↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Titel = kernzin

Louise Cornelis Geplaatst op 23 november 2016 door LHcornelis23 november 2016  

Binnenkort geef ik ergens een training die zowel over tekst als over presentaties gaat. Dat is uitzonderlijk: niet alleen gaat het in trainingen bijna altijd ofwel over tekst, ofwel over presentaties, maar meer in het algemeen is mijn indruk dat een organisatie, of zelfs een hele branche, ofwel in tekst ofwel met presentaties communiceert. Ik bedoel: er zijn volgens mij niet veel adviseurs die voor hun klanten ongeveer even veel schrijven als presentaties maken.

Maar goed, mijn opdrachtgever van volgende week dus wel, die maken zelfs al hun genres in beide vormen, dus een projectvoorstel kan zowel in Word als in PowerPoint gemaakt worden, maar een eindrapport ook, en alles ertussenin. Ze willen dus aan beide aandacht, in één training, voor mensen die al een stevige kennis van het piramideprincipe hebben maar die het lastig vinden een piramide in tekst dan wel een presentatie te vertalen.

In de voorbereiding realiseerde ik me iets wat ik vagelijk wel wist, maar nog nooit zo helder onder woorden had gebracht om het uit te kunnen leggen (straks) of (hier) op te kunnen schrijven: de verhouding tussen de kernzin en de rest van de alinea is hetzelfde als die tussen titel van de slide en de rest ervan, dus de visualisatie. En die relatie is er een van hoofdboodschap versus uitwerking daarvan. Niet helemaal meer zo strikt volgens die ene vraag van het piramideprincipe, maar wel vergelijkbaar.

Dus hoe maak je goede slides dan wel alinea’s? De hoofdboodschap lees je af uit je piramide, dat wordt de titel dan wel de kernzin, en die werk je dan in de rest van de slide/alinea uit. Hartstikke simpel.

Twee consequenties:

  1. Als je van een slide de titel afdekt of van een alinea de eerste zin, dan zou een niet-ingewijde lezer die ongeveer moeten kunnen raden. En het omgekeerde geldt ook: dek de rest af, en de lezer zou die op basis van de kernzin/titel moeten kunnen raden. Dat maakt straks leuke oefeningen.
  2. Een lezer met grote haast heeft aan kernzinnen of titels genoeg om de hoofdlijn van het verhaal goed te kunnen volgen, en kan dus ook op basis van alleen die zinnen steeds besluiten om de rest van de alinea/slide te lezen, of snel door te gaan. Ik ga er hierbij wel van uit dat de kernzin op de eerste plaats staat, dus vooraan in de alinea. Maar dat ‘moet’ eigenlijk sowieso, bij piramidaal schrijven.

Een kernzin kan ook nog wel  meer doen, zoals relaties leggen met eerdere alinea’s en met het hogere hiërarchische niveau. Dat is voor PowerPoint-titels lastiger te realiseren. Het is een van de mooie dingen van tekst…

 

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Goed schrijven is time-management

Louise Cornelis Geplaatst op 10 november 2016 door LHcornelis9 november 2016  

Eerder deze week was er van mijn netwerkclub, de Vrouwelijke Ondernemers Overschie, een avond over time-management, met professional organizer Martine Vecht van Bien-être. Het was een leuke avond en ondanks dat ik mijn eigen time volgens mij aardig manage pikte ik er ook nog wel wat van op.

We kregen aan het eind ook nog tips op papier mee, en eentje daarvan viel me op. De tip luidt ‘minder mailen loont’ – want op een verstuurde mail krijg je er gemiddeld 1,6 terug, zeker als je nogal kwistig bent met cc’s en vragen voor de vorm. En de e-mail, ja, die kost ons allemaal (te) veel tijd, toch? Nou, goed schrijven helpt ook. Ik citeer Martines handout:

Wat voor jou logisch lijkt, kan toch multi-interpretabel zijn. Lees je mail dus na op onduidelijkheden. Je krijgt geheid meer mail als je slordig formuleert.

Mee eens! Sterker nog: omdat je eigen schrijven voor jezelf zo logisch is, moeten belangrijke teksten zelfs door een ander worden nagelezen op onduidelijkheden. Dat hoeft niet bij elk mailtje natuurlijk. Maar goed schrijven (en een effectief schrijfproces!), ja, dat scheelt tijd.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Precies! Bedoel ik ook!

