↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Nog even over schrijven, gewenning en literatuur

Louise Cornelis Geplaatst op 22 maart 2013 door admin22 maart 2013  

Nog twee vervolggedachten bij mijn blogpost van gisteren over wennen aan een bepaalde manier van schrijven en literatuur als tegengif daartegen:

Over schrijven en gewenning: ik herinner me dat ik in de intensiefste fase van het schrijven aan mijn proefschrift ook niet meer gewoon kon schrijven. Ik schreef een keer een brief, en er kwamen als vanzelf wetenschappelijke zinnen op papier, langer, complexer en onpersoonlijker dan passend bij het genre. Het was alsof mijn denken, handen, pen in standje ‘wetenschap’ stonden. Gelukkig duurde dat maar kort! (Het was in dezelfde periode dat ik aan de groenteboer vroeg of er ook passiefjes waren – ik bedoelde aardbeien! Ik schrok er zelf van wat voor raars er uit mijn mond kwam rollen!)

Over die goede boeken als tegengif: iets anders wat me de laatste tijd opvalt is hoe lang zinnen en alinea’s zijn in sommige romans. Ik citeerde eerder hier al Marie Ndiaye; inmiddels heb ik nog twee boeken gezien waar het extreem is Een voorbeeld uit De stad der blinden:

Degenen die van nature of door hun opvoeding wellevend waren, zaten de godganse dag ineengekrompen, hielden het zo goed als ze konden op tot ’s nachts, men nam aan dat het nacht was als de meeste mensen lagen te slapen, en gingen dan met hun handen op hun buik of hun benen tegen elkaar geperst op zoek naar en schoon plekje, als ze dat tenminste konden vinden, want de grond was een aaneengesloten tapijt van duizendmaal platgetrapte uitwerpselen, bovendien liepen ze ook nog eens het gevaar te verdwalen in de eindeloze ruimte van de binnenplaats, waar ze geen andere oriënteringspunten hadden dan de paar bomen waarvan de stammen de ontdekkingsdrift van de vroegere gekken hadden overleefd, en de alweer bijna vlakke zandheuveltjes die amper de doden bedekten.

Ik zou zeggen: neem voor zakelijk schrijven geen voorbeeld aan zo’n zinslengte en -complexiteit!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Intern taalgebruik

Louise Cornelis Geplaatst op 21 maart 2013 door admin21 maart 2013  

Wat me de laatste tijd opvalt, is dat teksten vaak ‘verraden’ hoe de schrijver over iets denkt, wat dan op papier zichtbaar wordt voor de lezer – maar niks met die lezer te maken heeft. Aangezien voor de meeste schrijvers geldt dat ze in een organisatie werken en daar niet de enige zijn die zo denken, laat de tekst zo zien hoe een organisatie over iets schrijft – en praat en denkt. Voor een buitenstaander is dat dan vreemd, gek of zelfs onbegrijpelijk.

Het eerste voorbeeld hiervan postte ik begin vorige week, toen ik me in het zwembad had afgevraagd of ik een doelgroep was.

Het tweede voorbeeld passeerde afgelopen dinsdag in een presentatie van Luc Boss van de SVB tijdens de workshop van Logeion waar ik was. Ergens passeerde dat de organisatie SVB ‘relatief klein’ was, met 3.000 medewerkers. Ik noem een organisatie met 3.000 medewerkers eerder ‘relatief groot’ – dus zoiets zegt vooral iets over het referentiekader van de schrijver. ‘Vergelijkt de SVB zich met ministeries of banken?’ vroeg ik me af. Pas later begreep ik dat de SVB inderdaad ‘relatief klein’ is in verhouding met het aantal ‘klanten’ en de geldstroom die ze beheert. Maar dat begrip vergde dus behoorlijk wat meedenk- en inleefwerk van mijn kant.

Voorbeeld drie. Gister zag ik een beleidsvoorstel waar onder het kopje ’te nemen besluit’ twee punten stonden. Het tweede punt was inderdaad een besluit, geformuleerd met ‘Akkoord gaan met…’ Ik struikelde echter over het eerste punt: ‘Kennis nemen van….’ Ik zei meteen: ‘Huh, dat klopt niet, kennis nemen van is geen besluit’. Twee heel verbaasde schrijversogen keken me aan. Zij deden dat altijd zo, dat was bij hen heel normaal. De collega’s beaamden dat. Dat hoorde zo, ja. En zij waren verbaasd dat ik het gek vond! Hun verbazing vond ik nog opmerkelijker dan de formulering zelf.

