↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Bijzonder vraagteken achter krantenkop

Louise Cornelis Geplaatst op 28 april 2022 door LHcornelis28 april 2022  

Als ik het idee van de hoofdboodschap uitleg, maak ik vaak een vergelijking met krantenkoppen. Net als de hoofdboodschap beantwoordt een kop de vraag van een lezer (‘wat is er gebeurd?’), overkoepelt de inhoud van het artikel en is de formulering ervan dusdanig kernachtig dat een lezer ‘m in één keer kan vatten.

Wat ik daarmee ook illustreer, is het verschil tussen een boodschap en een vraag. Sommige leerders van het piramideprincipe hebben namelijk de neiging om de hoofdboodschap als vraag te formuleren. Ik vertel dan dat dat hetzelfde zou zijn als een krantenkop als ‘Wat is er vandaag gebeurd’ of iets specifieker, bijvoorbeeld, aansluitend bij iets in het actuele nieuws: ‘Hoe bewaakt Rusland zijn marinehaven?’ Niet voor niets is een vraagteken in een krantenkop taboe – al wordt daar ook wel eens mee gespeeld.

Tegen deze achtergrond vond ik het frappant om een veelbetekenend vraagteken achter een krantenkop tegen te komen in een boek dat ik onlangs las. Dat ik onlangs ademloos heb uitgelezen, moet ik zeggen, want ik vond het geweldig: Een Duitse Zomer, van Rolf Bos, over de gijzeling en dood van de Israelische equipe tijdens de Olympische Spelen van 1972 – mijn vroegste jeugdherinnering aan wereldnieuws, vandaar dat ik het boek graag wilde lezen toen ik zag dat het in de NRC-recensie vijf bollen kreeg. Het boek maakte mijn hoge verwachting helemaal waar.

Dat over de krantenkoppen is een klein maar saillant detail, op p. 229/230. In de bevrijdingsactie ging een heleboel mis, waaronder dat er te vroeg aan de media werd gemeld dat die was gelukt en dat de gijzelaars dus vrij waren. Dat nieuws kwam net voor de deadline van de ochtendkranten en dus kopten een boel kranten ‘Gijzelaars zijn vrij’, of, in The Jerusalem Post: ‘All Israeli hostages have been freed’.

Alle kranten? Nee, het Limbugs Dagblad had een ‘sceptische nachtredacteur’ en die zette er een vraagteken achter, ‘normaal een eindredactionele doodzonde’: ‘Gijzelaars bevrijd?’ 

Die redacteur had iets goed aangevoeld. Iets later moesten een heleboel kranten in hun volgende editie iets heel anders melden: ‘Massacre at the Games’, ‘Extra Ausgabe: alle Geiseln getötet’. Dan volgt er een prachtig beeld:

In lijn 4 van de S-Bahn van München zitten in de ochtend van 6 september mensen tegenover elkaar met verschillende edities van de ochtendbladen voor hun neus. ‘Alle Geiseln gerettet’, lees je aan de ene kant van de wagon; ‘Alle Geiseln tot,’ staat er aan de andere kant.

Mogelijk was dit niet, of niet alleen, overmacht: de West-Duitse overheid verspreidde ‘al dan niet bewust’ mist – lang niet alles is duidelijk geworden over die fatale nacht.

Het is maar een detail uit het boek, dat ik eruit haal omdat het raakt aan mijn werk. Het is lang niet het enige detail dat op mij grote indruk maakte. Heb je interesse in wereld- en/of sportgeschiedenis? Lezen, dat boek!

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Oja, zo ging dat

Louise Cornelis Geplaatst op 7 april 2022 door LHcornelis7 april 2022  

De laatste weken is mijn werk ineens weer een heel stuk ‘normaler’ geworden, in de zin van: het lijkt weer veel op hoe het ging voor maart 2020. Er blijft nog steeds wel wat online doorgaan, maar de meerderheid is ‘live’. Ik geniet daarvan: van werken met ‘echte’ mensen, van de praatjes tussendoor, van de dynamiek en afwisseling in mijn werkende bestaan.

