↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

En nog een nieuwsberichtje: lang leve verbindingswoorden!

Louise Cornelis Geplaatst op 16 maart 2009 door LHcornelis16 maart 2009  

Als ik het dan toch heb over het nieuws, hier een al wat ouder berichtje: http://www.nu.nl/wetenschap/1911301/vmboer-niet-gebaat-bij-simpele-taal.html

Tsja, altijd al geroepen dat Jip-en-Janneke-taal helemaal niet zo heel makkelijk is… Bij gebrek aan verbindingswoorden moet je als lezer alle relaties zelf leggen. En bij de echte Jip en Janneke gaat dat nog wel, maar als het wat lastiger wordt niet meer. Lang leve de verbindingswoorden!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Onbegrijpelijke correspondentie haalt krant en kamer

Louise Cornelis Geplaatst op 16 maart 2009 door LHcornelis16 maart 2009  

Onbegrijpelijke correspondentie heeft eerder deze maand zowel de kranten als de Tweede Kamer gehaald. Communicatiebureau Leene.txt deed onderzoek naar de correspondentie die consumenten en burgers ontvangen. Grootste probleem daarvan is de onbegrijpelijkheid. Citaten uit de samenvatting van het onderzoeksrapport:

De begrijpelijkheid van correspondentie laat vaak te wensen over. Maar liefst vier op de tien mensen ontvangt minstens eenmaal per maand brieven, e-mails of brochures die ze meerdere keren moeten lezen om de informatie te begrijpen. <knip> Vaak is de veronderstelling dat correspondentie kort en bondig moet zijn. Dat mag misschien zo zijn, maar Nederlanders ergeren zich nauwelijks aan de lengte van de correspondentie van bedrijven en overheidsinstanties. Onnodig ingewikkeld en juridisch taalgebruik irriteert mensen het meest, op de voet gevolgd door onduidelijkheid over wat er van hen verwacht wordt.

Die problemen met de duidelijkheid en de begrijpelijkheid leiden tot kosten voor organisaties, want:

Ruim de helft van de mensen (met name de middelbare leeftijd) pakt de telefoon als de correspondentie die ze ontvangen onduidelijk is. Dit wordt gevolgd door het bezoeken van de website van de afzender of het sturen van een e-mail. <knip> Onduidelijke correspondentie legt daarmee een onnodige druk op de back office van organisaties. Telefoontjes, brieven en e-mails moeten netjes afgehandeld worden en dit kost tijd en geld.

Vandaar misschien dat de VVD naar aanleiding van de publiciteit rond het verschijnen van deze onderzoeksresultaten kamervragen heeft gesteld – de overheid is immers één van die organisaties, en beslist één van de slechtere presteerders op het gebied van begrijpelijke correspondentie. En dat ondanks al die moeite die er al in is gestopt, al die trainingen over leesbaarder schrijven, de tientallen schrijfadviesboeken…

Wat is dat toch, met begrijpelijk schrijven? Volgens mij is het een complex probleem. Technische schrijfvaardigheid, dus gewoon weten hoe je een goede brief opbouwt en goede zinnen formuleert, is er slechts één en waarschijnlijk niet het belangrijkste element in. Andere elementen zijn bijvoorbeeld: gebrekkig inlevingsvermogen c.q. te grote focus op de inhoud (de inhoud staat als het ware in de weg bij het helder krijgen van de lezer), de invloed van de juridische afdeling, kopieergedrag (‘zo hoort het nou eenmaal’), terughoudendheid om duidelijk te maken wat iemand anders moet doen (dat zou je zelfs beleefdheid kunnen noemen, of een te voorzichtige rolopvatting), het naar buiten doorsijpelen van interne gewoontes en strategieën (zoals op consensus gericht beleidsschrijven), onvoldoende nadruk op schriftelijke vaardigheden bij het aannemen en evalueren van medewerkers, onhandige systemen (verkeerde of onhandige standaardbrieven, helemaal geen standaardbrieven, onterecht gebruikte standaardbrieven) – en dat is nog niet alles.