Een vierde voorbeeld zag ik net op Twitter – daar is een organisatie die heel enthousiast is over hun nieuwe ‘product markt combinatie’ die ze binnenkort gaan ‘lanceren’. Als ze nou zouden tweeten wat ze écht gaan doen, kan ik dat enthousiasme misschien delen. Mag het met wat minder management speak misschien?

Natuurlijk, wat je intern, onderling, met elkaar afspreekt, moet je zelf weten. Het is onvermijdelijk dat groepen mensen een eigen taaltje ontwikkelen. Probleem wordt het pas als interne formuleringen zó voor zich gaan spreken dat niemand ze meer gek vindt, en ze dus ook naar buiten doorsijpelen. Schrijven (en ook lezen trouwens) is in hoge mate een kwestie van gewenning.

Wat ertegen te doen? Twee adviezen:

  • Teksten voor ‘extern’ altijd laten proeflezen – door externen. Want helaas, collega’s valt dat interne taalgebruik ook niet meer op. Heb je misschien een buurvrouw die je kunt vragen?
  • Houd feeling met de manier waarop gewone mensen communiceren. Praat, luister, lees – met, naar en van mensen uit heel andere kringen dan de jouwe. In de tijd dat ik bij McKinsey werkte, woonde ik in de Bijlmer, en dat vond ik een fraai tegenwicht. Maar een simpel advies is ook: lees goede boeken. Ook de taal van grote schrijvers is tegengif tegen management-, beleids- en ander jargon.
Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bouwen aan brieven van Gemeentebelastingen

Louise Cornelis Geplaatst op 19 maart 2013 door admin19 maart 2013  

Ik heb net bij een workshop van Logeion (in samenwerking met Tekstnet) een aardige tool leren kennen waarmee iedereen feedback kan geven op brieven van de Rotterdamse Gemeentebelastingen. Ik kende hem niet, ondanks dat ik én burger én tekstspecialist ben, en ik vind dat hij meer aandacht verdient. Ook niet-Rotterdammers mogen commentaar geven.

Dus: vind je het leuk je kritische blik te laten gaan over een burgerbrief of zelfs een herschrijfpoging te wagen, bouw dan mee aan een brief. Het is ook leuk om de andere commentaren te lezen. En ik begreep vandaag dat ze allemaal serieus bekeken worden!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Schrijven: er is meer dan leerstijl

Louise Cornelis Geplaatst op 14 maart 2013 door admin14 maart 2013  

Gister gaf ik (voorlopig) het laatste college van een (half) vak dat ik eerder ook gaf, en toen wat vaker over blogde. Gister bespraken we een nieuw artikel, en dat gaf prompt nieuwe stof voor op dit blog.

We keken naar de relatie tussen leerstijl en (leren) schrijven. De studenten hadden daartoe hun eigen leerstijl bepaald en in groepjes overlegden ze wat ze bij elkaar herkenden als het ging om leren en schrijven. Dat bleek per groepje eigenlijk helemaal niet zo heel veel te zijn.

Nouja, de beide actieve leerstijlen, de beslissers en de doeners, vonden wel een soort-van overeenstemming die te maken had met: ‘als ik doel/structuur zie, ga ik meteen aan de slag’ (beslissers) versus ‘ik ga aan de slag en dan zie ik doel/structuur wel’.

De reflectieve leerstijlen, dromers en denkers (die gisteren in één groep zaten omdat er maar één dromer was), hadden niet veel bij elkaar herkend, behalve dan het punt dat het artikel maakte: dat ze aan het begin van hun proces graag wel een theoretische basis willen. Eerst lezen, zeg maar. Bij de actieve leerstijlen komt die theorie later wel, die wordt dan ingepast.

Je bent misschien makkelijk geneigd om te willen adviseren: ‘houd bij schrijfonderwijs rekening met de verschillen tussen de leerstijlen’, en dat is zeker goed, maar wat het meest opviel in de discussies in de groepjes was hoe veel verschillen er waren bínnen de mensen met dezelfde leerstijlen. Het ging bijvoorbeeld over: plan je vooruit en doe je elke dag een beetje, of zet je een spurt in vlak voor de deadline? Ben je een ochtend- of een avondmens? Heb je graag muziek erbij of niet? Hoe perfectionistisch ben je? Al die dingen maken ook uit voor het leren en het schrijven.