Regelmatig heb ik ‘oja, zo ging dat’-momenten: dingen waar ik in de tussentijd niet aan had gedacht, en me nu ineens weer realiseer. Daar zitten fijne dingen tussen: voor het eerst weer een supervisie-sessie (waarin de deelnemers feedback geven en krijgen op eigen werk) waaraan ik zelf mee kan doen. Online lukt dat qua logistiek niet. Een klein oja-moment daarbij was het doorgegeven zien worden van het gekleurde papier waarop de feedback komt te staan: ik houd van kleur in een ruimte.

Er zitten echter ook momenten tussen waarin ik denk: urgh, hier heb ik juist twee jaar lang geen last van gehad. Technische problemen: dinsdag lukte het niet het smartboard aan de praat te krijgen met mijn laptop. Gelukkig kon ik presenteren met mijn USB-stick erin, maar daar gebeurden wel gekke dingen mee: op het smartboard verschenen onder andere ook de verborgen dia’s, en per dia alle animaties in één keer.

Of zoiets als laatst, een beetje ongelukkige ontvangst bij een opdrachtgever: zaal is bezet tot na de aanvangstijd van de training, ze zetten me ondertussen in een hokje en bieden niet eens koffie aan. Als ik de zaal in kan, ook nog niet, ik mag dat zelf gaan halen – terwijl ik ook op eigen houtje mag uitvogelen hoe het scherm werkt.

Op zo’n moment herinner ik me dat ik twee jaar geleden miste om van nieuwe opdrachtgevers niet te zien en te ervaren hoe hun kantoor is – die omgeving letterlijk en figuurlijk op te snuiven. Dat levert toch ook echt informatie op. Naast dat ik het leuk vind om op zo veel en zo verschillende plekken te zijn.

Ik heb ook alweer ervaren dat veel onderweg zijn gauw druk wordt: oja, reizen kost tijd, en als ik dan weer op m’n plek ben, wacht daar het opruimen en afhandelen van alles wat er ondertussen is gebeurd. Ook weer, net als vroeger, een limiet aan stellen dus.

Al met al denk ik dat ik productiever ben zo. Door de afwisseling krijg ik zelf meer voor elkaar, en ik denk dat ik op locatie ook meer ‘impact’ heb.

Echt normaal wordt het pas als ik kan ophouden met steeds de incubatietijd aftellen nadat ik met een groep heb gewerkt. Als ik zie en hoor hoe veel mensen om me heen de laatste tijd covid gehad hebben, verbaas ik me erover dat het mij nog steeds niet heeft weten te vinden. Anderen ook: laatst bij een opdrachtgever zei iemand: “Maar iedereen heeft het toch al gehad?” Die keek dus verbaasd toen ik zei “Neehoor, ik niet”. Verbazingwekkend of niet – ik houd het graag zo!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Motie over ‘gewoon’ format

Louise Cornelis Geplaatst op 4 april 2022 door LHcornelis4 april 2022  

Opmerkelijke motie vorige week, van Tweede-Kamerleden Van Weerdenburg en Van Haga. Zij vonden de I-Strategie Rijk 2021-2025 een ‘nodeloos uitgebreide en overdreven vormgegeven reclame-brochure’ en willen dat soort teksten in het vervolg graag gewoon in Kamerbriefformat. Ik werd erop geattendeerd door iemand met wie ik bij de Rijksoverheid samenwerk, aan terughoudend opgemaakte en weloverwogen beknopte rapporten die ook bij de Tweede Kamer terechtkomen.

Ik kan me wat voorstellen bij die wens uit de Tweede Kamer. Ik weet niet of het een motie waard is, en ik zeg het met enig knarsetanden omdat het tot cognitieve dissonantie bij me leidt om het met een PVV’er en Van Haga eens te zijn.

Maar inderdaad. Mooie vormgeving vind ik nog tot daaraan toe (mag wat kosten kennelijk?). Maar 128 pagina’s zonder eenduidige of overzichtelijke structuur, zonder inhoudsopgave en zonder snel vindbare hoofdboodschap, en met van die holle frasen als ‘We leven in uitdagende tijden’ – tsja…. 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Er komt weer een boek!

