Powerpoint: onschuldig symbool
Ik ben Een wereld van verschil aan het lezen van Sjoerd de Jong, een boek dat niet direct met tekst & communicatie te maken heeft (het gaat over cultuurverschil). Mijn oog bleef op p.31 haken op de zin ‘De westerse cultuurgeschiedenis wordt (…) gereduceerd tot een handzame powerpointpresentatie vol ondubbelzinnige slogans’. Hij legt dat verder niet uit, maar duidelijk is dat voor hem ‘powerpointpresentatie’ synoniem is met een veel te eenvoudige voorstelling van zaken en daaruit voortvloeiende oppervlakkigheid.
Enerzijds heeft De Jong wel een punt. Als je kiest voor powerpoint, is de verleiding tot oppervlakkig communiceren groot. Complexe gedachtegangen reduceren tot een paar trefwoorden achter bullets, tsja, dan blijft er van de oorspronkelijke inhoud niet veel over. Anderzijds maakt hij zich schuldig aan het verantwoordelijk houden van een computerprogramma voor iets waar dat programma nooit schuldig aan kán zijn: oppervlakkig communiceren is iets wat mensen doen, niet computerprogramma’s.
Powerpoint is nooit bedoeld geweest en niet geschikt voor het presenteren van details of complexe verhalen. Om maar een paar argumenten daarvoor te geven, rijp en groen door elkaar:
- De lijn is al gauw uit het verhaal doordat het opgedeeld moet worden in losse ‘chunks’ per slide.
- Als je details moet bestuderen op het projectiescherm, krijg je hoofdpijn.
- Beelden kunnen veel, maar in subtiele relaties is taal veel beter (ik doe in trainingen vaak een oefening waarbij deelnemers moeten visualiseren dat iets ‘slechts’ 15 % is. ’15 %’ is prima te visualiseren: taartdiagram. Maar ‘slechts’ – nee, daar heb je taal voor nodig).
Of, iets principiëler: powerpoint is een programma ter ondersteuning van presentaties. Presentaties zijn in de eerste plaats communicatie-gelegenheden om interactie en betrokkenheid te creëren. Daarvoor kom je bij elkaar. Betrokkenheid zit hem niet in de details, maar in de grote lijn, het verhaal, sprekende beelden. Dát kan powerpoint wel goed.
Powerpoint kan dus wel iets goed, maar het is een overschat en overgebruikt programma. De reflex waarmee een bijeenkomst met een groep leidt tot het in elkaar draaien van een X aantal sheets is kwalijk. Voor interatie en betrokkenheid zijn andere middelen voor handen, die vaak béter werken. Gewoon een boeiend verhaal bijvoorbeeld, verteld door een bevlogen spreker. Wat schetsen maken op een flap en die gaandeweg bijwerken. Activerende werkvormen (boekentip). Het publiek aan het woord laten. Enzovoort.
Alleen… al die andere opties zijn lastig. Ze vergen creativiteit en lef. Er is niets makkelijker dan een paar bullets eruit raggen in powerpoint en je daarachter te verschuilen: iedereen kijkt naar het scherm, zelf blijf je buiten schot. Dat je daar niet zo veel mee bereikt en dat je presentatie bloedeloos en saai is, ach. Je hebt je van je taak gekweten.
Vandaar: powerpoint maakt oppervlakkigheid mogelijk, maar het zijn mensen die voor oppervlakkigheid kiezen. Powerpoint is een symbool, geen schuldige. Wat belangrijk is, is een zorgvuldige keuze van de communicatiemiddelen. Laat powerpoint doen waar het goed in is: krachtige beelden ter ondersteuning van een goed verhaal.
Reacties
Powerpoint: onschuldig symbool — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>