Via @sergecornelus (die ‘m retweette van @fanseel die ‘m toeschrijft aan @annbaeke) bereikte mij op Twitter deze grap, waar ik om moest lachen omdat het zo herkenbaar is, de moeite die managers hebben met goede (schrijf-)sturing:

Zoals ik eerder al schreef, ben ik net terug van een fietsvakantie in Canada (2105 kilometer, en 23 kilometer in Alaska). Vanaf de fiets zie je nogal wat borden aan je voorbij trekken. Twee veel voorkomende verkeersborden vielen me op, omdat ze iets visualiseerden op een manier die ik zou afraden.
Dit zie ik toch echt als een vrachtwagen die achteruit de berg oprijdt, want ik lees zo’n beeld van links naar rechts. Maar het werd een vreugdevol bord voor ons: joepie, lange, steile afdaling!
En van dit bord krijg ik nog steeds lichte kortsluiting in mijn hoofd. Ik moet het perspectief namelijk halverwege het beeld draaien, en dat voelt alsof ik een snoeppapiertje oprol. De weg is immers vanuit vogelperspectief, en de vrachtauto is zij-aanzicht. Dat gaat voor mij niet samen in één plaatje. De betekenis is overigens: opgelet, vrachtverkeer van rechts.
Verder zagen we onderweg één van de mooiste borden die ik ooit zag:
Dit bord stond aan het begin van de Dempster Highway, en er was daarna inderdaad 370 kilometer lang helemaal niks. Hoe leeg wil je het hebben? Om die leegte te ervaren, daarom was deze hele reis begonnen.
Na die 370 kilometer volgden nog eens ongeveer zoveel lege kilometers, en die ‘services’ bestaan uit niet veel meer dan een garage, benzinepomp en een hotel met kampeerplekken erbij (Eagle Plains). Maar dat ervoeren we na vier dagen dus al als heel veel! Over het hotel zei trouwens één van de groepsgenoten dat hij het een optimale combinatie vond van ‘German friendliness and Latin efficiency’, en dat was een adequate karakterisering. Maar een keer weer binnen een biertje drinken was niet verkeerd, zeker niet omdat het die avond stortregende.
Dan nog iets over de tweetaligheid. Ver weg van Quebec komt het verplichte Frans soms wat geforceerd over. Zo namen we afscheid van de provincie Yukon, op de laatste pas voor de definitieve afdaling naar zeeniveau:
(Ja, die pas lag in de mist, maar zodra we afdaalden hadden we gelukkig weer zicht op het prachtige toendra-landschap.)
Op diezelfde pas dit bord:
Die keuze vind ik daar passender: naast Engels ook Gwich’in. Mij lijkt dat Frans namelijk pijnlijk voor de sprekers van die oorspronkelijke talen. Overigens heb ik ze niet horen spreken: er is in die regio niet veel meer van over. Wel mooi gezegd trouwens: ‘walk softly on our land’.
We gingen toen dus van de Yukon naar de Northwest Territories, en in de NWT houden ze duidelijk enorm van borden. Er stonden er ineens veel meer langs de kant van de weg, ook wel in onze ogen tamelijk overbodige, zoals hier, op een bruggetje in finishplaats Inuvik:
Uh, sta ik daar nou eigenlijk illegaal?
Alle foto’s: Henk Vermaas; klik op de foto’s om ze beter te kunnen zien (vergroot)
Ik ben sinds een paar dagen officieel in het CRKBO geregistreerd als docent. Wat dat betekent is dat ik, als ik werk voor een ook erkende opleidingsinstelling, ik vrijgesteld ben van het heffen van BTW. Dat is alles, en dat is hoogst zeldzaam. Maar voor die enkele keer is het een win-win-situatie. Als ik als trainer werk voor een ‘gewone’ organisatie, zoals in de meeste gevallen, verandert er niets en blijf ik gewoon BTW heffen.
Ook vandaag een linkje, naar een aankondiging van een training ‘Piramide schrijven en denken‘ die ik opmerkelijk vond – om te lachen of om te huilen.
Ik houd een beetje bij wat de concurrenten doen natuurlijk, ik google regelmatig op piramideprincipe bijvoorbeeld. Zo vind ik wel eens wat. Aankondigingen van trainingen bijvoorbeeld. Meestal zijn die goed geschreven. Een schrijftrainer moet practicen wat hij preacht, en een goede tekst is gewoon commercieel handig natuurlijk.