Louise Cornelis Geplaatst op 23 maart 2022 door LHcornelis23 maart 2022 2

Fiets Magazine heeft elke maand een rubriek ‘Fietser’ en deze maand sta ik daarin. Dat is sowieso leuk natuurlijk, maar wat er nog extra leuk aan is, is dat ik daarin een nieuwtje aankondig: als alles goed gaat, verschijnt volgend jaar van mij weer een boek! Het is bedoeld voor mensen (m/v) die met hart en ziel sporten, merken dat ze een dagje ouder worden, en zich afvragen: hoe blijf ik goed en hoe houd ik het leuk?

Ik noem het wel eens mijn andere vak: ik ben naast sporter ook al een aantal jaren trainer en trainingsbegeleider. Heel andere koek dan adviesrapporten, maar met schrijven komen de twee vakken samen, en dat is zeer inspirerend. Ik had altijd al mijn andere blog, waarvan enkele stukken in bewerkte vorm in het boek staan. Daarnaast heb ik onder andere diverse collega-sporters geïnterviewd. Ik ben er al jaren mee bezig, en naast leuk was dat ook leerzaam.

Ik heb het boek geschreven dat ik zelf een jaar of tien geleden graag had willen lezen. Een titel heeft het nog niet, daar ben ik hard over aan het nadenken.

De laatste maanden ben ik vooral bezig geweest met het zoeken naar een uitgever. Die heb ik nu, of althans: een mondeling akkoord, met enthousiasme over en weer – erg leuk. Wordt vervolgd dus!

 

Geplaatst in Opvallend, verschenen | 2 reacties

Wemmen!

Louise Cornelis Geplaatst op 16 februari 2022 door LHcornelis14 februari 2022  

Na een zwemloze periode door de lockdownsluiting en daarna wat andere prioriteiten was ik deze week weer eens in ‘mijn’ Zwembad West, al vaker goed geweest voor grappige bordjes. Dit keer schoot ik nog voor ik binnen was al in de lach: ik wil ook op wemles! Met een abonnemen! En kortin op de 1e maan! Maarja, ben ik wel een wassene? Ik ben in elk geval geen rippenkaarthouder, hopelijk is dat geen probleem?

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Gedoe met Teams (opgelost)

Louise Cornelis Geplaatst op 14 februari 2022 door LHcornelis14 februari 2022  

Ik heb sinds de herfst fikse problemen gehad met Microsoft Teams. Dat programma gebruik ik als ik uitgenodigd word door mijn opdrachtgevers. Ik heb geen vast team, dus, ik voeg me in bij hen.

Dat ging allemaal okee, totdat Teams het – zo te zien na een update – in oktober ineens helemaal niet meer deed (probleem 1). Opnieuw installeren was op zich het probleem niet, behalve dan dat ik erdoor werd overvallen op het moment dat het overleg zou beginnen, dus dat was wel even stress.

Met die ‘frisse’ versie deed zich keer op keer op keer probleem 2 voor: Teams logde mij standaard in op de Microsoft account die ik heb voor mijn OneDrive. En noemde mij dan ‘One Drive’. Zo stond ik dan in de deelnemerslijst en op beeld. Dat vond ik wel heel onhandig, en genant ook. Ik heb van alles gedaan, in- en uitgelogd en me aan- en afgemeld, m’n OneDrive provider gebeld, Teams gaandeweg nog een aantal keren opnieuw geïnstalleerd, me slagen in de rondte gegoogled om een oplossing te zoeken… regelmatig gedacht dat ik het had opgelost maar dan was het de keer erna weer terug. Urgh!

Uiteindelijk heb ik per chat contact gehad met Microsoft zelf, in de VS. Toen – denk ik – nog een laag dieper uit- en  ingelogd en dat loste het op, ik heette toen ook in Teams weer gewoon Louise, maar toen was ik dus wel uren verder.

Ondertussen was probleem 3 me gaan opvallen: dat ik tijdens een meeting de chat niet meer kon zien. De eerste keer dat het gebeurde was kort na mijn vakantie in september, en toen dacht ik even: ik ben even weg en ik kan de chat niet meer vinden – ik snap er niks meer van. Maar het lag echt niet aan mijn vakantie. 

