Gisteravond woonde ik online de Letter en Geest-lezing van Ronny Boogaart bij. Dat was leuk en interessant. Ronny (zeer gewaardeerde vakgenoot die ik al sinds mijn studie ken) had het over ‘grammatica in het wild’: interessante taalkundige fenomenen die je om je heen ziet, gewoon op straat bijvoorbeeld. Bordjes dus, en die interesse deel ik met hem – ik het het op dit blog ook graag over bordjes.

In het bijzonder gaat het Ronny om bijzondere relaties tussen vorm en betekenis. Het bordje uit de titel, ‘u wordt weggesleept’ is daar een mooi voorbeeld van: het is niet de u die wordt weggesleept en de betekenis van de korte boodschap (maar drie woorden) is heel rijk, namelijk iets als ‘parkeren is hier strikt verboden, dus als u uw auto hier parkeert, kan die door de bevoegde instantie worden weggesleept en dan zijn de kosten daarvan en van eventuele schade voor u’. Ter vergelijking liet Ronny Duitse bordjes zien met dezelfde betekenis, en die bevatten veel meer woorden, want daar is dat allemaal uitgeschreven. Duits is dus explicieter in dit soort situaties, dat is een heus cultuurverschil, daar had Ronny meer voorbeelden van.
Enkele andere voorbeelden betroffen de bijzondere betekenis van een samenstelling. De voorbeelden waren bordjes met Struikelgevaar en Voetgangersgebied. Voor taalgebruikers zijn dat geen ondoorgrondelijke boodschappen, maar het is wel frappant dat ze beide iets anders betekenen dan de meeste andere samenstellingen met diezelfde elementen. De meeste samenstellingen op -gevaar betreffen namelijk niet gevaar voor jezelf, maar voor iets anders, zoals instortingsgevaar. En in de meeste samenstellingen met -gebied betekent dat niet dat iets anders in dat gebied niet mag, terwijl je in een voetgangersgebied echt niet mag fietsen. (In de twee links hiervoor zie je trouwens hoe je dat zelf snel kunt onderzoeken: door gebruik te maken van jokers in de Woordenlijst).
Een andere vorm van grammatica in het wild betreft de ‘Pickwicktheevraag’. Op de labeltjes van thee van dat merk staan vragen. Ik vond online zelf deze:

Die zat niet tussen Ronny’s voorbeelden, maar hij doet wel precies wat Ronny liet zien: er zitten nogal wat presupposities (vooronderstellingen) achter de vraag. Bij deze bijvoorbeeld dat je films kijkt en die langs een indruk-meetlat legt, mogelijk ook nog met een onderscheid tussen echte en onechte indruk. Bovendien zijn het geen echte vragen, eerder suggesties om eens over na te denken of te praten. Er zitten ook wel eens gekke formuleringen tussen, zoals ‘Welke kruiden zijn niet te missen in jouw keuken?’, waar niet te missen wordt gebruikt waar onmisbaar de juiste term zou zijn.
Om uit te drukken wat ‘Welke kruiden zijn niet te missen in jouw keuken?’ per ongeluk (ook?) betekent, had Ronny een plaatje van een keuken bomvol potjes met basilicumplantjes. De basilicum was in die keuken inderdaad niet te missen, in de zin van: niet over het hoofd te zien. Dat was een plaatje door AI gegenereerd, en zo illustreerde hij vaker dubbele of onbedoelde betekenissen, dat was vermakelijk.
Ronny had het onder andere ook nog over ‘Alle gemeenten zijn uitgeteld’ (context: de verkiezingen), ‘(korting op) Alle korte baby- en kinderbroeken’ (Hema – sommige klanten menen dan dat je op lange kinderbroeken ook korting krijgt) en ‘Kom gerust/rustig binnen’ (dubbelzinnig). Alleen al vanwege de vele interessante en soms grappige voorbeelden was de lezing de moeite waard. Sommige voorbeelden kende ik al, want ik lees Ronny’s columns in Onze Taal (eerder in Vaktaal). Dat was misschien maar goed ook, want anders was het misschien wel véél geweest in een uur. Wat ook weer leuk was natuurlijk: lekker hoog tempo. En dan toch precies binnen het uur klaar.
Aan het eind deed Ronny de suggestie om een ‘grammatica in het wild’-landkaart te maken, analoog aan die voor straatpoëzie. Dat zou ik leuk vinden en ik zou er graag bijdragen aan leveren. Op die voor straatpoëzie moet het ontbreken van Kapelle gerepareerd, vind ik – als er hier niet ergens een gedicht van Annie M.G. Schmidt al hangt, dan moet dat er echt komen, en als ik iets vind, zal ik het melden. Haar proza hangt er zeer zeker wel.
En tot slot nog iets frappants: als de lezing niet was geweest, had ik toch die avond aan Ronny gedacht. Hij is namelijk een van de schrijvers van Maar zo bedoelde ik het niet! Hoe we recht praten wat krom is. Net in de uren voor zijn lezing was informateur Wijers uitgebreid bezig met het aanleveren van een boel materiaal voor de tweede druk van dat boek.