Kortom: een cursusje of een boekje lost dat niet allemaal op. Alleen een organisatie-brede aanpak kan dat. Óf je stelt er professionals voor aan, die dan ook echt alle brieven moeten (her-)schrijven en. Want goed schrijven is een vak…

 

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Hun hebben: mensen versus de rest van de wereld

Louise Cornelis Geplaatst op 26 februari 2009 door LHcornelis26 februari 2009  

Ik borduur nog even verder op het thema van gisteren, taalnormen. Ik noemde daar al kort even ‘hun hebben’. Hun als onderwerp, ‘het meisje die’ en ‘reizigers worden verzocht over te stappen’ – veel voorkomend, en volgens de officiële taalregels alledrie fout. En drie symptomen van een interessante taalverandering in het Nederlands: het onderscheid tussen mensen en de rest van de wereld wordt in ons taalsysteem steeds belangrijker. Ik leg dat uit en zal proberen dat met zo min mogelijk taalkundige termen te doen, ook al is het daardoor een wat versimpelde voorstelling van zaken.

Vroeger had het systeem in het Nederlands voor woordjes als ik, mij, jij, ons, zij en hun (persoonlijke voornaamwoorden) een simpele tweedeling. Je had één vorm als dat woordje het onderwerp van de zin was (ik, jij, hij, zij, wij, zij), en één vorm voor alle andere plekken in de zin (lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, achter voorzetsels): mij, jou, hem, haar, ons, hen (jullie kon en kan op allebei de plekken).

Toen waren er eens taalgeleerden die bedachten dat het zo leuk zou zijn als het nederlands in die laatste groep, dus van de ‘andere plekken’, nog een tweedeling zou hebben. Ze stelden voor daar hun en hen van elkaar te onderscheiden: de ene voor het meewerkend voorwerp, de andere voor het lijdend voorwerp en de plek achter voorzetsels. Zo’n onderscheid bestond niet in het Nederlands, niet meer sinds de tijd dat onze verre voorouders nog in berenvellen rondliepen. Maar andere grote,  mooie talen, zoals het Duits en vooral de klassieke talen, kennen het wel: het is het onderscheid tussen de 3e en de 4e naamval. Wat zou het mooi zijn als het Nederland dat ook had, zo dachten die geleerden.

Zo kwam er een officiële taalregel bij. En vanaf dat moment gingen mensen die netjes wilden of moesten praten, twijfelen. Het verschil tussen 3e en 4e naamval voelden ze niet vanzelf aan – dat bestond verder ook niet in de taal. Dus was het nou hen of hun?

Toen gebeurde er iets wat wel vaker voorkomt, zeker in zo’n lastige situatie: een woordje sprong over. Ze sprong over van de onderwerpskant naar de niet-onderwerpskant en ging helpen het probleem van de keuze tussen hen en hun wat makkelijker te maken: zeker in geval van dingen kon je uitwijken naar ze (‘heb je de boeken bij je? Mooi, leg ze daar maar neer’).

Ze kreeg zo een derde rol: het kon al het meervoud betekenen als onderwerp, het enkelvoud als onderwerp (verzwakte vorm van zij) en nu ook nog de niet-onderwerpsvorm in het meervoud… dat is wel heel veel gevraagd van één zo’n woordje, daar houden talen niet van, als één ding zo veel verschillende functies moet uitoefenen.

En daarom sprong vervolgens hun de andere kant op en werd het mogelijk dat als onderwerp te gaan gebruiken. Maar niet zomaar… hun kan alleen maar slaan op mensen. Als het gaat over boeken kun je niet zeggen: ‘hun liggen op tafel’ – dat is nog gewoon ze. Hun móet slaan op mensen, liefst een specifieke, bekende groep.