Vervolgens dacht ik dat dat kwam omdat sommige opdrachtgevers de chat afschermden, maar al gauw bleek dat dat niet het hele verhaal kon zijn. Ik tastte in het duister waar het aan lag. Een enkele keer deed-ie het namelijk wel, maar veel vaker niet.

Opnieuw was ik overvallen: bij sommige werkvormen gebruik ik de chat en dat kon dan dus ineens niet. Ik miste ook een handig communicatiekanaal zo, bijvoorbeeld voor deelnemers die zo laten weten dat ze even weg zijn ofzoiets.

Opnieuw me die slagen in de rondte gegoogled en van alles geprobeerd, rondgevraagd, dat contact met Microsoft zelf kon ik niet meer vinden – en de frustratie liep op.

Totdat ik zelf ontdekte wat even later ook mijn webmaster Marika tipte: je moet Teams al open hebben staan voordat je op de uitnodigingslink klikt. Zo simpel is het. Opgelost. Ik kan weer bij de chat.

Waarom heeft me dat zo veel tijd en moeite moeten kosten? Waarom staat dat niet overal?  Waarschijnlijk gaat Microsoft ervan uit dat je altijd in hetzelfde team werkt en dat altijd open hebt staan. Maar zo werk ik niet, en ik had hier dus echt geen benul van. Ik heb inmiddels wel een beetje Teams-aversie ontwikkeld, moet ik zeggen. De tijd die het me heeft gekost – oef.

Wat me ook opviel is dat het moeilijk is om voor dit soort problemen als zelfstandige hulp te krijgen. De meeste computerhulp doet andere dingen; organisaties hebben hun eigen helpdesk. Volgens mij zit hier een gat in de markt!

 

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Egocentrisme in de taal

Louise Cornelis Geplaatst op 3 januari 2022 door LHcornelis3 januari 2022  

Ik heb op dit weblog nog nooit het verhaal verteld dat ik wel regelmatig aan anderen vertel over de ‘bijvangst’ van mijn proefschrift. Daarmee bedoel ik: het gaat over iets wat niet centraal stond in mijn eigen onderzoek, maar wat me wel fascineerde – en dat doet het nog steeds: egocentrisme in onze taal, wat wij vanzelfsprekend vinden, maar wat het niet is.

Het begon zo: ik kwam er al gauw achter dat er iets aan de hand was met de lijdende vorm en ‘ik’. Mensen gebruiken bijvoorbeeld een lijdende vorm om ‘ik’ zeggen te vermijden – denk maar aan wetenschappelijke teksten. Als er staat ‘er werd geconcludeerd’, dan is dat gedaan door de ik van de schrijver. En dat is gek eigenlijk, want zo praten we niet over onszelf. Als je bent wezen hardlopen, zeg je niet ‘er werd hardgelopen’, maar ‘ik heb hardgelopen’. Ik is niet voor niets een van de meest frequente woorden in onze taal.

Over jezelf praten als handelende persoon in een lijdende zin, expliciet (‘door mij’) of impliciet, is gek, het is niet de standaard manier. Over onszelf praten we het liefst als ‘ik’. En dan niet zomaar ‘ik’, maar de ‘ik’ als veroorzaker van processen en van acties die tot verandering leiden. Zo leren we namelijk de wereld begrijpen: als kind duw je tegen een stapel blokken en die valt als gevolg daarvan om: ‘ik duw de blokken om’. Via onszelf geldt datzelfde voor andere mensen. Als je een samenspel hebt van een man en een computer en eerst gebeurt er niks en daarna wel, dan is dat standaard ‘hij zette de computer aan’. Enzovoort.

