Anders denken over roddelen
Afgelopen woensdag heb ik een leuk webinar gedaan. Het werd georganiseerd door SIOO en het ging over boeken. Ik had gekozen voor de workshop bij het boek Roddel je naar de top van Dominique Darmon, ook de workshopleidster. Dat onderwerp maakte me nieuwsgierig: hoe roddelen een positieve communicatievorm kan zijn.
Dat was ook inderdaad het belangrijkste inzicht uit de workshop: dat roddelen een slechte reputatie heeft, maar dat we het allemaal doen (het is universeel menselijk) en dat het ook goed en nuttig kan zijn. Als je nooit roddelt, zit je bijvoorbeeld niet in de sociale kanalen. Dan hoor en weet je niks buiten het officiële kanaal om, en dat is te beperkt.
Interessant vond ik om te beginnen de definities. Roddelen is over iemand praten als die persoon er niet bij is, en dat kan dus ook positief zijn. Als je roddelt, praat je over wat je zelf hebt waargenomen en wat dus ‘waar’ is. Dat is iets anders dan een gerucht verspreiden – dan praat je over iets wat je niet zelf hebt ervaren en wat dus niet waar hoeft te zijn. Dat maakt de mogelijke onderwerpen ook breder.
Om okee te zijn, kent roddelen een ‘sweet spot’ van onder andere tijd, plaats, cultuur, onderwerp, hoeveelheid, met en over wie die maakt of roddelen positief of negatief uitpakt. Aardig weetje daarin vond ik dat in Nederland roddelen over hoe iemand eruit ziet gevoeliger ligt dan in andere landen. Inderdaad voelde ik gêne bij het voorbeeld.
Ik had zelf net een werksituatie meegemaakt die ik ongemakkelijk had gevonden – er werd toen nogal gepraat over iemand die er niet bij was. Ik vond eigenlijk dat ik te veel hoorde, dus dat ik dingen hoorde die ik niet wilde horen. Het was schipperen voor me geweest om het gesprek in goede, meer productieve banen te leiden. Dat was werk-inhoudelijk en ik had het daarom op het moment zelf niet als roddelen gedefinieerd, maar in de workshop dacht ik: dat was het dus wel. En dat ik me er ongemakkelijk bij voelde, illustreert hoe nauw het komt. Het was te veel.
Een andere herinnering die de workshop opriep was een positieve. Hoe nodig roddelen is, daaraan moest ik denken toen het ging over hoe het verdween tijdens de lockdowns. Ik had het toen moeilijk omdat alle contact met m’n groepen en de mensen met wie ik samenwerk beperkt werd tot ‘on stage’ communicatie via de webcam: functioneel, met z’n allen, netjes en keurig. Koffie dronk ik in mijn eentje, niemand bracht me naar de deur. Dan hoor ik dus alleen de brave dingen. Ik herinner me nog hoe ik midden in de eerste lockdown bij wijze van uitzondering toch naar een opdrachtgever ‘mocht’ en hoe zeer ik toen genoot van het praatje bij de koffie. En ja, toen hebben we geroddeld. En wat knapte ik daarvan op! Eindelijk hoorde ik weer eens iets anders. Ik ervoer dat toen vooral als warm bad van onderling contact.
Dat roddelen toen was toen niet schadelijk, en dat hoeft dus ook echt niet. Ondanks al die boodschappen die we allemaal hebben gehoord: dat het niet hoort, niet mag, schaadt, enzovoort. Het is voor mij woensdag uit de taboe-sfeer gekomen!
Reacties
Anders denken over roddelen — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>