En zo hebben we nu dus tussen ze en hun een andere rolverdeling. Niet meer de grammaticale, van onderwerp versus de rest, maar eentje van betekenis: van mensen versus de rest.

Datzelfde aspect van de betekenis maakt dat mensen ‘het meisje die’ en ‘de meisje’ zeggen. Puur grammaticaal gezien is het een verkleinwoord en dus een het-woord. Maar naar betekenis is het een mens, en een mens is geen ‘het’. En zo wordt het nu, in de straattaal in rap tempo, ‘de meisje’.

In ‘reizigers worden verzocht’ tenslotte is net zoiets aan de hand. Reizigers lijkt qua betekenis zo erg op een onderwerp dat het in deze zin onderwerp ís (en daardoor het getal van de persoonsvorm bepaalt), ook al is het grammaticaal een meewerkend voorwerp (en zou het wordt moeten zijn). Het mens-zijn van reizigers is daarin cruciaal (zoals ik in een artikeltje voor Tekstblad in 2000 heb laten zien).

Het zou kunnen zijn dat deze drie voorbeelden ’toevallig’ zijn, maar het zou ook zo kunnen zijn dat ze een trend weerspiegelen: van het steeds belangrijker worden van het betekenisonderscheid tussen mensen en de rest – zelfs ten koste van de ‘oude’ grammaticale rollen (de naamvallen). Dat de naamvallen ‘afslijten’, is bekend: dat gebeurt in alle Germaanse talen; het Engels loopt op dat punt op ons voor, het Duits op ons achter. Dat zo’n betekenisonderscheid ervoor in de plaats komt, is volgens mij nieuw. Als het een trend is, komen er nog meer voorbeelden van. Ik houd dat met argusogen in de gaten!

Waar zou de trend vandaan kunnen komen? Vinden we onszelf steeds belangrijker en interessanter? Is in de moderne wereld het onderscheid tussen mensen en de buitenwereld scherper dan vroeger? Daarover kan ik alleen maar speculeren…

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Museums?

Louise Cornelis Geplaatst op 25 februari 2009 door LHcornelis25 februari 2009  

Iets over een taalnorm dit keer. Ik kreeg een vraag waar ik zelfs na zoeken geen precies antwoord op kon geven, frustrerend is dat altijd. Als iemand die dit leest, weet hoe het precies zit, hoor ik het graag.

De vraag was sinds wanneer museums een acceptabele meervoudsvorm is. De vraag kwam van een jong iemand die op school had geleerd dat het toch echt musea moest zijn. De aanleiding was dat ze mij het woord forums zag schrijven.

De huidige norm is dat een aantal aan het Latijn ontleende woorden twee meervoudsvormen hebben: de Latijnse (musea, fora) en de vernederlandste (museums, forums). Maar sinds wanneer dat is, geen idee. Het enige wat ik kon nagaan was dat in mijn oude Groene Boekje uit 1990 de vernederlandste meervouden al staan opgenomen, maar dat in mijn Van Dale uit 1984 alleen musea. Dat zou kunnen betekenen dat museums mag sinds de tweede helft van de jaren tachtig, of dat Van Dale een grotere voorkeur heeft voor de Latijnse vorm, misschien wat strenger of ouderwetser is. Preciezer kan ik de vraag niet beantwoorden.

Ik kan er wel nog wat over uitleggen. In het algemeen is het zo dat leenwoorden zich gaan gedragen naar de Nederlandse regels. De mate waarin varieert wat met de mate van inburgering van het woord, en er wringt soms wel wat mee, bijvoorbeeld in de spelling. Geüpdatet vind ik bijvoorbeeld een draak van een woordbeeld, en ik worstel regelmatig met samenstellingen met Engelse delen erin – laatst nog, de trail mix wedstrijd (trail mix-wedstrijd? trailmixwedstrijd? – en als je denkt: wat is dat in vredesnaam, dan kan ik zeggen: dat lees je hopelijk over niet al te lange tijd in mijn boek Afzien voor beginners over mijn Afrika-reis).

