↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Woordvervreemding

Louise Cornelis Geplaatst op 6 mei 2022 door LHcornelis3 mei 2022 1

Deze week gaat het boek waar ik mee bezig ben naar een paar proeflezers. Ik heb het daarom de afgelopen dagen geredigeerd – nog niet helemaal tot in detail, maar wel al op woordniveau. Ik heb daarvoor weer eens mijn ‘schrijfchecklist’ gebruikt, daarmee practicend wat ik preach: ik heb een lijstje met woorden en leestekens ie bij het vlotte doorschrijven makkelijk uit mijn pen rollen maar waarvan ik weet dat ik er beter wat kritischer op kan zijn voor een goede, lezergerichte tekst. Daar zoek ik mijn tekst dan op door, gewoon met de zoekfunctie in Word.

Ik ben bijvoorbeeld geneigd om veel haakjes en dubbele punten te gebruiken en woorden als ook, echt, gewoon, natuurlijk, of om zinnen te starten met En – niet fout, daar gaat het niet om, het is meer overdadig gebruik.

Het was alweer een tijd geleden dat ik zo’n lange tekst (78.000 woorden) zo doorzocht. Ik herinnerde me dat dat soms heel vervreemdend kan zijn. Zoeken op ook bijvoorbeeld, dat woord komt best wel veel voor, en na een tijdje ziet het er dan heel gek uit, zo’n kort woordje. Ik had het ook sterk met hun. Daarop zoek ik omdat ik weet dat ik hen/hun niet automatisch helemaal feilloos doe. Maar hun komt veel voor als bezittelijk voornaamwoord en daar is niks mis mee. Maar na een heleboel keren hun zien voorbijkomen ziet ook dat woord er raar uit.

Ik had het vooral bij de kleine woorden. Ik heb ook gezocht op misschien, mogelijk en waarschijnlijk en die zijn al niet zo frequent maar ook groot genoeg om gewoon te blijven ogen. Gewoon ook, trouwens. En trouwens zelf ook. Echt – ja ook echt. Ook.

Zo kan ik niet schrijven, hoor! En precies daarom doe ik het kritisch doorzoeken apart van het schrijven zelf.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 1 reactie

Titel… nog een titel… en nog een

Louise Cornelis Geplaatst op 3 mei 2022 door LHcornelis28 april 2022  

Het kwam vorige week bij twee opdrachtgevers tegelijk aan de orde: titels van Powerpoint-slides die eindigen met … Die ‘mogen’ van mij niet, nouja, ik ben nergens dogmatisch in, maar ze zijn strijdig met goed piramidaal schrijven: ze drukken een lineair verband uit, een ketting, waar de piramide om hiërarchische verbanden vraagt.

In het beste geval is dat lineaire verband een simpele nevenschikking: je kan dan op de puntjes en denken en met een goede overkoepelende pagina is daar makkelijk een prima piramide van te maken. Maar vaak zijn de verbanden veel subtieler dan dat. Vorige week had ik er een bij waar een tegenstelling in stond (… Maar…) en die eindigde met een conclusie: … Dus…. Soms is het verband er gewoon niet, behalve dan iets vaags-associatiefs in het hoofd van de schrijver. In zulke gevallen is er meer werk aan de winkel om te logica transparant te krijgen: hiërarchisch en simpel.

Dat was altijd mijn bezwaar tegen … in titels, maar vorige week werd me duidelijk dat er nog een is: het beroep op het geheugen dat zulke titels doen. Eén van de deelnemers aan een training attendeerde me daarop. Je moet ze eigenlijk in hun samenhang onthouden om het verband te pakken te krijgen: het is een doorlopende zin.

Ik snapte meteen wat hij bedoelde en om het voor de anderen ook te illustreren, zette ik de vier met puntjes verbonden titels waar het om ging achter elkaar, dus als één zin, zonder puntjes en zonder ‘m verder aan te passen. Ik moest toen een diepe teug ademhalen om ‘m in één keer voor te kunnen lezen. Het waren ook nog eens vrij lange, complexe titels: dat gaat vaak samen. Zo’n zin is een brij.