‘Ik’ is ook de centrale waarnemer, ons perspectief op de wereld. Dat realiseerde ik me tijdens het spannendste college taalkunde dat ik ooit volgde. Het was op de summer school in cognitieve taalkunde in Albuquerque in 1995, sowieso het hoogtepunt van mijn promotietijd. Ik volgde college bij Scott Delancey, aan wiens werk ik al veel had gehad. Anders dan ik in Nederland gewend was, daagde Delancey ons uit om kritisch mee te denken, hem uit te dagen, tegenvoorbeelden te verzinnen, enzovoort (de Amerikaanse academische cultuur vond ik veel prettiger dan de Nederlandse, ik heb overwogen te emigreren, maar dat terzijde). Op een gegeven ogenblik zei Delancey iets over hoe frequent de eerste persoon is in de taal, maar dat dat natuurlijk wel van context, genre en onderwerp afhing, en dat in zoiets als waar hij mee bezig was, een wetenschappelijk verhandeling over taal, ik veel minder frequent was dan in huis-tuin-en-keuken-gesprekken. Ik dacht: ‘dat wil ik nog wel eens zien’ en ik heb toen iets van tien minuten lang de I’s van Delancey zelf zitten tellen. Het waren er nog steeds een heleboel, want standaard begonnen zijn zinnen vanuit zijn eigen perspectief: ‘I think that…’, ‘I see it this way…’, ‘I would argue against that’ of ook wel ‘As I have read…’ en ‘As I just said…’. Na die tien minuten stak ik dus mijn vinger op en dat leidde tot een leuke discussie waarin hij inderdaad zijn beeld bijstelde. Het is overigens bepaald geen eigenaardigheid van Delancey, hoor, zo werkt dat bij ons allemaal.

Eén van de dingen die lijdende zinnen kunnen doen, is dat beeld van de ik of in elk geval een mens als centrale veroorzaker en perspectiefnemer nuanceren. ‘De bliksem trof hem’ is raar – alsof de bliksem dat, net als een mens, bewust doet. ‘Hij werd door de bliksem getroffen’ voorkomt die personificatie (dat is overigens een voorbeeld uit een artikel van Delancey). ‘De auto reed een kind aan’ is een beschuldiging van de auto (??); ‘Er werd een kind aangereden’ niet.

De lijdende vorm betekent dus iets als: ‘er vindt hier een verandering plaats van de ene toestand in de andere, maar de veroorzaker daarvan is niet zoals ik’. De lijdende vorm is daarmee een soort ‘escape’ van de gewone manier van voorstellen, waarin de mens en meestal de ‘ik’ wél centraal staat. Niet voor niets zijn lijdende zinnen in de minderheid en is een overdaad ervan in teksten hinderlijk. We hebben mensen nodig als identificatiefiguren.

Onze taal is dus doordesemd van ons egocentrisme. Het fascinerende is nu dat er talen zijn waarin dat anders is. Er zijn talen (ergatieve talen van de Fillippijnen, als ik me goed herinner) waarin processen en veranderingen kunnen plaatsvinden zonder zo’n duidelijke veroorzaker. Wij hebben daar ook wel een paar mogelijkheden toe, maar die zijn zeldzaam: ‘de fiets rijdt lekker’, ‘de schoen past’. Ik heb wel eens gehoord dat als westerlingen die talen leren, ze moeite hebben met die constructies en de neiging hebben toch weer ‘ik’ erin te proppen, en dan klinken we in de oren van de moedertaalsprekers nogal op-de-borst-trommelend.

Helemaal fascinerend vind ik de prioriteit in aboriginal talen om richting en positie absoluut te geven in plaats van gerelateerd aan je eigen lichaam. Want dat is ook een voorbeeld van ‘ik centraal’: we hebben het over links en rechts, en dat is gerelateerd aan ons eigen standpunt en ons eigen lichaam. Aboriginals hebben het bijvoorbeeld over hun noorder- en zuiderschouder. Als kinderen er tekenen, doen ze dat niet met het frontale aanzicht, dus vanuit jezelf, dat wij doen, maar vanuit vogelperspectief: van bovenaf. Ik schreef daar eerder over. Hier zitten twee mensen bij een watertje achter een windscherm: 

Dat is niet aangeleerd, daar hebben ze geen drones of helikopters voor nodig – voor aboriginals is dit het vanzelfsprekende perspectief.

De vraag die zich opdringt, is: in hoeverre zijn de sprekers van die talen ook echt minder egocentrisch? Voor zover ik begrepen heb, kun je dat niet concluderen, al is het alleen maar omdat je dat niet taal-onafhankelijk kunt onderzoeken. Ik vind het wel een intrigerende vraag. En wat als die talen dominant waren geworden, en niet het Engels?

Ik kan ook niet anders dan mezelf centraal stellen in mijn taal. Maar weten dat het anders kan helpt me wel mijn eigen wereldbeeld te relativeren. Zoals ik ben, praat en denk, is niet vanzelfsprekend of universeel.