Maar deze…. het stukje tekst onder ‘inleiding’ is verre van piramidaal. Nou is dat nog te rechtvaardigen: het is geen adviesrapport. Verder is het echter ook ronduit slecht geschreven. Het lijkt zelfs wel gewoon een soort ‘leegloop’ door de schrijver: lukraak wat gedachten over de training. Met warrige dingen als foute verwijzingen in ‘Vandaag wordt elke McKinsey-consultant, en wellicht ook vele daarbuiten, getraind….’ (vele waarvan, en waarbuiten?), vaagheid als een ‘bepaald motiverend punt’, een verwijzing naar een tekening die er niet staat, en stijlbloemen als ‘een methode die je aanleert in een handige techniek’ of deze klapper:
Immers, een advies werd vaak geformuleerd als een chronologische opsomming van vaststellingen en allerlei anekdotes waarna het advies op het einde van het rapport als een besluit (de naam alleen al duidt op het feit dat een besluit op het einde komt) werd geformuleerd.
En waar zegt Minto dat een inleiding ‘eigenlijk niet gestructureerd is’?
Tot slot is het ook inhoudelijk nog vreemd om te stellen dat we tegenwoordig zo veel beter schrijven – iets wat ik in algemene zin helemaal niet herken (en opnieuw stilistisch niet fraai, en wie is die ‘ik’ eigenlijk?):
Ik maak me sterk dat één en ander al behoorlijk verbeterd is, ook zonder Minto’s boek, vooral omdat we met z’n allen veel meer zijn gaan communiceren met elkaar.
Deze training heb je dan dus niet nodig. En ik zou hem sowieso elders volgen.
Van Mattie, één van mijn oud-studenten van de colleges over het piramideprincipe die ik een tijdje terug in Groningen gaf, kreeg ik een link naar dit stukje: ‘Schrijfcursus voor ambtenaren werpt vruchten af‘. Dat dankzij een korte cursus de gemiddelde kwaliteit van de brieven stijgt van een 4,8 naar een 7,6.
Een stijging van 2,8 punt, dat is echt super spectaculair! In het meeste onderzoek naar het effect van schrijftrainingen is dat effect namelijk nihil. Een enkele keer is er wel effect gemeten, en dat ging dan om een paar tienden. Dit resultaat maakt me enerzijds wel wat wantrouwig naar de methode van onderzoek – dat adviesbureau dat de kwaliteit onderzocht, gaf dat bijvoorbeeld ook toevallig zelf de training?
Anderzijds denk ik: het kán dus wel! Het maakt me nieuwsgierig naar de aanpak van de training. Zelf probeer ik natuurlijk ook iets te doen waardoor er wél effect is. En soms is dat er zeker ook, maar of het er komt of niet hangt nogal af van hoe de organisatie het oppikt. Een training alleen is niet genoeg.
Mattie zelf heeft overigens in het kader van haar stage een schrijftraining ontwikkeld; ze stuurde me haar verslag. Ze heeft daarin een paar van ‘mijn’ oefeningen gebruikt – het piramideprincipecollege werpt zo zijn vruchten af! Effectmeting heeft ze niet gedaan, zou leuk zijn als dat nog een keer mogelijk is.
Zo af en toe google ik wel eens op ‘piramideprincipe’ om te zien of deze website daarmee vindbaar is (gelukkig wel, ja – eerste hit zelfs). Daarnet deed ik dat weer eens, en toen zag ik iets op de eerste pagina wat ik nog niet eerder heb gezien: een adviesbureau dat op zijn website expliciet zegt ‘wij schrijven dat rapport voor u volgens het piramideprincipe’. Zouden er meer moeten doen!
Afgelopen vrijdag ben ik naar het afscheidscollege geweest van Jan Renkema. Hij was hoogleraar tekstkwaliteit in Tilburg en gaat nu met emeritaat. Bekend is hij vooral van de Schrijfwijzer, hét naslagwerk voor taal en stijl. Er is (denk ik) geen andere hoogleraar die zo’n invloed heeft op de praktijk als hij, vooral via dat boek, maar ook omdat hij bijvoorbeeld betrokken is bij Tekstnet en bij Onze Taal.
