↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Tekstpraktijk bij het Rijk

Louise Cornelis Geplaatst op 10 oktober 2017 door LHcornelis5 oktober 2017  

In de meest recente editie van Tekstblad (jaargang 23, nummer 4) staat een goed artikel van mijn gewaardeerde collega Jeanine Mies over de ’tekstpraktijk’ bij het Rijk – over waarom goede schrijfintenties vaak sneuvelen, zo staat het als vraag in de ondertitel. Mies geeft daar vijf antwoorden op, een overzicht dat ik herkenbaar vind, en waar ze adviezen aan verbindt:

  1. Schrijven in een bubbel. Je gaat schrijven zoals gebruikelijk is in een organisatie en op een gegeven moment zie je niet meer wat ‘gek’ is. Dat burgers zichzelf zo niet noemen bijvoorbeeld, of dat andere mensen echt niet weten wat PPS is (publiek-private samenwerking). Om de bubbel te doorbreken moet je af en toe de blik van een buitenstaander organiseren. 
  2. Schrijven terwijl je nog denkt. Vaak is een tekst nodig om over de inhoud met anderen te kunnen overleggen, maar voor die ‘praatversie’ gaat dan de ‘wet van behoud van tekst’ gelden. Eigenlijk zou je dat praten moeten doen aan de hand van iets schematisch. 
  3. Blindstaren op B1. Alsof heldere taal alles is. Maar een tekst met allemaal goede en heldere zinnen en woorden kan toch de plank misslaan. Met inhoud en structuur is meer leesbaarheidswinst te boeken dan met formuleringen. 
  4. Iedereen mag reageren. Dan geldt wat Mies de Wet van Scholten noemt: de kwaliteit van een tekst is omgekeerd evenredig aan het aantal mensen dat eraan heeft meegeschreven. Het is belangrijk dat de regie bij één iemand rust!
  5. Onvoldoende ondersteuning. Weliswaar doet de overheid al veel, maar dat wordt niet altijd als hulp gezien, soms eerder als wijzend vingertje. Of soms mag beter schrijven niet van de leidinggevende. Goed schrijven vraagt om een goede schrijfcutuur. Overigens niet alleen bij de overheid, voeg ik er maar aan toe! 

Aanrader, dat artikel, voor iedereen die met schrijven en tekstkwaliteit in organisaties bezig is!

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Een onderkant-van-de-piramide-boek

Louise Cornelis Geplaatst op 6 oktober 2017 door LHcornelis4 oktober 2017  

Cover van het boekHet is al uit 2009, maar ik ontdekte het pas recentelijk: het boek De tranen van Kuif den Dolder van Nico Dijkshoorn. Ik vond het leuk en grappig, maar vooral indrukwekkend door de vorm. Het zijn namelijk allemaal kleine stukjes citaten van mensen die die Kuif den Dolder ooit gekend hebben. Het is alsof de auteur met hen groepsgewijs in gesprek is gegaan en die gesprekken klakkeloos heeft opgeschreven, terwijl de sprekers op Kuif terugblikten en vertelden over hun gezamenlijke, nogal absurdistische belevenissen.

Maar de gesprekken zijn niet altijd coherent; tussen al die terugblikken zitten gaten en tegenstrijdigheden: iedereen heeft zo zijn eigen visie. Er is geen overkoepelend perspectief, geen verteller die uitlegt wat er is gebeurd. En het zijn allemaal kleine fragmentjes, een paar zinnen lang.

Al die fragmentjes zijn een soort puzzelstukjes, die je als lezer zelf tot een plaatje moet leggen. Je krijgt echter het verhaal net niet helemaal rond: je weet net niet helemaal precies wat er gebeurd is, al krijg je wel een heel sterk vermoeden. Maar dat is gebaseerd op suggestie, en dat is ook knap beklemmend aan het boek: het heeft iets benauwends, er wordt veel gesuggereerd, veel ingevuld ook, soms lijkt het roddelen.

Het boek doet een groot beroep op je interpretatievermogen en dat is leuk. En je kunt er dus deels een eigen draai aan geven.

Het puzzelen tijdens het lezen van dit boek doet me denken aan een piramide-structuur waarvan je alleen de onderkant krijgt, en dan nog in een rommelige volgorde en niet alle ‘vakjes’ kloppen. Voor een voor-de-lol-boek vind ik dat leuk lezen. Maar voor een adviesrapport zou het vervelend zijn! 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

En weer eens een boel links

Louise Cornelis Geplaatst op 29 september 2017 door LHcornelis29 september 2017  

Hoogste tijd voor de oogst aan nuttige, leuke en interessante links weer!