Het was ongeveer zoiets:

XYZ moet streven naar een gelijkwaardigere samenwerking zonder permanent voordeel voor een van de uitvoerende partijen door anderen de kans te geven om te laten zien wat zij kunnen presteren en door ABC te voorzien van een ander en meer onderscheidend format dat meer klantgericht is en dat interessantere content weet te bieden – als totaalervaring. 

Huh wat? Ja dus!

Niet doen, die puntjes. 

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

Over mijn favoriete tekst van Henny Vrienten

Louise Cornelis Geplaatst op 29 april 2022 door LHcornelis28 april 2022  

Afgelopen  maandag kwam het nieuws dat Henny Vrienten was overleden. Dat raakte me – een icoon uit mijn jeugd (al was Doe Maar voor 14-jarige meisjes toen ik ‘al’ 15 was). Ik ben Doe Maar later gaan waarderen: ik bezocht in 2000 een van hun reünie-concerten en dat was fantastisch – wat een feest, in Ahoy’. Nog later zag ik Henny Vrienten live met de Aardige Jongens (Henk Hofstede en Frank Boeijen) en ook solo. Ook dat waren memorabele concerten.

Bij die solo-concerten viel me op dat Vrienten als geen ander in Nederland verhalen kon vertellen met zijn nummers. Het mooiste voorbeeld daarvan vind ik ‘Spelen met vuur’ van Alles is anders: een grappige autobiografie als liedje.

De allermooiste tekst van Vrienten vind ik die van ‘Zonder Mij‘ van de Aardige Jongens, bij de dood van Hugo Claus. Sinds maandag zit dat nummer veel in mijn hoofd. Ik hoop dat zo’n prachtnummer over de dood zijn nabestaanden troost geeft. Mij gaf het dat – ik wilde het niet voor niets horen op de uitvaart van mijn moeder.

Henny, dank je wel.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Bijzonder vraagteken achter krantenkop

Louise Cornelis Geplaatst op 28 april 2022 door LHcornelis28 april 2022  

Als ik het idee van de hoofdboodschap uitleg, maak ik vaak een vergelijking met krantenkoppen. Net als de hoofdboodschap beantwoordt een kop de vraag van een lezer (‘wat is er gebeurd?’), overkoepelt de inhoud van het artikel en is de formulering ervan dusdanig kernachtig dat een lezer ‘m in één keer kan vatten.

Wat ik daarmee ook illustreer, is het verschil tussen een boodschap en een vraag. Sommige leerders van het piramideprincipe hebben namelijk de neiging om de hoofdboodschap als vraag te formuleren. Ik vertel dan dat dat hetzelfde zou zijn als een krantenkop als ‘Wat is er vandaag gebeurd’ of iets specifieker, bijvoorbeeld, aansluitend bij iets in het actuele nieuws: ‘Hoe bewaakt Rusland zijn marinehaven?’ Niet voor niets is een vraagteken in een krantenkop taboe – al wordt daar ook wel eens mee gespeeld.

Tegen deze achtergrond vond ik het frappant om een veelbetekenend vraagteken achter een krantenkop tegen te komen in een boek dat ik onlangs las. Dat ik onlangs ademloos heb uitgelezen, moet ik zeggen, want ik vond het geweldig: Een Duitse Zomer, van Rolf Bos, over de gijzeling en dood van de Israelische equipe tijdens de Olympische Spelen van 1972 – mijn vroegste jeugdherinnering aan wereldnieuws, vandaar dat ik het boek graag wilde lezen toen ik zag dat het in de NRC-recensie vijf bollen kreeg. Het boek maakte mijn hoge verwachting helemaal waar.

Dat over de krantenkoppen is een klein maar saillant detail, op p. 229/230. In de bevrijdingsactie ging een heleboel mis, waaronder dat er te vroeg aan de media werd gemeld dat die was gelukt en dat de gijzelaars dus vrij waren. Dat nieuws kwam net voor de deadline van de ochtendkranten en dus kopten een boel kranten ‘Gijzelaars zijn vrij’, of, in The Jerusalem Post: ‘All Israeli hostages have been freed’.

