↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Goed lezen: leren selecteren?

Louise Cornelis Geplaatst op 29 april 2019 door LHcornelis29 april 2019  

Op het college (zie onder andere de vorige post daarover) van afgelopen donderdag hebben we het gehad over de vraag of je kunt zeggen wat ‘goed’ versus ‘fout’ lezen is. Hier nog wat gedachten daarover.

Het eindexamen Nederlands toetst leesvaardigheid, er kennelijk van uitgaande dat er zo’n norm is. Daar is de nodige kritiek op, en daar lazen we wat van, in de vorm van blogposts van Marc van Oostendorp. Die zegt bijvoorbeeld:


Aan de poort van het volwassen leven van de gemiddelde Nederlander staat een organisatie die met willekeur bepaalt wat ‘goed’ is en wat ‘fout’ en die wie het waagt dat in twijfel te trekken in de hoek zet.


Die organisatie, dat is het College voor Toetsen en Examens. Het zou natuurlijk kunnen dat die hun werk gewoon niet goed doen, en daar ijkt het zeker op – er zitten echte miskleunen tussen (voorbeeld). Een beter eindexamen is wenselijk, maar dan zit je er nog mee: wat is ‘goed’ lezen eigenlijk?

Uit mijn eigen onderzoek (nouja, eigenlijk dat van twee Groningse studenten van wie ik de scripties begeleidde, het artikel staat in mijn gratis e-boek) naar lezen bleek dat volwassen, zakelijke lezers inderdaad zo’n norm in hun hoofd hebben: de hele tekst grondig en lineair lezen, om te kunnen onthouden. Ik dacht daarbij: het is net alsof ze verwachten er vrij willekeurige vragen van een ander over te moeten kunnen beantwoorden – zoals op school.

In de dagelijkse praktijk drukt die norm als last op hun schouders: voor dat lezen hebben ze nooit tijd genoeg. ‘In het echt’ lezen ze dan ook heel anders: sterk gericht op hun eigen leesdoel. Ze selecteren, of ze nemen de informatie die ze nodig hebben heel gedetailleerd over – en van alles ertussenin. Wat ze dan doen, dus hun echte leesgedrag, zou je grillig of eigenzinnig kunnen noemen. Dat werkt; desalniettemin voelen ze zich er bezwaard over omdat ze ‘eigenlijk’ beter zouden moeten lezen.

De norm die in het onderwijs bestaat voor goed lezen kweekt mogelijk een leeshouding aan die in het werkende leven in de weg zit. Zakelijke lezers bepalen eigenlijk hun eigen norm: goed lezen is zo lezen dat je je leesdoel bereikt. Je eigen leesdoel, niet dat van een externe instantie.

Toch is ‘wat goed lezen is, bepaal je zelf’ mij ook te vrijblijvend. Ik ga er op college wel degelijk van uit dat de studenten iets gemeenschappelijks kunnen – ze moeten voor zo’n vak een heleboel lezen en daar moeten we het over kunnen hebben. Dat ‘iets’, daarvan verwacht ik dat ze het op school hebben geleerd en dat het eindexamen dat getoetst heeft.

Ook op andere momenten zit er een norm in mijn hoofd. Ik doe in schrijftrainingen regelmatig oefeningen waarbij de deelnemers elkaars teksten lezen. In de nabespreking daarvan blijkt enerzijds zeker die grillige eigenzinnigheid, en dat is prima: dat geeft de schrijvers een realistisch beeld van hun lezers (want ook schrijvers zitten met dat beeld van ‘alles lineair lezen’ in hun hoofd).

Maar met enige regelmaat denk ik toch ook wel stiekem ‘stom’ als iemand verslag doet van zijn of haar leeservaring. Op zo’n moment vind ik dat iemand slecht heeft gelezen. Ik onderdruk dat, want in een schrijftraining hamer ik erop dat de lezer principieel vrij is, en altijd gelijk heeft – dat is mijn uitgangspunt. Omdat schrijvers nooit mogen zeggen ‘dan had-ie maar beter moeten lezen’ of ‘mijn lezer moet alles lezen’ en dergelijke – dat kun je schudden. Maar mijn didactische principe komt niet helemaal overeen met wat ik soms zelf denk.

Wat vind ik dan goed lezen van een zakelijke tekst? In elk geval dat de lezer zich een beeld vormt van de hoofboodschap van de tekst en iets van de bedoeling van de schrijver – zodat die lezer op enigszins redelijke basis een oordeel kan vellen over wel of niet verder lezen en zo ja, wat en hoe dan. Daarna gaan de leesdoelen te ver uit elkaar lopen om er nog iets zinnigs over te kunnen zeggen.