Louise Cornelis Geplaatst op 2 november 2016 door LHcornelis1 november 2016  

Eergisteren schreef ik over ‘strijken en rennen’ als effectieve probleemoplossende schrijfstrategieën. Als ik op dat moment de weekendkrant al helemaal uit had gehad, had ik er meteen iets daaruit aan kunnen verbinden. Ik las het desbetreffende artikel pas gisteren, en toen schoot ik in de lach: daar zegt iemand precies wat ik ook bedoel!

Het gaat om ecoloog Marten Scheffer, die in de Wetenschapsbijlage van de NRC geïnterviewd wordt over plotselinge omslagen. Het artikel begint zo:

creativiteit1Daar ben ik het helemaal mee eens. Het doet me denken aan die keer dat ik hoorde hoe er bij een van de vakgroepen waar ik wel eens voor heb gewerkt gesignaleerd werd dat de studenten onvoldoende ‘lef’ hadden om interessante uitspraken te doen. Tot mijn verbazing leidde dat ertoe dat er een extra methodologievak bijkwam in de opleiding. Dat kwam op mij over als het paard achter de wagen spannen. Overigens, juist dat lef zeggen pas afgestudeerden in rap tempo (praktijkshock!) te moeten ontwikkelen in hun eerste baan.

En tegen het eind staat er dit:

creativiteit2creativiteit3We delen niet alleen een inspiratiebron, aan het einde zegt Scheffer precies wat ik eergisteren ook wilde zeggen: dat werkgevers tolerant moeten zijn als je andere dingen doet dan achter de computer blijven zitten, omdat je strijkend of rennend, of pokend in een kampvuurtje, betere ideeën krijgt.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Geen notitieboekje

Louise Cornelis Geplaatst op 1 november 2016 door LHcornelis31 oktober 2016  

Gister schreef ik over schrijven bij het strijken en rennen. Maar hoe onthoud je dan je goede invallen? Bij het strijken zou je nog wel een notitieboekje klaar kunnen leggen, maar rennend is dat geen doen. Welnu, ik geloof wat dat betreft in een tip die elders in hetzelfde Schrijven Magazine staat, namelijk in een interview met Kathelijn Vervarcke. Eén van haar schrijftips is (p. 13):

Gebruik geen notitieboekje. Echt goede ideeën moet je kunnen onthouden, dat is een goede methode om slechte ideeën van goede te onderscheiden.

Dat is nogal tegen de teneur in de meeste schrijfadviesboeken in, maar ik ben het ermee eens. Niet dat ik helemaal geen notitieboekje heb – ik heb standaard een schrift in mijn tas zitten. Dat is om aantekeningen te maken en om kladversies te schrijven of zomaar wat te freewriten.

Maar dus niet om invallen op te schrijven. Want die krijg ik, zoals ik gister schreef, vooral fietsend en wandelend. En de goede blijven inderdaad altijd hangen. Dat is een kwestie van vertrouwen: als het echt belangrijk is, hoef je geen moeite te doen iets te onthouden.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Strijken & rennen

Louise Cornelis Geplaatst op 31 oktober 2016 door LHcornelis31 oktober 2016  

In de huidige editie van Schrijven Magazine (nummer 5, p. 43) staat een column van Lex Jansen die me uit het hart gegrepen is en waar een paar wijze lessen in staan voor zakelijke schrijvers.

In de eerste plaats vertelt Jansen hoe hij talloze auteurs heeft gevraagd naar hun ideale schrijfdag, en daarop telkens een ander antwoord kreeg: het kan ’s ochtends zijn, ’s middags, in alle rust en stilte of juist met wat lawaai. Mensen verschillen, schrijvers verschillen – zakelijke schrijvers ook. De kunst is om je eigen gebruiksaanwijzing te leren kennen en daar dan ook naar te durven handelen.

Daarna vertelt Jansen een verhaal over hoe een gefrustreerde auteur ontdekte dat hij achter de strijkplank en rennend ineens wél oplossingen zag voor zijn schrijfproblemen (‘iedere renpartij levert minimaal één bruikbare gedachte op’), en juist niet als ‘hij achter zijn Appel naar een leeg beeld zat te staren’.

Ik herken dat helemaal, van mezelf en van anderen: als ik ergens niet uit kom, is achter de computer blijven zitten het slechtste wat ik kan doen. Mijn beste ideeën en oplossingen komen lopend en fietsend, maar ook afwassend en dweilend. Helaas is het in veel werkomgevingen not done om zoiets op te zoeken als je aan het werk bent. Dus kleven ze daar met z’n allen aan stoel en beeldscherm vast.