Alle kranten? Nee, het Limbugs Dagblad had een ‘sceptische nachtredacteur’ en die zette er een vraagteken achter, ‘normaal een eindredactionele doodzonde’: ‘Gijzelaars bevrijd?’ 

Die redacteur had iets goed aangevoeld. Iets later moesten een heleboel kranten in hun volgende editie iets heel anders melden: ‘Massacre at the Games’, ‘Extra Ausgabe: alle Geiseln getötet’. Dan volgt er een prachtig beeld:

In lijn 4 van de S-Bahn van München zitten in de ochtend van 6 september mensen tegenover elkaar met verschillende edities van de ochtendbladen voor hun neus. ‘Alle Geiseln gerettet’, lees je aan de ene kant van de wagon; ‘Alle Geiseln tot,’ staat er aan de andere kant.

Mogelijk was dit niet, of niet alleen, overmacht: de West-Duitse overheid verspreidde ‘al dan niet bewust’ mist – lang niet alles is duidelijk geworden over die fatale nacht.

Het is maar een detail uit het boek, dat ik eruit haal omdat het raakt aan mijn werk. Het is lang niet het enige detail dat op mij grote indruk maakte. Heb je interesse in wereld- en/of sportgeschiedenis? Lezen, dat boek!

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Oja, zo ging dat

Louise Cornelis Geplaatst op 7 april 2022 door LHcornelis7 april 2022  

De laatste weken is mijn werk ineens weer een heel stuk ‘normaler’ geworden, in de zin van: het lijkt weer veel op hoe het ging voor maart 2020. Er blijft nog steeds wel wat online doorgaan, maar de meerderheid is ‘live’. Ik geniet daarvan: van werken met ‘echte’ mensen, van de praatjes tussendoor, van de dynamiek en afwisseling in mijn werkende bestaan.

Regelmatig heb ik ‘oja, zo ging dat’-momenten: dingen waar ik in de tussentijd niet aan had gedacht, en me nu ineens weer realiseer. Daar zitten fijne dingen tussen: voor het eerst weer een supervisie-sessie (waarin de deelnemers feedback geven en krijgen op eigen werk) waaraan ik zelf mee kan doen. Online lukt dat qua logistiek niet. Een klein oja-moment daarbij was het doorgegeven zien worden van het gekleurde papier waarop de feedback komt te staan: ik houd van kleur in een ruimte.

Er zitten echter ook momenten tussen waarin ik denk: urgh, hier heb ik juist twee jaar lang geen last van gehad. Technische problemen: dinsdag lukte het niet het smartboard aan de praat te krijgen met mijn laptop. Gelukkig kon ik presenteren met mijn USB-stick erin, maar daar gebeurden wel gekke dingen mee: op het smartboard verschenen onder andere ook de verborgen dia’s, en per dia alle animaties in één keer.

Of zoiets als laatst, een beetje ongelukkige ontvangst bij een opdrachtgever: zaal is bezet tot na de aanvangstijd van de training, ze zetten me ondertussen in een hokje en bieden niet eens koffie aan. Als ik de zaal in kan, ook nog niet, ik mag dat zelf gaan halen – terwijl ik ook op eigen houtje mag uitvogelen hoe het scherm werkt.

Op zo’n moment herinner ik me dat ik twee jaar geleden miste om van nieuwe opdrachtgevers niet te zien en te ervaren hoe hun kantoor is – die omgeving letterlijk en figuurlijk op te snuiven. Dat levert toch ook echt informatie op. Naast dat ik het leuk vind om op zo veel en zo verschillende plekken te zijn.

Ik heb ook alweer ervaren dat veel onderweg zijn gauw druk wordt: oja, reizen kost tijd, en als ik dan weer op m’n plek ben, wacht daar het opruimen en afhandelen van alles wat er ondertussen is gebeurd. Ook weer, net als vroeger, een limiet aan stellen dus.