Voor het onderwijs lijkt het me in elk geval zaak om iets te doen met leesdoelen, en om te leren dat het okee is om stukken of zelfs hele teksten níet te lezen. Zo voed je mijns inziens beter op voor een maatschappij die gekenmerkt wordt door een overvloed aan communicatie. Je móet selecteren, anders raak je opgebrand.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Wat er nieuw aan is, is niet zo gelukkig

Louise Cornelis Geplaatst op 18 april 2019 door LHcornelis17 april 2019  

Ik schreef hier even geleden dat ik met het gebruik van de term nieuwe media verraadde dat ik al zo oud ben dat ik me de tijd zonder die ‘nieuwlichterij’ nog goed kan herinneren. Daar moest ik aan denken bij de eerste zin van de paragraaf over rapporteren in PowerPoint in het boek Beter in rapporteren (p. 49):

In sommige organisaties is het PowerPoint-rapport in opmars.

Uh? Het boek is net uit. Al zo lang ik werk in de adviesrapportenwereld, en dat is 22 jaar, wordt er geschreven in PowerPoint. Sterker nog: in mijn waarneming is PowerPoint in sommige organisaties en branches op z’n retour.

Met die formulering verraden de auteurs hun onwennigheid – vind ik. Nouja, eigenlijk dacht ik er al aan bij de paragraaftitel ‘Een andere vorm: rapporteren in Powerpoint’ in combinatie met de hoeveelheid aandacht ervoor: een apart ‘hoekje’, van 3 paginaatjes, dat is alles – de andere dik 115 pagina’s gaan over tekst. Dus rapporteren in PowerPoint is toch nog iets raars en aparts en iets wat je moet noemen, maar meer ook niet.

Nou kunnen de auteurs daar mogelijk niet zo heel veel aan doen, althans, het is wél waar wat achterop het boek staat, namelijk dat die aandacht voor PowerPoint ‘nieuw’ is – in deze druk, maar meer in het algemeen ook in dit type handboeken over rapporteren. In het vakgebied is verder weinig aandacht voor deze praktijk. Het is niet gek dat ‘nieuw’ ook nog wat onwennig is.

Iets ernstiger vind ik dat de auteurs schrijven dat PowerPoint geschikt is voor snelle rapporten op hoofdlijnen, en niet voor feitelijk en gedetailleerd informeren. Wat doen dan al die managementconsultants, investeringsbankiers en andere kwantitatief geöriënteerde adviseurs dan met PowerPoint? PowerPoint leent zich júist voor het presenteren van zeer gedetailleerde kwantitatieve gegevens, in de vorm van grafieken. Dat PowerPoint ‘oppervlakkig’ is (mijn woord, niet dat van de auteurs) heb ik vaker gehoord, en is – in mijn ogen – een vooroordeel (ik schreef daar eerder over).

Op zich is het prima dat er weer eens zo’n boek verschijnt. Ik heb net even drie jaar teruggezocht op dit weblog, en in die tijd heb ik hier geen enkel rapporteren-handboek voor het hoger onderwijs besproken. Het kan zijn dat er wat aan mijn aandacht ontsnapt is, maar volgens mij verschenen er vroeger met wat meer regelmaat dit soort boeken. Waar kennelijk markt voor was en ook nog steeds wel is, en die aandacht voor schrijven is mooi.

Wel vind ik het al lang jammer dat vernieuwing ver te zoeken is. Oneerbiedig gezegd: de boeken schrijven elkaar allemaal over. Ook in Beter in rapporteren is de manier van structureren (met vaste vragen per rapportvorm) al minstens 39 jaar oud (1e druk Leren Communiceren, 1980). En overal altijd weer diezelfde moeten’s en mag-niet’s op stijlgebied: schrijf actief, pas op voor stijlfouten.

En werkt het – leidt die aanpak tot studenten die competente schrijvers zijn? Mwah. Ik zie het niet, ik heb daar eerder over geschreven op dit blog (voorbeeld), en ik ben niet de enige: de OESO vindt het ook.

Ook dit boek vernieuwt dus niet of nauwelijks, en wat er nieuw aan is, is niet zo gelukkig. Jammer. Wat er verder staat, is niet fout of slecht. Ik heb het alleen al zo vaak gelezen.

Maar met zo’n verzuchting verraad ik natuurlijk opnieuw mijn leeftijd.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Dikke Prins: scherp, knap en grappig geschreven

Louise Cornelis Geplaatst op 12 maart 2019 door LHcornelis4 maart 2019  

Meteen nog maar een inspirerend niet-vakboek. Waar het vorige nog echt wel een boek voor mij bleek te zijn, is dat van deze post een nogal onwaarschijnlijke: het gaat over Theo Janssen, oud-voetballer van onder andere Vitesse. Ik heb een beetje wat met voetbal, maar niet met Vitesse en al helemaal niet met Theo Janssen. En toch is het een fenomenaal boek.

