↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Presentatietips

Voor presenterende professionals.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Zere nek

Louise Cornelis Geplaatst op 14 juni 2010 door LHcornelis14 juni 2010  

Het is me nu twee keer pal achter elkaar overkomen, dus dan toch maar iets over schrijven: het lijkt wel alsof projectieschermen voor een presentatie steeds hoger komen te hangen. Of liever gezegd: wat me is overkomen, is dat ik tijdens een presentatie heb moeten oppassen om geen zere nek te krijgen.

Mijn nek is gevoelig voor lang omhoog kijken; ik ben niet zo goed in het hoofd in de nek werpen. Dat geeft al gauw veel spierspanning, te veel als ik niet uitkijk. Je zult mij dus ook nooit bijvoorbeeld zelf een plafond zien witten.

Een paar weken terug merkte ik aan het eind van de Middag van het Ik dat ik een stijve nek en schouders aan het krijgen was. Het scherm hing daar net iets te hoog. Voor een korte presentatie geen probleem, maar een hele middag, dat voelde ik wel. Afgelopen donderdag was ik bij een kortere presentatie in een zaal waar het scherm nog veel hoger hing. Alert geworden door de vorige ervaring merkte ik meteen dat ik niet langer dan heel even naar dat scherm moest kijken. Zo ben ik er zonder kleerscheuren doorheen gekomen.

Een hoog scherm voorkomt dat de spreker in het licht uit de projector kijkt en dat zijn schaduw op het scherm valt. Maar een te hoog scherm is vervelend voor het publiek.

Het is nog om een andere dan puur fysieke reden vervelend. Als spreker wil je contact met het publiek. Als het de bedoeling is dat je publiek ook naar je geprojecteerde beelden kijkt, houd je dat contact het makkelijkste als je zo dicht mogelijk bij je scherm gaat staan. Bij een hoog scherm kijken mensen over je heen –  letterlijk, maar ze zien je dan dus ook figuurlijk makkelijker over het hoofd.

Extra voordeel van een laag scherm is dat je met je gewone handen dingen op het scherm aan kan wijzen, en niet met zo’n bibberig laserstraaltje. De ideale (en helaas lang niet altijd realiseerbare) positionering van een scherm is dus zo dat je er met je ‘goeie’ hand op kunt wijzen zonder te draaien (want dan keer je je weer van het publiek af). Ik ben rechtshandig, dus zou het scherm voor mij rechts naast me moeten hangen, iets hoger dan ikzelf, maar niet al te hoog. Als ik er goed naast ga staan, sta ik ook niet in de beamerstraal. Zo heel moeilijk is dat niet.

Misschien komen schermen wel simpelweg hoger te hangen nu de beamer vaak aan het plafond hangt. Met de oude overheadprojector kon dat niet: daar moest je bij kunnen. Een beamer wegwerken tegen het plafond is prima natuurlijk. Maar richt hem dan wel zo dat fatsoenlijk presenteren mogelijk blijft!

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Doe niet na

Louise Cornelis Geplaatst op 9 juni 2010 door LHcornelis9 juni 2010 1

Nog een Powerpointjuk, de tijd is kennelijk rijp voor weer eens lekker klagen over dat programma. In de Stadswerker, het personeelsblad van de gemeente Rotterdam (nummer 17, 28 mei 2010), staat een column met als titel ‘Power zonder point’. De schrijver, Marcel Jongmans, doet zijn beklag over de ‘letterlijk honderden slaapverwekkende Powerpoints’.

Mensen die Powerpoint gebruiken hebben, zo schrijft Jongmans ‘geen power of geen point’. Presentaties duren te lang, er staat veel te veel tekst op (‘beleidsplakkers’ zetten hele beleidsstukken op hun dia’s), presenteerders worden verblind door het licht uit hun eigen beamer (‘knijpoogambtenaren’), en ‘rechtsinvliegende statements met ‘whoooosh’ geluidjes’ – daar krijgt Jongmans vlekken van.

Het is allemaal heel herkenbaar, begrijpelijk, en vermakelijk. En goed dat er aandacht voor is. Alleen jammer dat Jongmans aan het eind van zijn column met deze adviezen komt:

Daarom beste collega’s: Niet meer dan tien sheets, niet langer dan twintig minuten en het lettertype minimaal dertig punten groot.

