↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Tien jaar Artist’s Way

Louise Cornelis Geplaatst op 26 oktober 2015 door LHcornelis26 oktober 2015  

Het is deze herfst tien jaar geleden dat ik Cover boek Artist's Wayde weg van de Artist’s Way aflegde: een programma van twaalf weken, toen in een groep bij Josephine Vrijdaghs, met het boek van Julia Cameron centraal. Ik ben er sindsdien mee bezig gebleven: ik schreef morning pages, ik streefde naar een wekelijkse artist date, ik lette op synchroniciteit en ik bepaalde telkens doelen en acties voor mijn creatieve ontwikkeling (want daar gaat het allemaal om).

Over die vier elementen legde ik ook nog met enige regelmaat verantwoording af door een checklist te schrijven, en naar aanleiding daarvan belde ik dan met Renée, mijn groepsgenoot van toen. Al die jaren lang deden we zo dus een Artist’s Way check-up. Maar daar hebben we ook net deze maand een punt achter gezet.

We stoppen met de check-ups omdat het lang genoeg geweest is – we hebben het verrassend lang volgehouden, vinden we. Anderzijds lopen onze prioriteiten nogal uit elkaar. Renée is het Artist’s Way proces aan het intensiveren: ze is net opnieuw met zo’n groep bij Josephine begonnen. Ik ben het juist aan het deïntensiveren, of liever gezegd: ik merk dat het wat ondersneeuwt nu gezien een ander groot doel voor volgend jaar: het volbrengen van een hele triathlon.

Goed om er een punt achter te zetten, al blijven we elkaar zeker wel spreken, want we hebben elkaar in die jaren goed leren kennen. We boomden over andere zaken dan alleen onze creatieve ontwikkeling, en zelfs alleen dat thema is al persoonlijk genoeg voor diepgaand contact.

In onze laatste check-up blikten we terug op wat tien jaar Artist’s Way ons heeft opgeleverd. Voor mij is dat: één ding niet en een heleboel wel. Het ene niet-ding zit hem erin dat ik tien jaar geleden hoopte om met creatief en journalistiek schrijven meer en misschien wel al mijn geld te gaan verdienen. Dat is niet gelukt – het bleek een moeilijke wereld en ik was wellicht onvoldoende bereid er alles voor opzij te zetten. Daarvoor vond en vind ik mijn advies- en trainingswerk ook gewoon te leuk en te lonend. Ook wel omdat het steeds creatiever werd, of ik moet zeggen: omdat ík creatiever werd.

En dat brengt me op wat de Artist’s Way me wel heeft opgeleverd. Dat is allereerst meer en makkelijker schrijven. Dat is voor mijn werk nuttig, voor mijn eigen schrijfwerk en omdat ik zo schrijvende professionals ook wat kan leren over schrijfgemak. Maar het gaat verder dan dat. De (bijna) dagelijkse morning pages hebben een persoonlijke, ja, therapeutische werking. Dat gemak zit hem in het bevrijd zijn van de interne criticus. Ik zeg wel eens dat ik hem nog steeds heb, nodig heb ook, maar dat hij beter zijn plaats weet.

Dat grotere gemak, die interne criticus die beter zijn plaats weet, dat reikt ook verder dan alleen bij het schrijven. Ik ervaar die toegenomen vrijheid en creativiteit bij mijn jaarlijkse Buitenkunst-weken het sterkst, maar ik merk het ook in mijn werk: ik heb steeds minder last van het zelfbewustzijn dat kritisch meekijkt naar alles wat ik doe en laat.

Die opbrengst van tien jaar Artist’s Way, die is goud waard, en die is essentiëler dan wel of niet betaald krijgen voor mijn schrijfwerk. Het is een bijzonder proces geweest, en nog, want ik blijf morning pages schrijven, daar ben ik inmiddels helemaal mee vergroeid (zie deze column – ik vergeleek het na vijf jaar al met tandenpoetsen!). Ik kan het doorlopen van het proces aanraden aan iedereen die meer of makkelijker wil schrijven (ook zakelijk!) of een andere kunstvorm wil beoefenen, die meer creativiteit wil in werk en leven. De Artist’s Way maakt je vooral ervan bewust dat de grootste obstakels daarvoor in je eigen hoofd zitten, en leert je je daar minder van aan te trekken.