  • De beste quote van de afgelopen tijd vond ik in een blog dat betoogt dat er wel degelijk plek is voor langere teksten:

Perhaps people don’t have a short attention span.  Maybe your content has a short interesting span.

  • Julia Cameron, van de onovertroffen Artist’s Way, schreef een mooie blogpost waarin ze vragen beantwoordt over morning pages, wat mij betreft hét instrument om schrijf- en andere creativiteit te bevorderen.
  • Inhoudelijk verwant aan Cameron: een hele site met blog over de innerlijke criticus! Wauw! Van Nicole Baars ken ik ook al een goed artikel over feedback geven op teksten, zij doet interessant werk! En ja, om goed en efficiënt te kunnen schrijven moet die innerlijke criticus zijn plaats kennen.  
  • De methode (leesbaarheidsformules) is discutabel, maar de conclusie van dit onderzoeksartikel is toch opmerkelijk: de leesbaarheid van wetenschappelijke pubicaties gaat achteruit. 
  • Een aardige tip voor een out-of-office-reply: laat de mailer zelf bepalen hoe urgent de boodschap is.
  • Waarom het niet zo makkelijk is om in simpele taal te schrijven, zeker niet als je schrijft voor zowel leken of beginners als experts. Prima betoog!
  • Maar als je dan toch heldere taal wilt schrijven, zeker bij de overheid, dan heb je wel wat aan deze tips van de Ambassadeur Heldere Taal.
  • Jan Schultink van SlideMagic was ook weer goed op dreef de laatste tijd, ik verwijs vaker enthousiast naar hem. Een paar highlights: hij relativeert terecht het belang van action verbs, legt kort en simpel uit dat je moet structureren in boodschappen/antwoorden, niet in vragen, betoogt dat slides soms best druk mogen zijn, en hij vertaalt storytelling-inzichten naar investeringspresentaties. Volg dat blog!
  • Leuk en ook wel een ietsiepietsie herkenbaar, ik kreeg ‘m van een trainingsdeelnemer: ‘how tech writing ruined me as a letter writer’
  • Een grappig herkenbare post op neerlandistiek.nl: ik sta ook regelmatig bij een kassa een heleboel keren ‘nee’ te zeggen, alsof ik helemaal niks wil.
  • Ook leuk, en met een relevant standpunt: een overdreven focus op grammaticale correctheid staat creativiteit in de weg. Ja, ook bij zakelijke teksten.

Dank weer aan de blogs en de tweeps die ik volg.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Eindelijk!

Louise Cornelis Geplaatst op 25 september 2017 door LHcornelis21 september 2017  

Hoera! Eindelijk is er weer een echt goed boek verschenen dat geïnspireerd is op het piramideprincipe en het ook heel veel recht doet. Het heet The So What Strategy, met een heel lange ondertitel: Introducing classic storylines that answer one of the most uncomfortable questions in business. Schrijvers zijn Davina Stanley en Gerard Castles, allebei ook oud-McKinsey en met Davina heb ik af en toe contact. Davina en Gerard runnen het Clarity College, en ze hebben ook fraaie software voor storylining ontwikkeld, Neosi – om maar een paar goeie dingen te noemen die ze doen.

En nu hebben ze dus een boek. Het ziet er goed te behappen uit en is qua omvang te vergelijken met mijn eigen boek (128 pagina’s). De inhoud is grotendeels ook vergelijkbaar, en voor mij is het erg leuk om eens in andere woorden te lezen wat ik zelf zo vaak zeg, bijvoorbeeld over waarom goed structureren zo waardevol is: omdat het leidt tot helder denken en heldere communicatie, omdat besluitvorming erdoor verbetert, omdat het een goede manier van samenwerken bij complexe vraagstukken versterkt en omdat je er vertrouwen mee opbouwt. Da’s hoofdstuk 1!

Er zijn drie dingen wel echt anders dan mijn boek:

  1. De hele inhoud hangt aan vijf stappen. Die redenen om goed te structureren, hoofdstuk 1, zijn samen stap 1: ‘understanding why mastering storylining is worth the investment’. Dat is een enigszins kunstmatige manier om een betoog (waarom) te verstoppen in een actieplan (hoe), maar dat is dan ook het enige wat ik erop aan te merken heb. Verder ben ik jaloers op zo’n simpele structuur!
  2. Het boek benoemt zeven klassieke patronen voor de structuur van zakelijke stukken (‘storylines’). Die hebben grappige namen, zoals Action Jackson (voor actieplannen), To B or Not to B (voor de keuze uit opties) en Houston, we have problem (voor de oplossing van dat probleem). Het zijn een soort uitgeklede, invulbare piramides. Ik werk zelf nooit met zulke vaste patronen, al was ik me er wel van bewust dat die er zijn. Ik praat met collega-piramidekenners wel eens in die termen ‘dat wordt zo’n structuur van hoofdboodschap die urgentie uitdrukt en dan maatregelen eronder’ of ‘dat wordt zo’n opties-bij-criteria-betoog’. Dus in mijn hoofd zijn die patronen er wel. Hier staan ze op papier. Goeie vondst, ik ga ermee experimenteren om ook bij cliënten ermee te werken als ik help structureren, al is het maar om een eerste schets te maken.
  3. De schrijvers zijn meer fan van de enkelvoudige argumentatie, zoals ik hem noem, deductie bij Barbara Minto. Ze gebruiken de enkelvoudige argumentatie waar ik andere oplossingen zou kiezen en ze maken gebruik van Minto’s terminologie, die veel mensen verwart en die ik vreemd vind afwijken van de termen in de klassieke argumentatietheorie. En net als bij Minto mag de nevenschikkende argumentatie kennelijk van Davina en Gerard ook niet, althans, ze noemen hem niet. Ik denk dat hun keuze deels een kwestie van smaak is, en deels vind ik het ook wel bewonderenswaardig dat ze het aandurven om deductie te behandelen. Voor veel van mijn groepen gaat dat te ver, in mijn eigen boek is de argumentatietheorie dan ook verdiepingskennis.

Ik hoop The So What Strategy te gaan gebruiken – voor Engelstalige groepen. Die kan ik nu eindelijk iets anders bieden dan Minto’s boek (dat ik te duur vind voor hoe verouderd het is, en sowieso niet zo heel geweldig geschreven) of mijn eigen artikel in vertaling.

En jammer toch dat Davina en Gerard zo ver weg wonen… Down Under!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Goed leren schrijven is superbelangrijk

Louise Cornelis Geplaatst op 21 september 2017 door LHcornelis21 september 2017  

Op De Correspondent is net verschenen een raak artikel van Marilse Eerkens over het belang van goed schrijfonderwijs. Ik word erin genoemd, zeg ik met enige trots: ik heb in de aanloop ook met haar gesproken, als ‘schrijftrainer van mensen in het bedrijfsleven’ maar het citaat dat dat opleverde is er door de redactie uitgehaald. Nouja, kan ik prima mee leven; ik zette Marilse ook op het spoor van Gert Rijlaarsdam en bovendien herken ik veel van de teneur van ons gesprek én vind ik het een belangwekkend stuk, dus ik ben sowieso dik tevreden.

Waar ik bij het lezen het aller-enthousiasts van werd, is het stuk waar eerst Rijlaarsdam zegt dat ons schrijfonderwijs heel beperkt is, dat kinderen niet leren hoe je schrijven aanpakt, en dat er dus aan schrijfonderwijs een aanname ten grondslag ligt dat je schrijven wel oppikt uit je omgeving. Dat laatste had ik me nooit zo gerealiseerd, maar het is wel zo.

Ik herinnerde me ineens ook dat ik wel schrijfvaardigheid heb gegeven aan eerstejaars studenten en dat er daar een paar tussen zaten die gewoon geen fatsoenlijke schrijftaalzinnen konden produceren, en hoe je dat doet, dat kon ik ook niet uitleggen. Dat wéét ik (of liever gezegd: daar heb ik gevoel voor) omdat ik veel goede schrijftaal heb gelezen, en ook al gelezen had toen ik ging studeren. Ik kom uit zo’n zeer talig gezin, pa en ma waren allebei fervente lezers en ik ben bijvoorbeeld uitgebreid voorgelezen.

Het is wel opmerkelijk dat je van het VWO kunt komen zónder gevoel voor goede zinnen, maar dat terzijde.

Nouja, en dat mensen niet leren hoe te schrijven, daarover heb ik het uitgebreid gehad met Marilse. Want dat zie ik in mijn praktijk ook. Het is voor veel van de mensen met wie ik werk bijvoorbeeld nogal een eye opener dat je over schrijven kunt nadenken in termen van het proces, niet alleen van het product (de tekst). Dat je dat proces meer en minder effectief kunt aanpakken bijvoorbeeld, en dat daarover kennis is. En dan heb ik het dus over hoogopgeleide mensen die al jarenlang regelmatig schrijven. Die doen ook maar wat.

En dat kan dus echt beter. En ja, daar ga je ook beter van denken.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Mijn Buitenkunst-Shakespearelab

Louise Cornelis Geplaatst op 28 augustus 2017 door LHcornelis28 augustus 2017 1

De vorige posts op dit blog verschenen ‘achter mijn rug’: ik was twee keer vlak achter elkaar een week op vakantie. Twee blogposts daarover, om te beginnen met de eerste week – een weekje Shakespeare!