Dus dat museums geaccepteerd en goed wordt, is niet zo gek. Meervoudsvorming vernederlandst. Alleen, dat had bij zo’n oud leenwoord, veel ouder en ingeburgerder dan update en trail mix, al lang geleden kunnen gebeuren. Bijzonder is dus niet dat museums mag, maar dat musea het zo lang heeft volgehouden en nog steeds mag.

Waarschijnlijk is dat vooral een statuskwestie: Latijnse meervouden zijn ‘sjiek’, je moet ervoor naar school gegaan zijn. Met musea kon je je onderscheiden van het plebs dat het ‘verbasterde’ tot museums. Door middel van taalgebruik je komaf laten zien is van alle tijden, maar wat er in de tweede helft van de twintigste eeuw is gaan veranderen is dat er ook op taalgebied sprake was van democratisering. Zo werd het steeds minder belangrijk om in het openbare leven ABN te spreken, bijvoorbeeld in het onderwijs en op radio en tv. Sterker nog: de term ABN verdween. Als we nu opnamen horen uit de jaren ’50, klinkt dat vreemd formeel en stijf.

En met die democratisering werden ook de normen van de bovenklasse minder dominant. Daar wordt nog steeds veel over geklaagd en gemopperd, want wat je wel niet allemaal aan ‘fouten’ hoort tegenwoordig… groter als, hun hebben, het meisje die… en dus ook museums. ‘Fout’ is dat allemaal niet, het is zelfs natuurlijk Nederlands, met zelfs wat kenmerken van interessante taalverandering. Net als in de hele maatschappij is de vrijheid tot zelfexpressie tegenwoordig veel belangrijker dan officiële regeltjes. We kleden ons immers ook niet meer als in de jaren ’50, om maar iets te noemen.

En net als dat het bij een sollicitatiegesprek wél belangrijk is om je netjes te kleden, zou ik in een sollicitatiebrief groter dan, zij hebben en het meisje dat schrijven. Maar museums en musea mag allebei. Dat jonge mensen nu nog leren dat het musea moet zijn, is simpelweg ouderwets.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Notitie of memo?

Louise Cornelis Geplaatst op 17 februari 2009 door LHcornelis17 februari 2009 5

Laatst stond ik na een vraag in een training met mijn mond vol tanden. ‘Wat is het verschil tussen een notitie en een memo?’ was de vraag. Uuuhhh… Ik had eigenlijk geen idee. In die organisatie worden beide termen gebruikt voor beslissingsstukken. Dus als je wilt dat het management een bepaald besluit neemt, schrijf je daar een notitie/memo. De vragensteller vermoedde daar een subtiel verschil tussen.

Ik weet niet of er intern een betekenisverschil is. Dat kan: betekenissen zingen zich binnen bedrijven wel eens los. Ik kwam laatst ergens waar zo’n notitie/memo een ‘flap’ heet: ‘ze moeten hier op flappenschrijfcursus’. Ik begrijp dat als leren netjes op flipover-vellen te schrijven, maar dat was het daar intern dus niet.

Maar goed, terug naar die vraag, die ik alleen als buitenstaander kon beantwoorden. Nouja, een poging tot. Ik gaf uiteindelijk als antwoord dat ik memo vaker in bedrijven tegenkom en notitie bij de overheid, en dat ik het verder niet wist.

Ik heb het inmiddels opgezocht en dat laatste, ‘ik weet het niet’, bleek het beste antwoord. Er is zo weing betekenisverschil dat Wikipedia van notitie naar memo doorlinkt: notitie heeft geen eigen lemma en is dus hetzelfde als memo. Ook Van Dale (11e druk) heeft zeer vergelijkbare omschrijvingen: ‘korte nota of mededeling’ voor memo en ‘iets dat in het kort is opgesteld’ voor notitie.

