↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Auteursarchieven: LHcornelis

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Wat zakelijke schrijvers doen met tekst

Louise Cornelis Geplaatst op 13 oktober 2020 door LHcornelis13 oktober 2020  

Belofte maakt schuld… nu dan een blogpost naar aanleiding van het college Tekstgenres. Net deze week leent het onderwerp zich daar goed voor, want het ging vandaag over het genre zakelijke teksten, in contrast met wetenschappelijke teksten vorige week. In het boek stonden er twee paragrafen over, en die vond ik inhoudelijk goed: Biber en Conrad hebben oog voor het verschil in schrijven tussen de universiteit en de ‘buitenwereld’ – meer dan gemiddeld in de (taal-)wetenschap.

Ze schrijven onder andere (p. 160) dat in academisch schrijven het belang van de lezer niet zo centraal staat, minder dan in zakelijk schrijven:

Faculty (…) never brought up a specific concern about ease of reading. They wanted their ideas to be understood, but they never expressed concern for readers, again reflecting the less immediate audience and more general purpose of journal articles.

… en dat daarvoor in de plaats conventies een grote rol spelen die bij zakelijk schrijven in de weg kunnen gaan zitten (p. 162):

One faculty member, who instructs students to avoid first-person pronouns in their writing, commented that first-person pronouns “just don’t sound academic.” The analysis of journal articles bears this out. Unfortunately, students often generalize this to “first-person pronouns just don’t sound like civil engineering” – a damaging misconception for writing in the workplace.

Dat is voor mij heel herkenbaar. Als ik de deelnemers van mijn trainingen één ding hoop bij te brengen, is het wel meer oog voor de lezer, en dat leidt onder andere wel eens tot discussies over of je nou ‘ik’ mag schrijven of niet.

Wat ik daarbij altijd benadruk is dat de relatie tussen schrijver en lezer in een zakelijk context anders is dan in een academische: als – bijvoorbeeld – schrijvende adviseur dien je de belangen van de lezer. Als het goed is, wil je het hem/haar dan ook zo makkelijk mogelijk maken. Om de tekst te begrijpen, dus qua taalgebruik, maar ook om specifiek te zijn: het gaat niet om een zaak in het algemeen, maar om het oplossen van het probleem waar de klant je voor heeft ingehuurd en straks betaalt.

Op college hebben we dat enerzijds kunnen bevestigen en anderzijds genuanceerd. De studenten hadden namelijk elk een zakelijk schrijver uit hun eigen kring geïnterviewd. Voor wat betreft de rol die de lezer speelt in de overwegingen van die schrijvers geldt:

  • Veel zakelijke schrijvers zijn zich inderdaad bewust van het belang van de lezer en zij passen hun teksten daar dan ook aan aan. Bijvoorbeeld door te streven naar beknoptheid, bondigheid en makkelijk te begrijpen, eenvoudige taal. En ja, dat is anders dan op de universiteit; één schrijver vertelde over het contrast met hoe daar wel eens een minimum aantal pagina’s goed.
  • Sommige schrijvers en hun organisaties maken ook weloverwogen onderscheid tussen lezersgroepen, bijvoorbeeld tussen overheid en particulieren (meer en minder formeel) en tussen het interne patiëntendossier en met de patiënt zelf (meer en minder jargon) en tussen de juridische akte zelf en een bijlage in gewonere taal.
  • De schrijver is niet altijd dienend; de lezer is niet altijd een klant. Denk bijvoorbeeld aan schrijven voor collega’s. In één geval was de lezer zelfs iemand die niet kan lezen, nouja, zo ongeveer: een gastouder schrijft een logboekje en dat wordt natuurlijk vooral door ouders gelezen, maar ze spreekt daarin het kind aan met ‘je’, dus alsof het voor het kind is. En dat is het óók, maar dan ergens in de toekomst.
  • Lezergerichtheid betekent niet dat het taalgebruik daarmee vanzelf informeel wordt, informeler dan in de wetenschap. Of denk maar aan juridische teksten. Voor sommige schrijvers spelen conventies ook echt nog wel een rol. In een hiërarchische organisatie hoort bijvoorbeeld wat formeler, ouderwetser taalgebruik. Daarin verschillen zelfs organisaties in dezelfde sector – omdat hun culturen verschillen. De andere organisatiecultuur zie je dus als het ware weerspiegeld in de teksten.

