↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

De studie Nederlands maakte mij een expert-lezer

Louise Cornelis Geplaatst op 1 maart 2019 door LHcornelis1 maart 2019  

Het gaat in de algemene en mijn vak-media al dagen over het opheffen van de studie Nederlands aan de VU. Eén van de thema’s die vaak terugkomen is de vraag wat de meerwaarde is van de studie, los van de mogelijkheid tot het halen van een lesbevoegdheid. Waarom zou je de drie sub-disciplines – taalbeheersing, taalkunde en letterkunde (de laatste twee met hun historische benaderingen) – combineren tot één studie? Als je, zeg, in de praktijk van schrijven in organisaties wil werken, zoals ik, heb je dan niet meer aan alleen taalbeheersing, in combinatie met bijvoorbeeld Engels, communicatie of iets economisch of bedrijfskundigs? 

Het zette mij aan het denken over wat ik ervaar als de meerwaarde van mijn studie. Het is voor mij lastig om los te knippen: ik deed ook Algemene Letteren, ik ben daarna gepromoveeerd, en ik haalde mijn doctoraal lang (bijna 28 jaar) geleden. Toch durf ik wel een gok te doen. Bij historische taalkunde en bij letterkunde leerde ik twee dingen die voor mij van cruciaal belang zijn in het werk dat ik doe:

  • Bij een vak historische taalkunde van Arjan van Leuvensteijn leerde ik hoe je kritiek levert op de argumentatie in een wetenschappelijk artikel. Ik zie dat als cruciale stap in mijn ontwikkeling van lezen om te leren wat er staat (en als je het dan niet begrijpt of niet overtuigd bent, ligt het aan jou als lezer) naar écht kritisch lezen, waarbij het de schuld van de schrijver is als het niet duidelijk of overtuigend is. Met kritisch lezen verdien ik mijn brood – je kunt niet redigeren of feedback geven op een tekst als je bij twijfels over de tekst denkt dat het aan jezelf ligt. Sterker nog: inmiddels is ‘de lezer heeft altijd gelijk’ misschien wel  hét uitgangspunt in het werk dat ik doe. Als daar discussie over is, zie ik mezelf nog wel eens terug in dat kleine collegezaaltje, klein groepje studenten rond een tafel, Arjan aan het hoofd – en dan ben ik hem heel dankbaar. (Het grappige is: inhoudelijk kan ik me niets meer van het vak herinneren. En ik had ditzelfde natuurlijk ook bij een ander vak kunnen leren, maar het gebeurde hier.)
  • Bij letterkunde heb ik geleerd om overzicht te krijgen over grote hoeveelheden ongeordende stof (teksten). Ik deed een keer een bijvak psychologie en ik kon bijna niet geloven hoe gestructureerd die stof was: 13 colleges, boek met 13 hoofdstukken, elk hoofdstuk was even lang en begon met een vooruitblik en eindigde met een samenvatting en een checklist of je alles  wel begrepen had. Ik vond dat een lachertje: ik haalde het vak in minder dan een kwart van het aantal uren dat ervoor stond. Voor tentamens letterkunde moest ik me door enorme stapels heenlezen, van zowel primaire als secundaire literatuur, uit allerlei hoeken en gaten, deels zelf bij elkaar gezocht, nauwelijks ‘verdidactiseerd’ – en daar moest ik dus de hoofd- en bijzaken van leren scheiden, want anders was het niet te doen. Nog steeds merk ik dat ik in vergelijking met anderen heel handig ben in snel overzicht krijgen over documenten. Dat maakt me efficiënt in mijn werk, maar ook privé is het handig. Geef mij maar even een reisgids en binnen een paar minuten weet ik waar we heen moeten.

Deze twee dingen komen volgens mij samen neer op een heel grote expertise als lezer. Dat is waarom ik ooit Nederlands ben gaan studeren: omdat ik graag las (en schreef). Dat doe ik nog steeds, ik heb er mijn vak van gemaakt. De studie was wat mij betreft super waardevol. En dan gaat het dus niet eens zozeer om de inhoud, nouja, ook, en zeker voor wat betreft mijn specialisatie, de taalbeheersing. Maar van ‘de rest’ heb ik vooral vaardigheden en een bepaalde houding meegekregen. En die heb ik net zo hard nodig als die inhoudelijke kennis.