Al met al denk ik dat ik productiever ben zo. Door de afwisseling krijg ik zelf meer voor elkaar, en ik denk dat ik op locatie ook meer ‘impact’ heb.

Echt normaal wordt het pas als ik kan ophouden met steeds de incubatietijd aftellen nadat ik met een groep heb gewerkt. Als ik zie en hoor hoe veel mensen om me heen de laatste tijd covid gehad hebben, verbaas ik me erover dat het mij nog steeds niet heeft weten te vinden. Anderen ook: laatst bij een opdrachtgever zei iemand: “Maar iedereen heeft het toch al gehad?” Die keek dus verbaasd toen ik zei “Neehoor, ik niet”. Verbazingwekkend of niet – ik houd het graag zo!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Motie over ‘gewoon’ format

Louise Cornelis Geplaatst op 4 april 2022 door LHcornelis4 april 2022  

Opmerkelijke motie vorige week, van Tweede-Kamerleden Van Weerdenburg en Van Haga. Zij vonden de I-Strategie Rijk 2021-2025 een ‘nodeloos uitgebreide en overdreven vormgegeven reclame-brochure’ en willen dat soort teksten in het vervolg graag gewoon in Kamerbriefformat. Ik werd erop geattendeerd door iemand met wie ik bij de Rijksoverheid samenwerk, aan terughoudend opgemaakte en weloverwogen beknopte rapporten die ook bij de Tweede Kamer terechtkomen.

Ik kan me wat voorstellen bij die wens uit de Tweede Kamer. Ik weet niet of het een motie waard is, en ik zeg het met enig knarsetanden omdat het tot cognitieve dissonantie bij me leidt om het met een PVV’er en Van Haga eens te zijn.

Maar inderdaad. Mooie vormgeving vind ik nog tot daaraan toe (mag wat kosten kennelijk?). Maar 128 pagina’s zonder eenduidige of overzichtelijke structuur, zonder inhoudsopgave en zonder snel vindbare hoofdboodschap, en met van die holle frasen als ‘We leven in uitdagende tijden’ – tsja…. 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Er komt weer een boek!

Louise Cornelis Geplaatst op 23 maart 2022 door LHcornelis23 maart 2022 2

Fiets Magazine heeft elke maand een rubriek ‘Fietser’ en deze maand sta ik daarin. Dat is sowieso leuk natuurlijk, maar wat er nog extra leuk aan is, is dat ik daarin een nieuwtje aankondig: als alles goed gaat, verschijnt volgend jaar van mij weer een boek! Het is bedoeld voor mensen (m/v) die met hart en ziel sporten, merken dat ze een dagje ouder worden, en zich afvragen: hoe blijf ik goed en hoe houd ik het leuk?

Ik noem het wel eens mijn andere vak: ik ben naast sporter ook al een aantal jaren trainer en trainingsbegeleider. Heel andere koek dan adviesrapporten, maar met schrijven komen de twee vakken samen, en dat is zeer inspirerend. Ik had altijd al mijn andere blog, waarvan enkele stukken in bewerkte vorm in het boek staan. Daarnaast heb ik onder andere diverse collega-sporters geïnterviewd. Ik ben er al jaren mee bezig, en naast leuk was dat ook leerzaam.

Ik heb het boek geschreven dat ik zelf een jaar of tien geleden graag had willen lezen. Een titel heeft het nog niet, daar ben ik hard over aan het nadenken.

De laatste maanden ben ik vooral bezig geweest met het zoeken naar een uitgever. Die heb ik nu, of althans: een mondeling akkoord, met enthousiasme over en weer – erg leuk. Wordt vervolgd dus!