Wat ik zo op een rijtje zet, is één aspect van wat in het vak de situationele context heet: de lezer. Maar situationele context is breder. Hier nog wat aspecten, waarbij ik gebruik maak van het overzicht van situationele kenmerken in het boek (p. 40):

  • Schrijver: zakelijk schrijven gebeurt bijna altijd samen, in een team. Bovendien kan er ook nog een vertaler aan te pas komen. Over de rol van de organisatiecultuur schreef ik hierboven al. En tot mijn genoegen waren er wél schrijvers die in hun opleiding al met meer praktijkgerichte genres hadden kennisgemaakt. Ik maak heel vaak mee dat dat niet zo is, dus dat zakelijke schrijvers in hun werk veel schrijven zonder dat ooit echt geleerd te hebben.
  • Omstandigheden van verwerking: veel zakelijke teksten wijken af van het prototype van geschreven teksten, waarin de schrijver een tekst eerst helemaal af en definitief maakt en daarna netjes ‘ingepakt’ (gedrukt, mooi kaftje eromheen, enzovoort) overhandigt aan de lezer. E-mail is bijvoorbeeld vluchtig, een patiëntendossier is langdurig in bewerking omdat het steeds wordt bijgevuld, sommige teksten bestaan alleen digitaal en hebben als functie vastleggen (database) of copy-paste (herbruikbare tekstblokken). Sommige teksten zijn gebaseerd op formulieren die de schrijver invult. De teksten van de gastouder waren met de hand geschreven. Heel verschillend dus!
  • Kanaal: samenhangend met het vorige punt: veel zakelijke teksten zijn ook of zelfs alleen maar digitaal.
  • Setting: Vooral in het geval van het boekje van de gastouder zijn schrijven en lezen dan dus in de tijd gescheiden.
  • Communicatieve doelen: die zijn zeer gevarieerd. Een folder voor een museum bijvoorbeeld wil een bezoek aan het museum interessant maken: net genoeg informatie weggeven om de lezer naar het museum te lokken, maar niet zo veel dat die eigenlijk alles al weet.
  • Onderwerpen: zeer grote variatie natuurlijk. Ik schoot in de lach bij het voorbeeld van een schrijver die schrijft om een rolletje plakband te bestellen. Dat is nogal wat anders dan het voorbeeld waar ik over had verteld: grote ICT-projecten, bij mijn opdrachtgever het BIT. Er kwam van alles voorbij!

Ik raakte vandaag opnieuw onder de indruk van de variatie aan zakelijk schrijven – leuk toch, wat je allemaal kunt doen met tekst!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Nog niet terug naar ‘live’

Louise Cornelis Geplaatst op 12 oktober 2020 door LHcornelis12 oktober 2020  

Vorige week maandag zou ik voor het eerst sinds 10 maart een ‘live’ training geven: aan echte mensen in plaats van aan postzegeltjes of initialen op een beeldscherm. Ik keek daarnaar uit, al had ik de hele tijd al wel een voorbehoud: het zou zomaar eens kunnen dat het toch online zou moeten. Naast nieuwe overheidsmaatregelen dacht ik daarbij vooral aan het risico dat ik ‘symptomen’ zou hebben. Onder normale omstandigheden ben ik nogal eens verkouden, al hoop ik dat de social distancing en de extra hygiëne dat deze herfst en winter ook gaat beperken, ik doe daar wel mijn best voor, vanwege de grotere consequenties dan normaal. Ook leek het me mogelijk dat ik eens in thuisquarantaine zou moeten, maar nog steeds is corona niet dichtbij.

Het werd het eerste natuurlijk: vanwege de strengere thuiswerkplicht is de training van vorige week naar online gegaan. Twee andere ook, van de in totaal vier ‘live’ groepen die gepland stonden tussen nu en half november. De vierde is uitgesteld; dat ging om de staf van een ziekenhuis en die hebben wel wat anders aan hun hoofd nu. 

Ik vind het begrijpelijk, het heeft ook wel voordelen – vorige week zou ik bijvoorbeeld op de fiets gegaan zijn en natgeregend zijn. Ik wist het tijdig, en dat scheelt dubbel werk, zeker omdat ik enkele werkvormen ook nog moet aanpassen aan werken op minstens anderhalve meter afstand.