Dat is niet de oplossing. Dat is zeggen: ‘gebruik een zaag’, terwijl je nog niet eens precie weet welke klus je op moet gaanknappen. Het is het in isolement formuleren van eisen aan het instrument of middel, terwijl dat middel idealiter afhangt van het doel.

Je kunt presenteren met 1 of 100 sheets, in 1 minuut of een hele dag, het lettertype kan groot of klein zijn – als het allemaal maar functioneel is: in dienst staat van het doel dat je wilt bereiken bij het publiek. En wat ik dinsdag ook al schreef: onderdeel van dat doel hoort te zijn het creëren van betrokkenheid en interactie met het publiek.

Er is een Powerpointpraktijk ontstaan van elkaar nadoen ‘omdat het zo hoort’. Iets wat eigenlijk een middel is, en een prachtig en krachtig middel kan zijn, is tot doel op zich verheven. Met die praktijk is vrijwel niemand echt gelukkig. Daarom, als ik één advies zou mogen geven, zou ik zeggen: doe niet klakkeloos na; denk zelf.

Geplaatst in Presentatietips | 1 reactie

Powerpoint ‘moet’ helemaal niet

Louise Cornelis Geplaatst op 8 juni 2010 door LHcornelis8 juni 2010 1

Op een informele bijeenkomst van vrouwelijke ondernemers hoorde ik één van de aanwezigen klagen over Powerpoint. Sinds ze dat programma moest gebruiken bij haar trainingen en prsentaties, had ze er geen lol meer in. Twee dingen schoten door mijn hoofd om meteen te zeggen: “Doe het dan zonder; Powerpoint moet helemaal niet” en “Hoezo?”. Ik vermoedde ook meteen dat het gevoel van ‘moeten’ afkomstig was uit nadoen wat iedereen doet.

Ik begon maar met mijn ‘hoezo’-vraag. Kern in het antwoord was dat deze presenteerder zich met een stapel sheets en een overheadprojector vrijer en flexibeler had gevoeld. Ze trok gewoon de sheet uit de stapel die ze op dat moment passend en nodig vond. Met Powerpoint liet ze zich meer bepalen door de vooraf bedachte volgorde en inhoud. Ze volgde in haar verhaal de dia’s, in plaats van andersom.

Bovendien had ze recentelijk te maken gehad met technische problemen, die voortkwamen uit de verschillende Office-versies. Toen ze noodgedwongen zonder Powerpoint optrad, was de feedback geweest dat het ‘rommelig’ was.

Als vervolg daarop kwam er een aap uit de mouw: ze maakte haar presentaties vooral als geheugensteun… voor zichzelf. Toen zei ik dat ze dan net zo goed een handgeschreven spiekbriefje voor zich kon leggen: een geheugensteun is prima, maar val er je publiek niet mee lastig. Wat je projecteert, hoort wél op het publiek gericht te zijn. Als Powerpoint al ‘moet’ (wat niet zo is), dan ‘moet’ het voor het publiek, niet voor jezelf. Er viel bij haar een kwartje.

Inderdaad klopte wat ik vermoedde: dat het gevoel van ‘moeten’ afkomstig was uit het nadoen van de grootste gemene deler: iederéén presenteert tegenwoordig met Powerpoint, dus je kunt niet meer zonder aankomen toch? Dan vertel ik altijd maar dat ik regelmatig mensen vraag herinneringen op te halen aan de presentatie die ze als publiek hebben bijgewoond die ze zich het beste herinneren. Als ik dan vraag waarom die presentatie zo’n indruk heeft gemaakt, zeggen ze nooit spontaan: ‘Vanwege de geweldige Powerpoints!’ (Tegenwoordig zeg ik trouwens ook wel eens: ‘Echte leiders gebruiken geen Powerpoint. Denk maar aan Obama’. Werkt ook.)  

Verder pratend kwamen we uit op de tweede aap: ze gebruikte alleen tekst op haar sheets, omdat ze ‘een hekel had aan de toeters en bellen van Powerpoint’. Alsof de keuze is óf toeters en bellen óf alleen tekst. Mijn reactie: als je alleen maar tekst gebruikt, laat je de kracht van Powerpoint onbenut. Maar goede beelden kiezen is een hele klus.

