In juli heeft Sven Koster zijn masterscriptie CIW voltooid. Die scriptie ging over de relatie tussen schrijfmodellen (piramideprincipe versus methodologische structuur) en organisatiecultuur. Sven was één van de studenten van mijn piramideprincipecollege, en ik was dan ook tweede begeleider bij zijn scriptie. Het is een interessant onderzoek geworden!
Sven heeft zeven schrijvende professionals geïnterviewd over hoe zij schrijven, en enkele resultaten daarvan geanalyseerd (tekstanalyse). Die professionals verschilden in de mate waarin zij het piramideprincipe kenden: doorgewinterde piramideprincipegebruikers, beginnende piramideprincipeleerders en schrijvers die niet bekend zijn met het piramideprincipe. Daarnaast verschillen zij ook in rang en in het type organisatie waarin zij werken: van (semi-)overheid tot bedrijfsleven. Het ging om een klein aantal, dus Svens conclusies zijn voorzichtig, maar er komt wel een beeld uit naar voren. Ik haal daar de opmerkelijkste zaken uit.
Wat uit dit onderzoek is gebleken zou ik willen verwoorden als goed nieuws en slecht nieuws (Sven zelf doet dat veel neutraler natuurlijk).
Het goede nieuws is dat kennis van het piramideprincipe inderdaad leidt tot anders schrijven. Ook al is het al jaren geleden dat de schrijver het principe heeft leren kennen, en ook al ‘moet’ het helemaal niet meer per se zo. En ook al schrijft die professional lang niet alles 100 % piramidaal.
Het slechte nieuws is dat van alle teksten die Sven had verzameld, er wat mij betreft maar één door de beugel kan als ik er de niet eens allerstrengste regels van het piramideprincipe op loslaat. Vooral van de teksten van de leerders schrok ik: die maken een mengelmoesje van piramideprincipe en methodologisch, en dan heb je vlees noch vis.
Niet alleen concludeer ik hieruit dat het piramideprincipe nog moeilijk onder de knie te krijgen is dan ik al dacht, maar ook zie ik dat schrijvers het nog te zeer opvatten als teksttrucje, als vormgeving van een tekst, en daarmee dus de grootste kracht van het piramideprincipe niet benutten. Die kracht, dat is de mate waarin het je uitdaagt om glashelder te denken. Maarja, denken, dat kost moeite en is vervelend…
De relatie tussen schrijven en organisatiecultuur is niet zo eenduidig. Zowel bij de (semi-)overheid als in het bedrijfsleven wordt kort en bondig geschreven; het meest uitvoerig en omslachtig juist bij één van de bedrijven. Wat ik wel herken is dat bij de overheid de manier van schrijven het meest dwingend is vastgelegd, in de vorm van vaste formats. Dat typeert de bureaucratie inderdaad.
Goed nieuws was verder nog dat alle schrijvers bewuste keuzes maken over hoe ze schrijven, en dat velen ervan dat doen in overleg met hun lezers, de klanten. Dat maakt het niet altijd makkelijker, zeker niet als je met één stuk diverse lezers moet bedienen. Maar gelukkig wordt er dus wel over teksten nagedacht én gepraat.
Bron: Koster, Sven. Schrijfmodellen en organisatiecultuur. Hoe werkt organisatiecultuur mee of tegen bij het kiezen voor een schrijfmodel? Masterscriptie CIW Rijksuniversiteit Groningen.