Vorig jaar sloeg ik, voor het eerst sinds 2007, een jaartje over, maar dit jaar wilde ik weer heel graag naar Buitenkunst – en dat werd dus de tiende keer. Ik ervaar die weken altijd als inspirerend, en schreef er dan ook op dit blog vaker over (zie over de vorige keer). En ja, ook dit keer was het leuk, leerzaam én relevant voor mijn werk.

Toen het programma uitkwam, had ik net in een theaterproductie gespeeld en daar ervaren dat tekst leren me meeviel, en de echte klassiekers op toneelgebied lonken al langer, vandaar dat ik meteen enthousiast werd van een week Shakespeare, en helemaal van de omschrijving:

Who the fuck is Shakespeare
Omdat er meer is dan de keuze tussen zijn en niet zijn richten we een laboratorium in voor literatuur- en spelonderzoek. Een onderzoek rondom leven en werk van de meest geciteerde toneelschrijver uit de geschiedenis: Shakespeare. En hoe dat in hemelsnaam te spelen? We duiken zijn biografie in en slaan ondertussen zijn teksten aan gort, besmeuren ze om vervolgens het vuil er weer vanaf te krabben en ze hemels te bewonderen. Dit betekent maniakaal studeren, diepzinnig lezen en frivool spelen. “Ontheilig de heilige voor men hem begrijpen kan.”

Een week aan de slag met die grootheid, wauw! Ik lees alles wat los en vast zit, maar nou net geen toneelteksten, en al helemaal geen oude Engelse, vandaar dat ik hem eigenlijk niet zo goed kende. Behalve dan van twee recente uitvoeringen, van Macbeth en van The Tempest (De Storm).

Beide keren was ik diep onder de indruk van Shakespeare’s inzicht in de menselijke geest, vooral in de gekte van de hoofdpersonen – gewone, dagelijkse gekte, waar we allemaal wel wat van hebben, maar wat meestal niet zo erg is, behalve dan als het een koning betreft ofzoiets. (Of de president van de VS, ja, en daar ging het tijdens de week dan ook regelmatig over).

Dus, op naar Buitenkunst, en het werd een heel fijne week. Ontspannen, maar ook veel geleerd. We deden dingen met de hele groep, waaronder het begin van Richard III lezen en de scene uit Hamlet over acteren als groepsgesprek spelen. En ik heb ook nog samen met een groepsgenoot de ‘to be or not to be’ scene uit Hamlet als dialoog gespeeld, erg leuk.

Maar het grootste deel van de tijd deden we een individueel ‘onderzoeksproject’. Het mijne begaf zich een beetje onverwacht níet in de richting van die dagelijks gekke hoofdpersonen in de toneelstukken, maar in de richting van de sonnetten.

Daar kwam ik op doordat ik vertelde over die keer dat ik van Huub van der Lubbe begreep dat  diens nummer (solo en van De Dijk) ‘Mijn liefjes ogen’ zijn vertaling was van sonnet 130. Ook daarover schreef ik eerder hier. Ik noem het daar al een beetje arrogant – het was ook grappig, licht spottend. Het was op dat moment dat ik me realiseerde dat er humor zit in Shakespeare, zelfs in diens ogenschijnlijk serieuze werk (dus niet alleen in zijn komedies). 

Met dat in mijn achterhoofd ben ik sonnet 130 zelf maar eens gaan lezen. Die humor had ik er zelf niet in gezien, sterker nog: door de laatste anderhalve zin, waar de strekking in staat, snap ik er eigenlijk niks van. I think my love as rare as any she belied with false compare – huh? Ik begreep later van Arno, bevriend Anglist, dat dat ongrammaticaal is en dat er over de betekenis ervan wel een soort consensus is, maar dat Shakespeare daar niet bepaald eenduidig is.

Zie je wel: moeilijk om te lezen…. Maar door Van der Lubbes ogen, en die van andere vertalingen, snap ik het wel.

Vervolgens ben ik dat andere beroemde sonnet, nummer 18, gaan lezen, het enige werk van Shakespeare dat we op de middelbare school integraal behandeld hadden – waarvan ik me niks meer herinner, behalve dat ik er niet veel van snapte. Dat is aan Shakespeare blijven kleven voor mij: moet je mooi vinden, maar ik zie het niet. Zal wel aan mij liggen – ben ik er te dom voor?

Dat vroeg ik me nu ook af. Alleen al de beginzin: ‘Shall I compare thee to a summer’s day’. Ik las dat op één van die dagen begin augustus dat de regen met bakken uit de hemel neerkwam. Het ultieme Engelse liefdesgedicht, wordt het wel genoemd – huh?

