn woorden die horen bij dat eerste proces: bij de uitkomsten daarvan. Bij het tweede proces draait het om boodschappen, argumenten e.d.

Het verschil tussen een boodschap of argument enerzijds en een bevinding of conclusie anderzijds is dat je om van het analytische naar het communicatieve domein te gaan, je nog een vertaalslag moet maken: die van interpretatie, betekenisgeving (‘so what?’). Je kunt prima bevindingen op een rijtje zetten, maar daarmee heb je nog niet gezegd wat ze betekenen, en precies dat is nodig om er een ‘verhaal’ van te maken. De samenhang in dat verhaal ontstaat door de vraag-antwoord-dialogen van de piramide: waarom/hoe en ‘so what’.

Als je praat en denkt in termen van het analytische domein, kun je die vertaalslag als het ware vergeten. Ik zie dat wel eens gebeuren: dan is een adviseur ‘bevindingen’ logisch aan het ordenen, maar niet bezig met ze samen te brengen in een betekenisvol verband: als antwoorden op een waarom-vraag onder de hoofdboodschap.

Als je goed voor ogen hebt dat dat is wat structureren van je vraagt, wordt het soms makkelijker. Laatst worstelde iemand met de oorzaak-gevolg-relaties in de resultaten van het onderzoek, een vraag die gewoon verdween toen het argumenten werden.

Maar die ‘so what’ kan het ook lastiger maken: piramidaal rapporteren is iets anders dan ten opzichte van traditioneel rapporteren de inhoud op een andere plek zetten. In trainingen gebruik ik wel eens dit plaatje om dat uit te leggen, het gaat dan vooral om die pijl:

Tot slot: ook aanbevelingen is een woord uit het bovenste domein. Het wordt immers meestal zo gebruikt dat het de praktische dingen zijn die je bedenkt na de conclusie, en zo staat het dan ook in traditioneel opgebouwde rapporten: helemaal aan het eind, en vaak met maar een beperkt verband met wat eraan vooraf is gegaan. Dat moet van het piramideprincipe anders en bovendien ‘ademt’ dan de hele structuur advies, niet alleen een slot-hoofdstuk. Structureren is dus ook iets anders dan aanbevelingen ordenen.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Twee goeie online workshops

Louise Cornelis Geplaatst op 30 augustus 2021 door LHcornelis30 augustus 2021  

Afgelopen vrijdag heb ik een dag meegedaan met de online ZZP Summer Academy van FNV Zelfstandigen. Het aanbod aan workshops was zeer divers en ik deed dan ook twee totaal verschillende dingen: in de ochtend ‘Maak kennis met Miro‘ door Anne-Marie Backx en in de middag ‘Help wat moet ik met dit mens‘ door Laura Hagt. Ik vond ze allebei zeer de moeite waard!

Over online whiteboard Miro had ik al lovende dingen gehoord en ik had al eens een blik op de website geworpen. Door de workshop weet ik nu veel beter de mogelijkheden en beperkingen ervan. De uitleg van Anne-Marie was rustig en helder en het was leuk om er gaandeweg zelf ook wat mee te ‘prutsen’. Het onderwerp leende zich bovendien uitstekend voor online natuurlijk, zeker bij deze groepsgrootte (stuk of 12).

Bij het onderwerp ‘moeilijke mensen’ vond ik online een grotere beperking en miste ik de informele onderlinge contacten meer. Dat was nog veelzeggend, want ik kwam ook inderdaad als ‘mensgericht’ type uit de bus en dus als iemand die moeite heeft met alleen maar taakgerichtheid. Klopt.

Bovendien werd het totaal aantal Zoom-uren op een vrijdag gewoon zwaar. Ik vond de middagworkshop dus een flinke inspanning, maar die loonde wel. Als ‘met-mensen-werker’ ben ik zelf mijn belangrijkste instrument en af en toe is het goed dat eens tegen het licht te houden. Dat is precies wat het opleverde: zelfinzicht, in dit geval vooral over het bieden van ruimte en het nemen van vrijheid. Ook nu waren begeleiding en groep prettig.

Wat me in de loop van de dag zijdelings ging opvallen is dat het erop lijkt dat het woord webinar een specifiekere betekenis aan het krijgen is, namelijk die van wat ik wel noem ‘pratend hoofd met powerpoint’ en dus niet met activerende werkvormen of interactief. Ik weet niet meer wie het zei, maar dat ging zo van ‘dit is geen webinar, dit is een workshop’. Voor mij is dat geen logische zin, zal ik maar zeggen,in twee richtingen:

  • Ik versta onder een webinar iets online waardoor ik wat leer, en dat is zo mogelijk wel degelijk (inter-)actief. Dan leer ik namelijk beter dan passief.
  • Ook ‘live’ workshops zijn (waren?) wel eens alleen zitten kijken en luisteren, met Powerpoint. Dat vond ik nooit de goeie, maar het gebeurde wel. (Zet ik in verleden tijd, want tsjonge, wat is dat lang geleden…)

De uitkristalliserende praktijk die ik al eerder signaleerde, die van dat pratende hoofd met powerpoint als standaard online werkvorm, lijkt dus een bepaald prototype geworden te zijn. Dubbel interessant: voor mij als trainer en als taalkundige: de taal volgt die uitkristalliserende praktijk. Ik moet daar in mijn woordgebruik rekening mee houden. Als mensen denken dat een webinar ‘kijken en luisteren’ is, moet ik mijn trainingen zo niet noemen. Ik merk sowieso al dat mijn deelnemers verrast zijn met hoe veel ze bij mij moeten en kunnen doen online. Kennelijk valt dat op.

