↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Graag verwijs ik naar elders

Louise Cornelis Geplaatst op 22 maart 2012 door LHcornelis22 maart 2012 1

Beetje rustig op dit weblog deze week, ik heb nogal versnipperde dagen en ik probeer de tijd die ik rustig op mijn werkplek doorbreng te besteden aan twee grote artikelen. Maar gelukkig is er op andere plekken op het web wel voldoende interessants te lezen. Paar dingetjes:

  • Altijd leuk om van een ander te horen dat de hoofdboodschap voorop moet, en die MADE-formule ga ik onthouden! (gevonden via @tekstblad)
  • Goede blogpost over het schrijfproces, met daarin bijna tussen de regels door een advies dat je niet vaak hoort terwijl het volgens mij heel essentieel is: ‘schrijf zoals je zelf graag leest’.
  • Marc van Oostendorp veegt de vloer aan met een lelijke zin, zowel vorm als inhoud daarvan. Leerzaam over schrijfstijl, en ik houd wel van blogposts over één zin – precies fileren, zoiets!
  • En tot slot nog adviezen voor het perfecte schrijfmoment, gericht op creatief schrijven, maar voor zakelijk schrijven geldt net zo goed dat dat moment niet bestaan.
Geplaatst in Leestips, schrijftips | 1 reactie

Verschenen: digitaal artikel over voorbijgaande teksten

Louise Cornelis Geplaatst op 16 maart 2012 door LHcornelis16 maart 2012  

Meestal meld ik mijn verschenen publicaties hier zodra ze verschijnen. Er is nu echter al ruim een week een artikel uit en nu pas denk ik: oja, ook nog aankondigen hier. Dat is niet toevallig: het is mijn eerste artikel in een elektronisch tijdschrift. In papieren gevallen wacht ik tot het tijdschrift op de mat ploft, en ik leg het dan naast mijn computerwerkplek. Die aanwezigheid herinnert me eraan dat ik er nog over moet bloggen, en dat gebeurt dan eigenlijk altijd de eerstvolgende keer. Maar een digitaal tijdschrift doet niet ‘plof’ en ik kan het niet op dezelfde manier op mijn bureau leggen, vandaar dat het me was ontschoten. Ik moet ook zeggen, hoe leuk ik dit artikel ook vind, doe mij maar papier, hoor!

Goed, dan nu over het stuk: vorige week verscheen een artikel dat ik samen schreef met Mike Huiskes, collega van de RuG. Het heet ‘Take your turn in writing. The transitory nature of documents in organizations’ en het is verschenen in e-Organisations&People (e-O&P, voorjaar 2012).

Mike en ik betogen dat schrijven in organisaties en in het onderwijs ervan zou opknappen als we een tekst als een conversationele beurt zouden beschouwen: je schrijft iets, daar wordt over gepraat, bijvoorbeeld in de vorm van feedback of als input in een vergadering, en dan kun je weer verder. Dat in tegenstelling tot de visie dat de tekst  het eindproduct is, waarvoor je een cijfer krijgt (onderwijs) en dat eigenlijk liefst ‘perfect’ moet zijn (organisaties) – en dat is het dan. Een tekst is een stapje in de communicatie – dat is niet alleen reëel, maar het brengt schrijven en praten ook dichter bij elkaar, waardoor schrijven minder het eenzame en puur op de inhoud gerichte gevecht voor het perfecte eindproduct wordt.

Vanuit die visie werk ik trouwens al langer, en ik probeer daar in bijvoorbeeld trainingen handen en voeten aan te geven. Het zit ook achter de post van eergister, over dat het verbeteren van de tekstkwaliteit van adviesrapporten gericht zou moeten zijn op het verbeteren van de kwaliteit van de besluitvorming: je schrijft om het besluitvormende gesprek te faciliteren, niet om een waarheid definitief in beton te gieten.

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Bewegen tot het er staat?

Louise Cornelis Geplaatst op 14 maart 2012 door LHcornelis14 maart 2012 1

“Schrijven is blijven zitten tot het er staat” is een uitspraak van Kees van Kooten en ik snap wel wat hij ermee bedoelt, maar ik had maandag weer zo’n typische andersom-ervaring die ik wel aanduid met ‘a body in motion is a mind in motion’ (wat ooit eens een reclametekst ergens voor was, geloof ik).

