Heavy lezers
In het kader van het vak over zakelijke lezers dat ik op het moment geef aan de VU hebben de studenten de afgelopen week allemaal een interview afgenomen met een ‘echte’ zakelijke lezer. Ik heb nu ruim de helft ervan gelezen (het zijn er in totaal dik 30), en het is erg interessant materiaal. De komende week dus af en toe wat conclusies eruit, en vandaag alvast maar meteen de eerste: wat wordt er veel gelezen!
De geïnterviewden moesten zelf inschatten hoe veel uur ze op een gemiddelde werkdag aan lezen besteden, en die schattingen varieerden van twee tot wel zes uur! Enerzijds vind ik dat heel veel, het lijken me ‘heavy lezers’ (analoog aan heavy users). Lezen is alleen consumptief, zou je kunnen zeggen, en de meeste mensen moeten toch ook wel wat produceren, lijkt me. Anderzijds kan één schrijfproduct, een tekst, door een heleboel mensen gelezen worden, dus kan dan de totale leestijd flink oplopen – zeker in kennis-intensieve beroepen.
En kennis- en tekstintensief, dat zijn de beroepen van de geïnterviewden: onder andere advocaten, managers, directeuren, leraren en een journalist. Niet iedereen ervaart het vele lezen als een probleem, maar de meesten verzuchten wel dat het toch sneller, effectiever, efficiënter, leuker zou moeten kunnen. Sommige geïnterviewden deden daar ook wel suggesties voor, variërend van het medium (‘graag meer op m’n smartphone’) via structuur (‘veel brokjes tekst met een duidelijk kopje’) tot verzorging (‘al dat slechte Engels is verschrikkelijk’), en één veel voorkomend verzoek: het kan korter! Meer daarover volgt nog.
Als er veel mensen heel veel werktijd met lezen doorbrengen, dan is dat een belangrijk argument voor meer tekstkwaliteitszorg. Maar er zit ook iets geks aan de suggesties voor beter schrijven. Kennelijk weten lezers goed hoe het beter zou moeten. Maar schrijvers zijn zelf ook lezers en omgekeerd. Als ze schrijven, vallen ze (denk ik) in dezelfde valkuilen als de schrijvers van de teksten die ze lezen.
Het lijkt erop dat er een kloof is tussen leeservaringen en schrijfgedrag. Moeten vooral ándere mensen beter schrijven? Vergeten schrijvers hun eigen leeservaring? Staan er andere zaken in de weg?
In ieder geval is één ding dat ik hieruit meeneem: in schrijftrainingen meer aandacht besteden aan de leeservaring van schrijvers. De kloof dichten, dus. Want de geïnterviewde lezers weten best hoe het beter moet. Nou, dóe dat dan, als je schrijft!
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Digitale adviesrapporten
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Op je donder
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Verzorging is wel belangrijk
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Het moet korter!!
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Beelden bij een tekst: opleuken of niet?
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Net uit: Tekstbladcolumn