Ik ben er trots op neerlandicus te zijn.

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Slik

Louise Cornelis Geplaatst op 26 februari 2019 door LHcornelis25 februari 2019  

Toch wel even slikken, hoor, afgelopen weekend: ‘mijn’ studie houdt op te bestaan. Ik studeerde Nederlands (en Algemene Letteren) aan de VU. Toen was het ook al niet heel groot, in vergelijking met de andere universiteiten, voor mij juist een reden om daarheen te gaan, want ik was de multiple-choice-tentamens en massale hoorcolleges enzo zat, daar leerde ik niet veel van, vond ik (ik had m’n propedeuse in Utrecht gedaan). Die aantallen zijn nergens meer, mede door de opkomst van studies als CIW en Taalwetenschap enzo. En door het inzakken van de interesse. Dat baart mij ook zorgen, ja, zeker omdat het veelzeggend is over het schoolvak Nederlands, al hoop ik ook wel op een varkenscyclus-effect.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Lastig, die fietsers – so what?

Louise Cornelis Geplaatst op 12 februari 2019 door LHcornelis12 februari 2019  

Ik zag net een krantenkop die illustreert waarom het formuleren van een (één) hoofdboodschap zo belangrijk is:

Nederland ‘best voorbereid’ op autonome auto’s, fietsers maken komst lastig.

Dat zijn twee boodschappen; het deel voor de komma stuurt richting ‘dus die gaan er komen’, het tweede richting het omgekeerde. Dus wat moet ik nou denken/vinden, wat is de so what? 

Die blijkt pas als ik ga lezen: 

de opbouw van Nederland maakt het lastig om de zelfrijdende auto een prominente plek te geven in stedelijke gebieden

Okee, weet ik dat – maar dan vraag ik me af waar het deel voor de komma op slaat. ‘Goed voorbereid’ wil kennelijk zeggen: qua technologie, acceptatie van consumenten, wetgeving en infrastructuur. Ik zie het die consultants in een modelletje zetten en afvinken. Maar dan denk ik: dan heeft het criterium ‘overige weggebruikers’ ontbroken in de analyse. Dus het deel voor de komma is (denk ik) de uitkomst van de analyse, en ojee, toen waren er ook nog fietsers, model overhoop. 

En dat denk ik óók omdat ik zulke restantjes van een analyse wel vaker zie, en wel vaker ook zie dat die in de weg zitten voor het formuleren van een eenduidige hoofdboodschap.

Nederland is helemaal niet goed voorbereid op autonome auto’s: te veel fietsers. Soms kan een bevinding in één klein hoekje van je analyse de hoofdboodschap doen kantelen.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Ik geef weer college – in loondienst

Louise Cornelis Geplaatst op 11 februari 2019 door LHcornelis11 februari 2019  

Ik heb één academisch jaar overgeslagen, maar inmiddels is het weer zo ver: sinds donderdag geef ik weer college, ben ik weer eens inval-universitair-docent dus. Opnieuw in Leiden, dit keer een vak dat ik zelf als student erg leuk gevonden zou hebben en dat ook weer een heleboel raakvlakken heeft met mijn ‘gewone’ werk en dus met dit weblog: tekst- en gespreksanalyse. 

We zijn donderdag goed begonnen: de studenten gaan onder andere aan de slag met een eigen tekst, en ik heb dat ‘afgetrapt’ met een eigen tekst: het eerste couplet van Into My Arms van Nick Cave, een tekst die ik geweldig én bijzonder vind. We hadden meteen al wat discussie over de interpretatie daarvan, en dat vond ik leuk. Dat interpretatie verschilt tussen lezers (en luisteraars) is een belangrijk inzicht dat ik de studenten hoop mee te geven en bovendien leer ik daar zelf ook van.

Ik zal op dit blog natuurlijk weer verslag doen van wat ik van het vak ‘meeneem’ voor de praktijk van zakelijk schrijven. Nu eerst even over iets anders dan de inhoud, namelijk: de arbeidsverhouding.