Goed schrijfonderwijs, en lekker schrijven, hangt dus niet alleen af van leerstijlen, en zou in principe al die verschillen in voorkeuren tussen mensen moeten accommoderen. Wat mij in elk geval altijd belangrijk lijkt, is dat je schrijft en leert zoals het beste bij je past. Dus als jij het lekkerste ’s avonds schrijft, denk dan niet dat het ‘eigenlijk’ tussen 9 en 5 moet. Of als je eerst een theoretische basis wilt leggen, doe dat dan, en denk niet dat je ten opzichte van de doeners en beslissers ‘niks doet’.

Wees jezelf, dus.

Mijn leerstijl is trouwens Beslisser, althans, zo kom ik uit die test.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Column over moetens en magniets online

Louise Cornelis Geplaatst op 14 maart 2013 door admin14 maart 2013  

Er is net weer een Tekstblad-column van mij online gekomen, het blad doet dat zo af en toe. Over de moeten’s en mag-niet’s van schrijven.

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Mijn naarste schrijfcursus ooit (maar wel wat van geleerd)

Louise Cornelis Geplaatst op 13 maart 2013 door admin13 maart 2013 1

Maandag was ik voor het eerst naar een intervisiebijeenkomst van Tekstnet, waar ik sinds dat mogelijk is buitenlid van ben. Dat was leuk. We spraken onder andere kort over schrijfcursussen. Ik vertelde toen mijn slechtste ervaring op dat gebied. Onderweg naar huis bedacht ik dat ik daarover hier nog nooit had geschreven. Het is dan ook van lang geleden, jaren voordat ik met dit blog begon. Maar ik heb er wel twee dingen van geleerd: een levensles en een schrijfinzicht. Vandaar dat ik deze oude kou nu uit de sloot haal. Omdat het zo lang geleden is, doe ik dat zonder naam en toenaam.

Het ging om een workshop columns schrijven, met twee bijeenkomsten, gegeven door een columniste van een landelijk dagblad. Ik was net begonnen als columniste voor Fiets en het voor mij nieuwe genre aan het ontdekken, vandaar.

Voor de eerste bijeenkomst was het de bedoeling dat we een column meenamen en voorlazen van onze favoriete columnist. Toen ik aan de beurt was, zei ik dat ik veel fietste en schreef voor Fiets. Toen zag ik de docente al fronsen: sport, daar had ze niks mee. Ik las een column voor van Peter Winnen, de oud-profwielrenner die na zijn wielercarrière een boel interessante dingen is gaan doen, waaronder óók columns schrijven voor Fiets. Toen ik klaar was, zei de docente: ‘Nou, dat valt me alles mee.’ Ze had niet verwacht dat een oud-wielrenner goed kon schrijven. De toon was gezet.

Naar de tweede bijeenkomst namen we een eigen column mee, en die lazen en becommentarieerden we van elkaar. Ik had gekozen voor een Fietsvrouw-column waarin ik mezelf meteen in de eerste zin beschreef als lekke-banden-zondagskind, omdat ik met mijn nieuwe racefiets de eerste 10.000 kilometer niet lek had gereden. Toen mijn column aan de beurt was, begon de docente met een kritisch commentaar dat ik me niet meer herinner (ik heb het verdrongen, denk ik). Dat zagen de andere deelnemers kennelijk als startsein, want de een na de ander deed een duit in het afkraak-zakje: de hele groep viel over mijn column heen, en liet er niets van heel.

Eén opmerking herinner ik me nog goed, en die gaf me inzicht in wat er mis ging. Een kerel zei:’Ik heb vorig jaar ook nul lekke banden gehad, zo bijzonder is dat niet, dus waar gáát dit over?’ Ik keek zo eens naar hem en dacht: ‘Ik kan me niet voorstellen dat jij vorig jaar meer dan 1000 kilometer hebt gefietst.’ Het werd me duidelijk dat de groep mijn column niet had begrepen, en dat dat al in de eerste zin was misgegaan. Sommigen hadden hem als ironisch of zelfs als een parodie opgevat.

En dat zat hem in het niet kunnen plaatsen van die 10.000 kilometer. Alleen ervaren fietsers weten dat dat heel bijzonder is, zo veel lekvrije kilometers. Als ik erover vertelde aan fietsmaatjes, reageerden ze van ‘wauw!’ Hun gemiddelde lag meestal op zo’n lekke band om de 2 à 3000 kilometer. Het bijzondere van dat grote getal niet weten, begrijpen of zien maakte de hele column onbeduidend of onbegrijpelijk.

Om van de hele groep, inclusief de docente, alleen maar negatieve feedback te krijgen, de een na de ander, dat was, uhm – pittig. Ik ging bijna in tranen naar huis. Dat is een schrijfcursusblunder, moet ik zeggen, zo mag het nooit gaan. Maar dat wist ik al (en ik weet overigens ook dat het soms moeilijk kan zijn te bewaken dat het niet zo loopt).