Maar zo blijkt Shakespeare het ook bedoeld te hebben: de zomer is niet altijd zo mooi, de geliefde is mooier. Dat kan ik volgen, maar daarna gaat het over diens eeuwige leven. Is die geliefde dan niet van vlees en bloed?

In de laatste drie zinnen raak ik het helemaal kwijt. Eeuwige lijnen, huh, en waarop slaat this in de slotzin? Help, zie je wel: ik vind Shakespeare echt te moeilijk!

Gelukkig zijn er vertalingen, op dat punt hebben wij het makkelijker dan de native speakers. Zodoende begreep ik dat de lines ‘zinnen’ zijn en this slaat op het gedicht zelf, het verwijst naar zichzelf. Shakespeare heeft het over zijn eigen werk!

Hmm, dacht ik toen, is dat niet een beetje lullig? Hij vergelijkt zijn geliefde met een prutzomer en zegt daarna eigenlijk: dat jij doodgaat is niet zo erg, want in mijn werk blijf je altijd bestaan.
En toen las ik wat door en zag ik dat ook anderen het ‘boasting’ noemen en ’trotse borstklopperij’. Zie je wel!

Zo kwam ik tot een eigen vertaling van het gedicht:

Je bent best wel mooi.
In elk geval mooier dan een zomerdag.
Want zeg nou zelf, zo mooi is de zomer helemaal niet. Het kan snikheet zijn, of juist koud, nat en winderig.
Dan ben jij echt wel mooier dan dat.
 
Sterker nog: aan alles komt een eind, maar jouw schoonheid zal altijd blijven bestaan.
En dat komt door deze zinnen, die ik heb geschreven. Want zo lang er mensen zijn met ogen in hun hoofd zodat ze dit kunnen lezen, zal het over jou en je schoonheid gaan.
 
Vind je dat niet hélemaal geweldig?
 
Mijn onderzoeksproces heb ik gepresenteerd, inclusief de vertaling. Onze docent, Michael Bloos, vond dat ik mijn proces ‘gewoon’ moest presenteren, maar ik sputterde zelf eerst nog wat tegen. Anderen speelden wel echt, Lady Macbeth bijvoorbeeld, of Richard III, of een heks uit Macbeth, of de watergeest uit The Tempest. Dat wilde ik eigenlijk ook wel. En, zo dacht ik, vertellen over wat ik weet en heb geleerd, dat doe ik voor mijn werk altijd al, dat is niet zo spannend. Ik aarzelde zelfs of ik het wel wilde doen.

Ja, dat toch wel, daarvoor vond ik te leuk wat ik had gevonden. En ik ging helemaal om toen we de voorstelling gingen uitwerken en ik zag in welk hokje ik zou ‘optreden’, met, net als de andere Shakespeare-onderzoekers, in een wit pak – ons Shakespearelaboratorium.

Ik in een wit pak

In mijn 'Shakespeare-lab'-hokje

Ineens leek het helemaal niet meer op mijn werk, en vond ik het tóch (ook) spelen! Ik had al eerder ervaren dat toneel spelen en trainingen of presentaties geven op elkaar lijkt, en dat was nu helemaal zo – het liep in elkaar over.

De uitvoeringen gingen goed. Er konden maximaal acht mensen in mijn lab en we ‘draaiden’ allemaal 45 minuten, tegelijk, dus mensen konden meerdere labs bezoeken. Deze introductie hing op mijn deur:

Omschrijving van het onderzoek

Ik hoorde dat er meer herkenbaar vonden wat ik vertelde en dat ik ze wat leerde. En ja, dat vind ik natuurlijk ook wel weer heel erg leuk. Ik doe ook wel het goeie werk, zal ik maar zeggen.

En zo was het een prima week, in een prettige groep, met ook – zoals op Buitenkunst gebruikelijk – mooie dingen gezien van de andere groepen, een paar goede gesprekken gehad, gelachen én lekker gekampeerd, wat me ook altijd energie geeft, zo’n hele week buiten

En wat is nou de crux voor mijn werk? Nou, dat iedereen op z’n eigen manier leest, dat verkondig ik hier vaker. Dat sonnet 18 als arrogant is op te vatten, dat is niet de ‘officiële’ lezing. Op een scholierensite zag ik bijvoorbeeld staan dat de strekking is ‘schoonheid kan door poëzie vereeuwigd worden’. Dat is dan het ‘goede’ antwoord. Jaja. Die arme scholieren. 

Geen enkele tekst of interpretatie is heilig; de lezer heeft altijd gelijk. En dat geldt ook voor Shakespeare. De week maakte zo helemaal waar wat in de aankondiging stond!