Niet productief. Al lijkt het misschien wel zo.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Ideaal leidt tot frustratie

Louise Cornelis Geplaatst op 28 oktober 2016 door LHcornelis25 oktober 2016  

Ik had het hier pas geleden al over een gekke zin in een stukje over fietsen, nou, hier komt er nog een. Uit een column van Arjan de Vries, directeur van de NTFU, in hun ledenblad Fietssport Magazine, over techniek.

Als ik de column goed begrijp, wil De Vries zeggen dat een ideale techniek niet bestaat: alle wereldtoppers maken wel een afwijkende, vreemde beweging, en recreanten trappen ook niet volgens het ideaalplaatje. Dus, zo vraagt De Vries retorisch: is uitgaan van een ideale techniek wel reëel?

Dan begint de volgende, laatste alinea zo:

Een ding is zeker: als je ervan uitgaat dat een ideale techniek niet bestaat, dan kun je in de aanloop naar zo’n ideaalbeeld alleen maar fouten maken. Dat is vervelend. Trainers en instructeurs wijzen je dan telkens weer op die fouten. Als een ideale techniek niet bestaat, dan stimuleert een fouten analyserende aanpak niemand tot doorgaan. Het is frustrerend zelfs.

Dat kan ik alleen maar begrijpen als ik de eerste zin een beetje aanpas:

Een ding is zeker: als je ervan uitgaat dat een ideale techniek niet bestaat, dan kun je in de aanloop naar zo’n ideaalbeeld alleen maar fouten maken.

Dus ofwel ik snap er niks van, ofwel er heeft hier iemand even niet opgelet. Maar laat ik niet te streng zijn. Want ook bij schrijven leidt het ideaalplaatje nastreven tot frustratie. Bij schrijven geldt dan ook nog dat elke lezer anders is, dus dat je nooit voor alle lezers ideaal kunt schrijven. Goed is echt wel goed genoeg.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Al dat gejij en -jou(w)

Louise Cornelis Geplaatst op 25 oktober 2016 door LHcornelis25 oktober 2016 3

Ik las net een stukje op Neerlandistiek.nl dat ik helemaal herken, over het opvallende gebruik van de ‘zware’ vormen jij en jou(w),  waar je zou volstaan en waar je je zou zeggen. Zo’n zinnetje als in één van de reacties onder het stuk, ‘we geven jou wat jij nodig hebt’, dat vind ik heel ‘indivduelerig’ klinken, alsof die jij een particuliere uitzondering is. In de reacties op het stuk komt naar voren dat het soms ook gewoon ronduit fout is – je en jij zijn niet hetzelfde.

De zware vormen vallen mij ook regelmatig op, mijn indruk is dat het oprukt, en ik tref het ook aan (of misschien zelfs vooral?) in teksten van ervaren schrijvers – dus ook bij mensen die ervoor hebben doorgeleerd. Net als Maartje Lindhout ben ik benieuwd waar het vandaan komt. in de reacties staat iets over marketingteksten, het zou kunnen zijn dat het vooral daar oprukt? Of is het echt de angst dat je te informeel is?

Intrigerende kwestie. Ik zou zeggen: gebruik de vorm die het meest benadert zoals je het ook zegt. Verzorgde speektaal – een prima norm voor schrijftaal. Het schrijftaliger maken is nergens voor nodig.

Geplaatst in schrijftips | 3 reacties

Freewriting in de ACT – verslag opleiding

Louise Cornelis Geplaatst op 18 oktober 2016 door LHcornelis14 oktober 2016  

Zoals ik hier ook heb verteld (zie bijvoorbeeld de laatste post), gaf ik afgelopen voorjaar een vak over communicatie-advies. Toen ik het college voorbereidde over hoe je als adviseur je eigen instrument bent en dat het daarom dus goed is dat instrument te ‘onderhouden’ door te reflecteren en aan jezelf te werken, bedacht ik: ‘hmm, eigenlijk wel tijd om dat zelf ook weer eens te doen’.