Kort, daar gaat het om. Bij Wikipedia gaat het zelfs om een klein formaat, met 8 X 8 centimeter als voorbeeld. De beslissingsstukken van mijn opdrachtgever gaan gewoon op A4. Mag je dat wel memo/notitie noemen? Jahoor. Al noem je het onder elkaar flap – als iedereen maar begrijpt waar je het over hebt.

Geplaatst in Opvallend | 5 reacties

Verschenen: artikel over verengelsing tweetalige leerlingen

Louise Cornelis Geplaatst op 2 januari 2009 door LHcornelis2 januari 2009  

In het tijdschrift Onze Taal van januari staat een artikel van Maaike Govers over de mate waarin het Nederlands van leerlingen op tweetalige middelbare scholen beïnvloed wordt door al het Engels dat zij horen. Die beïnvloeding gaat vrij ver: die leerlingen zeggen rustig ‘wij misbegrijpen elkaar’ – en dat is dan ook de titel van het artikel. Toch roept ze geen moord en brand: het trekt waarschijnlijk wel weer bij.

Maaike was mijn scriptiestudent aan de eerstegraads lerarenopleiding van de Universiteit Leiden/Hogeschool Rotterdam (LAV-1). Ik heb de laatste paar jaar van het bestaan aan die opleiding lesgegeven; inmiddels is ze opgeheven. Mijn laatste activiteit was het begeleiden van Maaike. Ze was met haar scriptie bezig toen ik in Afrika was, en ze heeft dat zo goed en zelfstandig gedaan, naast haar baan als docent Nederlands aan een tweetalige havo-vwo-school, dat ik het prima vond dat alleen haar naam bij het artikel kwam te staan, ondanks dat ik daar ook wel wat voor heb gedaan. Ik kondig het dus met trots en plezier hier aan.

Geplaatst in Opvallend, verschenen | Geef een reactie

Nogmaals over de column met de vele reacties

Louise Cornelis Geplaatst op 29 december 2008 door LHcornelis29 december 2008  

Ik schreef er al eerder over dat mijn column in het november-nummer van Fiets een record aantal reacties heeft opgeleverd. Er is er recentelijk nog eentje bijgekomen, op het weblog Wielerplaza. De posting bevat ook de integrale tekst van de column. Uit deze posting kan ik opmaken dat de schrijver, Patrick Burger, mijn bedoeling van de column goed heeft opgepikt – dat wisselde namelijk nogal eens, zo bleek uit de reacties. Met plezier een linkje dus!

Geplaatst in Opvallend, verschenen | Geef een reactie

Stijlbreuk op kerstavond

Louise Cornelis Geplaatst op 26 december 2008 door LHcornelis26 december 2008  

Tsja, het is wat, taal en kerst. Sinds de nieuwste spellingswijziging is kerst met een kleine letter en Kerstmis met een grote (bron), als het tenminste het feest is en niet de mis, en alsof dat nog niet genoeg is, is het al een aantal jaren schrikken dat Jezus niet meer in een kribbe geboren is, maar in een voederbak. Hartstikke goed, die nieuwe bijbelvertaling – op dat ene woord na. Nouja, toegegeven, ook ‘en het geschiedde in die dagen’ vond ik prachtig, en dat is gewoon ‘in die tijd’ geworden. Maar ik begrijp dat verandering nodig was – en een beetje auw doet.

Maar afgelopen kerstnacht, in onze plaatselijke PKN-gemeente, kreeg ik toch echt bijna de slappe lach van de vertaling, ondanks dat de kribbe weer terug was. Enerzijds werden de herders ‘ongelofelijk bang’; anderzijds zongen de engelen over ‘mensen des welbehagens’. Zoiets heet een stijlbreuk: ‘ongelofelijk bang’ is informeel, maar ‘des welbehagens’ is archaïsch en formeel: het is een genitief, een naamvalsconstructie die niet meer actief gebruikt wordt in het Nederlands. Kort na elkaar botst dat, en beide stijlen kunnen nooit voor één publiek optimaal zijn. Daarom wordt aangeraden stijlbreuken op te lossen: één van de twee stukken herschrijven.