Ik heb er twee andere dingen wel van geleerd:

  • Mensen reageren anders al naar gelang ik ze een ander beeld van mij voorschotel. Ik had mezelf toen voorgesteld als ‘ik ben Louise, ik fiets veel, en ik schrijf columns voor Fiets.’ Onmiddellijk had de docente haar oordeel klaar. Wat als ik me had voorgesteld met ‘Ik ben dr. L.H. Cornelis, gepromoveerd taalkundige, en ik heb een eigen bedrijf in tekst- en organisatieadvies’? Ik weet zeker dat ze dan anders op me had gereageerd. Terwijl het allebei net zo waar is, en het niets verandert aan mijn column…
  • Ik kreeg onder mijn neus gewreven hoe nauw de afstemming is van de tekst op de doelgroep. Wat in een pelotonnetje fietsers op ‘wauw’ kan rekenen, betekende hier helemaal niets. 10.000 kilometer is te abstract voor een niet-fietser. En dat kon ik me toch slecht voorstellen. Als schrijver zit je zo in je materie dat die makkelijk voor zich kan gaan spreken. Dan realiseer je je niet meer dat je lezer op een ander spoor kan zitten. Dat wist ik wel, en ik kon mezelf de dag na de workshop troosten met de gedachte dat mijn column juíst heel goed was, want afgestemd op het lezerspubliek van Fiets. Maar dat mijn column stond of viel met het kunnen bevatten van dat ene getal, dat vond ik heftig. Tsjonge, zo nauw komt het dus!
Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

Oeps, woord vergeten

Louise Cornelis Geplaatst op 12 maart 2013 door admin12 maart 2013  

Als je precies bent, gaat er in veel teksten van alles fout, en dat is meestal helemaal niet erg. Een vergeten woordje bijvoorbeeld, ach, meestal snapt de lezer wel wat er had moeten staan. Maar vanochtend kwam ik er eentje tegen die ik echt niet kon raden, en dat is dan toch opmerkelijk, want dat gebeurt niet zo vaak. Meestal halen schrijvers zelf of anders hun redacteuren dat soort fouten er wel uit.

In een tijdschrift over creativiteit in organisaties vond ik in een tekstvak over de auteur, Estelle-Marie Heussen-Montgomery de volgende zin:

Haar promotieonderzoek staat geheel in het teken van wetenschappelijk bewezen relaties leggen tussen en psychiatrische ziekte(beelden).

Die zin is al moeizaam (‘geheel’ is overbodig, ‘wetenschappelijk’ ook als het gaat om promotieonderzoek, ‘bewezen’ is een beladen woord, wetenschapsfilosofisch gezien, wat doet ‘leggen’ daar precies, en die haakjes?), maar doordat er tussen ’tussen’ en ‘en’ een woord ontbreekt, heb ik echt geen flauw idee wat deze vrouw onderzoekt. Jammer!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Ben ik een doelgroep?

Louise Cornelis Geplaatst op 11 maart 2013 door admin11 maart 2013 1

Op 1 maart is het nieuwe jaar van de Rotterdampas ingegaan. Daarmee mag je sinds vorig jaar in een heleboel zwembaden in de regio één keer gratis zwemmen. Tenminste, als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, en dat is niet altijd even duidelijk. Vorig jaar heb ik al ervaren dat in sommige zwembaden het banenzwemmen er wel onder viel, en in andere niet.

Dit jaar ligt dat nog weer een beetje anders: wat gratis is, is vooral ‘doelgroepzwemmen’. Meteen op 1 maart ging ik tussen de middag banen zwemmen in Zwembad West, en dat mocht gratis. Gister ging ik banen zwemmen in het Van Maanenbad, en dat was niet gratis. Want dat was geen doelgroepzwemmen.  In de teksten op de website (zie links) zie ik geen verschil.

Voor mij is dat totaal onduidelijk. Ik ben geen doelgroep namelijk, ik ben een individu dat gaat zwemmen. En als zodanig hoor ik wel degelijk bij een doelgroep, namelijk de doelgroep ‘banenzwemmers’.

Kennelijk is er een bepaald soort zwemmen dat een zwembad ‘doelgroepzwemmen’ noemt, en wat voor zwemmen dat is, verschilt per zwembad. Zelf kunnen ze er zo vast wel over praten, en ze weten dan ook van elkaar wat ze ermee bedoelen. Dat zou je intern taalgebruik kunnen noemen. Voor externen is het echter een vage, onduidelijke, onbegrijpelijke term.