Ik zat te worstelen met de inleiding van een artikel. Ik wist welke rode draad ik door het artikel wilde gaan trekken, maar het lukte me maar niet om die vooraan op gang te trekken.  Na een hele middag werk had ik meer gedelete dan geschreven en het eindresultaat was een schamele 300 woorden waar ik niet tevreden over was.

Toen moest ik weg. Ik zette de computer uit en liep nog even wat heen en weer te rommelen met wat spulletjes enzo. En ineens had ik ‘m, zomaar, uit het niets: de invalshoek voor de inleiding. Gauw heb ik een paar trefwoorden op een kladje geschreven, maar dat was niet eens nodig, want ik wist het de volgende dag echt nog wel. Ik ratelde de nieuwe inleiding er zo uit, en het was ‘m inderdaad. Inmiddels ben ik een paar duizend woorden verder.

Maandagmiddag was ‘blijven zitten tot het er staat’ de verkeerde strategie. Soms is het de juiste, bijvoorbeeld als ook het laatste gedeelte van de tekst geredigeerd en gecorrigeerd moet worden. Heel swingend op spannend is dat niet, maar het is wel belangrijk. Verschil is volgens mij of het een kwestie is van denkwerk of doe-werk: inspiratie of ambacht. Om te denken en inspiratie op te doen werkt beweging; om de tekst netjes op papier te krijgen het zitvlees.

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Schrijven verbetert de kwaliteit van besluiten

Louise Cornelis Geplaatst op 14 maart 2012 door LHcornelis14 maart 2012 1

Waar doen we het eigenlijk voor, betere adviesrapporten schrijven? Nou, dacht ik altijd, omdat dat het leven van de lezer (de opdrachtgever) makkelijker maakt. Want onder ‘beter’ versta ik voor een tekst: leesbaarder. Maar de laatste tijd neem ik daar geen genoegen meer mee.

Allereerst is dat ingegeven door het onderzoek naar het effect van het piramideprincipe op die leesbaarheid. Dat effect is vrij beperkt. Toen dacht ik dus al eens: de waarde van het piramideprincipe laat zich niet meten met een gewoon leesonderzoek. Die waarde zit ‘m namelijk in beter (vooral: klantgerichter) nadenken over wat je schrijft. Maar hoe meet je dat, hoe meet je ‘beter nadenken’?

Eén van mijn huidige opdrachtgevers gaf me daarvoor de doorslaggevende  hint. Ik vertelde hem de inhoud van de alinea hiervoor, hij was het eens met dat nadenken, en en toen zei hij: dat denkwerk vertaalt zich in betere besluitvorming bij de de opdrachtgever. Dat is het doel van adviseren: de cliënt helpen bij het nemen van een beslissing. En een piramidaal adviesrapport doet dat volgens hem beter dan alle andere vormen.

Dus waarom zou je als adviseur werken aan tekstkwaliteit? Omdat het de kwaliteit van de besluitvorming bij je cliënt verbetert. De rest, dus je eigen schrijven en de leesbaarheid van de tekst, zijn tussenstappen, geen doelen op zich.

Nou voor het piramideprincipe-onderzoek op zoek naar een manier om de kwaliteit van besluitvorming te meten. Daarin voorziet mijn eigen vak niet, dus ik ga leentjebuur spelen. Ik hoor graag van lezers hiervan die me op weg kunnen helpen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Botsing!

Louise Cornelis Geplaatst op 9 maart 2012 door LHcornelis9 maart 2012 2

Er zijn van die schrijfadviezen waarbij ik mijn schouders ophaal, zo van: ja, kan wel belangrijk zijn, maar zie ik in de praktijk nooit fout gaan. Eén zo’n advies is dat je moet oppassen dat je niet zo veel beeldspraak gebruikt dat de beelden met elkaar gaan botsen. Altijd ‘zal wel’ bij gedacht, maar gister zag ik toch echt een prachtige.

Het is in de column van niemand minder dan Johan Derksen, hoofdredacteur van VI. Dat is niet de persoon om eens schrijfadvies aan te gaan geven, maar bij deze zin schoot ik toch in de lach:

Het resultaat is dat het profvoetbal zich diep in de rode cijfers beweegt en dan houdt de KNVB nog, als luis in de pels, een vinger aan de pols.