En ja, dat kost tijd, moeite en aandacht. Maar dan heb je ook wel wat.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Leuk taalboekje

Louise Cornelis Geplaatst op 12 oktober 2015 door LHcornelis12 oktober 2015  

BoekIn Tekstblad stond een recensie waardoor ik niet om Gewoon blijven schrijven van Leonore Pulleman heenkon. In die recensie werd namelijk met instemming een observatie over de lijdende vorm aangehaald. Pulleman heeft een puberzoon, en het maakt nogal wat uit als die thuiskomt met de mededeling ‘mijn fiets werd aan gort gereden’ of ‘ik reed mijn fiets aan gort’.

Die observatie, dat de lijdende vorm de verantwoordelijkheid vermindert die we aan de handelende persoon toeschrijven, sluit naadloos aan bij wat ik in mijn proefschrift beweer, en o, wat is dat een verademing bij al die lui die klakkeloos beweren dat het passief altijd vermeden dient te worden. Van iemand die zo goed observeert en zo de nuance zoekt, wilde ik wel meer lezen!

Gewoon blijven schrijven bevat 50 blogs over taal en schrijven. En die zijn leuk om te lezen – ik vloog door het boek heen. Of leuk… dat mag ik helemaal niet schrijven, begrijp ik uit één van de eerste blogs. Er zijn een heleboel alternatieven voor, en in vergelijking daarmee is leuk een nogal vlak woord. Amusant, geinig, plezierig, plezant zijn enkele toepasselijke van die alternatieven van p. 14/15.

Ik heb twee kleine puntjes van kritiek: sommige blogs vind ik wat oppervlakkig (‘Schrijven voor nieuwe Nederlanders’ op net iets meer dan 4 paginaatjes, of 2 pagina’s argumentatieleer) en de eindredactie had iets kritischer gemogen (op p. 22 gaat het over een ‘eerder blog’ dat pas op p. 78 volgt – toevallig dat over die lijdende vormen, vandaar dat het me opviel).

Daar staan een heleboel leuke blogs tegenover. In de beste staan concrete taalobservaties centraal, zoals slappe slogans op bedrijfsauto’s of het veranderen van Aspirine (merknaam) in aspirine (soortnaam?), of hoe ze boer-kaver-bod las voor boerkaverbod. Ik vind Pulleman op haar állerbest als ze een inkijkje geeft in het werk van een tekstschrijver, bijvoorbeeld hoe ze in ziekenhuizen aantekeningen maakt van specifieke ziekenhuistaal, zoals de pars pro toto ‘ontwakende amandelen op de verkoever’ (p. 55). En het leest sowieso allemaal als een trein. Oja, over de taal van de NS gaat het ook!

Pulleman is inmiddels bezig met een ander project: 365 dagen lang elke dag iets over planten bloggen. Dat is niet helemaal mijn interessegebied, maar ze doet dat vast ook leuk. Uh? Nouja, zoiets!

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Twee aanraad-links

Louise Cornelis Geplaatst op 23 september 2015 door LHcornelis21 september 2015  

Twee verschillende maar allebei even interessante links van de afgelopen tijd, allebei opgevist uit Twitter:

  • Uitleg over waarom bullets minder geschikt zijn dan beelden in een presentatie, al gaat het meer om het nadeel van tekst (vanwege het moeten ‘switchen’ met luisteren) dan de bullets-als-zodanig: https://blog.slideshare.net/2015/08/31/the-scientific-reason-why-bullets-are-bad-for-presentations/ (via @carynhart)
  • Een visueel overzicht van twintig veelgemaakte denkfouten: http://www.welingelichtekringen.nl/wetenschap/500214/20-bekende-denkfouten-die-je-keuzes-beinvloeden.html (via @psteenwinkel). De link tussen denkfouten en schrijven/structureren is overigens: argumentatie.