Het gaat om Theo Janssen. Op stap met De Dikke Prins van Marcel van Roosmalen. Van Van Roosmalen ben ik al jaren fan, vanwege zijn columns in de NRC, tot voor kort zijn verslagen van beurzen en bijeenkomsten en dergelijke in One World,  en ook sinds ik hem een keer in het echt zag en hoorde tijdens mijn cursus voetbaljournalistiek, waarin ik hem de meest originele gastspreker vond,  met een verfrissend eigen en kritische blik op die rare voetbalwereld. Misschien als enige voetbaljournalist niet in de eerste plaats fan. 

Ik wilde zijn boek over Theo Janssen sowieso lezen, en al helemaal toen ik op Bol zag dat het gemiddeld uit 28 reviews maar een 3,2 scoort (op 4 maart), terwijl het nul 3’en scoort en vooral 5’en óf 1’en. Je vindt het kennelijk hartstikke goed of hartstikke slecht. 

Ik vind het hartstikke goed. Maar ik snap ook wel dat het veel lezers zal teleurstellen, juist omdat het zo’n afwijkend voetbalboek is. Geen heldenportret van Janssen, integendeel. Het beeld dat van hem naar voren komt uit het boek is niet heel verheffend. En er gebeurt eigenlijk ook niet zo veel in – het kabbelt.

Het boek is opgeschreven alsof het een letterlijk, chronologisch verslag is van enkele gesprekken die Van Roosmalen en Janssen voerden, meestal met de voormalige Vitesse-persvoorlichtster erbij, soms met nog anderen, in verschillende situaties. Je weet als lezer natuurlijk nooit wat er echt letterlijk gezegd is, maar wat er nu staat, komt over als een tamelijk frustrerende en futiele zoektocht van Van Roosmalen naar wat meer diepgang en interessantheid achter de persoon Theo Janssen. 

En die is er dus niet, of die laat Janssen niet zien. Die herhaalt zichzelf namelijk alleen maar, snijdt steeds dezelfde thema’s aan, zegt regelmatig dat er dingen niet in het boek mogen, vraagt zich al vanaf de helft af of het werk voor het boek er eindelijk op zit, wil het vooral over de titel en de boekpresentatie (met drank en hapjes) hebben – enzovoort. 

Van Roosmalen vraagt zich ‘hardop’ af hoe hij er nog wat van kan maken. Janssen is een oud-voetballer die een boek over zichzelf wil maar er niet echt aan mee wil werken. Het klinkt alsof Van Roosmalen er weinig lol aan beleeft, maar zo klinkt al zijn schrijfwerk. Hij is een genadeloos observeerder en chroniqueur die niet bereid is om er een mooi verhaal  van te maken.

En daardoor zit er juist toch ook heel veel lol in. Want die scherpe, genadeloze observaties zijn soms triest, maar soms ook ongehoord grappig. Ik ken geen andere schrijver die zo schrijft als hij. Het lijkt makkelijk: gewoon stroeve gesprekken uitschrijven. Maar ik denk dat dat het lastiger is dan dat – het blijft hoe dan ook een vormkeuze Het klinkt als eerlijk verhaal, maar het blijft een biografie natuurlijk; elke biograaf maakt keuzes (daar is onlangs een interessant proefschrift over verschenen, begreep ik uit een artikel in de NRC). Bovendien geeft Van Roosmalen van zichzelf ook niet alleen maar een positief beeld.

Eén voorbeeld: Van Roosmalen gaat met Janssen mee naar de eerste wedstrijd na de degradatie van diens oude club FC Twente, tegen Sparta. Ze zitten op de eretribune, en dat is vlak achter het Sparta-bestuur. Janssen gaat koffie halen en morst daarvan een half kopje op het colbert van één van die bestuurders, en dan staat er in Van Roosmalens woorden (p. 80):

…dat was het hoogtepunt van de wedstrijd

Dat is al hilarisch, en vervolgens kabbelt het verhaal over die avond pagina’s lang door nog. Op p.92 zitten ze in de auto op de terugweg en is er eerst wat gedoe vanwege de stinkende wind die Janssen  heeft gelaten (‘Zet effe een raampje over, er komt er  weer een’). het gaat wéér over een geschikte titel voor het boek en Janssen zegt ook nog dat hij op z’n tribune ‘alles meekrijgt’; die persvoorlichtster noemt hem ‘hoog sensitief’. Dan komt Van Roosmalen terug op de koffie op dat colbertje, over hoe lang het duurde voordat de koffie in de stof was getrokken en dat er ook spatten zaten op het hoofd van de Spartaan. Janssen:

Ik heb het zelf niet helemaal meegekregen.

Totaal futiel detail dus, die koffie, misgeslagen plank – elke andere schrijver zou zoiets wegredigeren, Van Roosmalen niet. Dat is scherp, knap en grappig. Schrijf een boek vol met dit soort details en je krijgt toch een beeld van, uh, ja, een dikke prins – prima titel!  

