Daar gaan we dan…
Over herschrijven gesproken… ik zit tegen een grote herschrijfklus aan te hikken. Op dit weblog schreef ik eerder over de roman-in-een-maand die ik in juli geschreven heb. Een paar weken geleden, met de broodnodige distantie, heb ik die helemaal doorgelezen. En ja, ik wil ermee verder, zo concludeerde ik. Bij herlezing raakte het verhaal me, het ontroerde me zelfs, en ik moest er hier en daar ook om lachen. Positief genoeg om mee door te gaan. Maar er moet nog wel veel aan gebeuren voor ik hem ooit aan iemand anders wil voorleggen, laat staan aan een mogelijke uitgever.
Over dat uitgeven wil ik zelfs nog helemaal niet denken, dat demotiveert me, merk ik – ik ben gevoelig voor de verhalen die de ronde doen over 1 % van de manuscripten die aangeboden worden, uitgegeven wordt, of dat zelfs Rowling met Harry Potter 12 keer werd afgewezen ofzoiets. Nouja, in elk geval: eerst het werk doen, niet nadenken over uitgeven.
Goed, dat was dus de eerste hobbel. Ik bedoel: ik heb een paar weken geleden weliswaar geconstateerd dat ik met mijn roman verder wil, maar ik zit wel met een aantal hobbels en ben dus nog amper daadwerkelijk aan de slag gegaan. De gedachte aan het uitgeven, simpelweg tijdgebrek (drukdrukdruk), fysieke beperkingen (ik kan op het ogenblik vanwege last van m’n schouder niet in bijvoorbeeld de trein schrijven op laptoppen, terwijl ik wel elke week urenlang in de trein zit, en ik ben ook nog snipverkouden geweest)…
En het belangrijkste wat me tegenhoudt is een vager soort weerstand, die ermee te maken heeft dat ik me van juli herinner dat het zo opgaan in het schrijven een enorme kick was, en dat ik bang ben dat ik die niet meer ga ervaren. Dat het alleen maar kan tegenvallen, dus. In de drukte van deze gewone maanden kan ik nooit zo veel tijd besteden aan het schrijven als ik in juli heb gedaan. Er af en toe ‘even’ naar kijken, tussen alle andere bezigheden door, dat is veel minder leuk dan er helemaal in opgaan. Bovendien is het bedenken van het verhaal een andere bezigheid dan het redigeren ervan. Misschien vind ik het bedenken wel veel leuker, en volgt nu het saaiere gedeelte. Toch is dat wat er nu nodig is: met enige regelmaat stukjes bijschaven en oppoetsen.
Maar toch. Trap onder m’n kont. Ik ga aan de slag. Vanaf deze week heb ik het een paar weken lang iets minder druk met al dat gereis, en dus is het zaak om de koe bij de horens te vatten. Wat moet er gebeuren, constateerde ik bij herlezing:
- Inhoudelijke fouten en slordigheden eruit – het is wel te merken dat het af en toe haastwerk was in juli.
- Aan het begin eruit passages met een aanloopje van het type ‘nou moe, wat me nu weer is overkomen…’
- Aan het eind er nog wat bij, daar gaat het met een veel te grote sprong ineens drie maanden verder. Het moet daar echt langer worden. En aan het begin misschien iets ingekort. Het stuk verhaal erbij bedenken, dat lijkt me overigens nog het lastigste om tussen de bedrijven door te doen.
- Misschien heb ik ook nog wel wat aan het boekje Self-editing voor fiction writers dat ik heb gekocht? De eerste hoofdstukken nog niet zo veel, maar ik wil het wel verder bestuderen.
- Vervolgens: beoordelen of het geloofwaardig genoeg is en niet te zeurderig. Daarvoor is het ook nodig om wat research te doen: te gaan praten met mensen die de wielerwereld kennen.
- En als ik dat allemaal gedaan en verwerkt heb, dan wordt het tijd om er nog eens kritisch naar te kijken: is het geschikt om aan de eerste proeflezers voor te leggen? Maar misschien ben ik dan wel een jaar verder.
Kortom: werk aan de winkel, en daar ga ik in deze ‘herfstvakantie’ mee beginnen. Wordt vervolgd!
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Een ditje en een datje
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Nanowrimo komt eraan
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Een nieuw einde