Bovendien ben ik blij dat mijn werk in meerderheid door kan gaan nu, heel anders dan in de eerste golf. Maar ik vind het wel degelijk jammer dat het nog steeds zo beperkt is. Het is voorlopig niet anders, maar ik kijk opnieuw of nog steeds uit naar het moment dat ik weer echte mensen voor me heb!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Bloggen over Tekstgenres

Louise Cornelis Geplaatst op 9 oktober 2020 door LHcornelis9 oktober 2020  

Ik kondigde hier vorige maand aan dat ik weer college ging geven, Tekstgenres, en dat ik daarover weer zou gaan bloggen. In mijn achterhoofd zat toen het plan om dat weer zo’n beetje elke week te doen, net zoals ik dat eerder deed (meest recente voorbeeld: tekst- en gespreksanalyse). Het is er echter tot nu toe niet van gekomen. Aan de inhoud ligt dat niet, en aan de studenten ook niet. Maar ik heb wat last van diverse, uh, ‘omstandigheden’.

Ik heb een aanstelling van 5,7 uur per week voor zes maanden. Het college is op dinsdag, en ik reserveer er de hele dinsdag voor. Daar moet het dan ook in gebeuren, en dan hoop ik dat ik met de aan- en afloop (het college duurt korter dan mijn aanstelling) gemiddeld op ongeveer die 5,7 uitkom. Maar dan mag het zeker niet over de dinsdag heen – dat is mijn begrenzing, en zo voorkom ik bovendien dat het ander werk in de weg gaat staan.

De afgelopen dinsdagen zag ik tegen de tijd dat ik klaar was totaal sterretjes. Het is eigenlijk bijna niet te doen op één dag. Ik heb natuurlijk de gewone inhoudelijke en didactische voorbereiding en van die ‘gewone’ zaken als het werk van studenten nakijken en van feedback voorzien. Maar daarnaast zit ik met drie energieslurpers:

  • Ik moet ook bedenken hoe ik fatsoenlijk online onderwijs geef. Waar ik m’n online trainingen inmiddels op routine kan, vraagt het voorbereiden veel van mijn creativiteit en denkwerk, ook omdat ik graag goed onderwijs geef met het oog op de studenten – hun klachten over de kwaliteit van het corona-onderwijs (in het algemeen) snap ik wel. Ik doe mijn best elke week iets passends te bedenken, zo mogelijk interactief en activerend en ook liefst met afwisseling – daar leer ik zelf ook van. Maar daarmee leg ik de lat wel hoog natuurlijk. Het college is om 1 uur, en afgelopen dinsdag was ik blij dat ik voor de lunch m’n idee op poten had.  Voor het eerste uur. In het tweede uur werken de studenten in subgroepjes (digitale break-outs) verder aan een opdracht, en het resultaat ervan kijk ik meteen na. Ze hebben dan dat tweede uur geen ‘live’ interactie met mij, maar wel met elkaar, en ik lever meteen erna feedback. Dat is behoorlijk arbeidsintensief. De dinsdag trekt voorbij in een intensieve stroom van voorbereiden – college geven – nakijken.
  • De universiteit is net overgestapt van het oude-vertrouwde Blackboard als digitale leeromgeving naar Brightspace. Ik vind het een draak van een toepassing – volledig niet-intuïtief. Er zijn al gekke dingen mee misgegaan, ik snap er af en toe niks van, alsof ik een totale digibeet ben. Afgelopen dinsdag heb ik me een ongeluk zitten zoeken hoe ik een forum dat ik had aangemaakt op ‘zichtbaar’ kon vinken, want het bleef maar ‘hidden’ voor de studenten. Uiteindelijk zag ik ergens het goede vinkje, maar ik zou niet kunnen reproduceren waar. Eerder had ik een keer een opdracht aangemaakt met een verkeerde template en daardoor konden de studenten het digitale inlevervakje niet gebruiken. Toen ik het corrigeerde, had ik ineens twee keer dezelfde opdracht, ook met twee inlevervakjes. Als ik iets zoek in de ondersteuning, ben ik eindeloos bezig en vind ik nog niet het antwoord op mijn vraag. En zo zit ik dus ook elke dinsdag een groot deel van de tijd te pielen met Brightspace. Waar ik de echte onderwijsactiviteiten ook nog leuk en uitdagend vind om te doen en het ook een keuze is om het goed te willen doen, vind ik dit alleen maar hopeloos frustrerend. Het is ook een ontzettend ongelukkige timing, zo samen met online onderwijs op poten moeten zetten. De studenten is dat ook al opgevallen, ik ben niet de enige docent die ermee worstelt. Van 5,7 uur per week snoept het leren omgaan met Brightspace echt veel te veel tijd op. Ga ik bespreken met m’n leidinggevende. Het voordeel van Brightspace is trouwens dat je er goed multimediale dingen mee kunt doen, en ik geef het college dan ook ‘in’ de liveroom ervan. Dat werkt goed gelukkig.
  • Organisatorisch gaat er nogal wat mis. Zo was er een tijdje geen studiecoördinator, dus ook niemand bij wie ik of de studenten terecht konden met problemen. De nieuwe is deze week begonnen, hopelijk helpt dat. Maar ook regeldingen en mijn vragen beantwoord krijgen kost buitensporig veel tijd, mede doordat ik niet even langs kan wippen als ik toch in Leiden ben natuurlijk. Maar er lijken ook gaten te zitten in mijn organisatorische ophanging, om het zo maar te zeggen – ik weet ook vaak niet bij wie ik moet aankloppen, ben al van kastje naar muur gestuurd geweest ook. Ga ik ook bespreken.