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Bevrijdend taalspel

Louise Cornelis Geplaatst op 8 maart 2019 door LHcornelis4 maart 2019  

Zo af en toe bespreek ik hier ook niet-vakboeken, bijvoorbeeld omdat van een literair of ander boek de taal of de vorm me opvalt. Ik heb er weer een: afgelopen week las ik Pussy album, van Stella  Bergsma. Een paar jaar oud alweer,  het was me ontgaan en ik werd erop geattendeerd toen Bergsma een paar weken terug te gast was in Winteruur, een programma met een licht verslavende uitwerking op mij als tekstliefhebber. 

ik heb Pussy album bijna in één ruk uitgelezen, zowel vanwege de inhoud als vanwege het taalspel erin. De titel is al een woordgrap natuurlijk, en dit is de eerste alinea:

Mannen zijn klootzakken. Dat zeggen ze zelf. ‘Ik ben een klootzak hoor,’ roepen ze trots. Ze steken hun hand in hun broek en gaan wijdbeens zitten. ‘Ik ben een enorme hufter,’ zuchten ze tevreden. Ik geloof dat het is omdat ze altijd willen neuken. Dat schijnt van een vreselijke klootzakte te zijn. Ze spugen wat, krabben in hun kruis en drinken hun biertje. Neuken willen ze, vaak met vrouwen.

De alinea daarna is ongeveer even positief over vrouwen, en eindigt met hoe ‘kut’ het is dat vrouwen kinderen willen. De alinea daarna gaat net zo door over kinderen (‘dictatoriale dramdwergen’), dan dieren en daarna dingen. Hallo lezer!

De taal is heftig, onverbloemd, snel en hard – en origineel, wat in het citaat vooral blijkt uit het neologisme klootzakte. Bergsma verzint vaker nieuwe woorden, ze schijnt bijvoorbeeld sletvrees geïntroduceerd te hebben: de angst van vrouwen om voor slet uitgemaakt te worden. In het boek staan er veel fraaie voorbeelden van.

Met de hoofdpersoon in het boek, Eva, gaat het niet goed – dat vermoeden geeft zo’n eerste alinea al. Ze raakt onder andere aan de drank, en als ze echt heftig dronken is, gaat haar taal eraan. Er staan dan passages als:

Het grijpt om zich hee en is onuitroeib ar. Het kust je wakke, mijn lieste, iedre morgen e he za je voor eeuwi in slaa suss.

En, nog meer naar het eind:

Het aller, aller. ALLUU aa. Pra prie hom. Halhal goe ba. Drrroouuu huu. Drouuhouu beel. Kazoopa vroa. 

Dat doet me denken aan de klassieker Hersenschimmen, waar de taal ook de aftakeling van de hoofdpersoon reflecteert.  

Heftig taalspel! Mij inspireert de grote vrijheid die Bergsma zich permitteert – sowieso, en al helemaal als vrouw. Haar stijl en taal zijn verre van standaard of aangepast, en de vrouwelijke hoofdpersoon is dat ook niet. Het boek is controversieel, begreep ik – sommigen vinden het niks. Maar ik vind het een goed en belangwekkend boek. 

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

De oogst aan links van de laatste tijd

Louise Cornelis Geplaatst op 25 februari 2019 door LHcornelis25 februari 2019  

Eén van de beste stukken van de afgelopen tijd bracht iets onder woorden waar ik zelf over had nagedacht maar ik zag het net niet, dat is altijd heel fijn: over dat een narratieve structuur kan leiden tot problemen in de logica en de onderbouwing, omdat het vaak gaat om achteraf redeneren en dan meer causaliteit toekennen dan reëel is. Het voorbeeld in het artikel is de biografie van Steve Jobs: diens jeugd heeft hem als het ware ‘voorgeprogrammeerd’ om later ontzettend succesvol te worden. Kun je achteraf denken. Maar er zijn een heleboel kinderen die vanuit een vergelijkbare achtergrond níet succesvol worden. Snel in oorzaak-gevolg denken is voor ons brein makkelijk en associatief ‘fast thinking’, maar dat wil niet zeggen dat je zo tot geldende redeneringen komt. Ik krijg wel eens de vraag wat het verschil is tussen piramidaal werken en storytelling, en daar ga ik in het vervolg dit bij uitleggen. Overigens kun je vanuit een piramidale structuur ook tot een narratieve vertelwijze komen, maar een goede piramide voorkomt de narratieve drogreden.