 

Geplaatst in Leestips, Presentatietips | Geef een reactie

Coach # 3: Story

Louise Cornelis Geplaatst op 15 september 2015 door LHcornelis15 september 2015  

CoverIn het huidige nummer van Schrijven Magazine staat een top drie van schrijfcoaches. Het gaat om deskundigen met een goeroe-achtige status: ze hebben een toonaangevend werk over schrijven gepubliceerd en ze zijn als docent buitengewoon inspirerend. Twee van de drie kende ik al: Julia Cameron en Natalie Goldberg; de derde, Robert McKee, nog niet. Mara ik had wel al een boek van hem in de kast liggen, hét boek, Story. Het lag al een tijdje op mijn stapel ‘nog te lezen’, want ik was enigszins geïntimideerd door de 466 Engelstalige pagina’s alleen maar over verhaal.

Het artikel in Schrijven Magazine duwde me over die schroom heen. Het heeft een paar weken geduurd, maar inmiddels heb ik Story uit. Ik vond het leerzaam en interessant, en ik ben blij dat ik dit toonaangevende werk kan bijschrijven, maar met mijn dagelijkse praktijk van schrijven in organisaties heeft het maar weinig te maken, veel minder dan Cameron en Goldberg.

Story is eigenlijk helemaal geen schrijfboek – het gaat over films. De ondertitel is  Substance, structure, style, and the principles of screenwriting. Een scenario is ook een tekst, dat wel, maar taal speelt in de film zelf een ondergeschikte rol. McKee legt tegen het einde van het boek uit dat het beter is om de strekking van een scene met beelden duidelijk te maken dan met dialoog, omdat beeld de kracht van dit medium is. Ik vond dat wel een eye opener, vooral vanwege het verschil met het voor mij bekendere genre van de toneeltekst, die juist helemaal hangt aan dialogen.

Nog in een ander opzicht is Story anders dan Cameron en Goldberg: die twee zitten op de lijn van freewriting als middel tot creatieve ontwikkeling en spirituele groei, waar Story juist zeer analytisch en technisch is. Het boek ontleedt goede verhalen: hoe zitten die in elkaar? Dat gaat over films, maar daar zit natuurlijk wel de overlap met schrijven, althans, met narratief schrijven. Dat heeft als zakelijke pendant storytelling, maar van, zeg, The Godfather naar een corporate story vind ik een heel grote stap.

En dat maakt het boek niet makkelijk. Het is uit 1998 en alle voorbeelden zijn dus films van voor die tijd. Daar heb ik sowieso de meeste níet van gezien, en van andere is het wel heel lang geleden. Dat vond ik een groot nadeel van dit boek. McKee geeft ook cursussen waarin hij fragmenten laat zien, en dat moet ook bijna wel om het je echt eigen te maken. Het leukste in het boek vind ik dan ook de langere voorbeelden uit scenario’s.

Desalniettemin vond ik het  dus interessant en leerzaam. Ik heb er onder andere van geleerd dat een goed verhaal per scene (of episode) een fundamentele waarde laat omslaan (van arm naar rijk, van geliefd naar eenzaam) en dat er dan telkens een ‘gat’ ontstaat tussen wat de hoofdpersoon wil en verwacht van het leven en de realiteit. Het zijn twee van de talloos veel aspecten die McKee noemt, en op deze twee ga ik morgen en overmorgen eens letten. Dan ga ik namelijk naar Film by the Sea. Want ik houd zeker wel van films!

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Een pretentieus boek

Louise Cornelis Geplaatst op 10 september 2015 door LHcornelis10 september 2015  

CoverVia @_dr_kim_ op Twitter werd ik geattendeerd op het boek The reader’s brain. How neuroscience can make you a better writer van Yellowlees Douglas. ‘Wauw’, dacht ik, ‘dat wil ik wel: uit de neurowetenschappen leren hoe ik beter kan schrijven.’ Ik verwachtte iets wetenschappelijks: grondig, genuanceerd, vernieuwend. Zeker omdat het boek is uitgegeven door Cambridge University Press en de schrijver Ph.D achter zijn naam heeft, van het ‘Clinical and Translational Science Institute’.

Die verwachting van grondigheid werd nog versterkt toen het e-boek bij het downloaden 600 pagina’s leek te bevatten, maar dat lag aan technische problemen: zowel mijn PC als mijn e-reader hebben er maar moeite mee, met dit e-boek, dat toch maar een dikke 200 pagina’s telt.

