Met boek nummer 9 in deze serie ben ik dan eindelijk wel recht in de kern van de zaak van dit weblog aanbeland. Het is dan ook een boek waar ik omwille van de titel niet omheen kon: Zakelijk schrijven voor dummies, van Eugène van Haaren. Bijna 30 euro voor betaald, maar helaas: ik vind het niks.
Belangrijkste probleem van het boek vind ik meteen heel fundamenteel, omdat wat mij betreft een schrijfboek moet practicen wat het preacht. Dus als je, zoals dit boek natuurlijk ook zegt, lezergericht moet schrijven, moet helder zijn wie je lezer is. Ik heb geen flauw idee welke lezer Van Haaren voor ogen heeft gehad met dit boek. Het staat ook nergens. Hij heeft zelf een achtergrond in de PR, begrijp ik – bedoelt hij mensen zoals hijzelf?
Zakelijk schrijven gaat over teksten die je gebruikt als gereedschap, lees ik op p. 1. En ook dat niet alle mogelijke soorten zakelijke teksten in dit boek staan – kan ik me wat bij voorstellen. Maar wat de keuze bepaald heeft – ik zou het niet weten. De eerste honderd pagina’s gaan over journalistiek schrijven, daarna dik 50 over internet, daarna 30 over zakelijke brieven, mails en formulieren, 20 over sociale media, 15 over video’s en andere presentaties.
Vanwaar die grote aandacht voor journalistiek schrijven, versus het volledig ontbreken van beslisdocumenten (memo’s, managementrapportages e.d.) en beleids- en adviesteksten? Plus daarbij ook nog internet, wat weer een massamediale aanpak is, terwijl veel zakelijk schrijven juist voor een bepaalde lezer of lezersgroep is. Wie schrijft er zo veel voor grote groepen, maar dan zonder journalistieke achtergrond? En zou je dan niet liever een apart boek voor journalistiek schrijven kopen? Dit boek doet enerzijds te veel en anderzijds te weinig.
De indeling in vijf genres maakt het onmogelijk om algemene schrijfprincipes te bespreken, waardoor bijvoorbeeld algemene formuleringskwesties verstopt zitten in het gedeelte over internet.
Inhoudelijk – ach… Anderhalf jaar geleden gaf ik een recensie-blogpost de titel ‘Weer zo’n boek‘ en dat geldt ook hiervoor: weer van die te gemakkelijke tips. Ik heb een paar steekproeven genomen en werd niet happy van het moeten vermijden van de lijdende vorm (vooral ontzettend slechte voorbeeldzinnen), de behandeling van B1 (toegeven dat dat geen norm is voor teksten maar voor leerders van een vreemde taal, maar hem vervolgens toch voor teksten gebruiken; zie dit achtergrondartikel daarover), de behandeling van het spanningsveld tussen lezergericht en strategisch schrijven (afdoen in een paginaatje) of van een aantal voorbeelden. Inhoudelijk is het dat net niet, te kort door de bocht – en al ontzettend vaak in boeken opgeschreven zonder dat mensen er beter van gaan schrijven.
Mij vielen vooral veel perspectiefbreuken op in de kopjes van voorbeeldbrieven. Die op p. 189 bijvoorbeeld, die gaat over belastingaangifte en de koppen luiden ‘Tot wanneer kan ik aangifte doen?’ en ‘Hoe doet u aangifte?’ – terwijl die ‘ik’ en die ‘u’ dezelfde persoon, namelijk de lezer zijn (van al die vraag-kopjes, een B1-principe, krijg ik trouwens sowieso jeuk maar dat terzijde).
De toon is me dan ook nog iets te jolig. Bijvoorbeeld met van die dingetjes tussen streepjes:
Dit pictogram geef – heel verrassend – aan waar handige tips staan…(p. 4)
Dat heet dan – heel hip – storytelling (p. 7)
De beoogde lezer is vast jong, denk ik dan, maar Van Haaren zelf is van mijn leeftijd.
Nou goed, dat is ook een kwestie van smaak, en kennelijk is en blijft er markt voor dit soort boeken, zeker uit de Dummies-serie én hip. Het punt van de onduidelijke lezer vind ik ernstiger. Ik zou niet weten wie er met dit boek echt geholpen is.