Twee posts over lezen die me aanspraken hadden allebei als strekking: laat het lees-ideaal los, het ideaal dus dat zegt dat je één boek tegelijk grondig en van A tot Z moet lezen. Hoezo? Voel je niet schuldig over de boeken die je koopt maar niet (helemaal) leest, prima om wat aan te rommelen en op te pikken wat je tegenkomt. De druk van het ideaal speelt zakelijk lezers parten, goed om je ertegen te wapenen! Grappig trouwens dat in het tweede stuk nou juist het boek van Kahneman als niet-doorheen-te-komen wordt gepresenteerd, ik hoorde dat laatst ook al van iemand – ik heb het verslonden! Ach ja, smaken verschillen. En lezers ook! 

In mijn overzichtje van nuttige en inspirerende links is ook vrijwel altijd plek voor het blog SlideMagic van Jan Schultink. Relatief is dat nu wat minder, want Schultink is vooral software aan het coderen en daar gaat het dus vaak over – voor mij wat verder van mijn bed. Desalniettemin wel twee interessante links nog: over dat je niet alle feedback klakkeloos moet opvolgen (worstelen veel schrijvers mee, in mijn ervaring), en meer voor mijn eigen zelfstandige vakgenoten, herkenbaar ook: pas op met het beloven van ‘quick fixes‘. 

Goede schrijfadviezen die ik ervaar als koren op mijn molen (zo van: zo hoor je het eens van een ander):

  • Hoe zorg je ervoor dat je bij het schrijven niet ‘verzuipt’ in de details?
  • Schrijf in drie rondes voor een optimaal proces
  • Pas drie roestvrijstalen tips toe voor betere zakelijke teksten. Niet per se sneller of makkelijker tot stand gekomen.

Dan van Neerlandistiek.nl, het blog dat ik volg:

  •  Zo herkenbaar dat ik erop reageerde: uit onderzoek blijkt dat een focus op grammaticale correctheid leidt tot fouten, namelijk hypercorrectie. En dat terwijl het taaladvies strenger wordt, in elk geval over als/dan, zo staat hier.
  • Een mooi kritisch stuk van Jan Renkema over hoe de combinatie van een abstract begrip en vage getallen alleen schijnduidelijkheid geeft. Voor veel ‘data-driven’ consultants ook relevant! En van dezelfde hand in het verlengde een beschouwing over vage woorden: vraag om een voorbeeld om, zeg, handhavingsstrategiemanagement concreet te maken. 
  • In het kader van mijn ‘hobby’ borden als speciale vorm van schriftelijke communicatie: een stuk over de grammatica van verkeersborden.

Iets verder weg van schrijven en teksten, ter inspiratie tot slot een mooie parabel over een chauffeur die de kwantummechanica uit kan leggen: wat is echte kennis?

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Drie leuke dingen uit Schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 15 januari 2019 door LHcornelis15 januari 2019  

In de huidige editie van Schrijven Magazine (06-2018) staan een boel mooie artikelen. Dat valt me extra op, omdat het tijdschrift in mijn ogen best wel vaak in herhaling valt: heel vaak dezelfde soort schrijftips bijvoorbeeld, of weer een debutant aan het woord met in andere woorden gelijksoortige ervaringen. Zelf een boek schrijven, het thema van het tijdschrift, tsja, het houdt wel een keer op met wat je daar voor nieuws over kunt zeggen.

Of niet? In deze editie vond ik een paar dingen toch echt wel vernieuwend – ik houd m’n abonnement maar weer aan! Ik haal er drie dingen uit:

  • Een tamelijk filosofisch artikel van Ton Rozeman over hoe verhalen heel vaak gaan over verhalen, in de zin van dat onze persoonlijkheid uit verhalen bestaat, en zo ook de literaire personages. Verhalen die je jezelf vertelt, c.q. die de personages zichzelf vertellen of zouden kunnen vertellen, en die doorklinken in het boek.
  • Een mooie observatie van Hetty Kleinloog over hoe iets wat eerst alleen maar in haar hoofd bestond en op papier, uiteindelijk iets werd van vlees en bloed. Kleinloog is namelijk schenarioschrijver, en in een van haar scenario’s kwam een kameel voor. Ze had nog gedacht: dat wordt een probleem voor de producent, een  echte kameel in de studio halen. Maar nee hoor,  en zo stond haar idee ineens ‘levend, kauwend en poepend’ voor haar neus – aaibaar en riekend, met twee bulten (p. 33)! Dat lijkt me een geweldige ervaring!
  • Wel in herhaling, maar ik blijf het graag beamen: Rosita Steenbeek heeft als derde schrijfadvies ‘Ga wandelen’ (p. 65). Eerst een tijdje schrijven, dan lopen – om het lopen, niet om schrijfproblemen op te lossen. Maar dat gebeurt dan toch. Ineens valt er iets op z’n plek. En naderhand ga je met frisse ogen verder. En ja, dat geldt óók voor zakelijke schrijven! 

