Vorig jaar heb ik voor een opdrachtgever mijn e-learning op maat gemaakt. Als afrondende opdracht kregen de deelnemers een casus waarvoor ze een managementsamenvatting moesten maken, volgens het piramideprincipe, en bijvoorbeeld in de vorm van een tekstpagina met enkele vervolg-data-slides. Dat is dit jaar gaan lopen, eerst met een pilot, later met de grotere groep.
Ondertussen is de grote bulk voorbij: ik heb de laatste maanden 68 van die samenvattingen van feedback voorzien. Die feedback was in de vorm van een checklist met de belangrijkste punten van het piramideprincipe. Hier een impressie.
De feedback die ik het meest heb gegeven was dat de relatie tussen de tekstpagina en de slides explicieter moest. Misschien, zo dacht ik, is dat een beetje een artefact van de opdracht. De deelnemers kregen vier slides met ruwe data in grafieken. De meesten hebben die allevier gebruikt en ook nog eens op de volgorde laten staan waarin ze die hadden gekregen in de opdracht. Het viel mij op hoe gauw het dan een totaal raadsel wordt wat waarop slaat – wat een gepuzzel. Het zinnetje feedback ‘als er geen voor de hand liggende een-op-een-relatie is tussen de tekst en de slides, moet je de relatie expliciet maken, bijvoorbeeld door paginanummers toe te voegen’ had ik ergens klaarstaan en dat heb ik heel vaak copy-paste gedaan.
Artefact of niet, herkenbaar is het toch wel: voor de schrijver is de relatie ongetwijfeld logisch, maarja, de lezer ziet die logica niet. ‘In het echt’ gaat dat misschien niet op deze manier, maar toch wel vaak mis.
De andere dingen waar ik veel feedback op heb gegeven betroffen onvoldoende synthese (zie ik sowieso vaak: hoofdboodschap die het niveau eronder samenvat in plaats van overkoepelt, titels van slides die de data beschrijven in plaats van zeggen wat de betekenis is), wiebelige logica (snap ik – blijft lastig, die strenge eisen van het piramideprincipe) en onheldere centrale vraag (vaak een dubbele, dus met en erin, mogelijk ook ingegeven door de opdrachtformulering, maar ik zie het wel vaker).
Maar er waren ook heel goede uitwerkingen bij. Die ik soms beslist goed genoeg vond om zó naar een cliënt uit te laten gaan. En die ik een enkele keer opvallend origineel vond. De beste uitwerkingen klopten zowel qua piramideprincipe als in hun mate van creativiteit. De creatievelingen hadden er niet voor teruggedeinsd enkele grafieken eruit te gooien of ingrijpend te veranderen.
Sterker nog, ik denk dat de enige echt goede oplossingen niet te braaf met die grafieken waren. Dat gold op hoog niveau, dus dat de creatieven het verhaal naar hun eigen hand hadden gezet, dus. Ja, zo voeg je waarde toe, zo doe je echt aan betekenisgeving voor de cliënt.
Maar het gold ook het niveau van elke afzonderlijke grafiek, en dat had ik me nog nooit eerder zo gerealiseerd. Ik leg het uit.
Het op te lossen probleem van de fictieve cliënt van de casus betrof de mislukte markt-introductie van een product. De cliënt vroeg zich af of herintroductie mogelijk was (nouja, dat was een van de mogelijke interpretaties). In een van de gegeven grafieken zat een stevige hint richting een mogelijke oplossing. In die ene grafiek stond het resultaat van onderzoek naar mogelijke veranderingen aan het product: twee daarvan waren kansrijk bij specifieke doelgroepen. De grafiek bestond uit een staafdiagram met zeven staven op willekeurige volgorde, de andere vijf onderzochte veranderingen waren minder kansrijk
Als je niks aan de grafiek veranderde, moest je bijna wel een lange, beschrijvende titel maken: ‘Verandering X richten op doelgroep A en verandering Y richten op doelgroep B zijn kansrijke veranderingen aan het product’. Dat is een lange, beschrijvende titel voor een Powerpoint.
Stap 1 vooruit is het veranderen van de grafiek, dusdanig dat die twee kansrijke veranderingen eruit springen. Je kunt daartoe de staven een accentkleur geven of er een lijntje omheen zetten – enzovoort. De titel kan dan worden ‘Er zijn twee kansrijke veranderingen aan het product’. Dat scheelt al veel lengte, en dat is sowieso iets wat je wat mij betreft zou moeten doen.
Nog een stap vooruit is de echte synthese: antwoord geven op de vraag ‘dus?’ (‘so what?’) Dat kan zijn: ‘Breng twee veranderingen aan’/’Onderzoek de twee mogelijkheden nader’/’Kies uit twee mogelijke doelgroepen’ – en ook nog steeds ‘Vergeet het’ (want toch te weinig kansrijk wellicht).
Dan heb je ‘m waar je ‘m moet hebben – en dan is die visuele aanpassing ook nog steeds nodig. Misschien zelfs iets meer, want bijvoorbeeld bij dat ‘vergeet het’ zou het goed zijn een norm zichtbaar te maken, waar zelfs die twee beste opties dan onder blijven. Enzovoort.
Zo hangt visueel design samen met structureren: de data leiden tot een boodschap en die boodschap, doorgedacht tot in de uiterste ‘so what’, bepaalt vervolgens de vorm die die data krijgen.
* * *
68 piramides en samenvattingen – het was massaproductie, maar verspreid over de tijd en ik vond het leuk om te doen. Er zullen nog wat late inleveraars komen, en daarna nieuwe mensen – de training blijft gewoon bestaan. Voor een eventuele volgende versie ga ik wel de instructie aanpassen om meer ruimte voor creativiteit te creëren.