Verder praatten we over waar het volgens mij in wezen omdraait: wat wil je bereiken met je publiek? Daarin horen bij een presentatie interactie en betrokkenheid een rol te spelen, anders hoef je niet te presenteren. Pas als je weet wat je wilt bereiken, kun je gana nadenken over de manier waarop je dat het beste kunt gaan doen. En pas nog een paar stappen verder kun je je af gaan vragen: past een Powerpointpresentatie daarbij? En zo ja, welke? En hoe gebruik ik die dan zo dat het presentatiemateriaal werkt voor mij in plaats van andersom?

Met de laatste vragen hoop ik deze onderneemster binnenkort verder te helpen. Ik hoop nu al dat ik het Powerpoint-juk op haar schouders wat lichter heb gemaakt.

Geplaatst in Presentatietips | 1 reactie

Kennismaking met het digitale schoolbord

Louise Cornelis Geplaatst op 4 juni 2010 door LHcornelis4 juni 2010  

Vorige week heb ik kennisgemaakt met presenteren via het digitale schoolbord. Ik kende dat al van horen zeggen, maar nu heb ik er zelf mee gewerkt, nouja, op geklikt. Het werkt wel handig, trouwens: je klikt met een soort pen op het beeldscherm. Daardoor kun je met lichaam en aandacht bij het bord blijven en hoef je niet naar de muis te duiken. En dat zonder bibberig lasterstraaltje. Alleen heb ik eigenlijk het liefst mijn handen vrij, maarja.

Meer info over de presentatie: http://fietseninafrika.web-log.nl/mijn_weblog/2010/05/afzien-in-groep-6-een-fotoverslag.html

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Een rijke oogst aan beelden. Of: met Zeeland kun je alle kanten op!

Louise Cornelis Geplaatst op 3 juni 2010 door LHcornelis3 juni 2010  

Ik ben altijd op zoek naar ansichtkaarten zonder tekst erop. En liefst zonder daar al te veel voor te betalen – niet alleen uit zuinigheid, maar ook omdat dat de keuze begrenst. Anders kan ik wel blíjven kopen namelijk, en het loont niet echt voor het doel. Dat doel is: gebruik in trainingen. En daarvoor is bijna elke kaart zonder tekst geschikt.

Enerzijds gebruik ik de beelden op de kaarten bij trainingen over het ontwerp van beelden, ten behoeve van het maken van presentaties. Anderzijds laat ik deelnemers wel eens een kaart kiezen die voor hen de kwaliteit verbeeldt die ze willen realiseren. Als ze zich aan het eind van een training bijvoorbeeld voornemen om ‘krachtiger’ te gaan presenteren – hoe ziet ‘krachtig’ er dan uit? Zo’n beeld kiezen en dat dan een plek geven zodat je het nog wel eens tegenkomt, dat is een manier om die kwaliteit te helpen realiseren. Zo heb ik althans geleerd van de imaginatie, en ook wel zelf ervaren. Zelf zo’n beeld tekenen kan ook, maar er eentje kiezen uit een verzameling ansichtkaarten is makkelijker. Daarvoor moet de verzameling divers zijn, maar verder maakt het eigenlijk niet zo veel uit.

Zeker bij de tweede toepassing nemen de deelnemers hun gekozen kaart mee. Ik moet er dus voor zorgen dat mijn voorraad op peil blijft en voldoende verschillende keuzemogelijkheden biedt. Ik ben dus altijd op zoek naar gratis of goedkope kaarten. Zonder tekst, dat is essentieel, want een tekst dwingt een bepaalde interpretatie af, terwijl het juist bij beide hierboven beschreven toepassing de bedoeling is dat je het beeld zelf een betekenis geeft: een boodschap of een kwaliteit bijvoorbeeld. Daar zit het psychologische proces van projectie in, en dat is precies de bedoeling.

Afgelopen dinsdag had ik wat tijd over in Vlissingen en daar liep ik door de stad en vond op twee plekken zeer betaalbare ansichtkaarten: 10 voor € 2,50. Ik heb er in totaal 40 gekocht. Dit was de oogst:

Bijna alle kaarten zijn bedoeld voor toeristisch gebruik, niet zo gek op die plek. Er zijn er bijvoorbeeld een boel bij met mensen in Zeeuwse klederdracht erop. Het thema daarvan is dus die klederdracht. Maar wat je daar zelf op kan projecteren, dat verschilt nogal. Een grote groep die in klederdracht staat te poseren kan bijvoorbeeld gezelligheid of verbondenheid uitdrukken; een vrouw die met een emmer in de weer is kan staan voor hard werken of iets zwaars.