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Over twee online afscheiden – en HB achterop

Louise Cornelis Geplaatst op 24 november 2021 door LHcornelis24 november 2021  

De afgelopen weken namen twee Leidse hoogleraren afscheid die voor mij belangrijk zijn geweest: op 11 oktober Arie Verhagen, in Utrecht mijn co-promotor en dagelijks begeleider van mijn proefschrift, en afgelopen maandag Ton van Haaften, mijn opdrachtgever of leidinggevende (afhankelijk van de vorm van de werkrelatie) bij het werk dat ik deed als invaldocent bij Taalbeheersing.

Eigenlijk was hun afscheid al eerder, maar de ceremonieën waren uitgesteld vanwege corona. Nu gingen ze door, maar opnieuw onder bijzondere omstandigheden natuurlijk. Ik was bij allebei ‘live’ welkom, maar ik heb ervoor gekozen om beide afscheidscolleges online te volgen. Ik ben weer voorzichtig namelijk. Recepties zie ik niet zo zitten, zelfs niet zittend (maandag), en dan is de meerwaarde van er ‘live’ bij zijn beperkt. Dan bespaar ik me graag ook de treinreis – hoe jammer ik het ook vond (best wel dilemma’s, dit soort dingen ten tijde van dreigende code zwart).

Ik ben dus blij met de online mogelijkheid, maar behelpen was het wel. Leiden biedt een livestream op een klein scherm, dat ook nog eens voor het overgrote deel is gereserveerd voor de eventuele Powerpoint. Voor de spreker is een klein hoekje gereserveerd – jammer, want zo’n afscheidscollege draait om de persoon. Als dat aan te passen was geweest, dan was voor mij onduidelijk hoe.

Hier is een screenshot van de livestream van Ton afgelopen maandag, toen er geen slide te zien was, op ware grootte:

Kijken is dan een aardige krachttoer, vind ik.

Daar kwam nog bij dat bij Ton het geluid zacht was, bij Arie het geluid tijdens de filmpjes niet te horen, en dat het mij en anderen maandag een fikse inspanning heeft gekost om de livestream überhaupt te kunnen zien – daar ging iets technisch mis. Ik was na 10 minuten prutsen en de helpdesk bellen eindelijk binnen. Je zou toch hopen dat ze op de universiteit na 20 maanden coronacrisis dit iets beter voor elkaar zouden hebben.

Wat ik ook graag zou willen is enige vorm van interactie. Want het is onbevredigend om bij een afscheid te zijn zonder iets terug te kunnen doen, zelfs zonder dat de afscheidnemer weet dat je er bij bent. Een digitaal gastenboek – zoiets moet toch mogelijk zijn?

Enfin, inhoudelijk was het leuk en ook met de speeches na afloop heb ik me wel vermaakt. Hier en daar heb ik dus wel wat gemist. De eerste tien minuten missen, zoals maandag, is best lastig voor wat betreft de rode draad van het verhaal natuurlijk.

Desalniettemin had ik tijdens Tons verhaal een inzicht met een praktisch nut voor mijn adviseurs. Ik vertaal het meteen naar mijn termen: ‘hoofdboodschap achterop’ komt mogelijk overtuigender over omdat de conclusie dan eerder onvermijdelijk lijkt.

Met wat meer uitleg: in Tons verhaal, ‘De stijl van betogen’, zat een voorbeeld van een rechterlijke uitspraak waarin eerst drie losstaande argumenten gegeven werden, met ten eerste, ten tweede en ten derde erin, en daarna de conclusie als onvermijdelijk werd gepresenteerd: het verzoek (ofzoiets) ‘moet worden afgewezen’. Daarmee lijkt de rechter als afweger er niet toe te doen; de conclusie klinkt als iets objectiefs. Dat reconstrueer ik zo, ik hoop dat ik Ton goed begrepen heb – ik ging pas meeschrijven toen ik me realiseerde hoe relevant het was voor mijn praktijk wat hij zei, en toen liep ik een slide achter.