Tot de vorige keer, twee jaar geleden, kon ik voor de Universiteit Leiden werken als zelfstandige. In Utrecht kon dat al eerder niet, en nu bleek het ook in Leiden niet meer te kunnen. Dat werd pas duidelijk na een voor mij wat frustrerende onderhandeling erover, waarin ze iets boden wat voor mij een affront was. Maar daar bleek dus achter te zitten dat het niet meer mag, als freelance docent een vak geven. Van de Belastingdienst niet, en het breekpunt is dat er sprake is van een gezagsverhouding, iets wat sinds het afschaffen van de VAR en de mislukte invoering van de wet DBA belangrijker geworden is.

Enerzijds snap ik dat van de gezagsverhouding wel: de universiteit leidt op voor een erkend diploma en dus mag ik als docent niet zomaar wat doen. Anderzijds is het wat mij betreft een vaag schemergebied: mijn baas heeft letterlijk gezegd dat ik het vak naar eigen inzicht in mag richten, terwijl ik elders wel eens een door het bedrijf ontworpen training geef waarvoor in een draaiboek is vastgelegd wat ik van uur tot uur moet doen. Dat laatste doe ik wél als zelfstandige. Tsja.

Dus, ik ben in loondienst, voor dik 6 uur per week voor 6 maanden. Naast de bekende financiële nadelen daarvan (mijn eigen kosten voor pensioenopbouw, reserves voor slechte tijden, arbeidsongeschiktheid e.d. lopen gewoon door terwijl ik over salaris van alles afdraag waar ik niet of nauwelijks gebruik van kan of zelfs mag maken) zijn er nog twee andere nadelen aan verbonden:

  • Ik kan dit maar één keer per jaar doen, want bij een tweede keer zou ik ook nog eens m’n ondernemersaftrek kwijtraken, wat een paar duizend euro scheelt en dan zou ik dus bijna voor nop werken. Immers, nu kan ik nog voldoende uren naast die loondienst in mijn eigen bedrijf stoppen, maar met nog meer loondienst is dat niet meer reëel. Hier klopt wat mij betreft iets niet in het belastingstelsel, want zo’n enkel snippertje in loondienst verandert niets wezenlijks aan de manier waarop ik werk en  mijn bedrijf run, en dus ook niet aan het risico dat ik loop. Recht op een uitkering heb ik bijvoorbeeld niet, als ik straks in de zomer in Leiden formeel ‘op straat sta’. 
  • Ik word niet gecompenseerd voor de grote mate van flexibiliteit die de klus van me vraagt. Ik krijg nu een kleine 20 % van een voltijds salaris, voor 6 maanden. Ik ben fatsoenlijk ingeschaald, dus dat klinkt heel redelijk. Maar ik zou nooit een stuk of 12 van dit soort puzzelstukjes bij elkaar kunnen leggen, als ik fulltime zou willen werken en verdienen – dat lukt nooit. Daarom geldt in mijn werk als zelfstandige dat mijn uurtarief hoger ligt voor kleine klussen, en dat ik sowieso per uur behoorlijk wat meer moet verdienen dan iemand die een contract van 40 uur heeft, om er netto over een langere periode hetzelfde aan over te houden. Ik kan niet anders werken dan met gaten, loze ruimtes, tussen mijn verdienende tijd. Daar hoor ik voor gecompenseerd te worden, bij zo’n klein snippertje, en in mijn gewone werk spreekt dat voor zich. Maar voor de universiteit dus niet.

Dat ik toch ‘ja’ heb gezegd, is zakelijk dus eigenlijk niet te verantwoorden. Maar ik vind het erg leuk werk, ik begrijp hoe klem ze zitten (en na enig heen-en-weer begrepen ze vanuit Leiden mij ook), en het levert me immaterieel altijd heel veel op aan inspiratie en nieuwe kennis, en aan plezier van het contact met studenten en collega’s. Bovendien vinden veel opdrachtgevers het wel interessant dat ik ook nog wel eens wat doe aan een universiteit. Vooruit dan maar – de zaken lopen verder goed genoeg. 