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Veel links

Louise Cornelis Geplaatst op 31 oktober 2018 door LHcornelis30 oktober 2018  

Een grote oogst aan links dit keer! Met dank aan twitter en de blogs en nieuwsbrieven die ik volg.

Over schrijven

  • Goeie tip van Kiezel Communicatie: mail maar over één onderwerp tegelijk. 
  • Een fraai stuk uit de New York Times over dat de grootste experts niet bepaald de beste leermeesters zijn – en ook niet de beste schrijvers.
  • Een troostrijke column uit Het Parool voor iedereen die bang is taalfouten te maken, en daardoor niet lekker schrijft.
  • Het is altijd goed om kritisch te zijn op ‘lege’ woorden. Maar helemaal betekenisloos is eigenlijk geen enkel woord. Ook eigenlijk niet, betoogt deze blogpost (eigenlijk persbericht). 
  • Ook van neerlandistiek.nl: Henk Wolf fileert een zogenaamd ‘eenvoudige’ herschrijving van een column van Sheila Sitalsing. Herkenbaar, hoor!
  • Even scrollen, naar het tweede gedeelte van deze nieuwsbrief, over hoe belangrijk het is om dingen weg te laten. In coachen, en in schrijven, ja.  En ja, dat zijn die van Peak Performance weer!
  • Tot slot nog een ouwetje (mei 2017) dat ik laatst aan iemand doorstuurde en toen kwam ik erachter dat ik hem hier nooit heb vermeld: nieuwsbericht over dat vriendelijkere incassobrieven meer opleveren.

Over spreken en presenteren, ook over angst, maar dan voor spreken in het openbaar. Omdat dat zo eng is, willen sommige scholieren in de VS het niet meer hoeven doen. Wat mij betreft precies het foute plan – leer maar ’to feel the fear and do it anyway’. Juist vaker presenteren dus! Zie ook de reactie van de schrijvers van Peak performance erop: embrace, don’t avoid, discomfort (even scrollen).

Over presenteren, zoals bijna altijd weer de highlights van SlideMagic:

  • wat te doen met de samenvattingspagina in een presentatie? 
  • de noodzaak altijd een ander naar je presentatie (of tekst) te laten kijken
  • de relatie tussen businessplan en presentatie: alsof er een voice-over bijkomt
  • zijn PowerPointpresentaties echt zo weinig subtiel dat ze ‘dumb down’ het publiek?

Over overtuigen en beïnvloeden:

  • Hoe overtuig je iemand anders eigenlijk, vroegen de collega’s van Clarity College zich af. Ze lazen er een boek over waarin staat dat dat zeker niet alleen met feiten gebeurt. In hun blogpost geven ze een idee van waarmee dan wel.
  • Twee interessante dingen over gedragsbeïnvloeding: dat nudges ook niet het antwoord op alles zijn (omdat je soms juist wil dat het gedrag niet automatisch verandert, maar juist bewust), en er verscheen een instructie van de Rijksoverheid voor beïnvloeden in brieven en mails.  

En de rest:

  • Twee dingen die ik waardeer zijn digitaler geworden: je kunt The Artist’s Way online doen en er is een app van The Pyramid Principle (via App Store en Google Play), al is dat niet meer dan een samenvatting van Minto’s boek en daarvoor dus wel erg duur. 
  • Over Minto gesproken: hier weer eens iemand aan het woord die veel heeft aan het piramideprincipe.  Het is een vrij lang verhaal, dat over het piramideprincipe zit in het derde stuk, over executive summaries. 
  • Dan was er een heleboel te doen in mijn vakgebied vanwege de sterke terugloop van het aantal studenten Nederlands. Ik pik er twee dingen uit: ik vond dit wel een mooi stuk over wat een Neerlandicus eigenlijk toevoegt aan de wereld, en Fokke en Sukke waren raak, zeker als je weet dat deze cartoon verscheen tussen twee oraties in de Neerlandistiek in, én dat twee van hun eigen makers Nederlands hebben gestudeerd (Geleijnse en Van Tol). 
Geplaatst in Leestips, Opvallend, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Dwangmatig schrijven, fraai samengevat

Louise Cornelis Geplaatst op 22 oktober 2018 door LHcornelis22 oktober 2018 1

Cover You are not a rockSinds ik vorig jaar in de zomer het boek Peak Performance leerde kennen, volg ik beide auteurs op Twitter en via hun nieuwsbrief. Dat is al een paar keer zeer de moeite waard geweest, zowel voor mijn tekst- en schrijfwerkzaamheden als voor die in de sport. Vandaar dat ik onlangs hun boekentip opvolgde en You are not a rock. A Step-by-Step Guide to Better Menta Health (for Humans) van Mark Freeman las, volgens Stulberg het beste boek over mentale gezondheid.