Die relevantie, daarop kwam ik pas toen ik de link legde met de verwarring die er vaak is bij mensen die het piramideprincipe hebben geleerd letterlijk volgens Barbara Minto. In haar boek gebruikt Minto verwarrende woorden voor argumentatiestructuren. Wat ik ken als enkelvoudige argumentatie heet bij Minto logical argument op basis van deductie. Niet alleen is dat laatste een woord uit een net iets ander domein dan argumenteren (te weten: redeneren), het hint er ook naar dat bij een enkelvoudige argumentatie de conclusie aan het eind moet komen – wat niet zo is. In Tons voorbeeld zat een meervoudige argumentatie (Minto’s grouping op basis van inductie) met de hoofdboodschap (conclusie) achterop. Ton noemde dat deductie. Terecht – het onderscheid dat Minto maakt, klopt gewoon niet. Dat geeft allemaal veel verwarring en onduidelijkheid. Ik heb in trainingen al vaak uitgelegd:

  • Deductie en inductie moet je als termen gewoon vergeten als het gaat om argumenteren – veel te verwarrend. Gebruik enerzijds meervoudige en enkelvoudige argumentatie, en anderzijds hoofdboodschap voorop of achterop.
  • Zowel meervoudige als enkelvoudige argumentatie kunnen de hoofdboodschap voorop dan wel achterop hebben. Dat is een keuze die je maakt los van de argumentatiestructuur.

Terwijl dat door mijn hoofd ging, maakte Ton het punt dat die conclusie aan het eind retorisch gezien de argumentatie kracht bijzet vanwege de suggestie van onvermijdelijkheid.

Aha, dacht ik toen: misschien is dat ook wel een reden voor de gehechtheid van veel van ‘mijn’ schrijvers aan de conclusie aan het eind. Ik dacht altijd dat dat komt door de traditionele, methodologische opbouw, maar dat is het dus mogelijk niet alleen. Daar mag ik dan wel eens meer op doorvragen en meer empathie voor hebben.

Vervolgens ka ik er dan samen met die schrijvers over gaan nadenken in hoeverre hun rol afwijkt van die van – bijvoorbeeld – rechters. Die schijn van objectiviteit en onvermijdelijkheid – is dat hoe je wilt overkomen als adviseur? Het is niet mijn ideale rolopvatting. Maar er valt zeker over te praten.

Ik ben zo een behoorlijk eind afgedreven van Tons inhoud – die dus inspirerend was. Ik hoop wel dat ik alles goed heb verstaan én begrepen. Ik neem aan dat er van de beide afscheidscolleges een teksteditie verschijnt, dan kan ik het nog eens rustig nalezen. Mocht het nodig zijn, dan corrigeer ik deze blogpost wel.

Ton en Arie hoop ik allebei onder gunstigere omstandigheden de hand te schudden – als dat dan weer mag dus.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Op zoek naar informatie en steun

Louise Cornelis Geplaatst op 19 november 2021 door LHcornelis19 november 2021  

Het was even rustig op dit weblog. Ik heb het druk met werk en daarnaast kost het volgen van de actualiteit me op dit moment ook veel van mijn tijd en aandacht. Eerder schreef ik regelmatig over de persconferenties en andere corona-communicatie. Ik ben daarmee gestopt toen ik afhaakte. Naar de persconferentie van afgelopen vrijdag heb ik wel weer gekeken en ik volg nog steeds met interesse wat er over de communicatie verschijnt, maar ik schrijf er zelf niet meer over. Het lijkt er namelijk op dat elke duit in wat voor zakje bijdraagt aan nog grotere polarisatie.

Eén persoonlijke reflectie wil ik hier wel delen, omdat die mij helpt te de-polariseren c.q. mijn empathie voor andersdenkenden vergroot. Het is mij de afgelopen tijd duidelijk geworden dat er vanaf het begin stelselmatig zo weinig voorlichting is gekomen van de kant van de overheid en de reguliere media dat velen, waaronder ikzelf, op zoek gingen naar aanvullende informatie.

Die zoektocht heeft mij geleid naar het Red Team. Dat is weliswaar opgeheven, maar de Twitter-accounts van de leden zijn nog steeds de moeite waard. Daardoor heb ik veel meer kennis, en bovendien voel ik me erdoor gesteund – getroost zelfs. Ik zou anders af en toe ernstig aan mezelf hebben getwijfeld, zo van: ben ik de enige die het beleid niet snapt of die dit echt niet vind kunnen? Nee dus.