Onderling dingen op een bepaalde manier noemen, dat is begrijpelijk en onvermijdelijk. Maar zorg ervoor dat dat soort termen niet terechtkomen in je externe communicatie. De manier om de teksten daarop te filteren, is er een buitenstaander naar te laten kijken. Dat kan een tekstschrijver zijn, maar dat hoeft niet eens. Soms doet de buurvrouw het net zo goed.

Geplaatst in schrijftips | 1 reactie

En met ‘en’ beginnen

Louise Cornelis Geplaatst op 4 maart 2013 door admin4 maart 2013  

Vorige maand schreef ik een kort postje over dat een zin best met en mag beginnen. Vandaag moest ik daaraan denken, toen ik begon in het boek Drie sterke vrouwen van Marie NDiaye. Dat hele boek begint namelijk met en. Dit is de eerste zin:

En degene die haar ontving of die toevallig, zo leek het, op de drempel van zijn grote betonnen huis verscheen, in een aanzwellende, plotseling zo krachtige schittering dat zijn in lichte kleuren geklede lichaam die schittering zelf leek voort te brengen en te verspreiden, de man die daar stond, klein, zwaarder geworden, als een neonlamp omhuld door een wit schijnsel, die man, plotseling opgedoken op de drempel van zijn kolossale huis, had niets meer van zijn vroegere arrogantie, zei Norah meteen in zichzelf, was zijn fiere houding kwijt en ook zijn jeugdigheid, ooit zo raadselachtig constant dat ze onvergankelijk leek.

Dat eerste woord is niet het enige wat opvalt, ook de lengte van de zin is opmerkelijk. Zo zijn er meer zinnen in het boek, dit is nog beslist niet eens de langste. De meeste alinea’s bestaan maar uit één zin, zo ook is die van hierboven meteen een hele alinea. Ik moest daar wel even aan wennen, maar het is zeker niet slecht.

Dus, je kunt niet alleen een zin met en beginnen, maar zelfs een heel boek!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Een transparant stukje beet

Louise Cornelis Geplaatst op 27 februari 2013 door admin27 februari 2013  

Zo af en toe kan ik het niet laten, een totale tekstmisser hier te posten. Ik heb er weer één… nouja, ik moet toegeven, het was hiervoor nog erger. Een tijdje terug was ik namelijk aan het googlen naar sites over vleesvervangers, om te reviewen voor Leven, en toen vond ik een enorm gedrocht. Sindsdien hoorde ik van de redactie dat die site inmiddels is vervangen, door ojah.nl. Minder erg dan wat ik eerder zag, maar nog steeds denk ik: huur een goede tekstschrijver in! De zaak is me sympathiek, maar zo moet het toch echt niet.

Drie voorbeelden. Allereerst vinden ze hun eigen slogan waarschijnlijk erg grappig:

het meest veelzijdige stukje… alternatief voor vlees en vis

Maar, anders dan het origineel, dat bekt toch echt niet. En wat is een ‘stukje alternatief’? Dat doet me denken aan de vaagtaal van enkele decennia geleden: het ging toen om een stukje bewustwording richting de ander.

Het tweede voorbeeld komt van de menu-pagina ‘Beeter verteld‘, waar ik ging kijken omdat ik dacht: ojee, dat moet toch geen t zijn, vertelt? Dat weet ik niet helemaal zeker, ik raak verstrikt in de vage abstracties:

Vegetarisme en flexitarisme zijn actuele maar complexe voedingsthema’s. Voor brede consumentenacceptatie van vleesvrije, veelal vegetarische producten is transparante informatievoorziening cruciaal.

U bedoelt?

Ten derde zitten ze dan nog met een probleem bij het woord beet. In de hier bedoelde betekenis die staat voor een bepaald mond- of kauwgevoel, wordt dat niet voor niets meestal uit het Engels ontleend: bite. Bij beet dringt zich toch echt aan mij die ene andere betekenis op, en dat is dat de ‘beet’ van, zeg, een varken, pijn doet. Vandaar dat ik glazig ga kijken bij een zin als:

Een wereldwijd unieke plantaardige eiwitbasis die zich makkelijk laat verwerken tot producten met de door velen zo gewaardeerde beet van vlees of vis.

Kan vlees bijten?

Ik snap steeds wel wat ze bedoelen, hoor, maar toch overheerst bij mij de gedachte: ‘Ach ja, helder, concreet en aantrekkelijk schrijven, het is echt een vak!’

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