Het laat mij wel zien dat de universiteiten enerzijds niet voldoende flexibel kunnen zijn, terwijl  er anderzijds een heleboel wetenschappers op tijdelijke contracten zitten die maar geen vast contract krijgen. Aan beide kanten onvoldoende maatwerk, lijkt mij. 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Praten met docenten adviesvaardigheden

Louise Cornelis Geplaatst op 1 februari 2019 door LHcornelis1 februari 2019  

Afgelopen woensdag was ik naar een bijeenkomst voor docenten adviesvaardigheden en consulting in het hoger onderwijs. Die vond plaats bij SIOO in Utrecht. Ik heb al een tijdje geen adviesvaardigheden meer gegeven, maar dat in het verleden wel gedaan en ik hoop ook dat het in de toekomst weer zo gaat zijn. En ik heb een boek geschreven dat in het hoger onderwijs gebruikt wordt. Vandaar dat de bijeenkomst zeker mijn interesse had.

En het was ook inderdaad leuk. Er waren zo’n twintig deelnemers, meest van Hbo-opleidingen, maar verder heel divers. Een deel van de bijeenkomst ging over een ‘whitepaper’ van SIOO over wat een adviseur moet kunnen maar het leukste vond ik om van de anderen te horen wat ze doen en wat daar de mooie en lastige kanten van zijn. Ik had daar graag nog verder over doorgepraat, want drie uurtjes ervoer ik als veel te kort – hopelijk gaat dat ook nog wel gebeuren, die intentie was er zeker. Ik heb ook nog enkele contacten gelegd waar mogelijk ook een vervolg op komt.

Eén klein dingetje dat me opviel was dat de docenten de term ‘beroepsproduct’ gebruikten. In de context van adviesrapporten is dat het ding dat de studenten in een praktijksituatie uitbrengen aan de opdrachtgever, en daarnaast schrijven nog een ‘verantwoordingsdocument’ voor de opleiding, bijvoorbeeld met de gebruikte literatuur erin. Dat was nieuw voor mij. Ik vind dat een goede ontwikkeling, omdat de praktijk vraagt om iets anders dan de schoolse manier van rapporteren, dat is één van mijn stokpaardjes (zie hier bijvoorbeeld).

Als het er maar niet toe leidt dat de indruk ontstaat dat je je ‘in het echt’ nooit hoeft te verantwoorden, of je adviezen met literatuur onderbouwen. Er zijn geadviseerden voor wie dat wel degelijk wenselijk is.  

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Uitzicht (2)

Louise Cornelis Geplaatst op 28 januari 2019 door LHcornelis28 januari 2019  

In augustus postte ik hier een keer over de fraaie uitzichten bij sommige van mijn opdrachtgevers. Afgelopen vrijdag zat ik in Amsterdam op de 22e verdieping en nam ik deze foto van het uitzicht recht naar voren uit het raam:

Grijs vlak

Als je klem tegen het raam ging staan, zag je beneden nog net de grond, zo mistig was het. Het had iets vervreemdends: mijn ogen wisten niet waarop te focussen en het leek alsof we in een grijze cocon zweefden! 

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Steenkolen

Louise Cornelis Geplaatst op 25 januari 2019 door LHcornelis23 januari 2019  

Ik ben de laatste tijd twee voorbeelden tegengekomen van echt steenkolenengels: English that has gone Dutch. Beide neerlandicismen waren in de organisatie in kwestie een eigen leven gaan leiden en werden dus niet meer als fout ervaren:

  • Your ask, voor your request of question, dus ask als een zelfstandig naamwoord, als ons vraag. Mogelijk is dat trouwens geen neerlandicisme: enig googlen leert me dat mogelijk wel klopt wat ze daar zelf over zeiden: dat het consultant-jargon is voor ‘wat is het dat de cliënt wil dat we doen’. Ik ben het verder nog niet tegengekomen, en dat het consultees is, lijkt me ook een reden om het niet te gebruiken.
  • Plan of approach, voor plan van aanpak, waar Engels approach of action plan zou zeggen, volgens mij, eventueel in combinatie met proposed of proposal. Ik vind het op Google wel, maar opvallend veel op Nederlandse sites, dus dit lijkt me wel degelijk een steenkooltje.
Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Drie leuke dingen uit Schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 15 januari 2019 door LHcornelis15 januari 2019  

In de huidige editie van Schrijven Magazine (06-2018) staan een boel mooie artikelen. Dat valt me extra op, omdat het tijdschrift in mijn ogen best wel vaak in herhaling valt: heel vaak dezelfde soort schrijftips bijvoorbeeld, of weer een debutant aan het woord met in andere woorden gelijksoortige ervaringen. Zelf een boek schrijven, het thema van het tijdschrift, tsja, het houdt wel een keer op met wat je daar voor nieuws over kunt zeggen.