Voor mij zijn ook de twee beelden van de Zeelandbrug mooi verschillend (al is één ervan een randgeval, want er staat met kleine letters ‘Zeelandbrug’ onder – kan net, maar meer of grotere tekst mag echt niet). Op de ene kaart zie je de hele brug in z’n volle lengte en met beide oevers. Zoiets drukt voor mij verbinding uit. Op de andere zie je, veel meer in close-up, enkele pijlers. Dat beeld staat voor mij voor een stevig, solide fundament. Twee vliegende meeuwen is een ander beeld dan een rijtje zittende, ook al is het thema steeds ‘meeuwen’. En wat te denken van een kaart met een rijtje stevige paardenkonten? Enzovoort, enzovoort. Zo kun je met ‘Zeeland’ alle kanten op.  

Zo zijn dus zelfs toeristische kaarten uit één gebied heel geschikt. De rijkdom aan uitdrukkingsmogelijkheden is heel groot. Groter nog dan ik kan bedenken, want iemand anders heeft eigen projecties en associaties – prima. Dat is vaak één van de inzichten bij een training over het ontwerpen van beelden: dat het nogal kan verschillen wat mensen erin zien. En zo kunnen mensen de beelden in een presentatie verkeerd interpreteren. Vandaar dat ik adviseer bij een presentatie altijd óók tekst te gebruiken, bijvoorbeeld boodschaptitels. Zodat verbinding niet geïnterpreteerd wordt als solide fundament, of omgekeerd.

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Back to basics

Louise Cornelis Geplaatst op 10 mei 2010 door LHcornelis10 mei 2010  

Even schoot door mijn hoofd: zal ik deze post ‘ik zak steeds dieper weg’ noemen? Want dat zou kunnen, of nouja: gaf ik in januari al een training over presenteren zonder Powerpoint, afgelopen zaterdag gaf ik een workshop zonder enige visuele ondersteuning: geen beamer, scherm, laptop, projector, maar ook geen whiteboard of ander bord of flipover.

Het ging prima. Ik gebruikte gekleurde kaartjes als symbolen voor kernbegrippen om toch nog maar iets te kunnen visualiseren. Dat is prettig voor de meer visueel ingestelde deelnemers.

Ik merkte zelf wel één nadeel: je hebt niet zo’n zichtbaar resultaat. Aan het eind hadden de deelnemers dat wel voor zichzelf, want ik had kaartjes uitgedeeld waarop ze allemaal hun goede voornemen konden schrijven. Maar bij eerdere rondjes en inventarisaties vervlogen de woorden van de deelnemers en van mij weer snel. Meeschrijven op flap maakt het resultaat zichtbaar, en kan het gevoel geven dat er bijvoorbeeld veel mogelijkheden zijn. En dat heeft wel degelijk meerwaarde!

Er is een overlap met het thema van eerder deze week, dat van de creativiteitsontwikkeling door schrijven. Julia Cameron van de Artist’s Way zegt dat schrijven geschikt is voor de ontwikkeling van elke soort creativiteit of kunstzinnigheid, omdat het zo basic is: het is altijd overal te doen met heel simpele middelen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld filmen of schilderen of piano spelen. Maar ook omdat het tot blijvend resultaat leidt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld muziek, zang en dans. Het zien van dat resultaat, van elke ochtend drie morning pages schrijven bijvoorbeeld, is op zich al stimulerend.

Met een variant op het spreekwoord, dus: wat je schrijft, blijft. En zo had deze blogpost ook kunnen heten!

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Geluisterd naar mijn pen

Louise Cornelis Geplaatst op 7 mei 2010 door LHcornelis7 mei 2010 1

Trouwe volgers van dit weblog weten dat ik niet alleen geïnteresseerd ben in schrijven om tekst te maken (adviesrapporten, journalistieke teksten, columns, boeken e.d.), maar ook in schrijven als middel om jezelf verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld schrijven ter bevordering van de creativiteit (zoals bij de Artist’s Way) en als therapeutisch middel. Een dik jaar geleden las ik in een aantal tijdschriften tegelijk over een kennelijk ineens heel populaire aanpak die ook in die hoek zit: creatief dagboekschrijven, volgens een methode ontwikkeld door Christine de Vries. Ik werd nieuwsgierig, zowel naar de aanpak als naar het succesrecept. En van creativiteit kan ik altijd meer gebruiken natuurlijk.