Ik vond het inderdaad een goed boek, waarin ik veel herkende van de ACT, waarin ik zelf ook een opleiding heb gevolgd en enthousiast over ben. Alleen al de titel is gaaf. Die loopt als een rode draad door het hele boek: minder willen voelen, minder narigheid willen voelen natuurlijk vooral, is niet ‘des mensen’, want dan wil je dus eigenlijk een rots zijn, want rotsen voelen niks. Waar het om gaat is het inzicht dat de narigheid in je hoofd zit,  en dat je je er dus niets van hoeft aan te treken om je leven te leven volgens je eigen waarden. Dat is de mini-samenvatting.

Voor schrijven pik ik er twee dingen uit. Ten eerste: neurotisch schrijfgedrag. Het boek gaat veel over obsessief, dwangmatig gedrag (‘compulsions’), en daarvan geeft Freeman af en toe schrijven als voorbeeld. Het gaat dan vooral om eindeloos je mails herschrijven of – na versturen – herlezen uit angst dat er misschien een fout in staat, en daar dus een heleboel tijd aan verliezen en bepaald niet gelukkiger van worden. 

Het is in mijn vakgebied onderbelicht – schrijfprocesonderzoek vindt vooral plaats onder op dat gebied gezonde mensen, vaak zelfs onder goede schrijvers (zoals het klassieke onderzoek van Flower & Hayes). Dat schrijfgedrag af en toe ontspoort, daarover praten maar weinig mensen.  Maar ik heb er in de loop der jaren wel wat van gezien of gehoord.  Een paar voorbeelden:

  • Ik heb vanaf de zijlijn acht jaar lang af en toe meegekeken met iemand die een boek aan het schrijven was, en die in die acht jaar bijna alleen maar met de structuur bezig is geweest. Tot wel drie decimalen nauwkeurig. Het was nog niet af. Elke nieuwe gedachte leidde weer tot een nieuwe structuur, die hij elke keer tot in de puntjes door-uitwerkte. Maar aan echt schrijven, in de zin van tekst produceren, kwam hij nauwelijks toe. 
  • Ik heb een verhaal gehoord over iemand die een groot deel van de werkweek voor zijn vakantie bezig was met het schrijven van een simpele overdrachtsmail van een handvol alinea’s, aan een paar mensen die hij goed kent en in die week elke dag zag.  
  • Van mijn tijd in de wetenschap herinner ik me een paar ‘gevallen’ van proefschriften die nooit af kwamen, althans, die tientallen jaren ‘bijna af’ waren. De schrijver was daar eindeloos aan aan het bijschaven en -poetsen. In één geval herinner ik me dat de schrijver zelf in elk geval wel in de gaten had dat het was uit angst om het boek de grote, boze buitenwereld in te sturen. Zo lang het niet af is, kan het niet falen in de ogen van die buitenwereld.

In mijn trainingen gaat het wel over het schrijfproces en minder efficiënte aanpak ervan, maar nooit over ontsporend schrijfgedrag. Ik weet ook niet of deelnemers ervoor uit zouden durven komen. Maar ik ga er wel eens op letten, of ik er sporen van zie. In elk geval is het voor sommige schrijvers nodig om het belang van correcte afwerking te relativeren.

Dan het tweede punt, over de vorm.  Het boek eindigt met een slothoofdstuk met samenvatting. In die samenvatting zijn sommige stukjes zin vet gedrukt, en die corresponderen precies met de hoofdstukken van het boek: in hun formulering en in de volgorde. Dat vind ik een knappe manier om in een samenvatting de relatie met het grotere geheel en tussen de delen van dat geheel duidelijk te maken. De stukjes vet zijn net zichtbaar op deze scan:

Tekst met wat vet

 

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | 1 reactie

Ingevingen: geheugentruc?

Louise Cornelis Geplaatst op 18 september 2018 door LHcornelis18 september 2018  

Had ik vorige week nog een wandeling georganiseerd met als thema dat je zo lekker denkt tijdens het bewegen, lees ik vanochtend iets wat dat weerspreekt… In het boek Leven in cadans. Hoe je fietsend je hoofd verzorgt van Martijn Veldkamp staat dat het helemaal niet zo is dat je, bijvoorbeeld, op de fiets betere ideeën krijgt. Dat is alleen maar een illusie, althans, dat beweert Carsten de Dreu, hoogleraar op het gebied van creativiteit (volgens dat boek, dus, hè, op p. 67). Ingevingen op relatief ongewone momenten blijven je beter bij. Het is een truc van je geheugen.

Ik kan daar een eind in meegaan. Het voorbeeld van die ene keer dat ik tijdens het dweilen van de keuken een eureka-ervaring kreeg voor de tekst waar ik op dat moment mee worstelde, dat heb ik al zo vaak verteld, dat is een eigen leven gaan leiden. Meestal dweil ik de keuken zónder zulke invallen, dat is zeker waar, dus ik recycle een verhaal over een heel toevallige gebeurtenis en hecht daar wellicht te veel waarde aan.