Maar mijn verwachtingen bleken te hooggespannen. Dit is best een okee boek, maar toch ook teleurstellend. Dat ontdekte ik gaandeweg. Eerst overtrof het mijn verwachtingen namelijk, want het bleek ook nog eens leuk geschreven, waar ik iets saais en zwaars had verwacht. Het leest vlot en het is doorspekt met van die heerlijke Britse humor.

Wat er verder goed aan is, is dat het schrijfadviezen breed behandelt, in hoofdstukken over de vijf C’s: Clarity, Continuity, Coherence, Concision en Cadence. Het doet dat door consequent te redeneren vanuit de lezer, dus de adviezen onderbouwend vanuit de werking van de hersenen van de lezer, die maar een beperkte verwerkingscapaciteit heeft. Helemaal prima.

Maar wat me tegenvalt, is dat het weer veel dezelfde do’s & don’t’s zijn die overal al staan. ‘Vermijd het passief’- onee, daar gaan we weer (zie hier hoe ik erover denk). En in die onderzoeksliteratuur zit ik natuurlijk lekker en ik kan Douglas’ betoog bij dat advies helemaal aan mootjes hakken.

Dan vertrouw ik de rest dus ook niet meer. Zeker niet als het boek een keer de mist ingaat bij het ontleden van een passief. En al helemaal niet als ik adviezen tegenkom die ik niet begrijp, zoals dat je zinnen niet zou mogen beginnen met there is. Of dat een alinea drie inleidende én een concluderende zin zou moeten hebben. En nóg minder als het hele betoog over abstracties hangt aan een verhandeling over de geschiedeis van het Engels, met z’n dubbele woordenschat (Germaans en Frans/Latijn). Alsof abstracties in andere talen geen probleem zijn.

En zo groeide langzamerhand mijn teleurstelling. Douglas heeft een heleboel stijladviezen verzameld, deels heel zinvol, deels nonsense, en er bewijzen vanuit de hersenen aan vastgeplakt. Dat is hip, redeneren van uit de hersenen, maar heel vaak gelegenheidsargumentatie.

Het boek gaat bovendien voorbij aan het feit dat schrijven niet alleen maar het bedienen van andermans hersenen is, en dat het hartstikke moeilijk is om die andere hersenen goed in te schatten. Dát zijn oorzaken voor veel slecht schrijven, niet het gebrek aan onderbouwing van de adviezen. ‘So much advice, so much lousy writing’ heet hoofdstuk 1, maar ik denk dat dit boek daar niets aan gaat veranderen.

Desalniettemin is het wel een breed overzicht van schrijfadviezen waar veel teksten van kunnen opknappen. En het is dus leuk geschreven, grappig en met veel weetjes over de hersenen bijvoorbeeld. Niks mis mee. Maar ik had meer verwacht.

 

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Leren schrijven op de universiteit en voor de praktijk

Louise Cornelis Geplaatst op 2 september 2015 door LHcornelis8 september 2015  

Het huidige nummer van het Tijdschrift voor Taalbeheersing (jaargang 37, nummer 2) is een themanummer over ‘Academische geletterdheid in het hoger onderwijs’. Dat is een onderwerp dat mij na aan het hart ligt, niet in de laatste plaats omdat het er wel eens op lijkt, zo verzuchtte collega Willy Francissen eens, dat wij in de praktijk allemaal op de universiteit aangeleerde schrijfgewoontes weer moeten áfleren. Die academische geletterdheid is niet altijd waar de praktijk om vraagt. We organiseerden daarover in januari zelfs een discussiebijeenkomst. Twee artikelen in het themanummer sluiten aan bij die invalshoek. Femke Kramer en Jacqueline van Kruiningen schrijven in ‘Moeilijker, langer, serieuzer’ over de socialisatie van jongerejaars studenten op het gebied van wetenschappelijke teksten en schrijven. Want ja, een socialisatie is het: studenten maken zich de mores van de academische genres eigen. Waar ze precies toe gesocialiseerd worden, dat valt vooral tussen de regels van het onderdeel ‘discussie’ te lezen (p. 206/207): Teksten zijn…

… een vehikel van een door onderzoeksactiviteiten onderbouwde en beredeneerde kennisclaim; als onderdeel van een ongoing proces van kennisvermeerdering. … media waarin een schrijver/onderzoeker op basis van empirisch of literatuuronderzoek een kennisclaim poneert, onderbouwt en ter discussie stelt aan peers.