Het duurde even, maar de afgelopen dagen was het dan zo ver: ik heb de cursus ‘Luisteren naar je pen’ gedaan, van Shodo. Ik ben er wel tevreden over, en zou dus geneigd zijn te typen: ik kan het iedereen die iets met schrijven heeft aanraden. Maar dat zou toch niet kloppen. Want aan mijn cursus deden alleen vrouwen mee, en het is een aanpak waar volgens mij maar weinig mannen zich comfortabel bij zouden voelen. Eén van de andere deelneemsters noemde het de Happinezz-spiritualiteit, van wierook, kaarsjes, intuïtie, kruidenthee, engelenkaartjes en steeds meer in contact met je ware zelf, om maar een paar trefwoorden uit het jargon te noemen. Dat trekt een bepaalde groep die vooral uit vrouwen bestaat – waarbij mij dan ook nog altijd opvalt dat er veel vrouwen bij zijn met chronische ziektes, en weinig die met verantwoordelijk werk in ‘gewone’ organisaties het brood op de plank moeten verdienen. Ze werken bijvoorbeeld een paar uurtjes per week in een eigen praktijk die ook gericht is op zelfontplooiing. Die groep is kennelijk heel groot. (Vergelijk: mijn Artist’s Way groep bestond toentertijd ook alleen maar uit vrouwen; ik was de enige die niet arbeidsongeschikt was.)

Ik ben blij dat die stroming er is in de maatschappij, maar ik vind het jammer dat die zo op zichzelf is, dat het wel twee gescheiden werelden lijken: die van de ‘harde’ economie en deze als ‘zachte’ tegenbeweging. En in die drie dagen cursus miste ik de mannelijke inbreng; ik miste een zekere ‘stoerigheid’. Ik kan net zozeer (of eigenlijk zelfs meer) bezig zijn met persoonlijke groei en spiritualiteit als ik tegen een berg of door de woestijn fiets (hoofdstuk 2 van Afzien voor Beginners gaat daarover). Mij lijkt het leuk ooit eens iets te ontwikkelen wat mannen en harde werkers ook aanspreekt – maar dat terzijde.

Terug naar ‘Luisteren naar je pen’. Wat neem ik ervan mee? Nouja, het inzicht van hierboven dat mij ook wel iets zegt over de succesformule. Een aantal dingen voor mezelf, want dat levert het zeker ook op, al was het zeker niet de hele tijd heel heftig; soms was het ook gewoon lekker schrijven. Het programma was ook niet heel intensief, op de woensdagavond na. Ik heb er toen om 11 uur een punt achter gezet; de laatsten waren pas om half 1 klaar!

Wat heb ik geleerd wat ik in mijn eigen werk kan toepassen:

  • De meerwaarde van hardop voorlezen van je eigen tekst (liefst natuurlijk aan anderen, maar eventueel voor jezelf) is groot. In één geval had ik zelf toen ik aan het schrijven was helemaal niet in de gaten hoe grappig mijn tekst aan het worden was. Pas bij het voorlezen ging ik erom lachen!
  • Strenge eisen aan de vorm kunnen voor verdieping zorgen. Sowieso moet je bij ‘vrij’ schrijven de tijd of het volume tekst vastleggen, anders wordt het oeverloos en vaak ook in je hoofd te groot. Bij de morning pages van de Artist’s Way-methode gaat het om drie bladzijden tekst; Christine benadrukte dat bij weinig tijd of heftige emoties vijf of zelfs maar drie minuten schrijven ook al een stap is.
    Maar het gaat verder dan dat. Van de Artist’s Way heb ik vooral het ‘freewriting‘ overgehouden: je schrijft snel zonder je om iets anders te bekommeren dan het doorschrijven. In ‘Luisteren naar je pen’ kregen we echter ook schrijfopdrachten met een dwingende vorm: maak een lijstje (bijvoorbeeld: ‘Tien bijzondere momenten uit je leven’), schrijf een elfje (gedicht van vijf regels met één, twee, drie, vier en één woord per regel), maak een woordgedicht met de beginletters van je naam (dus in mijn geval zes regels, beginnend met L, O, U, I, S, E).
    De elfjes en de lijstjes (hoera! bullet-opsommingen!) bevielen mij erg goed. Zo’n vorm kan je ertoe verleiden tot de essentie te komen. Het deed me natuurlijk denken aan de strenge structuur van het piramideprincipe, waarvan ik zo vaak zeg dat het een manier is om scherp te denken, een ‘gedachte-uitdager’. Dat doet structuur kennelijk. Soms kan het een te grote beperking worden, en dan werkt het tegen je. De kunst is om daar een balans in te vinden.
  • Collages maken is een leuke en sterke werkvorm, waarvan ik dacht: dat ga ik eens met een groep doen als het gaat om creativiteitsontwikkeling voor het maken van presentaties. Tot nu toe heb ik dat alleen maar tekenend gedaan, of iets als: ‘kies een ansichtkaart’. Een stapel ansichtkaarten heb ik daartoe wel liggen hier, ik ga ook een stapel tijdschriften aanleggen!