 

Geplaatst in Opvallend, verschenen | 2 reacties

Als je echt om taal geeft, ben je niet pedant

Louise Cornelis Geplaatst op 18 maart 2022 door LHcornelis18 maart 2022  

En nóg een leuk boek, al is het voorlopig het laatste: ik ben door de stapel heen, het was  een rijke leestijd! Het gaat om Accidence will happen. The non-pedantic guide to English van Oliver Kamm. In die titel zit een dubbele grap: het is accidents, niet accidence, en accidence is ook nog eens taalkundig jargon: verbuiging. 

Waar het boek over gaat is dat veel mensen zich te druk maken om de regeltjes van de taal, en daar heel erg pedant in kunnen zijn: iemand fijntjes wijzen op een spelfout, rammelende interpunctie, grammaticaal probleem of stijlbloempje. Terwijl de strekking duidelijk is en heel vaak de desbetreffende regel bepaald niet zwart-wit. Nederlandse voorbeelden zijn de d’s en de t’s, hun als onderwerp (‘hun hebben dat gezegd’), groter als, de meisje, me moeder, en in zakelijk schrijven onder andere de lijdende vorm en andere moeten’s en mag-niet’s. Ik herinner me nog dat ik jaren geleden een ingezonden brief had in Onze Taal waarop in het nummer erna een reactie stond: in mijn laatste zin had ik een grammaticale blunder begaan. Met de neus op de feiten gedrukt dacht ik: oja, nu je het zegt… 

Oliver Kamm laat zien dat taal lééft en zich niet door een set regels in toom laat houden, dat goed Engels (of Nederlands) is wat mensen spreken, niet wat erover in boekjes staat, dat er variatie is tussen sprekers, dat je als moedertaalspreker de grammatica perfect beheerst, dat afwijken van de norm niet betekent dat de taal ten onder gaat, dat de taalkunde een verschil maakt tussen descriptie en prescriptie (en dat laatste niet doet – er is noch voor het Engels, noch voor het Nederlands, een regelgevende instantie), dat de selectie regeltjes waar het altijd over gaat nogal beperkt is (voorbeeld), dat afwijken van de norm vaak communicatief functioneel is, dat wat als ‘goed’ gezien wordt, een kwestie is van conventie.

Die conventies kennen is nuttig als je communiceert met een publiek dat die conventies belangrijk vindt, of meer in het algemeen: met een breed publiek. Denk maar aan de rol van de regio: onderling kun je best dialect spreken, maar daarbuiten is het handiger om je aan algemene conventies te houden. Dialect en andere variaties zijn niet stom of raar of fout of armoedig of weet-ik-veel-wat, ze zijn alleen anders.

Het is me allemaal uit het hart gegrepen en dan ook nog eens overtuigend opgeschreven. Hier en daar leer ik ook nog wat nieuws, vooral doordat ik meer thuis ben in het normen-debat over het Nederlands dan over het Engels. Voor het Engels is het bijvoorbeeld makkelijker om stellig te zijn over dat de taal niet bedreigd wordt: de positie van die taal in de wereld is reusachtig. Die paragraaf klinkt dus anders dan het equivalent over het Nederlands, waarover mensen bezorgd zijn juist vanwege die positie van het Engels.

Een leuk klein weetje vond ik het inzicht in het Engelse equivalent van onze d’s en t’s: het verschil tussen it’s en its: eigenlijk is it’s de logische spelling van its, want andere bezitsvormen krijgen ook ‘s erachter (the King’s men).

Er is dus niks logisch aan its schrijven, je moet het gewoon weten. Zo willekeurig is het vaak, wat sommige pedanteriken ook beweren. Vaak worden ‘fouten’ immers gezien als teken van domheid, als shibboleth. Als je wél weet hoe het moet, hoor je lekker bij de goeien. Met inzicht in taal heeft dat allemaal weinig te maken. Pedanteriken beweren soms echt ontzettend domme dingen over taal (voorbeeld).