Hoe klein is de vinger van een luis? Lijkt me weinig effect hebben op de pols, zeker als daar een pels omheen zit… enfin, de beelden dringen zich hier wat te letterlijk aan me op, en dat komt doordat ze botsen.

Kan dus toch, botsende metaforen. Erg nuttig voor cabaretiers!

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Waar je mee omgaat, word je mee besmet?

Louise Cornelis Geplaatst op 6 maart 2012 door LHcornelis6 maart 2012  

Vorige week las ik een stuk in een syllabus van de Fontys Hogeschool over sportjournalistiek waarin de vele tussenzinnen me opvielen. Ik bedoel dit soort zinnen:

En die maakt – zelfs op regionaal niveau zijn er al aspecten van merkbaar – toch het overgrote deel van de berichtgeving uit.

Alle sportevenementen die ook maar enigszins van belang zijn – al trek je daarbij soms je wenkbrauwen op als ook de meest oninteressante oefenwedstrijden van de zogenaamd grote clubs Ajax, Feyenoord en PSV in de aanloop van een nieuw voetbalseizoen live worden uitgezonden – komen rechtstreeks de huiskamers binnen.

Het weekblad Sport en Sportwereld – de titel is jaren geleden alweer door het Algemeen Dagblad gekocht en siert nu de dagelijkse sportbijlage van die krant – plaatste er zelfs situatietekeningen bij hoe de bal van voet naar voet was gegaan (…)

De schrijvende sportjournalist was – ook al werd hij door zijn collegae op de krant niet altijd even serieus genomen – in die jaren een heer.

Voor grotere wedstrijden, de Europese bekertoernooien waren in opkomst en als er eens een wedstrijd op de televisie werd uitgezonden waren de Nederlandse straten verlaten, werd er zelfs een tweede verslaggever meegestuurd (…)

Recept: je hebt een zin, je hebt nog een andere, vagelijk aan de zin gerelateerde gedachte, en dan stop je die gedachte in een eigen zin midden in die eerste zin, met komma’s en/of streepjes eromheen.

Ik vind het niks. Deels zal het een kwestie van smaak zijn, deels van leesbaarheid. Vooral de 2e en laatste zin van hierboven trekken een zware wissel op m’n werkgeheugen: de zin is amper op gang gekomen en dan komt er een lange tussenzin tijdens het lezen waarvan ik dat aanloopje ook nog in m’n geheugen moet houden. Het is een soort mega-tangconstructie.

Maar wat zag ik mezelf nou gister schrijven? In een mail aan een student over een scriptie in piramide-vorm:

Het piramideprincipe gebruiken in de wetenschap is, dat zul je misschien al wel gemerkt hebben, zoeken naar het verzoenen van twee heel verschillende ‘functionele contexten’.

Hè bah, doe ik het zelf ook! Is dat nou onder invloed van al die tussenzinnen van vorige week? Of doe ik het sowieso vaker, en valt het me na vorige week op? Ga ik toch op letten!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Leesbare wetenschap

Louise Cornelis Geplaatst op 2 maart 2012 door LHcornelis2 maart 2012  

Ik leg op dit moment de laatste hand aan wat mijn eerste wetenschappelijke publicatie in 15 jaar moet gaan worden. Over het piramideprincipe-onderzoek natuurlijk, en met (een) publicatie(s) erover ben ik al een tijdje bezig. Dit is ook nog niet de enige of laatste, denk en hoop ik, maar er nadert nu dus wel een serieuze deadline.

Ik vind het wel een beetje spannend, want wetenschappelijk betekent dat het artikel ge-reviewd gaat worden door vakgenoten. Na al die jaren in de praktijk en met alleen maar vakpublicaties vraag ik me af of ik (nouja, het artikel) nog wel wetenschappelijk genoeg ben (is). Gelukkig hebben vakgenoten op voorlopers van dit stuk wat dat betreft positief gereageerd, maar ik heb er deze laatste dagen opnieuw hard mijn best op gedaan.

Dat ‘best doen’ zat hem in één ding niet: ik heb niet geprobeerd extra cachet aan het stuk te geven door maar zo moeilijk mogelijk te schrijven. Want dat is een van de oorzaken van een ontoegankelijke stijl in zo veel zakelijke en wetenschappelijke teksten: de schrijver denkt een bepaalde status te ontlenen aan het gebruik van dure woorden en complexe zinnen. Dus vervang ook door tevens, altijd door ten alle tijde (eventueel foutief gespeld zelfs), plakt zinnen zo veel mogelijk aan elkaar, maakt de alinea’s lekker lang en gebruikt zo veel jargon als mogelijk is. Zo hoort het immers in elk vak waarin je serieus genomen wil worden, dus zeker in de wetenschap?