Vrijdag was dus het afscheid van een monument. Ik moet zeggen dat dat voor mij nog niet voldoende reden was geweest om naar Tilburg af te reizen, maar ik sprak Renkema dit voorjaar op de promotie van Margreet Onrust, eigenlijk voor het eerst persoonlijk, volgens mij. Hij vertelde toen over zijn naderende afscheid en nodigde me uit, en ik vond het bovendien een aardig gesprekje – ik wist niet dat hij zo sympathiek was, zeg maar, ik had nog niet eerder, ondanks mijn jaren in de wetenschap, de gelegenheid gehad om dat te ontdekken. Het sympathieke beeld werd vrijdag voor mij sterk bevestigd. Renkema is een opvallend eigenzinnige, ietsje excentrieke persoon in de wetenschap, en er gaat met zijn vertrek in dat opzicht echt iets verloren.
De middag liep een beetje anders dan verwacht, want ik was op tijd voor de laatste lezing van het aan het afscheidscollege voorafgaande symposium, maar die bleek vervallen. Zodoende was het lang wachten op het college zelf – nouja, wachten… genoeg vakgenoten om mee te praten natuurlijk.
Het college zelf was erg leuk en ook gewoon goed, waarbij mij vooral opviel dat Renkema een prachtige visuele structuuraanduider had gekozen in de vorm van het logo van de universiteit, die overigens Tilburg University heet, en op dat Engels leverde hij ook kritiek.
Het afscheid ging ook verder niet onopgemerkt voorbij. Renkema werd vrijdag meteen na zijn college geridderd, en op zaterdag had de NRC een prachtig interview met hem. Daaruit een citaat dat ik mooi gezegd vind, en dat relevant is voor schrijvende professionals:
Schrijven is een hoogcognitieve vaardigheid. (…) Ik heb veel gewerkt met ambtenaren die stukken schreven die de minister niet kon lezen. Dat was onthullend. Als mensen moeite hebben met de inhoud, komen ze maar tot de helft van de communicatie, ze scheiden iets af dat de lezer niet bereikt. Dat is zo’n merkwaardig geheim eigenlijk, dat schrijfproces. Wat je moet doen om de tekst zich voor de lezer te kunnen laten openvouwen.
Op 13 december is er een Tekstnet-workshop over omgaan met de naamwoordstijl, ook voor niet-leden, door Margreet Onrust, die daar dit voorjaar op promoveerde. Helaas kan ik zelf niet, maar wel van harte aanbevolen!
Afgelopen vrijdag dacht ik om een uur of 3: kom, laat ik de werkweek eens in stijl afsluiten. Ik postte daarop deze piramidale tweet:
Punt achter de werkweek. Want (a) het is wel genoeg geweest en (b) dan kan ik bij daglicht hardlopen.
Ga ik eens vaker doen, piratweets, tweetamides, sturen.
En grappig: m’n tweet werd heel snel geretweet door collega @JeanineMies, die er ‘Mooie piramide Louise :)’ aan toevoegde. Hoera, een piramideherkenner!
Vorige week heb ik weer een masterclass gedaan bij Storyventures. Eerder deed ik er een over storytelling en leiderschap, dit keer was het over storytelling voor zakelijk schrijven. Het was weer leuk en nuttig, ook om met de anderen in de groep van gedachten te wisselen. Het ging nogal eens over belemmeringen voor beter schrijven in organisaties, en dat leverde herkenning op, maar ook wel verbazing.
Ik verbaasde me bijvoorbeeld over de negatieve associaties die de term professionaliseringsslag opriep – dat ook professionalisering gebruikt kan worden als eufemisme voor ontslagen, dat wist ik nog niet. En dat is natuurlijk interessant: het laat zien dat zo’n vaag, abstract woord door verschillende mensen heel verschillend opgevat kan worden. Dát wist ik dan weer wel – het is een argument voor concreet schrijven.
Ik ben nu bezig met het huiswerk: een tekst van mezelf voorzien van de drie ‘verhaalbruggen’: illustraties (voorbeelden), de elementen van het narratieve model (een held die tegenwerking overwint ten behoeve van een begunstigde) en metaforen. De illustraties en de metaforen zaten er al in, daar schrijf ik sowieso wel mee, maar dat narratieve model, daar knapt de tekst inderdaad van op en het is leuk om te doen. En ja, dat is een zakelijke tekst. Te zijner tijd plaats ik hem hier.
Er zat ook weer fraai materiaal bij de training. Meteen het eerste wat ik zag was al raak, want op de voorkant van de syllabus staat dit treffende citaat van George Bernard Shaw:
The single biggest problem in communication is the illusion that it has taken place.
En zo is het maar net!