Maar toch… en zo denkt Veldkamp duidelijk ook. Want vervolgens besteedt hij er een heleboel bladzijden aan om uit te leggen dat fietsen toch wel degelijk iets doet met je gedachten: ze ordenen, hoofd- en bijzaken van elkaar scheiden, er andere emoties bij betrekken, er nieuwe, zintuiglijke informatie aan toevoegen… Dat herken ik allemaal – en dat herkenden vorige week de wandelende tekstschrijvers ook. Dat kan toch niet alleen maar een geheugentruc zijn?

Maar mogelijk ontkennen we dus ook allemaal iets? Veldkamp deed een informeel onderzoekje onder fietsers, en daarin rapporteerde maar de helft dat ze merkten dat ze creatiever werden op de fiets. Maar, zo legt hij uit, dat is mogelijk zo omdat niet iedereen op dezelfde manier fietst. Voor dat lekkere denken moet je bijvoorbeeld alleen zijn, en wel een beetje, maar niet te prestatiegericht. Zo fietst niet iedereen.

Leuk boek trouwens – mij uit het hart gegrepen. Ik vind het wel net een beetje moeizaam dat Veldkamp, zoals ik hierboven al beschrijf, wetenschappelijk onderzoek losjes combineert met eigen, informeel onderzoek, interviews en eigen ervaringen. Daardoor haalt hij soms z’n eigen punten onderuit en is de draad in het betoog niet altijd even helder. Ik vond het vooral een feest van herkenning – of soms juist niet, ook interessant. 

Voor fietsen mag je ook andere repetitieve duursporten invullen, zoals wandelen, hardlopen en zwemmen. En de keuken dweilen! 

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

De links

Louise Cornelis Geplaatst op 31 augustus 2018 door LHcornelis31 augustus 2018  

De leuke en nuttige links van de laatste tijd – misschien niet de langste lijst, maar wel een heel mooie! Eerst twee tweetallen, dan nog twee losse.

  • Twee keer Jip en Janneke, dat duo dat symbool staat voor simpele taal: 
    • Eerst een blogpost van StoryVentures waarin een ICT-specialist  de zin ‘Daardoor zal het probleem van foute toewijzingen die weer het gevolg zijn van parallelle zorgepisodes, blijven bestaan’ op z’n Jip-en-Jannekes vertaalt. (Je ziet daaraan trouwens ook echt wel de beperkingen ervan: tsjonge-jonge, wat is het lang geworden, en omslachtig soms Voor de meeste lezers ligt de optimale tekst echt wel in het midden).
    • En deze week draaide de Speld het om: Jip en Janneke herschreven door – vermoedelijk – een jurist. Hilarisch! ‘Jip en Janneke ontplooien gezamenlijke activiteiten in het kader van spel’ 
  • Twee lezenswaardige posts op Neerlandistiek.nl, allebei van Marc van Oostendorp
    • Een analyse van foutief gebruik van diens, naar aanleiding van een grappig voorbeeld van Kees van Kooten. Ik zie zulke fouten ook wel eens, en het is voor mij een van de argumenten vóór zo ‘gewoon’ mogelijke schrijftaal. Als je praat, maak je zulke fouten niet, dus schrijf dichtbij spreektaal.
    • Een voor mij heel herkenbaar stuk waarin Van Oostendorp worstelt met het dedain dat leken, in dit geval een oud-minister, hebben voor experts in het algemeen en taalkundigen in het bijzonder. 
  • Nog een stukje waaruit misschien wat frustratie over dedain spreekt, dit keer van een tekstschrijver, maar die legt het mooi uit: over de toegevoegde waarde van een ‘stukjesschrijver’. 
  • Voor wie De Correspondent kan lezen: een mooi stuk over iets wat nog steeds mijn warme belangstelling heeft, namelijk denken op de fiets. Veel herkenning, maar ik ben het niet met alles eens. De situatie op het fietspad is me iets te zonnig afgeschilderd  (dat doet die Fietsprofessor wel vaker, alsof de ‘oorlog op het fietspad  niet bestaat) en ik meen zelf dat ik juist het beste denk als ik fiets zonder de échte flow. In flow ben ik alleen maar aan het fietsen, dan val ik daar helemaal mee samen – volgens mij is dat ook de definitie ervan. Het denkwerk gebeurt juist als het fietsen daar eigenlijk net iets te saai, net iets te gewoontjes mee is. Afgelopen dinsdag fietste ik bijvoorbeeld weer eens in Limburg. Flow ervoer ik toen ik makkelijker dan verwacht die loodzware Eyserbosweg en Keutenberg bedwong. Denken deed ik tussen de klimmetjes in.
  •  
Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (550)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