De twee workshops van vrijdag waren in die betekenis zeker geen webinars, maar workshops. Ik heb veel meer gedaan dan kijken-en-luisteren: ik heb geoefend, alleen of in een break-out, en ik heb ’teruggepraat’. Zo moet het, wat mij betreft!

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Een adviesrapport is geen proefwerk

Louise Cornelis Geplaatst op 23 augustus 2021 door LHcornelis23 augustus 2021  

Als ik het het over een adviesrapport met één hoofdboodschap die antwoord geeft op één adviesvraag, krijg ik vaak als reactie: maar de opdrachtgever stelde veel meer vragen! Vorige week was dat weer eens zo, en in dat geval was de oorspronkelijke opdracht ook nog eens vaag: de vragen gingen heel verschillende kanten uit. 

Mijn advies in zo’n geval voor de schrijver: focus op je eigen verhaal, dus bijvoorbeeld voor de hoofdboodschap op wat nu het meest saillant, interessant, nieuwswaardig is om te melden. Vervolgens bedenk je op welke vraag die eigenlijk een antwoord geeft. Je bedenkt hoofdboodschap en hoofdvraag eigenlijk als adviseur zelf, in samenhang met elkaar.

Dit komt neer op: leg de oorspronkelijke opdracht met vragen terzijde en duw ‘m ook uit je hoofd – voorlopig althans. Als dat ertoe leidt dat je uiteindelijk een hoofdboodschap bedenkt die niet letterlijk een vraag uit die brief beantwoordt – geen probleem. Je kunt later checken of je alle vragen allemaal aan de orde hebt gehad in de onderbouwing, en misschien zijn er zelfs door de actualiteit ingehaald.

Ik zeg in trainingen wel eens: dat is het verschil tussen het schrijven van een adviesrapport en het maken van een proefwerk. Bij een proefwerk moet je wel ‘braaf’ alle eerder gestelde vragen in de juiste volgorde netjes beantwoorden. Bij adviseren gaat het daar niet om, maar wel om het maximaal vooruit helpen van de lezer.

Daarom beantwoord je soms een vraag die nergens letterlijk staat of niet letterlijk is uitgesproken, maar die ergens wel ‘zweeft’. Adviseurs noemen dat wel het achterhalen van de vraag achter de vraag. Soms ontdek je die pas schrijvenderweg.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Je tekst beïnvloedt je werk

Louise Cornelis Geplaatst op 30 juli 2021 door LHcornelis29 juli 2021  

Bij een van mijn opdrachtgevers leerde ik recentelijk dat keuzes voor een bepaald genre of format van de teksten consequenties heeft voor het werk. Ik was me daar eerder niet van bewust, maar ik herkende het wel meteen.

In dit geval ging het om een organisatie die er jaren geleden voor gekozen heeft om te rapporteren in de vorm van een brief. Dat zijn teksten die voor dat genre lang zijn: idealiter niet langer dan vijf pagina’s maar vaak langer. Ze hebben bovendien een hoofdstuk- en paragraafindeling, wat ook niet volgens de briefconventies is. Maar ze hebben wel degelijk een briefhoofd en een aanhef en aan het eind staat hoogachtend en een handtekening.

Er ontstond wat discussie over het uitdijen van de teksten. Op een gegeven ogenblik worden ze zo lang dat er eigenlijk een samenvatting voor zou moeten en een inhoudsopgave erin. Maar dan is het écht geen brief meer. Dan zouden ze toch echt moeten overstappen naar een rapport. Met alle conventies van dien, zoals samenvatting en inhoudsopgave, maar ook bijvoorbeeld een mooi voorblad of kaftje, enzovoort.

Ik voelde daar op zich wel voor, al realiseerde ik me wel meteen dat daarmee de druk om de teksten kort te houden weg zou zijn. Ik voorspelde dat ze veel langer zouden gaan worden dan die zeven à acht pagina’s die het nu soms zijn. Dat hoeft niet erg te zijn, als het gaat om relevante inhoud, maar het is niet per se een voordeel als zodanig. Als het kan zonder verlies van inhoud, is korter immers altijd beter. Niemand leest rapporten voor z’n lol, in de zin van dat de lezer aan het eind denkt ‘jammer dat ik ’t al uit heb, het had echt langer mogen zijn’. 

Vanuit de organisatie hoorde ik nog een ander bezwaar: lezers hebben bij een echt rapport andere verwachtingen – hogere. Het ‘moet’ echt meer van ze zijn dan een brief. Ze verwachten dan bijvoorbeeld een uitgebreidere verantwoording, wie weet zelfs met bronnen in een literatuurlijst en originele bronnen of transcripten in een bijlage enzo. En, zo begreep ik, dat is niet alleen iets wat ze lezers aan willen doen, maar ook zichzelf niet: dat is veel meer en ander werk dan ze nu doen. Voor een deel is dat puur schrijfwerk, maar deels is het ook meer en ander werk tijdens je onderzoek. Je moet dan grondiger bijhouden wat je doet bijvoorbeeld.

Het is niet alleen de verwachting van lezers, het is ook zo dat alles wat je opschrijft, bij de lezer vragen kan oproepen. Hoe meer je opschrijft, des te kwetsbaarder stel je je dus op. Dus ook daarom moet je meer verantwoorden, en misschien zelfs meer of andere analyses doen.

Er is niets tegen verantwoorden en een adviseur hoort zijn of haar werk sowieso degelijk en grondig te doen. Maar hoe je het resultaat van dat werk opschrijft, maakt uit. Als je ervoor kiest om de tekst kort te houden, krijg je een andere dynamiek dan met een lijvig rapport. Twee kanten op: tussen jou en de lezer, en in je eigen werk of organisatie. Iets om bij stil te staan!

Mijn opdrachtgever is dus bij de brief gebleven. En opnieuw vastberaden om die kort te houden.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