Met hun dogma’s vervreemden ze bovendien andere taalgebruikers van de intuïties over hun moedertaal. Voordat ik dit weblog begon, verscheen van mij een artikel in Tekstblad (jaargang 8, 2005, nummer 3) over hoe knetterhard jongeren op een forum oordelen over groter als. In een zin met zo’n oordeel maken de pedanteriken zelf soms meerdere andere spelllings- en grammaticale fouten, maar dat maakt niet uit: als je maar niet groter als zegt, want dan ben je ‘super dom’. De angst zulke ‘domme’ fouten te maken belemmert anderen in hun expressie. (Er ligt daar ook nog een grote rol voor het onderwijs natuurlijk.)

Een belangrijke boodschap, dus, van Kamm. In de eerste 100 pagina’s van het boek zet hij de argumentatie uiteen. Dat is leuk om te lezen, het is hooguit wat lang. Na de inleiding (8 pagina’s) had ik de kern al wel te pakken – maar goed, met die andere pagina’s heb ik me prima vermaakt. Het tweede deel van het boek (175 pagina’s) behandelt al die dingetjes waar pedanteriken zich druk over maken en waar taalgebruikers over kunnen twijfelen. Het behandelt die problemen met alle nuance die je mag verwachten op basis van het eerste deel.

Ik vind het een hartstikke leuk boek. Ik heb alleen geen idee of de pedanteriken waar Kamm tegen ageert het zullen lezen. Zo’n rationeel debat is het immers niet. Desalniettemn: ik hoop dat zijn boodschap doordringt.

 

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Smaakt anno 2022 naar meer

Louise Cornelis Geplaatst op 8 maart 2022 door LHcornelis8 maart 2022  

Ik ga nog even door over leuke boekjes. (En ja, dat voelt voor mij soms ook wat triviaal tussen al het oorlogsnieuws, maar ik houd mezelf maar voor dat het sinds in dit blog in 2008 begon al vaker oorlog is geweest en dat ik daar toen ook niet minder om heb geschreven).

Het volgende heet Ben ik in beeld? Online overleggen, vergaderen en presenteren zonder gedoe. Het is van Gijs Weenink en Richard Engelfriet en het verscheen al in mei 2020. Dat lijkt me relevant: het was nog maar het begin van de coronacrisis. Er was toen ongetwijfeld nood aan zo’n boekje, en mooi dat het er dus ook al zo gauw was, en nog heel toegankelijk ook: € 12,50, 100 kleine, luchtige pagina’s met cartoons. Ik wist toen niet van het bestaan, anders had ik het toen meteen gekocht.

Nu, bijna twee jaar later en veel ervarener, vind ik het meer leuk en herkenbaar om te lezen dan dat het me praktisch nog verder helpt. Daarvoor is het net wat te globaal – wat ook niet anders kan in zo’n boekje. Er staat bijvoorbeeld (op p. 65): ‘Online zijn er natuurlijk veel tools om interactie te bevorderen’. Oja, denk ik dan, welke dan? Of nouja, ik ken er natuurlijk wel, maar welke zijn écht goed en hoe zet je die dan in?

En met de ervaring van de afgelopen tijd: hoe voorkom je een te veel aan interactie? Want dat is me een paar keer als buitengewoon storend opgevallen: hoe in een grote groep de chat gebruikt wordt als ‘vrij schieten’.

Nu dus, twee jaar later, wil ik verdieping en ik wil meer en ik wil misschien ook wel een update, want inmiddels wordt er in veel organisaties behoorlijk gesteggeld over online versus hybride versus terug naar de werkplek. Er is in twee jaar veel gebeurd immers, vooral: veel bijgeleerd.

Desalniettemin is het nog steeds een leuk boek. Ik vind de opzet geslaagd: het zijn twaalf hoofdstukken die elk een stelling bevatten. In het hoofdstuk komen dan eerst de voorstanders van de stelling aan het woord, daarna de tegenstanders, en dan volgt nog een stukje ‘praktijk’. Ik herken daarin de achtergrond van Weenink: debatteren. Tijdens het lezen vond ik het steeds leuk om mijn eigen standpunt te bepalen, bijvoorbeeld over ‘Deelnemers aan een online vergadering dragen gepoetste schoenen’ (stelling 3) en ‘We gaan nooit meer terug naar vroeger’ (stelling 12).