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend | 1 reactie

In plaats van boek # 10: links

Louise Cornelis Geplaatst op 15 augustus 2017 door LHcornelis2 augustus 2017  

Ik heb de afgelopen weken negen boeken besproken. Een tiende boek zou het een mooi rond getal maken, maar ik heb geen tiende boek – en een top tien zou ook een onterechte suggestie wekken. In plaats daarvan heb ik als leestip wel weer een verzameling leuk en nuttige links van de afgelopen tijd. Het is veel, meer dan tien zelfs, en van alles en nog wat:

  • Om maar meteen met wel een soort top tien in huis te vallen: tien okee adviezen voor gedragsveranderende communicatie.
  • Nog meer goede schrijftips, van de nieuwe Ambassadeur Heldere Taal.
  • Een heuse longread met tips of eigenlijk meer analyse op een wat dieper niveau, van een aantal mensen die bij de Rijksoverheid bezig zijn met beter schrijven. Goed stuk, het gaat veel verder dan de simpele formuleeradviezen, met bijvoorbeeld ook aandacht voor het schrijfproces.
  • Over hoe een verbale identiteit ook onderdeel van je huisstijl-overwegingen zou moeten zijn. Herkenbaar: ik ben ooit bij een bedrijf waar ik mee te maken had aan de slag gegaan omdat ik eruit had geflapt dat ik de jaren-50-schrijftaalclichés in hun brieven niet kon rijmen met de vrolijke en frisse mensen die ik er sprak.
  • In het verlengde daarvan: hoe balanceer je tussen die eigen stijl en je aanpassen aan de lezer? Genuanceerd advies daarover, dat neerkomt op: pas je niet te veel aan.
  • In het nieuws in mei: vriendelijkere incassobrieven. En die werken!
  • Slechter nieuws: hoge pief bij de Wereldbank werd uit enkele functies ontheven omdat hij te kritisch was op taal.
  • Af en toe google ik op piramideprincipe, en ik trof onlangs deze aardige en beknopte uitleg ervan aan
  • Waar veel schrijftips productgericht zijn (kenmerken van een goede tekst) richt dit blog zich op het proces en het nut van oefenen. Het bepleit een ‘purposeful writing practice’: doelgericht schrijven en feedback krijgen.
  • Iets wat ik ook vaak roep: schrijven is een zwak middel om iets gedaan te krijgen. Een persoonlijk verzoek doen is 34 keer sterker dan een e-mail, volgens dit bericht.
  • Deze moest ik laatst toch echt even opzoeken: wat is het meervoud van bevoegd gezag?
  • Moet je inhoudelijk deskundig zijn om over iets ingewikkelds te kunnen schrijven? Soms wel, maar soms zelfs beter van niet, betoogt dit stuk.
  • Het is een serieus stuk over woordgrappen, maar door de voorbeelden ook erg leuk natuurlijk.

Met dank weer aan de Twitteraars, blogs en aan Google!

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Ook boek # 9 is het niet

Louise Cornelis Geplaatst op 10 augustus 2017 door LHcornelis14 juli 2017  

Cover boekMet boek nummer 9 in deze serie ben ik dan eindelijk wel recht in de kern van de zaak van dit weblog aanbeland. Het is dan ook een boek waar ik omwille van de titel niet omheen kon: Zakelijk schrijven voor dummies, van Eugène van Haaren. Bijna 30 euro voor betaald, maar helaas: ik vind het niks.

Belangrijkste probleem van het boek vind ik meteen heel fundamenteel, omdat wat mij betreft een schrijfboek moet practicen wat het preacht. Dus als je, zoals dit boek natuurlijk ook zegt, lezergericht moet schrijven, moet helder zijn wie je lezer is. Ik heb geen flauw idee welke lezer Van Haaren voor ogen heeft gehad met dit boek. Het staat ook nergens. Hij heeft zelf een achtergrond in de PR, begrijp ik – bedoelt hij mensen zoals hijzelf?

Zakelijk schrijven gaat over teksten die je gebruikt als gereedschap, lees ik op p. 1. En ook dat niet alle mogelijke soorten zakelijke teksten in dit boek staan – kan ik me wat bij voorstellen. Maar wat de keuze bepaald heeft – ik zou het niet weten. De eerste honderd pagina’s gaan over journalistiek schrijven, daarna dik 50 over internet, daarna 30 over zakelijke brieven, mails en formulieren, 20 over sociale media, 15 over video’s en andere presentaties.