Die genitief staat in de oude NGB-vertaling, maar daar zijn de engelen niet ‘ongelofelijk bang’, nee, zij ‘vreesden met grote vreze’. En ‘ongelofelijk bang’ zijn ze zelfs in de nieuwe vertaling niet, daar ‘schrikken ze hevig’ (kennelijk had de dominee zelf wat gemaakt?). En daar zijn de ‘mensen des welbehagens’ ‘de mensen die hij (God) liefheeft’. In beide gevallen is de stijlbreuk weg.

Ik moet zeggen: de stijlbreuk werkte op mijn lachspieren. Maar misschien was het wel expres, zo realiseerde ik me later. Want herders zijn gewone kerels uit het volk, en ik kan me voorstellen dat engelen archaïsch taalgebruik bezigen. Dan is het dus een functionele stijlbreuk. In taal is vrijwel niets zwart-wit fout óf goed – ook stijlbreuken niet!

Bron bijbelvertalingen: Oude en nieuwe vertaling van het kerstverhaal naast elkaar

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Dictee-boycot

Louise Cornelis Geplaatst op 23 december 2008 door LHcornelis23 december 2008  

Deze week wordt mij natuurlijk regelmatig gevraagd hoe ik het Groot Dictee er vanaf gebracht heb. Gister zelfs ergens op internet, en laat ik mijn reactie (ietsje aangepast) hier kopiëren:

Ik doe er niet aan mee, om principiële redenen. Het wekt de indruk dat spellen iets ontzettend moeilijks is wat zelfs de allerbesten in zo’n klein tekstje niet foutloos kunnen. In dat dictee zitten vooral hele rare en moeilijke woorden, de gekste uitzonderingen, zeg maar, terwijl 99 % van de woorden reeglmatig en voorspelbaar geschreven wordt, gewoon volgens de regels – en die regels zijn voor het grootste deel ook nog eens helemaal niet zo moeilijk of absurd. En de uitzonderingen, die hoef je niet te weten, die kun je sowieso opzoeken. En als je ze vaak gebruikt, weet je ook hoe je ze moet schrijven. Probleem opgelost. Spellen is helemaal niet zo moeilijk!

Ik ben gewoon niet zo happy met de beeldvorming rond spelling. Ik maak in trainingen heel vaak mee dat mensen zeggen ‘nou, die spelling, daar snap ik echt helemaal niks meer van, hoor, al die veranderingen, veel te ingewikkeld geworden’. En dat is dus niet zo.

Bovendien is het maar spelling. Er komt bij schrijven zo ontzettend veel meer kijken dan alleen spellen, maar het wordt er wel erg mee vereenzelvigd – van die mensen die zeggen: ‘ik kan niet schrijven’. Maar ze bedoelen alleen maar ‘ik maak veel spelfouten’. Of nog preciezer: ‘ik maakte vroeger volgens de juf veel spelfouten’, óf dus ‘ik maak in het Groot Dictee wel 60 fouten’. Maar dat heeft met kunnen schrijven niet veel te maken.

Dus: ik heb niet eens gekeken.

En als neerlandicus ben ik trouwens bepaald geen spellingswonder, hoor. Nouja, de d’s en de t’s en alle regelmatige en logische dingen, die 99 % waar ik het hierboven over had, die beheers ik wel. En ik weet waar ik dingen op moet zoeken!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Het weblog bestaat niet

Louise Cornelis Geplaatst op 2 december 2008 door LHcornelis2 december 2008  

In de zaterdagbijlage van NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag staat een artikel over weblogs, ‘Digitale zeepkisten’. Weblogs worden erin beschouwd als burgerjournalistiek, en in het artikel staat de vraag centraal in hoeverre die burgerjournalistiek de professionele vervangt. Weblogs komen dan in de plaats van bijvoorbeeld het TV-journaal of de krant. En dat is op z’n minst twijfelachtig, zo is de teneur, want niet alle weblogs zijn goed.