Ik betrapte mezelf erop dat ik tijdens het schrijven af en toe dacht: ‘het hoeft niet zo leesbaar, het is maar een wetenschappelijk artikel’. Enerzijds is dat geen gekke gedachte: dit hoeft niet swingend, leuk en toegankelijk voor een breed publiek te zijn op dezelfde manier als het artikel dat ik laatst voor Fiets schreef over sportverslaving (moet nog verschijnen).

Maar aan de andere kant is het natuurlijk raar: waarom zou een wetenschappelijk artikel níet leesbaar zijn? Ik herinner me een pleidooi daarvoor van Marita Mathijsen uit 2009 waar ik me nog steeds goed in kan vinden. Ik heb niet de pretentie dat mijn wetenschappelijke artikel literair is, wat zij bepleit, maar ik hoop wel dat ik technieken heb gebruikt die ik ken uit de journalistiek (concretiseren, verbeelden, een vleugje humor) en uit zakelijk schrijven (‘hoofdboodschap voorop’) en die de leesbaarheid bevorderen. Als ik daarmee iets laat zien van de spanning en het plezier van het onderzoek, ben ik helemaal blij.

Voorlopers van het artikel werden al gelezen door studenten, en van hen kreeg ik op de leesbaarheid ervan positieve feedback. Daar ben ik erg blij mee: dat mijn stuk ook voor ‘junioren’ in het vakgebied toegankelijk is, vind ik belangrijk.

Maar toch… maar toch knaagt nu dus de onzekerheid. Is het wel wetenschappelijk genoeg? Zal ik er niet toch nog ergens een tevens in zetten?

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Passieve zin van de maand

Louise Cornelis Geplaatst op 1 maart 2012 door LHcornelis1 maart 2012 1

Een paar weken geleden schreef ik naar aanleiding van het Taalcongres dat het passief het daar zwaar te verduren kreeg daar: in alle vier de workshops was het prominent aanwezig als iets dat vermeden moet worden (sic). Daar moet je bij mij niet mee komen aanzetten, zo schreef ik toen ook, en daarom is het voor mij balsem op de ziel dat collega-tekstschrijver Marcel Uljee op zijn weblog een passief uitgeroepen heeft tot zin van de maand. ‘Er werd gebeld’ is het, uit de pen van Voskuil. Leuk!

Volgens mij wekt het passief net iets meer spanning op dan de actieve tegenhanger ‘er belde iemand aan’. Zo zie je maar: helemaal niet gek, die lijdende vorm!

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Beter schrijven loont

Louise Cornelis Geplaatst op 20 februari 2012 door LHcornelis20 februari 2012  

Afgelopen weekend kregen wij een brief van één van de nutsvoorzieningen. Meteen bij de eerste zin ging die goed mis:

Onlangs heeft <bedrijf> contact met u gehad en een (technisch) onderzoek uitgevoerd om uw gegevens in ons administratiesysteem te actualiseren.

Wij wisten van niets, en een ‘(technisch) onderzoek’ heeft niet plaatsgevonden, althans niet met ons medeweten. Tsja, dat stemt niet welwillend.

De rest van de brief maakte het niet veel beter. We wonen bijna zes jaar in dit huis en ineens komt dat bedrijf ermee aanzetten dat het eigenlijk twéé huizen zijn, en dat we dus meer moeten betalen. Pardon?

Administratief gezien klopt het wellicht, want we wonen in een samengevoegde boven- en benedenwoning die ooit huisnummer A en B hadden. De voordeur van A is echter weg, en als dat (technisch) onderzoek daadwerkelijk had plaatsgevonden, had het bedrijf met eigen ogen kunnen zien dat het in de praktijk één huis is. Maar nu moeten we dat administratief gaan aantonen. Leek ons een gevalletje omgekeerde wereld.

Dus ik heb net gebeld, en wat blijkt? Ik was nummer zoveel die was gestruikeld over die eerste zin. Er was inderdaad bij een aantal huizen zo’n onderzoek geweest, en ze hadden één standaardbrief naar iedereen gestuurd. Dat is schriftelijke-communicatie-fout #1, en eentje die helaas heel veel voorkomt. Druk pas op ‘merge’ of ‘print all’ ofzoiets als je echt zeker weet dat de tekst geldt voor alle adressen.