Dat sluit aan bij mijn ervaring: als die socialisatie eenmaal is afgerond, blijven sommige academici er hardnekkig aan vasthouden, ook als hun schrijfpraktijk niet meer, en zeker niet meer in de eerste plaats, een onderdeel is van een proces van kennisvermeerdering gericht op peers, maar van bijvoorbeeld dienstverlening aan een leek. Precies daarbij knoopt het volgende artikel aan, althans, voor het HBO. Dat is van Brigitte Faber-de Lange en Els van der Pool. Zij interviewden leidinggevenden over de communicatieve competenties die zij verwachten van hun startende medewerkers. Dat leidt tot een hele waslijst, die is onder te verdelen in basisvaardigheden (voor schrijven is dat bijvoorbeeld spelling) en meer strategische vaardigheden. De auteurs breken een lans voor een betere balans in het onderwijs, dat nu doorslaat naar die basisvaardigheden. Een starter zou moeten beschikken over een ‘breed repertoire aan genres en daarin zelfstandig keuzes’  maken (p. 236/7).

Ook starters moeten immers kunnen functioneren in de dynamische omgeving van de organisatie en vanuit een contextbewustzijn kunnen omgaan met een variëteit aan interne en externe contacten, zowel in geschreven als gesproken woord.

Ik ben het daar hartgrondig mee eens. Maar ik schets zo wel even in één blogpost het spanningsveld van die academische geletterdheid: het valt al niet mee om studenten te socialiseren tot acceptabele academische schrijvers, in die ene context van de universiteit. En dan zouden ze eigenlijk ook nog voorbereid moeten worden op andere contexten. En dat terwijl ook de basisvaardigheden nog rammelen… Misschien moeten we toch maar een deel van dat leerproces gewoon in de praktijk blijven doen.    

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Derde druk!

Louise Cornelis Geplaatst op 31 augustus 2015 door LHcornelis31 augustus 2015  

Kijk eens wat er zaterdag met de post kwam:

derdedruk

De derde druk is uit! Dat is allemaal heel soepeltjes en vlot gegaan, vandaar dat-ie er nu al is. En hij ziet er prachtig uit!

De vormgeving is opgefrist, met de voorkant geïnspireerd op  mijn huisstijl, en verder is het boek van binnen net zo opgefrist: ik ben er helemaal kritisch doorheen gegaan, onder andere om de inhoud aan te passen aan de resultaten van het piramideprincipe-onderzoek. Dat heeft geleid tot een nieuw hoofdstuk over het formuleren van de hoofdboodschap. Die onderzoeksresultaten staan er zelf ook in, in een nieuwe bijlage. Verder heb ik het helemaal opgefrist, met nieuwe voorbeelden, hier en daar wat ingekort, en aangepast aan hoe ik het tegenwoordig in de praktijk gebruik, met bijvoorbeeld een duidelijkere scheiding tussen structureren en de volgorde bepalen. Ik ben er sinds november mee bezig geweest, fijn dat het er nu is!

Het is zo een stuk beter, en dan komt er binnenkort ook nog een docentenhandleiding bij die een blik in mijn ‘keuken’ geeft.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Training professioneel lezen

Louise Cornelis Geplaatst op 6 augustus 2015 door LHcornelis28 juli 2015  

Een tijdje geleden kreeg ik de vraag of ik een leescursus kon geven, aan lezers van beslisdocumenten. Hun baas vond dat ze slecht lazen, waardoor ze onvoldoende voorbereid naar vergaderingen kwamen, vandaar. Het is uiteindelijk niet doorgegaan, maar het zette me wel aan het denken. Zo’n cursus zou volgens mij zin hebben met deze doelen voor ogen:

  1. Bewustwording van hoe lezen ‘echt’ gaat. Wat ik weet over lezen in de beroepspraktijk is dat het sterk bepaald wordt door de leesdoelen van de lezer en door gewoontevorming, dat lezers geen reëel beeld hebben van hoe ze lezen, en dat ze enorm van elkaar verschillen in hun leesgedrag en in hun interpretatie van de tekst. Als de baas vindt dat de lezers niet grondig genoeg lezen, is er kennelijk een discrepantie tussen het leesdoel dat hij verwacht en wat zijn mensen aannemen. Daar is over te praten, maar dat begint met bewustwording. Manier om daar in een training mee om te gaan is diverse leesopdrachten geven bij verschillende soorten teksten, al dan niet na korte oriëntatie op de tekst, en daarop reflecteren, erover praten, ervaringen uitwisselen. Dat kan kort en daarna moet die reflectie en discussie doorgaan in de dagelijkse praktijk, dus denk ik dan aan huiswerk en een tweede bijeenkomst waarin de praktijkervaringen centraal staan.
  2. Vaardigheid: het leren maken van een argumentatieve analyse van een tekst. Dat kan overigens alleen maar bij een daarop gericht, grondig leesdoel, dus daar moet iedereen het eerst over eens zijn: dat het nodig is grondig aan de slag te gaan met de tekst. Doe dat dan maar eens, met zo’n ‘echt’ document. Welke beslissing is er te nemen, wat zijn de argumenten daarvoor en/of tegen en wat is daartegen in te brengen? Dat kun je eerst oefenen met een makkelijke, goed gestructureerde tekst. Daarna een minder goede – want je moet als lezer natuurlijk roeien met de riemen die de schrijver je geeft. Waarschijnlijk gaan de interpretaties dan uiteen lopen. Het lijkt me belangrijk in zo’n geval de interpretatie van de baas erbij te betrekken, want het zou kunnen zin dat er achter zijn ‘ze lezen niet goed genoeg’ zit ‘ze komen niet tot dezelfde interpretatie als ik’, en dat is een ander probleem. Waarschijnlijk zullen ze dan het voorbereidende werk meer samen moeten doen, of de baas zal zijn aannames moeten expliciteren.

Lezen, we doen het veel en zelden bewust. En er is dus heus wel wat aan te leren, zeker als je erover moet afstemmen met elkaar. In het geval van deze, internationale organisatie ging het dan ook nog om cultuurverschillen tussen de lezers. Maar eigenlijk maakt dat niet eens zo veel uit, want ook mensen uit dezelfde cultuur lezen heel verschillend van elkaar. Waarbij je, als het gaat om volwassenen van goede wil, niet kunt zeggen dat de ene manier goed is en de andere manier fout. Hooguit is het in een bepaalde situatie meer of minder handig. En daarover is prima van gedachten te wisselen. Daarmee begint hopelijk de gewenste gedragsverandering. Ook van de baas.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Tekststructuur: over het boek en een ontdekking

Louise Cornelis Geplaatst op 4 augustus 2015 door LHcornelis26 september 2015  

Als een tijd geleden is het boek Tekststructuur. Efficiënter en effectiever schrijven uitgekomen, een boek waarover ik alleen al op basis van de titel zou moeten schrijven op dit blog. toch heeft dat tot nu toe geduurd, en dat ligt niet aan het boek. Het lag aan de ontdekking die ik deed naar aanleiding van het boek. Ik was lekker aan het lezen, en toen kwam ik op p. 30 en 31 twee voorbeelden tegen die me wel heel erg bekend voorkwamen. Dit is er één van: Voorbeeld uit Tekststructuur Dat deed me heel erg denken aan dit voorbeeld uit mijn eigen Adviseren met Perspectief (p. 37): Voorbeeld uit Adviseren mer perspectiefHet is wat aangepast, redactioneel en inhoudelijk, maar de overeenkomst is frappant, zeker bijvoorbeeld dat voor mijn schrijfstijl nogal kenmerkende accentje op álle. De strekking is ook hetzelfde: de twee voorbeelden illustreren het verschil tussen hoofdboodschap voorop of achterop. Voldoende overeenkomst om te denken: hé, dat is aan Adviseren met Perspectief ontleend! Vind ik alleen maar leuk, als mijn voorbeelden bruikbaar zijn voor anderen. Maar dan wel met bronvermelding. En die stond erbij, in Tekststructuur, maar naar een syllabus van trainingsbureau Boertien uit 2007. Pardon?