Aan het eind van de dinsdag heb ik soms de neiging mijn computer uit het raam te gooien. Bloggen schiet er dan dus bij in. Maar dat is jammer, want juist op die manier maak ik voor mezelf de kruisbestuiving met mijn trainings- en advieswerk. Dat mag wel buiten die 5,7 uur. Zoals vandaag deze post. Met goede voornemens voor de komende tijd!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

De vloek van sportkennis

Louise Cornelis Geplaatst op 5 oktober 2020 door LHcornelis5 oktober 2020  

Ik schrijf hier regelmatig over hoe de ‘curse of knowledge‘ schrijven negatief beïnvloedt: een schrijver kan zich vaak niet voorstellen dat een lezer iets niet weet of begrijpt dat voor hem/haar zelf zo voor de hand ligt. Onlangs ben ik kort achter elkaar twee keer zelf slachtoffer geworden van die curse, en heb ik iets geschreven waar de lezer geen touw aan vast kon knopen, of althans: niet het touw dat ik in gedachten had. Het was allebei in een mailtje aan vrienden en het ging allebei over sport.

  • In het eerste voorbeeld schreef ik aan een vriendin dat ik naar mijn man ging kijken toen die in de eigen stad een ‘baanwedstrijd’ deed. Die vriendin nam aan dat dat op de fiets was, en dus kennelijk in Ahoy’, maar lag daar nu een baan dan, nee toch? Voor mij spreekt geheel voor zich dat een ‘baanwedstrijd’ om hardlopen gaat, op een atletiekbaan dus, misschien wel in het algemeen, maar anders zeer zeker in de context van mijn man, die veel meer hardloper dan fietser is, die nog nooit op de wielerbaan gereden heeft, en die ook vrijwel nooit op de baan hardloopt, alleen op de weg. Maarja, dat weet ik allemaal, iemand anders niet. ‘Baan’ is inderdaad geen eenduidig woord.
  • In het tweede voorbeeld schreef ik aan een vriend dat ik bij een triathlon (bijzonder: de eerste van dit seizoen dat verder gekenmerkt werd door annuleringen) op de fiets ‘overall’ bij de dames de tweede fietstijd had gereden. Die vriend had al moeite met het woord, had eerst de tweede l aan het eind niet gezien en de hele zin niet gesnapt, en in tweede instantie nog steeds niet begrepen wat ik ermee bedoelde. Nouja, wel dat het ging om alle vrouwen, maar niet wat de strekking daarvan is – dat het niet in leeftijdscategorieën was ingedeeld. De tweede fietstijd rijden tussen 50+-vrouwen is immers relatief minder goed dan de tweede fietstijd van alle vrouwen, waarvan de overgrote meerderheid jonger is dan ik. Dit was maar van twaalf dames in totaal, maar toch was ik er trots op. Die trots zit in het woord overall besloten, maar dat vergt wel specialistische kennis, realiseer ik me nu.

Dus dacht ik maar weer eens: zo werkt dat dus, met die curse of knowledge. Het kruipt heel makkelijk in je schrijven!