En tot slot was het weer een opfrissing van een aantal belangrijke zaken die ik ook de Artist’s Way ken, zoals: lever geen commentaar op elkaars werk (geen kritiek, maar ook geen complimenten), censureer jezelf niet (trek je niets aan van de ‘moetens’ en ‘mag-niets’ in je eigen hoofd), schrijf concreet, beeldend en snel en laat het echt schrijvend komen, dus ga niet van tevoren helemaal bedenken wat je met een oefening gaat doen. Dat vind ik altijd een hele toer: de snelle denker in mijn hoofd heeft het plannetje al klaar in de tijd dat ik m’n pen oppak. Om dan toch te luisteren naar die pen en niet klakkeloos uit te voeren wat de denker al bedacht heeft, dat is de kunst – en daar komen wel degelijk verrassende inzichten uit voort. Dat is natuurlijk de kracht van het ‘luisteren naar mijn pen’. De moeite waard!

 

Meer weten? http://shodo.nl/ en het boek Dagboek als spiegel.

Geplaatst in Leestips, Presentatietips, schrijftips | 1 reactie

Spaghetti

Louise Cornelis Geplaatst op 28 april 2010 door LHcornelis28 april 2010  

In de NRC van vandaag gaat het er ook al over: de spaghetti-Powerpointslide van het Amerikaanse leger over hun aanpak in Afghanistan, ook voor die krant een mooie gelegenheid weer eens aan wat Powerpoint-bashing te doen. Ik zou daar graag ’t een en ander tegenin brengen, maar ik heb net een paar knetterdrukke dagen met heel weinig gewoon achter-het-bureau-tijd. Vandaar dat ik het me makkelijk maak, en verwijs naar een ander blog. Daar is de slide te zien, en ook wat ter verdediging ervan.

En nu ga ik koken! Nee, geen spaghetti…

Geplaatst in Presentatietips | Geef een reactie

Overgangszin-klik

Louise Cornelis Geplaatst op 7 april 2010 door LHcornelis7 april 2010 1

Zoals ik vorige week beloofde elke week een praktijkadvies afgeleid uit het college taalbeheersingsmethodiek dat ik op dit moment in Leiden geef. Gisteren bespraken we een artikel met een verslag van onderzoek naar overgangszinnen in een met Powerpoint ondersteunde presentatie (Bas Andeweg & Corrie de Haan, ‘Overgangszinnen in een Powerpointpresentatie’, uit Studies in Taalbeheersing 3).

Overgangszinnen maken in zo’n presentatie de overgang van de ene naar de andere slide expliciet. Voorbeelden zijn:

  • Daarbij zullen de volgende punten aan de orde komen
  • Wat is er dan aan de hand?
  • Een laatste methode gaat als volgt.

Onderzocht zijn drie opties: geen overgangszin, eerst de overgangszin en dan de ‘klik’ naar de volgende slide, of omgekeerd: eerst de volgende slide in beeld en dan pas de overgangszin. Gemeten werd de mate waarin de proefpersonen (TU-studenten) de inhoud van de presentatie hadden onthouden en hoe zij de presentatie waardeerden.

Van de drie opties was er maar één verschil: bij eerst de overgangszin en daarna de klik vonden de proefpersonen de presentatie duidelijk samenhangender. Verder was er dus weinig verschil, iets wat de auteurs van het artikel onder andere verklaren door het gegeven dat een overgang niet altijd expliciet (hoorbaar) hoeft te zijn, omdat hij in Powerpoint zichtbaar is: de volgende dia verschijnt, en vaak doet de presenteerder ook nog wel iets als even naar het scherm kijken ofzoiets.