Daarna leek het maar weer eens alsof het balletje automatisch ging rollen: even later sprak ik op een ander soort bijeenkomst iemand die enthousiast vertelde over de opleiding in ACT, Acceptance and Commitment therapie, die ze bij SeeTrue gedaan had. Het sprak mij aan, vooral toen ze vertelde over de humor in de werkvormen, de vele metaforen en de rol van taal. Ik keek op de website van SeeTrue en net op een moment dat mij goed uitkwam zou een opleiding starten op nog geen kwartier fietsen van mijn huis. Alsof het zo moest zijn…

En dat denk ik nog steeds, want de zesdaagse opleiding zit er nu net op en ook ik zal daar enthousiast over verder vertellen. Ik vond het leuk en nuttig. Ik vond het leerzaam, met een goede docent (Kees Dullemond), ik vond de groep heel fijn en het heeft me persoonlijk meer gebracht dan ik had verwacht. Dat laatste is dus inderdaad die gehoopte stap vooruit op het gebied van werken aan mezelf, sowieso goed, maar zeker in mijn rol als adviseur. Als ik het zou moeten samenvatten, is een motto dat ik ken uit een boek, ‘feel the fear and do it anyway’, alleen maar belangrijker voor me geworden: acceptatie is het sleutelwoord.

Maar ook professioneel was de opleiding nuttig. Ik wist vooraf niet hoe het zou zijn om als niet-hulpverlener en niet-psycholoog mee te doen, maar dat ging prima. Hooguit was de slotdag, met casussen uit de diverse praktijken van de deelnemers, een tikje ver-van-mijn-bed-show af en toe. Maar ook voor mijn werk zijn de ACT-inzichten relevant. Bij schrijven spelen emoties en gedachten een rol die alleen maar in iemands hoofd zitten, zoals bijvoorbeeld de vele moetens en mag-niets rond schrijven zelf, maar ook bijvoorbeeld bij het vermijden in de schrijfsamenwerking.

Ook ik heb op die slotdag een casus ingebracht, of althans, ik heb een experiment gedaan: ik heb de groep gevraagd 5 minuten freewriting te doen. Terzijde: vanwege de rol van mindfulness in de ACT bedacht ik voor het eerst dat je freewriting ook ‘mindful schrijven’ zou kunnen noemen. Daarna heb ik ze gevraagd of ze hun verstand zich met dat schrijven hadden horen bemoeien. Ik doe namelijk wel eens freewriting met trainingsgroepen en ik krijg dan regelmatig te horen dat de schrijvers helemaal niets horen. Ik hoor zelf mijn verstand of interne criticus zich luid en duidelijk met het schrijven bemoeien, in van die opmerkingen als ‘wat een hanepoten’ of ‘het wil weer niet lukken vandaag’ of ‘wat een onzin’ enzo. Is het niet horen daarvan een kwestie van dat het verstand/die criticus zich er niet mee bemoeit of dat iemand niet goed genoeg luistert?

Ik denk dat laatste. Want de groepsgenoten, die het een leuke en verrassende oefening vonden, hoorden hun verstanden wel degelijk. Met kritische opmerkingen, of met sturende. En soms hadden ze die stem gewoon opgeschreven, en dan gaat freewriting in de richting van de ACT-techniek defusie. Leuk ook om er naderhand in die termen met de groep over na te denken. Ik vond het zo een dankbaar experiment!

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Fiets stuurt beter dan zin

Louise Cornelis Geplaatst op 13 oktober 2016 door LHcornelis7 oktober 2016  

Als iemand over een fiets in een wedstrijd zegt ‘ik neem geen risico door ermee te racen’, dan ben ik geneigd dat te interpreteren als: ik wil geen risico nemen, dus ik start er niet mee. Dit stukje tekst, over de nieuwe fiets van de Belgische triatleet Frederik Van Lierde voor het WK op Hawaï van afgelopen zaterdag, vond ik dan ook in eerste instantie dan ook onbegrijpelijk:

Er zijn twee zaken aan de nieuwe fiets die ik belangrijk vind. Eén: ik kan veel makkelijker in de aeropositie zitten. Twee: hij bolt fantastisch. Ik heb de fiets nu drie weken en heb hem uitgebreid getest op het parcours. Ik neem geen risico door er meteen mee in Hawaï te racen. Ik werk al zo lang samen met Cervélo en vertrouw hen volledig. Ze zijn al vier jaar aan deze nieuqe fiets aan het werken en hebben geen detail over het hoofd gezien. Cervélo liet mij ook de keuze om in Hawaï voor het oude model te kiezen.

Pas later realiseerde ik me dat de zin anders bedoeld is: Van Lierde vertrouwt het juists volledig, vandaar dat hij vindt dat hij geen risico neemt als hij wel met die fiets van start gaan. Die strekking vind ik echter veel minder bij de zin passen, ik kom daar alleen op door de rest van de tekst. Die stuurt immers eenduidig positief naar de conclusie ‘Van Lierde gaat vol vertrouwen met de nieuwe fiets van start’. 