 

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

Verschillend opgebouwde toetsenbordjes

Louise Cornelis Geplaatst op 2 oktober 2020 door LHcornelis25 september 2020 1

Vandaag eens een post over iets wat me al jaren opvalt, en wat niet echt tekst is, maar wel toch te maken heeft met de ergonomie van informatieverwerking. Op het gebied van gebruiksvriendelijkheid ben ik voor eenduidigheid, en daar zit het ‘m in – gewoon een observatie.

Ik bankier bij drie verschillende banken, en daarvan heeft er eentje een ander soort ‘identifier’ dan de andere twee: het numerieke toetsenbordje van Triodos is opgebouwd zoals een rekenmachine en een computer-toetsenbord, met de 1 onderaan, terwijl de andere twee, ASN en ING, de 1 bovenaan hebben, zoals een telefoon:

Gek toch?

 

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Coronawoordgebruik: het virus is niet nieuw en een vragenlijstje is geen triage

Louise Cornelis Geplaatst op 30 september 2020 door LHcornelis28 september 2020  

Twee dingetjes even die me de laatste tijd zijn opgevallen aan het woordgebruik in die verplichte vragenlijstjes in de horeca en op andere plekken, om na te gaan of je geen covid-19 hebt:

  • Op sommige plekken heten die lijstjes ’triage’, wat ik een absurd afzwakken van de betekenis van dat woord vind. Het maakt nogal wat uit of je ergens voor de vorm zelf klakkeloos ‘nee-nee-nee-nee’ invult of dat een triagist na een ramp bepaalt wie waarheen moet voor medische hulp. Want dat is wat triage betekent.
  • In sommige van die vragenlijsten is sprake van het ‘nieuwe’ coronavirus. Dus dan vragen ze bijvoorbeeld of er bij een huisgenoot het nieuwe coronavirus is vastgesteld. Ik heb zelf al een paar keer eventjes ‘hè, is er een nieuwe dan?’ door mijn hoofd voelen schieten. Nee, natuurlijk niet, het gaat om het virus dat covid-19 veroorzaakt. Dat virus domineert al maandenlang ons leven, dat is echt niet ‘nieuw’ meer. Het kan zijn dat dat het is en zeker was in de ogen van virologen die al kennis hadden van andere corona-virussen, zoals SARS, MERS en de verkoudheidsveroorzakende, maar het is het zeker niet in het dagelijkse taalgebruik. En daar zou ik toch maar bij aansluiten. Er is op dit moment maar één coronavirus saillant, dus dat is gewoon ‘het’ coronavirus.

 

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

De winnaar heeft de kleinste balk

Louise Cornelis Geplaatst op 28 september 2020 door LHcornelis28 september 2020  

Via een retweet van vakgenoot @PSteenwinkel zag ik gisteren een tweet van @JaapJansen met een grafiek erin die precies de verkeerde visuele indruk wekt. Het gaat om vertrouwen in fractievoorzitters:

 

Visueel zou je denken dat dat vertrouwen het grootst is in Kuzu/Azarkan, met die lange balk erachter. Maar nee, het is omgekeerd: Asscher is de winnaar, hij staat op de eerste plaats. De balken drukken het nummer van de rangorde uit, niet de hoeveelheid vertrouwen….

Okee, Asscher staat bovenaan, dat klopt wel. Maar balken gebruik je voor hoeveelheden, niet voor rangorde. Zonder inhoud leiden ze alleen maar af.

Voor rangorde hebben we iets heel moois, en dat staat er ook: gewoon nummeren, van 1 tot en met 13.

 

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Een avond met ollekebollekes en oogrijm

Louise Cornelis Geplaatst op 25 september 2020 door LHcornelis25 september 2020  

Gisteravond ben ik naar de voorstelling ‘Buigt allen mee voor Drs. P’ geweest, van Erik van Muiswinkel. In deze karige tijd – het was mijn tweede theaterbezoek sinds de lockdown – zuig ik zoiets op als een spons en ben ik wellicht minder kritisch dan normaal, maar ik denk dat ik dit ook in normale omstandigheden leuk én goed had gevonden. Het was een mooie afwisseling van liedjes, cabaret en stukjes film. Heel talig natuurlijk, daar staan artiest en onderwerp wel voor in. Hoogtepunt vond ik toen Van Muiswinkel in de huid kroop van Jacques Brel en een lied van Drs. P zong, met onvervalst Waals accent in z’n Vlaams.