Een voorzichtig advies, dus: spreek in je presentatie eerst de overgangszin uit, en klik pas daarna. Dan komt je presentatie als samenhangender over. Voor dat advies is er een wetenschappelijke basis. Die is weliswaar dun, maar dat is toch nog altijd een stuk dikker dan die van de meeste praktijkadviezen!

Geplaatst in Presentatietips | 1 reactie

Grafieken en tabellen ‘dodelijk saai’?

Louise Cornelis Geplaatst op 6 april 2010 door LHcornelis6 april 2010  

In Onze Wereld van deze maand staat een interview met ‘rampenprofessor’ Eelco Dykstra, : hoogleraar International Emergency Management in Washington. Aan het einde vraagt de interviewer waarom er zo weinig gebeurt met de aanbevelingen vanuit de wetenschap. Dykstra (p. 16):

Dat is voor ons wetenschappers een grote frustratie. We bereiken de besluitvormers niet. Maar we moeten de hand in eigen boezem steken en concluderen dat we de afgelopen twintig jaar kennelijk iets fout hebben gedaan. Volgens mij is één van de belangrijkste redenen het feit dat wetenschappelijke grafieken en tabellen dodelijk saai zijn. Zulke informatie wordt niet gelezen. Het moet op een andere manier worden gepresenteerd. Mijn motto is dat we niet meer wetenschap nodig hebben, maar verhalen. Wetenschappelijke bevindingen moeten worden vertaald in makkelijk toegankelijke verhalen. Dan kunnen ook niet-wetenschappers er kennis van nemen.

Grafieken en tabellen ‘dodelijk saai’? Nou, dan doe je als presenteerder ervan inderdaad iets fout. Dat is niet zozeer dat de grafieken en tabellen zelf onvoldoende ‘opgeleukt’ zijn. Daar komt de opwinding niet vandaan, nee, die zou in de boodschap moeten zitten. De grafieken en tabellen illustreren en onderbouwen die alleen maar.

Als het gaat om rampen, lijkt de boodschap me niet bepaald saai. ‘Saai’ vinden mensen meestal dingen die te makkelijk of te moeilijk voor ze zijn. Het zelf afleiden van een boodschap uit de data is een inspanning die voor de meeste lezers of luisteraars moeilijk is. Te moeilijk. Dus dat is dan inderdaad ‘saai’ en de boodschap strandt.

Grafieken en tabellen worden onder andere toegankelijk van, ik geef drie tips:

  • Het gebruik van boodschaptitels in plaats van alleen maar onderwerptitels. Deze titels geven de so what van de data weer, zodat een lezer die de tabel of grafiek niet meteen begrijpt de boodschap gewoon kan lezen. 
  • Het principe van ‘hoofdboodschap voorop’, oftewel de oprolbaarheid: begin met het belangrijkste en werk gaandeweg de details uit. Scheelt een stuk voor het begrip! Dat betekent dat de meeste tabellen en grafieken ‘onderaan’ zullen komen. Ze presenteren immers de details. Een lezer die eerder afhaakt, heeft dan echter toch de kern van de zaak kunnen lezen.
  • De visualiseringen te baseren op de boodschap en aan te laten sluiten bij de intuïties. Een tabel of grafiek is dus niet alleen maar een vergaarbak van data, maar een communicatie-instrument. Tijd loopt bijvoorbeeld voor ons gevoel van links naar rechts, en als daarin iets oploopt, is dat ‘goed’, en als het afloopt, is dat ‘slecht’. Dus als je een bepaalde trend in de tijd duidelijk wil maken, doe dat dan met een lijn of kolommen.

In alledrie de tips speelt de boodschap een belangrijke rol. Boodschappen samen vormen een verhaal. Als Dykstra dat type verhalen bedoelt, ben ik het met hem eens over de richting waarin de verbetering gezocht moet worden.

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Fietsen langs de sporen van het Nederlands in de VS
  • Het kan wel: ‘Into my arms’ vertalen
  • Programma afgerond
  • Makkelijke taal is moeilijk
  • Spelen bij Tekstblad

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (322)
  • Opvallend (556)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (900)
  • Uncategorized (47)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (206)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • december 2025
  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