Of niet? In deze editie vond ik een paar dingen toch echt wel vernieuwend – ik houd m’n abonnement maar weer aan! Ik haal er drie dingen uit:

  • Een tamelijk filosofisch artikel van Ton Rozeman over hoe verhalen heel vaak gaan over verhalen, in de zin van dat onze persoonlijkheid uit verhalen bestaat, en zo ook de literaire personages. Verhalen die je jezelf vertelt, c.q. die de personages zichzelf vertellen of zouden kunnen vertellen, en die doorklinken in het boek.
  • Een mooie observatie van Hetty Kleinloog over hoe iets wat eerst alleen maar in haar hoofd bestond en op papier, uiteindelijk iets werd van vlees en bloed. Kleinloog is namelijk schenarioschrijver, en in een van haar scenario’s kwam een kameel voor. Ze had nog gedacht: dat wordt een probleem voor de producent, een  echte kameel in de studio halen. Maar nee hoor,  en zo stond haar idee ineens ‘levend, kauwend en poepend’ voor haar neus – aaibaar en riekend, met twee bulten (p. 33)! Dat lijkt me een geweldige ervaring!
  • Wel in herhaling, maar ik blijf het graag beamen: Rosita Steenbeek heeft als derde schrijfadvies ‘Ga wandelen’ (p. 65). Eerst een tijdje schrijven, dan lopen – om het lopen, niet om schrijfproblemen op te lossen. Maar dat gebeurt dan toch. Ineens valt er iets op z’n plek. En naderhand ga je met frisse ogen verder. En ja, dat geldt óók voor zakelijke schrijven! 

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Gekke zin: opgeroepen uitvoerder in beknopte bijzin

Louise Cornelis Geplaatst op 10 januari 2019 door LHcornelis10 januari 2019  

Op mijn bureau ligt al een tijdje een briefje met een zin erop die ik op de radio hoorde en zo opmerkelijk vond dat ik ‘m meteen heb opgeschreven. Het briefje ligt er al zo lang dat ik vergeten ben wanneer en in welk programma precies, het moet Radio 1 geweest zijn, voor de kerst.

Het gaat om een beknopte bijzin, en daar gaan wel vaker dingen mee mis. Het voorbeeld uit mijn leerboek van vroeger zit nog steeds in mijn hoofd:

Zwaaiend reed de auto met de koningin voorbij.

Dan zwaait dus de auto, niet de koningin. Zie uitleg en andere voorbeelden.

Nou de zin die ik opschreef:

Zeilend op een schip werd een experiment uitgevoerd.

Alleen naar de grammatica kijkend klopt deze zin niet: het onderwerp van de hoofdzin is een experiment en dat kan niet zeilen. Maar de hoofdzin is een lijdende vorm, en die roept standaard de gedachte op aan een handelende persoon, dus een de ‘uitvoerder’ van dat experiment (zie mijn proefschrift). Die uitvoerder ‘zweeft’ dus ergens boven de zin, en die is waarschijnlijk ook de zeiler. 

Ik vind de zin dus een extra argument voor wat ik in mijn proefschrift betoog: dat de lijdende vorm de handelende persoon oproept. Dat vind ik interessanter dan of de zin ‘fout’ is of niet. Ik snap ‘m in elk geval wel. In een tekst zou ik hem overigens wel corrigeren.

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Symposium stijl (2): op de agenda

Louise Cornelis Geplaatst op 6 december 2018 door LHcornelis3 december 2018  

In mijn vorige post over het inspirerende symposium van vorige week kondigde ik het al aan: ik had in de aanloop bedacht wat voor soort stijl-onderzoek ik nuttig zou vinden voor mijn praktijk. Ik zou graag een oplossing zien voor de volgende drie praktijkproblemen:

  1. Ik zie schrijvers veel tijd besteden aan formuleringsdingetjes waarvan ik denk: het sop is de kool niet waard – en idem dito hun leidinggevenden, en daar klagen die schrijvers over. Dus dat hun leidinggevende hun tekst overneemt en verandert. Ze vinden het frustrerend en zien ook vaak het nut niet. En ik moet zeggen: ik soms ook niet. De leidinggevenden klagen wel eens over hoe veel tijd het redigeren kost. Ik denk dan wel eens: doe het dan niet. Maar dat nemen ze niet zomaar van me aan. 
    Dit vraagt om normatief stijlonderzoek. Ik heb vragen als: hoe scheid je hoofd- en bijzaken als je redigeert? Dus stel, je hebt als schrijvende professional of dienst baas een uur om een rapport van vijf pagina’s af te redigeren. Wat kun je dan het beste doen, en wat kun je laten? Wat zijn ‘must-have’s’ en wat zijn ‘nice-to-have’s’? Waar doe je de lezer echt een plezier mee? 
  2. Schrijvers maken in hun hoofd allerlei keuzes die resulteren in de zinnen. Wat doen ze dan eigenlijk precies, en hoe komt het dat er dan bij de een betere zinnen uitrollen dan bij de ander? En hoe kun je dat beïnvloeden? Ik weet bijvoorbeeld van onderzoek naar het effect op stijl van baan-onzekerheid en laatst las ik nog een introspectief blog over ego en stijl. Er zijn allerlei strategische en tactische overwegingen onderzocht, onder andere van beleidsschrijvers.
    Maar er is ook nog veel niet bekend. En dat vraagt dus om ‘productief’ stijlonderzoek: hoe formuleren schrijvers eigenlijk, en hoe leren ze dat?
    Ik zou bijvoorbeeld wel benieuwd zijn naar wat iemand bezielt die vindt dat hij niet altijd mag schrijver, er ten alle tijden van maakt en dan dus drie spelfouten maakt. Of: welke rol spelen alle mag-niet’s en moeten’s? 
  3. Ik zou graag meer nuance zien in het maatschappelijk stijldebat. Ik heb zelf als stokpaardje de lijdende vorm, en ik kan me groen en geel ergeren aan wat voor soort ongefundeerde en ongenuanceerde adviezen mijn vakgenoten daarover geven, in trainingen, op blogs en in handboeken. Er gaapt een kloof van jewelste tussen wetenschap en praktijk op dit gebied – het meeste schrijfadvies is in de verste verte niet ‘evidence based’. Deels is er nog onvoldoende evidence (daar gaan de vorige twee punten over), maar deels zal het veel praktijkmensen worst wezen.
    Alhoewel… worst wezen? Het is ook zo dat de wetenschap de praktijk onvoldoende bereikt. Ik heb vooral bij Tekstnet wel gezien dat er veel tekstschrijvers zijn met een enorme kennishonger. Een dankbaar publiek, lijkt me. En ik heb vrijdag ook nog gezegd dat wetenschappers ook wel wat vaker op zo’n blog mogen reageren. Iets meer ‘opvoeden’. In die zin is dit punt eigenlijk helemaal geen apart onderzoeksonderwerp. Maar het staat wel hoog op mijn wensenlijstje.

De punten vonden weerklank, soms uit verrassende hoek, want vanuit het primair en secundair onderwijs werden de eerste twee herkend – of omgekeerd, dat ik herkende wat zij zeiden. Punt 3 heeft de belangstelling van het VIOT-bestuur, en dan ook in omgekeerde zin: de wetenschap zou graag meer horen wat voor vragen er leven in de praktijk. Zo kon ik dus mijn wensen wel kwijt. Er waren ook andere agendapunten natuurlijk – het onderzoek moet vooral ook zijn eigen weg gaan. Niet voor niets schreef ik maandag al over de onverwachte vruchtbaarheid van de meer theoretische bespiegelingen. 

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat. Ik verwacht niet dat de wetenschap ‘even’ antwoord gaat geven op mijn vragen, en voor het derde punt geldt dat beide partijen het als liefhebberij moeten doen: voor de wetenschappers is het geen onderzoek en de praktijkmensen krijgen er niet voor betaald. Zeker niet in eerste instantie. Maar het levert vast wel wat op.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Fietsen langs de sporen van het Nederlands in de VS
  • Het kan wel: ‘Into my arms’ vertalen
  • Programma afgerond
  • Makkelijke taal is moeilijk
  • Spelen bij Tekstblad

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (322)
  • Opvallend (556)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (900)
  • Uncategorized (47)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (206)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • december 2025
  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