Vanwaar die grote aandacht voor journalistiek schrijven, versus het volledig ontbreken van beslisdocumenten (memo’s, managementrapportages e.d.) en beleids- en adviesteksten? Plus daarbij ook nog internet, wat weer een massamediale aanpak is, terwijl veel zakelijk schrijven juist voor een bepaalde lezer of lezersgroep is. Wie schrijft er zo veel voor grote groepen, maar dan zonder journalistieke achtergrond? En zou je dan niet liever een apart boek voor journalistiek schrijven kopen? Dit boek doet enerzijds te veel en anderzijds te weinig.

De indeling in vijf genres maakt het onmogelijk om algemene schrijfprincipes te bespreken, waardoor bijvoorbeeld algemene formuleringskwesties verstopt zitten in het gedeelte over internet.

Inhoudelijk – ach… Anderhalf jaar geleden gaf ik een recensie-blogpost de titel ‘Weer zo’n boek‘ en dat geldt ook hiervoor: weer van die te gemakkelijke tips. Ik heb een paar steekproeven genomen en werd niet happy van het moeten vermijden van de lijdende vorm (vooral ontzettend slechte voorbeeldzinnen), de behandeling van B1 (toegeven dat dat geen norm is voor teksten maar voor leerders van een vreemde taal, maar hem vervolgens toch voor teksten gebruiken; zie dit achtergrondartikel daarover), de behandeling van het spanningsveld tussen lezergericht en strategisch schrijven (afdoen in een paginaatje) of van een aantal voorbeelden. Inhoudelijk is het dat net niet, te kort door de bocht – en al ontzettend vaak in boeken opgeschreven zonder dat mensen er beter van gaan schrijven.

Mij vielen vooral veel perspectiefbreuken op in de kopjes van voorbeeldbrieven. Die op p. 189 bijvoorbeeld, die gaat over belastingaangifte en de koppen luiden ‘Tot wanneer kan ik aangifte doen?’ en ‘Hoe doet u aangifte?’ – terwijl die ‘ik’ en die ‘u’ dezelfde persoon, namelijk de lezer zijn (van al die vraag-kopjes, een B1-principe, krijg ik trouwens sowieso jeuk maar dat terzijde).

De toon is me dan ook nog iets te jolig. Bijvoorbeeld met van die dingetjes tussen streepjes:

Dit pictogram geef – heel verrassend – aan waar handige tips staan…(p. 4)

Dat heet dan – heel hip – storytelling (p. 7)

De beoogde lezer is vast jong, denk ik dan, maar Van Haaren zelf is van mijn leeftijd. 

Nou goed, dat is ook een kwestie van smaak, en kennelijk is en blijft er markt voor dit soort boeken, zeker uit de Dummies-serie én hip. Het punt van de onduidelijke lezer vind ik ernstiger. Ik zou niet weten wie er met dit boek echt geholpen is.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Boek # 8 vond ik niet zo goed

Louise Cornelis Geplaatst op 3 augustus 2017 door LHcornelis2 augustus 2017  

Cover boekIk heb in mijn zomerserie boeken tot nu toe zeven boeken besproken die ik allemaal goed vond en met plezier helemaal gelezen heb. Boek nummer 8 gaat net als nummer 7 over creatief schrijven, maar ik kwam er niet doorheen,, ik vond het helemaal niks. Het is Laat ze maar denken dat je als schrijver geboren bent. Een atypische schrijfgids van DBC Pierre.

Net als het boek van Hemmerechts (de vorige leestip) is dit geen standaard schrijfhandboek, zoals ook al uit de ondertitel blijkt. Eigenlijk ratelt Pierre maar een beetje door over schrijven en over zijn eigen leven en ervaringen, zonder dat ik er veel samenhang of structuur in kan ontdekken.

Ik vind de associaties ook niet zo interessant. Hier en daar staat er wel een aardig inzicht in of een passage die tot nadenken stemt, maar vaak vind ik ze  quasi-diep – pretentieus. Of misschien ironisch, maar dat weet ik dan niet zeker, en daar houd ik ook al niet van. De concretere schrijfadviezen die ik opviste, vond ik niets nieuws onder de zon.

Er kwam wel een aap voor me uit de mouw toen ik aankwam bij het hoofdstuk over drugs. Pierre is daar een voorstander van: ze bevorderen het creatieve proces. Voor cannabis doet dat. Aha, ja, wat je onder invloed produceert klinkt vaak in je eigen oren briljant, terwijl het voor een ander moeilijk te volgen is en al helemaal niet interessant. Ik begrijp dat Pierre een achtergrond heeft als drugsgebruiker (en oplichter). Tsja, mijn manier is dat niet.