Denkfout en/of impliciete aanname in het artikel is dat álle weblogs burgerjournalistiek zijn of willen zijn. Het artikel begint met ‘Nederland telt ongeveer een miljoen bloggers. Op internet kunnen zij de pet van journalist opzetten’. Dat kunnen is enige relativering, maar daar blijft het verder bij: de suggestie is dat ons land een miljoen burgerjournalisten kent. Het eerste voorbeeld in het artikel is van een man die er ’s avonds met z’n camera op uittrekt om lokaal nieuws vast te leggen voor zijn weblog, en de kop van een kader met een aantal getallen is bijvoorbeeld ‘Webbloggers coveren ook grote nieuwsontwikkelingen’.

Maar dat is onzin. Niet elk weblog is journalistiek, zelfs niet journalistiek bedoeld. Je hebt inderdaad zeer journalistieke blogs, maar ook nog enkele andere vormen, bijvoorbeeld:

  • Gewoon de dagelijkse wissewasjes van iemand, al dan niet in bijzondere omstandigheden. Niet te vergelijken met krant of journaal, maar met het dagboek of reisverslag van vroeger – denk aan het klassieke scheepsjournaal. Ons eigen blog over de Afrika-fietsreis viel vooral in deze categorie, al heb ik een enkele geprobeerd iets journalistieker te schrijven over de landen die we bezochten.
  • Vakinhoudelijke blogs, zoals dit. Ook niet bedoeld als algemene journalistiek, maar meer in de richting van de vakbladen.
  • ‘Corporate’ en andere zakelijke blogs, die, soms onder wat journalistiekere dekmantels, uiteindelijk een commercieel doel hebben. Te vergelijken met reclameblaadjes en nieuwsbrieven.
  • Het weblog met columns – staat weliswaar ook in de krant, maar zou je toch geen hard-core journalistiek noemen. Het gaat niet zozeer om de feiten en de dagelijkse gebeurtenissen, maar om een reflectie daarop. Overigens komt deze vorm nog wel aan de orde in het artikel, maar niet heel positief: GeenStijl wordt aangehaald als voorbeeld.
  • Het weblog dat vooral leuke internetdingetjes op een rijtje zet, dus vooral bestaat uit links naar interessante sites, eventueel voorzien van enig commentaar. Bieslog was er een voorloper in. Dit type heeft geen traditionele tegenhanger, al lijkt het wel een beetje op een catalogus of de TV-gids.
  • Het ‘doorkopieerblog’, dat van een bepaald onderwerp alle nieuwsberichten verzamelt en overzichtelijk op een rijte zet. Wel journalistiek, maar geen origineel nieuws, en meer te vergelijken met een thematische knipselkrant dan met het dagblad. Ik volg zelf bijvoorbeeld zo’n blog over The Who en eentje over Ethiopië.

Dus: niet alle weblogs zijn burgerjournalistiek, en het omgekeerde geldt ook: niet alle burgerjournalistiek is te vinden op weblogs. Op bijvoorbeeld discussieforums is ook veel ‘wisdom of the crowds’ af te tappen. Een kritiekloze houding is daarbij niet op zijn plaats. Maar ach, bij het lezen van een willekeurige krant toch ook niet?

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Fietsen langs de sporen van het Nederlands in de VS
  • Het kan wel: ‘Into my arms’ vertalen
  • Programma afgerond
  • Makkelijke taal is moeilijk
  • Spelen bij Tekstblad

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (322)
  • Opvallend (556)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (900)
  • Uncategorized (47)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (206)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • december 2025
  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