Fout #2 zat hem in het ontbreken van de aanleiding in de brief. Dit bedrijf heeft onlangs de administratie overgenomen van een ander, en er bleken dingen niet te kloppen. Dus hebben ze alles opnieuw vergeleken met de gemeentelijke basisadministratie en toen bleek er ook bij ons een discrepantie – wat dan weer wel klopt, want daar zijn we inderdaad nog A en B. Als dat in één keer duidelijk was uitgelegd, hadden we tenminste begrepen waar dit verzoek na al die jaren vandaan kwam.

Dan nog hadden we het gevoel overgehouden dat de bewijslast verkeerd om ligt. Dat komt door fout #3: het bedrijf gaat ervan uit dat het gelijk heeft. Tenminste, zo komt het wel over. Dat ligt voor een deel aan wat er staat, bijvoorbeeld:

<Bedrijf> heeft u de afgelopen tijd ten onrechte te weinig (…) gefactureerd
Het is mogelijk dat het feitelijk gebruik van de zojuist genoemde woningen of panden afwijkt van de wijze waarop deze staan vermeld in BAG.

Daar staat dus eigenlijk dat het zeker is dat we te weinig betaald hebben, maar dat er eventueel een mogelijkheid is dat het anders zit. Dat lijkt me gezien de aanleiding te gelijkhebberig. Het zou heel anders overkomen als er zou staat dat er in principe twee mogelijkheden zijn: het is één woning, of toch twee. ‘In het eerste geval… en in het tweede…’ Bedrijven en administraties kunnen zich vergissen immers.

Maar de gelijkhebberigheid blijkt nog meer uit het ontbreken van enige empathie met ons als lezer. Als er iets in zou staan dat duidelijk zou maken dat <Bedrijf> beseft dat het voor een deel van de lezers alleen maar gedoe is om een al bestaande, kloppende situatie te handhaven, was het een stuk sympathieker overgekomen.

Er is ook nog een vierde fout, en dat is dat zo’n zin als de tweede hierboven, die met ‘feitelijk gebruik’ en ‘in BAG’ erin, simpelweg te moeilijk is, te abstract vooral, voor een groot deel van de lezers.

Maar goed, we gaan zorgen voor het benodigde papiertje, zo erg is dat nou ook weer niet.

Dit bedrijf had zich een boel telefoontjes kunnen besparen met een betere brief, of meerdere betere brieven, namelijk voor elke mogelijke situatie een aparte, in plaats van één standaardbrief met onvolledige uitleg. Beter uitleggen, simpelere woorden, en je iets bescheidener opstellen.

En weet je wat? Dat kan lonen. Want hoe veel tijd en dus geld hebben al die telefoontjes gekost? Nou dan!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Het nieuwe schrijven?

Louise Cornelis Geplaatst op 15 februari 2012 door LHcornelis25 februari 2019 2

Gisteren was ik op Het Taalcongres, een met notal wat tamtam in de markt gezette dag die helaas zijn verwachtingen niet waarmaakte. Vermakelijk was het wel, vooral de twee plenaire onderdelen met Herman Pleij en Frank van Pamelen, en gezellig ook, met een aantal bekenden en nieuwe vakgenoten.

Maar de workshops vielen me tegen. Ze waren te theoretisch: waar ons in de opening nog ‘schrijfkramp’ beloofd was van het vele oefenen, heb ik vooral naar Powerpointpresentaties zitten luisteren. Daar leer ik niet beter van schrijven. 

De workshops waren bovendien te oppervlakkig voor de doelgroep, althans voor mij en de andere deelnemers die ik sprak, allemaal mensen met al de nodige werkervaring in het tekstenvak. Ik kan natuurlijk pech gehad hebben met mijn workshopkeuze – de eerste twee waren in de praktijk iets heel anders dan wat er op de website stond aangekondigd, dus moest ik mijn verwachtingen hard bijsturen. Grootste teleurstelling daarbij was de workshop ‘Basiskennis tekstschrijven B1′, waarvan ‘B1’ bleek weggevallen. Op een ‘basiscursus tekstschrijven’ zat ik echt niet te wachten. Jammer.