Ik meen ook waar te nemen dat Pierre freewriting-achtige technieken heeft toegepast en/of zich niet zo veel heeft aangetrokken van conventionele schrijf- en leesbaarheidsprincipes. Net zoals bij een boek dat ik een tijd terug besprak, dat van Klinkenborg, heb ik daar moeite mee. Ik moet dan altijd denken aan wat Willem Kloos zei, over de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie (link). Hij had het toen over poëzie. En zelfs dan betwijfel ik of hij gelijk heeft, en of je als dichter niet toch ook een béétje moeite wilt doen om leesbaar te zijn.

Voor een boek over schrijven of welk ander inhoudelijk thema dan ook geldt dat van die leesbaarheid, lezergerichtheid, wat mij betreft wel. Anders wordt het een soort toevalstreffer of je lezer met je associatieve en vrije stroom mee wil gaan. Dat soort lezers zullen er zeker zijn, bij Pierre zowel als bij Klinkenborg – ik googlede wat en vind in recensies voors en tegens. 

Van mij mag een schrijver een lezer wat meer tegemoet komen. En daar zijn drugs niet voor nodig. Sterker nog: die werken averechts.

 

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Boek # 7 is wél een schrijfboek

Louise Cornelis Geplaatst op 28 juli 2017 door LHcornelis27 juli 2017  

Cover boekIn de vorige zes leestips besprak ik boeken die ik inspirerend vond voor mijn werk, ook al waren het geen schrijfboeken. Vandaag een wél-schrijfboek, zij het niet over zakelijk maar over creatief schrijven: Schrijven, kun je dat leren? van Kristien Hemmerechts.

Ik vond het een erg leuk boek, maar wel een beetje vreemd. Hemmerechts beantwoordt de vraag uit de titel namelijk niet zo heel duidelijk (sommige mensen wel, maar niet iedereen?), het is ook niet echt een leer- of handboek (wat tot nu toe de enige reviewer bij Bol hevig teleurstelde) en er zit nauwelijks een duidelijke structuur in.

Het boek bestaat uit overdenkingen, observaties, citaten, anekdotes uit Hemmerechts’ ervaring als docent creatief schrijven in het Vlaamse hoger onderwijs. Dat gaat associatief en min-of-meer chronologisch (vermoed ik). Het boek geeft een indruk van haar praktijk en dus ook van wat er in haar cursussen aan de orde komt, zonder dat je dat echt als lesplan zou kunnen overnemen of iets dergelijks, of er zelf mee aan de slag zou kunnen. Schrijftips zijn er wel uit te filteren, maar dat filterwerk moet je zelf doen.

Ik heb het dan ook niet zozeer als schrijfadviesboek gelezen, maar als feest van herkenning voor wat betreft schrijfonderwijs geven. Bovendien las ik de stukjes tekstanalyse en de tips die ik tegenkwam met veel instemming, en ik dacht ‘ik zou best wel eens een workshop bij haar willen doen’. Ze lijkt me een leuke en goede docent, betrokken bij haar studenten en met een mooie visie op het vak.

Ik pik er een ’top drie’ uit van zinnen of passages die me bijzonder aanspraken

  1. Iets wat ik ‘mijn’ zakelijke schrijvers ook altijd graag wil bijbrengen (p. 68):

Het is iets wat je als schrijver te weinig beseft: dat de lezer de tekst niet leest met de aandacht waarmee jij hem geschreven hebt.

2. Sterk gevoel van herkenning (en ook wel troostrijk), p. 100:

Het is ontzettend moeilijk om mensen ervan te overtuigen dat een zin niet goed geformuleerd is, want in hun ogen is hij dat wel, anders hadden ze hem niet neergeschreven.

Uh, ja – ik heb bijvoorbeeld wel eens discussies die hakketakkerig dreigen te worden omdat de schrijver niet wil aannemen dat ik niet begrijp wat er staat. De oplossing is om ook anderen feedback te laten geven, iets wat ook Hemmerechts doet. Al gaat het er ook bij haar over dat die vaak lezen op inhoud en misschien spelfouten, maar niet op formuleringen (of structuur, voeg ik eraan toe).

3. Heel mooi geformuleerd, iets wat ook mijn overtuiging is over de relatie tussen schrijven en denken, op p. 142. Daar gaat het over een dagboek-schrijfoefening waarin de studenten zich  nogal op de vlakte hebben gehouden omdat ze hun gedachten liever voor zichzelf houden:

Ik denk niet dat we ergens een zak hebben zitten met intressante gedachten die we te voorschijn zouden kunnen toveren als we dat wilden. Gedachten ontstaan in de formulering.

Dat is overigens ook wat schrijven soms weerbarstig en tijdrovend maakt: je bent nog aan het denken. Het is niet al bestaande inhoud ‘opschrijven’, maar inhoud uitdenken – maken dus!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (550)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