Het belang van sturen in de juiste richting is wellicht nog groter in dit geval, omdat de nieuwe fiets controversieel is en mogelijk niet aan de regels voldoet (schijfremmen). Ik zou daarom liever zeggen of schrijven ‘Ik zit er niet mee om er meteen mee te gaan racen’  of ‘ik heb voldoende vertrouwen om er meteen mee van start te gaan’. Die sturen beter in de gewenste richting.

De zinnen dan, over hoe de fiets stuurt durf ik niks te zeggen. Ik vind hem alleen wel lelijk – ik houd veel meer van klassieke fietsen. Maar dat is een kwestie van smaak.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

‘We doen maar wat’

Louise Cornelis Geplaatst op 7 oktober 2016 door LHcornelis2 oktober 2016  

Onder die titel staat er in het huidige nummer van Tekstblad (2016, nr 4) een artikel over het schrijfbeleid van beleidsschrijvers van Kees Frenay en Jacqueline van Kruiningen. En die titel vat het kernachtig samen. Heel herkenbaar: de meeste adviesschrijvers die ik ken, doen ook maar wat, en als ze al eens iets bewust doen, is dat op basis van wat ze geleerd hebben over academisch schrijven. Er is ook niet echt een opleiding in beleidsschrijven, net zomin als in adviesschrijven.

Frenay en Van Kruiningen schrijven ook dat de adviesliteratuur, dus schrijfhandboeken, beleidsschrijvers in de steek laat:

  • De handboeken zijn overwegend oud: 1996, 1999, 2003. Dat vind ik een groter bezwaar dan de twee auteurs: in een wereld waarin communicatie-mores razendsnel veranderen, is het opmerkelijk dat je met schrijfadviezen van twee decennia oud zou kunnen volstaan.
  • De schrijfadviseurs beschouwen een beleidstekst als adviestekst. Volgens de auteurs is dat vooral problematisch omdat de besluitvormende invalshoek alleen aan het eind van het beleidsproces een rol speelt, waardoor de teksten in de andere fasen ondersneeuwen. Ik zou daar nog aan willen toevoegen: advies- en beleidsschrijven zijn twee andere ‘spelletjes’, die vooral verschillen in de relatie tussen lezer en schrijver (legde ik eerder al eens uit).
  • De adviesliteratuur besteedt te weinig aandacht aan de politiek-bestuurlijke context, waardoor de tekst te veel op zichzelf staat. Herkenbaar – dat geldt voor al het schrijven in organisaties, dat het een stuk complexer is dan alleen maar een goede tekst produceren.

De auteurs zijn betrokken bij het Kennisplatform Tekst met Beleid. Dat wil verbanden leggen tussen de bestuurskunde en de tekstwetenschap. Dat lijkt me een mooi streven, alleen verbaast me wel welk model voor beleidsteksten ze ontwikkeld hebben. Dat model koppelt namelijk de vragen uit het beleidsproces aan tekstblokken. Ik weet niet of ze het echt zo bedoelen, maar het lijkt erop dat dus in één document probleemanalyse – ambities, doelen en kaders – verkenning van de mogelijkheden – voorstel met argumentatie – uitvoering én evaluatie komt te staan (p. 14). Dat kan schrijvers mogelijk helpen, maar lezers toch niet. 

Het model volgt de ‘logica van de beleidscyclus’, maar is dat wel de logica van de lezer? Geen enkele lezer zit toch op één moment te wachten op een overzicht van de voorstellen en een evaluatie van het uitgevoerde voorstel? Dat zit in tijd zo ver uit elkaar dat het aparte teksten moeten zijn. Zo zie ik het ook in de praktijk, zo schrijft bijvoorbeeld het Taalcentrum-VU erover en zo train ik het zelf ook: één document per fase, en daar eerst over tot overeenstemming komen voor je verder gaat. 

Ik denk ook dat de auteurs iets soortgelijks bedoelen, maar het staat niet in de tekst. Het is iets wat ik altijd sterk zou benadrukken: ik zet het belang van de lezer altijd voorop. En dat komt mogelijk weer voort uit de specialisatie in ‘mijn’ genre, adviesrapporten, waarvoor geldt dat de lezer je klant is wiens belangen je als adviseur dient.

Tegen het eind van het artikel (p. 14) schrijven de auteurs nog een zin die ik bijna letterlijk ook al heel vaak heb gezegd:

Beter matige tekst in een goede structuur dan slechte structuur met goede tekst.

Daar ben ik het helemaal mee eens.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