Ik ken het werk van Drs. P eigenlijk helemaal niet zo goed, behalve de krakers als ‘Dodenrit‘. Wel is hij bij mijn studie Nederlands aan bod gekomen, en wist ik zo bijvoorbeeld, wat Van Muiswinkel ook vertelde, dat hij de bedenker is van de versvorm ollekebolleke (en vele andere). Waar ik al te veel van dat type rijmelarij al gauw te melig ga vinden, bracht Van Muiswinkel dat mooi in balans door een actuele ollekebolleke over een seksschandaal van Katja Schuurman.

Maar ik leerde zeker ook nog veel nieuws, waaronder iets wat me zeer aansprak: het oogrijm. Dat zijn woorden waarvan het einde qua woordbeeld gelijk is, maar de uitspraak is anders. Ze ‘rijmen’ dus alleen als je ze ziet. Als je ze uitspreekt, moet je één van de twee verkeerd uitspreken. Bij oogrijm rijmt ‘mopperen’ op ‘galopperen’.

Daar kun je hilarische dingen mee doen. Helemaal letterlijk weet ik ze niet meer van gisteren, maar in elk geval heeft ‘koster’ dan een kind dat werkt als ‘pornoster’ en is een tweetal dat we kennen als ‘apostel’ ook een ‘homostel’. De allergrappigste vond ik eentje waarin je als je gaat eten bij de ‘Ikea’ daar iets bij kan drinken, namelijk ‘Ice Tea’!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Groeiende digitale ervaring

Louise Cornelis Geplaatst op 23 september 2020 door LHcornelis5 oktober 2020  

Ik heb het er hier al vaker over gehad: vanaf mei ben ik online trainingen aan het geven. Dat gaat inmiddels hartstikke goed: m’n werkvormen ‘doen’ het en ik heb voldoende routine om het niet meer gek en spannend te vinden allemaal. Ik ben blij dat werk zo toch min-of-meer gewoon door kan gaan en dat ik van alles geleerd heb wat me ook na de coronacrisis van pas gaat komen. 

Hier nog een paar observaties van de laatste tijd:

  • Het blijft opmerkelijk dat veel mensen in web-overleggen en -trainingen zo weinig non-verbaal reageren. Er zitten er best veel alleen maar in de camera te staren. Ik zou willen zeggen: benut dat beperkte communicatiekanaal zo veel mogelijk! Mijn Leidse studenten doen dat. Ik vond het vorige week bijvoorbeeld hartverwarmend om dertien knikkende hoofdjes in beeld te zien. Dat maakt mijn werk makkelijker en leuker. Ik heb het er met een paar even over gehad, en zij denken inderdaad dat er een generatiekloof is, in de zin van dat zij zich meer bewust ervan zijn dat ze via dat scherm daadwerkelijk communiceren. Dat is ook al gewoner voor ze. ‘Ouderen’ lijken meer naar het scherm te kijken alsof het de TV is en ze dus zelf niet gezien worden. Ik hoop dat ik op dat punt bij de ‘jongeren’ hoor.
  • Techniek blijft af en toe klooien. Mijn ene webcam ging stuk, de vervanger wordt niet door alle apps gevonden, de andere webcam heeft een onhandig perspectief want die zit onder het beeldscherm, of ik moet uitwijken naar de laptop maar die moet aan de wifi in plaats van aan een draadje, en dat is riskanter. En dan heb je sowieso ook nog bandbreedteproblemen, waardoor ik laatst training gaf aan negen paar initialen… iedereen op mute en camera uit. Dat is wel heel wezenloos – maar ik verbaasde me erover dat ik toch net zo doorpraatte alsof er echte mensen voor me zaten.
  • Het is leuk om de mogelijkheden te benutten van wat online niet gezien en gehoord wordt. Met het mooie weer en zelfs hitte van de afgelopen tijd heb ik stiekem wel lol gehad in trainingen en college geven… in korte broek! #doetzeandersnooit Met een paar van de studenten heb ik het erover gehad dat je met je microfoon op mute ongestraft geluid kunt maken op een manier die live irritant zou zijn: van zitten te klikken met je pen of met een speeltje tot gitaar spelen! Dat soort dingen kunnen helpen bij het geconcentreerd luisteren, dus ik zou zeggen: vooral doen. Ik doe het zelf trouwens ook, nouja, geluiden niet, mijn microfoon staat veel aan. Maar ik zit buiten beeld wel te frummelen met m’n pen enzo. Normaal wordt dat gezien, nu lekker niet.
  • Ik denk nog steeds dat er puur inhoudelijk en qua vaardigheden niet veel verloren gaat in online werken, maar wat ik wel mis is het gevoel van hoe de training ‘landt’ in de groep. Daarvoor moet ik van dingen kunnen zien als onderlinge knipogen, lolletjes en blikken van verstandhouding, of bij de koffie wat opvangen van onderlinge gesprekken. Dat is allemaal weg en dat voelt na afloop steeds nogal leeg. Ik ben niet alleen ‘lesboer’, het gaat me er juist om hoe een groep met het geleerde aan de slag gaat. Dat merk ik nu alleen veel indirecter dan normaal.
  • Eenzelfde soort leegte ervaar ik in de pauzes. Ik zit dan helemaal ‘in’ zo’n training, zet m’n camera uit, sta op, en ben… thuis. Hè?  De eerste paar keer was ik bijna verbaasd dan m’n thuiswerkende echtgenoot aan te treffen in plaats van mijn deelnemers. Het is een omschakeling die veel energie kost. Ik pak een bakkie koffie en daarna moet ik terug schakelen. Laatst was ik bezig met een training in het Engels en toen begon ik na de pauze per ongeluk in het Nederlands. Ik denk niet dat dat me live zou overkomen. Ook na afloop blijft het snelle schakelen naar thuis gek. Dat maakt me ervan bewust dat het reizen meer is dan vervoer. Ik kon ‘vroeger’ wel eens mopperen op een volle spitstrein, maar ik kan nu wel verlangen naar een uurtje in de trein met even niks hoeven, beetje wat lezen ofzo.
  • Langzaam-maar-zeker krijg ik in de gaten hoe ik deze eenzijdige manier van werken zo kan inrichten dat ik er wel bij vaar. Ik ben bijvoorbeeld goed geworden in het compenseren van de specifieke hoofd- en ogenvermoeidheid van het videobellen: altijd naderhand meteen even naar buiten, tien minuten lopen. Vooral niet ophangen en dan nog ‘even’ e-mail lezen of iets anders wegwerken. Nee, eerst weg van die computer! Op zo’n moment ben ik op een bepaalde manier overprikkeld, maar ik ben voor mijn gevoel net zo zeer onderprikkeld. Zo mis ik de lol van naar organisaties en groepen toe gaan. Ik realiseerde me onlangs dat ik sinds februari niet meer in Amsterdam ben geweest – hoe bestaat het.

Alles bij elkaar gaat het dus wel goed. Desalniettemin hoop ik heel erg dat ik in oktober weer ‘live’ groepen ga zien. De eerste plannen zijn er, waar ik heel blij mee ben. De eerste groepen zijn in Rotterdam, wat fijn is om te wennen. Maar kort daarna komt Amsterdam ook weer in beeld. Althans – het is nog wel onzeker. Met het virus in het algemeen, maar ik heb ook in mijn voorstellen moeten inbouwen dat ik tot heel kort van tevoren mag overstappen op online, want stel je voor dat ik wakker word met keelpijn ofzoiets, of in thuisquarantaine moet. Ik hoop daar niet op – weer werken met echte mensen in plaats van met postzegeltjes op een beeldscherm!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Piramide-taartdiagram

Louise Cornelis Geplaatst op 21 september 2020 door LHcornelis21 september 2020  

Eén van de sporters die ik op Strava volg, Robin Verstraete, zette een tijdje geleden een plaatje bij een activiteit waar ik om moest lachen. Met zijn toestemming neem ik het hier over, hij weet de bron niet (van wie die wel weet, hoor ik graag):

 

Je moet ‘m zien, maar dan is het een hilarische combinatie van twee thema’s uit mijn vak: piramide en grafiekvorm!

Robin is trouwens sinds kort ook in het bezit van mijn boek, want naast sportgenoot is hij ook mede-taal- en schrijf-liefhebber:

En ook die foto zette hij laatst op Strava!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Een klap op de tekst
  • Een middag bij de bond
  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (551)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (896)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