Veel anderen zijn echter in hun zoektocht naar informatie én steun terechtgekomen in fabeltjesfuiken. Ik realiseer me maar al te goed dat ik daar ook best in had kunnen belanden. Sterker nog: ik weet niet 100 % zeker dat ik niet in zo’n fuik zit.

Zo heel veel scheidt mij dus niet van de ‘wappies’. Wel iets heel fundamenteels, dat te maken heeft met een basisvertrouwen in instituties. Zelfs dat staat echter bij mij ook onder druk, en daar schrik ik soms van, van mijn eigen afhaken van bijvoorbeeld de politiek.

Deze crisis gaat om veel meer dan alleen een virus. Daarover maak ik me zorgen.

 

 

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Half-half

Louise Cornelis Geplaatst op 8 november 2021 door LHcornelis8 november 2021  

Sinds vorige week is het officiële advies om minstens de helft van de tijd thuis te werken. Om mij heen leidde dat vooral tot hilariteit, want de meeste mensen in mijn directe omgeving die thuis kunnen werken, doen dat nog voor 80-100% van de tijd.

Desalniettemin ontstond er voor mij meteen een heuse 50-50-situatie, want de vier opdrachtgevers die ik vorige week sprak over bijeenkomsten in de komende weken, waren precies in tweeën te delen: twee zeiden ‘nou, dan kan het dus prima op locatie doorgaan’ en de anderen ‘nou, dan moet het dus online’. En allemaal vonden ze dat volstrekt vanzelfsprekend.

Zo lang dit advies blijft, doe ik graag af en toe iets op locatie. Ik geniet erg van de dynamiek in mijn werkende bestaan en van de interactie met de groep tijdens de training en in de ‘randjes’ zoals koffiepauze en net ervoor en erna. Als het niet te druk is en met een beetje ruimte om me heen, vind ik het ook prima om te doen. Helemaal als ik er, zoals vorige week, op de fiets heen kan..

Er was vorige week ook nog even sprake van een andere vorm van half-half: een hybride bijeenkomst, waarin een deel van de deelnemers fysiek aanwezig is en een deel online. Dat verzoek kreeg ik kort voor de bijeenkomst en ik heb het geveto’d. Om de kwaliteit te krijgen die ik voorsta, stelt dat hoge eisen aan de techniek, de ondersteuning (iemand moet de camera bedienen) en aan mijn werkvormen. Degenen die bij mij een introductie piramideprincipe hebben gevolgd, herinneren zich misschien wel de oefening met de taakbriefjes. Die kan niet zomaar hybride, die moet ik herontwerpen – zoals ik dat in het voorjaar van 2020 voor online heb moeten doen. Dat wil ik best wel doen voor hybride, maar dat kost tijd. En er hangt een prijskaartje aan.

Het beetje hybride dat ik heb meegemaakt, was anders. Zo heb ik een keer een training gegeven aan een kleine groep bij  hen op kantoor, ik was op het scherm aanwezig. Ik heb ook een keer fysiek vergaderd met één iemand aanwezig via het scherm. Dat ging allebei prima – maar het is nog geen hybride training.

Ik weet zelfs niet helemaal zeker of hybride training überhaupt wel goed te krijgen is, ik hoor er collega’s niet bepaald enthousiast over. Ik heb er zelf nog geen ervaring mee: ik heb anderhalf jaar lang alleen maar online gewerkt. Maar ik zou de uitdaging wel aan willen. Voor maart 2020 dacht ik bij online training geven immers ook ‘dat kan nooit wat worden’. Dat was geheel onterecht.

Ik anticipeer erop dat het thuiswerk-advies nog wel verder zal verstrengen. Zodra het weer ‘werk zo veel mogelijk thuis’ wordt, gaat alles weer terug naar online. Daarvan weet ik inmiddels: dat gaat prima.

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Verschenen: ‘Met AI wordt schrijven moeilijker’
  • De winnaar van Gent-Wevelgem klikt in
  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (890)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (203)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