Maar dan nog. Grootste probleem was dat de workshops het niveau van ‘do’s en don’ts’ niet ontstegen, en dat goed schrijven iets heel anders is dan dat. Bij elke do en don’t is er namelijk meteen wel een tegenvoorbeeld te geven, wat aantoont dat het veel subtieler ligt dan makkelijke vuistregels doen geloven. Ik geef drie voorbeelden:

  • ‘Lees je speech niet voor’ was één van de do’s en don’ts in de speechschrijf-workshop. ‘Maar dat doet Obama toch ook?’ zei iemand uit het publiek. ‘Ja, hij wel,’ zei de workshopleider.
  • In alle vier de workshops (!) hoorde ik dat je de lijdende vorm moet vermijden. Nou moet je daarmee natuurlijk sowieso niet bij mij komen aanzetten (zie mijn bloglijntje uit december dat hier begint en via de trackbacks te volgen is), maar in diezelfde workshop hadden we net het volgende goede voorbeeld van een nieuwsbericht gezien*:

De Amerikaanse rappoer P. Diddy is beroofd van juwelen ter waarde van € 10 miljoen. De kostbare sieraden werden gestolen tijdens een overval op het hoofdkwartier van Diddy’s platenmaatschappij Bad Boy Records. Er zijn aanwijzignen dat de diefstal werd gepleegd door iemand die voor het platenlabel werkt, omdat buitenstaanders de sieraden onmogelijk hadden kunnen vinden.

Maar liefst drie van de zes zinnen (eigenlijk: gezegdes) zijn passief: is beroofd, werden gestolen, werd gepleegd. Ik kon het niet laten om dat op te merken. ‘Ja, maar dat is omdat je dan niet weet wie het gedaan heeft,’ zei de workshopleidster. Ja, dus?
In mijn ogen betekent dat  dús dat het passief soms heel nuttig is – beter dan actief. Van actief maken verbetert dit tekstje echt niet, dan wordt het ineens een stuk over een vage partij ‘daders’ ofzoiets.
Bovendien: hoe veel ervaren schrijvers gebruiken te veel lijdende zinnen? ‘Vermijd het passief’ kan een zinnig advies zijn, maar dan voor andere schrijvers dan die er gister rondliepen.

  • Schrijf alsof je een gesprek voert’ , hoorde ik een aantal keren. Maar talloze herschrijvingen kregen daardoor de vorm van eerst een voorwaardelijke vraag en daarna een antwoord, dus zoiets als dit:

Bent u geïnteresseerd in het werk van X? Kijk dan op…
Wilt u besparen op uw energie-kosten? Dan volgen hier tips…

Als echt al je teksten zo worden, dan is dat saai en betuttelend. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Bovendien is uit onderzoek ook nog helemaal niet gebleken dat dit soort taal, ook wel relationeel genoemd, echt werkt. Ik las deze week een artikel van Hanny den Ouden en Maartje Doorschot waarin ze aan het eind ook twijfels uiten over de effectiviteit ervan. Over de stijl van een voorlichtingstekst voor jongeren zeggen ze: ‘Het onderwerp is tot nog toe slecht onderzocht, en dat terwijl veel professionals pretenderen te weten hoe ze met jongeren moeten communiceren’.* Inderdaad. 

Van onderzoek trokken deze workshopleiders zich sowieso niet veel aan, en nou is dat ook bepaald niet de snelweg naar goed schrijvern. Maar goede schrijfadviezen zijn wel veel subtieler en preciezer dan ‘vermijd het passief’ en ‘schrijf alsof je een gesprek voert’. Voor dat soort vuistregels werd wel de term ‘het nieuwe schrijven’ gebruikt. Nou heb ik ‘het nieuwe werken’ wel een beetje door, Maarten Ducrot’s ‘het nieuwe wielrennen’ al minder, maar wat ‘het nieuwe schrijven’ is, dat snap ik dus echt niet.

Voorlopig blijf ik in mijn eigen trainingen nog maar bij het oude. Wat vooral wil zeggen: heel precies kijken naar wat wel en niet werkt voor die ene tekst in die specifieke context. Wel nuttig om dat weer eens zo helder voor ogen te hebben.

(*Bronnen bij deze post: Tijdschrift voor Taalbeheersing 2010, p. 256; handout Merel Roze.)

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 2 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