Ben ik in beeld? smaakt dus naar meer en een update. Ik ga Weenink en Engelfriet in de gaten houden!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Ze maken zelf een goed punt

Louise Cornelis Geplaatst op 7 maart 2022 door LHcornelis4 maart 2022  

Bij mijn weten was er tot voor kort maar heel weinig praktisch gepubliceerd over hoe je het beste feedback kunt geven op teksten. Ik was dus blij verheugd om te zien dat er een heel boek aan is gewijd: Maak er geen punt van! van Monica Koster en Meike Korpershoek.

Ik  vind het inderdaad een aanwinst. Het is in de eerste plaats een nuttig boek, dat alle ins en outs van feedback geven op schrijfwerk belicht en systematisch op een rijtje zet, met handige stappenplannen, verwerkingsvragen die het begin kunnen zijn van collegiaal overleg, en tabellen die soms bijna beslisschema’s lijken. Elk onderdeel wordt grondig uitgediept en voorzien van veel en zorgvuldig uitgewerkte voorbeelden.

Het boek maakt dus wel een punt van goed feedback geven, en dat loont. Ik heb een tijdje zitten studeren bijvoorbeeld op een tabel (p. 60) die een relatie legt tussen de aard van de feedback, de kwaliteit van de tekst, en het soort tekstkenmerken waar je feedback op geeft: hogere orde (communicatieve functie: inhoud, structuur, stijl) of lagere orde (spelling, grammatica, interpunctie). De feedback kan faciliterend zijn en dan uitnodigen tot herschrijven, of directief: aangeven wat er hoe beter moet. Ik snapte ‘m helemaal en ik denk dat ik het zo ook doe, maar dan tot nu toe altijd intuïtief. Fijn om te zien en te leren dus ook dat daar een systeem achter zit. Als ik het nog eens iemand moet uitleggen, kan dat zo.

In de tweede plaats is het een leuk boek door de vele, uitgebreide en diverse voorbeelden. Het bevat zo ‘echte’ teksten geschreven door leerlingen van primair en voortgezet onderwijs, MBO en HBO. Ik ben tekst- en schrijfliefhebber genoeg om te genieten van zo’n breed scala aan teksten. Zo staat er bijvoorbeeld (op. 62) een superstrak piramidaal gestructureerde tekst: hoofdboodschap ‘wij willen een dagje naar de Efteling’ voorop, gevolgd door een opsomming van vier argumenten…. geschreven door een leerling uit groep 8!

Ik zou het heel leuk vinden als het boek nog zou worden uitgebreid of opgevolgd door ook de universiteit en de beroepspraktijk erbij te betrekken. Universiteit kan volgens mij heel makkelijk, daar is feedback op schrijven geven niet wezenlijk anders dan op het HBO. En ook in de praktijk is veel hetzelfde, alleen komt er daar bij dat een externe trainer de norm niet bepaalt. Althans, zo zie ik het: hoe een bedrijf wil schrijven, dus wat een goede tekst is, bepaalt het bedrijf, niet ik. Dat geldt dan vooral voor die hogere-orde-aspecten. Een spelfout blijft een spelfout natuurlijk.

Wat me op het laatste brengt wat ik over het boek wil zeggen: het biedt nogal wat handreikingen om, bijvoorbeeld ook bij peer feedback, de aandacht wat weg te trekken van de lagere-orde-zaken. Ook dat las ik met plezier. Natuurlijk moeten leerlingen goed leren spellen enzo, maar voor veel te veel schrijvers staat ‘goed schrijven’ gelijk aan het beheersen van die lagere-orde-zaken: foutloos spellen, correct formuleren. Schrijven is zo veel meer dan dat. Het is goed als feedback juist datgene benut waar het een grote kans toe is: als schrijver iets terughoren van je lezers.

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70
  • Terug uit Ierland (3/3): limericks uit Limerick
  • Terug uit Ierland (2/3): enkele andere bordjes

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (318)
  • Opvallend (549)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