Mijn uitgever heeft de syllabus opgevraagd, en inderdaad: hetzelfde voorbeeld, maar dan zonder bronvermelding. Freerk Teunissen, één van de auteurs van Tekststructuur en een bekende en gewaardeerde concullega van mij, had te goeder trouw gehandeld en zelfs nog toestemming gevraagd, begreep ik. Hem treft dus geen enkele blaam.

Ik was pissig, maar het auteursrecht op Adviseren met Perspectief ligt bij Coutinho, dus zelf kan ik niets. Coutinho heeft uiteindelijk, na maanden, deze reactie gekregen van BVO:

Dank voor uw e-mail over onze syllabus Piramidedenken, Piramideschrijven. We hebben deze direct aangepast en de bronvermelding toegevoegd.

Dat was alles. Ik vind het een beetje mager voor een situatie die acht jaar lang bestaan heeft, had daar niet minstens een excuus afgekund? Ik vraag me ook af of ik er in het omgekeerde geval zo makkelijk van af gekomen zou zijn, zo’n bureau versus een zelfstandige in dezelfde markt. Maar Coutinho laat het er verder bij, en ik dus ook.

Dat maakt de weg vrij om nu eindelijk eens iets over Tekststructuur te zeggen. Maar ondertussen is dat gras al voor mijn voeten weggemaaid, want ik trof elders een recensie aan die goed verwoordt wat ook mijn mening is, met ook nog een beschrijving van de inhoud. Dus ik verwijs graag naar De Taalprof. Kort gezegd: leuk boek, originele kijk op schrijven, verrassende oefeningen, mooie voorbeelden (niet alleen die op p. 30 en 31) – maar daar heeft de logica onder te lijden. Dat geldt in het algemeen, en in het bijzonder voor het piramideprincipe-gedeelte, dat is de minder strikt logische variant ervan (zie mijn eerdere blogpost over dat niet elk piramideprincipe hetzelfde is).

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Dicht op de schrijvershuid

Louise Cornelis Geplaatst op 30 juli 2015 door LHcornelis28 juli 2015  

Ik heb net het Handboek verhalende journalistiek gelezen, en dat vond ik de moeite waard. Niet dat ik me op het pad van de verhalende journalistiek begeef (al lijkt me dat best leuk schrijfwerk), maar omdat ik het een goed schrijfhandboek vind. Het is vooral uniek in de mate waarin het dicht op de huid van de schrijvers zit. Auteurs Henk Blanken en Wim de Jong hebben verhalende journalisten geïnterviewd, van eentje zelfs de elf voorlopige versies van zijn stuk mogen zien, en er twee (waaronder Blanken zelf) voetnoten bij een eigen verhaal laten zetten ter toelichting en met commentaar over wat ze zelf achteraf gezien de sterke en zwakke punten vinden.

Zo’n kijkje in de keuken, in verschillende keukens, geeft geen enkel ander boek, bij mijn weten. Het is daarbij ook prettig geschreven, met een boel aansprekende voorbeelden en verwijzingen naar nog meer inspirerend leesvoer. Het boek is van vorig jaar, dus de voorbeelden zijn ook nog actueel en betreffen bijvoorbeeld de Harense Facebook-rellen en de val van Ruttes gedoogkabinet. Anderzijds zijn het klassiekers, zoals een verhaal over de geboorte van een Siamese tweeling op het Friese platteland, of tijdloos als de beschrijving van een hersenoperatie waarbij de patiënt bij bewustzijn moet blijven.

En één keer ging er ook nog een lampje branden – weer typisch zoiets waarvan ik dacht: het is zo logisch als wat, en toch heb ik het nooit bedacht. In mijn manier van schrijven staan lezersvragen altijd centraal; een adviesrapport geeft bijvoorbeeld antwoord op ‘wat moet ik doen?’ en ‘waarom?’ Ik had me niet eerder gerealiseerd dat de leidende vraag in een verhaal is ‘en toen?’ (p. 46):

Als verteller wil je maar één ding: een lezer die, zodra hij aan je verhaal begint, vanaf de eerste zinnen dus, ‘En toen?’ roept.

En zo is het maar net! Dat geeft meeslepende journalistiek. Met z’n mitsen en z’n maren, en ook die behandelt het boek. En het geeft ook een prettig leesbaar en inspirerend boek.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (550)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