Afgelopen vrijdag zijn we in het college over overtuigende teksten (thread) begonnen met een nieuw sub-onderwerp: pre-testen. Dat valt buiten het bereik van dit weblog, maar toch één dingetje erover: ik deed een pre-test met de studenten, met in mijn achterhoofd de vraag of ze de oubollige woorden (reeds, ouders/verzorgers) en de woordherhaling (persoonlijk, vrijblijvend – en reeds ook trouwens) op deze webpagina ook irritant vonden.
De ‘respondent’ met wie ik sprak als voorbeeld van hoe je een pre-test nabespreekt, had die woorden niet als negatief aangemerkt, maar wél de herhaling van de samenstellingen van studie-. Die waren mij nou weer niet opgevallen, maar toen ze het eenmaal zei, dacht ik: o, ja, oef!
Wat ik daarvan maar weer eens leer is dat lezers verschillend lezen! De consequentie daarvan is ook dat je een belangrijke tekst altijd door iemand anders moet laten lezen. Maar dat heb ik hier allebei al vaker gezegd.
Wat we verder hebben gedaan, was nog eens beter kijken naar hoe het zit in argumentatie van teksten die gericht zijn op gedragsverandering. Eerder vorige week hadden de studenten namelijk hun analyses van de teksten waarmee ze aan de slag zijn ingeleverd. Het nakijken ervan was leuk en er zaten een boel goede observaties tussen. Alleen de argumentatieve analyse was nog niet zo goed gegaan, dus daar moest nog een puntje op de i.
Hoe zit die argumentatie in elkaar volgens het boek? Welnu, het standpunt in de tekst (al dan niet expliciet) sluit nauw aan bij het beoogde gedrag. In de tekst die we pre-testten is dat iets als ‘Study-Globe is hét adviesbureau voor al jouw studieavonturen in het buitenland! (standpunt) of ‘Met Study-Globe in zee gaan’ (als je in het buitenland wil studeren; beoogd gedrag).
Dat beoogde gedrag heeft een aantal voordelen, zoals in het voorbeeld: je kunt er altijd snel persoonlijk advies krijgen, ze hebben ‘directe contacten met opleiders’ en ze kunnen veel (alles?) voor je regelen: jouw studieplek aan de andere kant van de wereld, of het nu gaat om een minor, bachelor, master, jaar high school of talencursus. Dat zijn de argumenten; zo’n type argumentatie is dus van het schema ‘doe X omdat dat voordelen met zich meebrengt’.
Om nu tot een kritische afweging van de argumenten te komen, kun je je van elk voordeel dat de tekst geeft afvragen:
- Is dat voordeel echt wel wenselijk?
- Is het waarschijnlijk dat dat voordeel optreedt als gevolg van mijn gedrag?
Wenselijk vonden we de voordelen in de tekst wel, maar waarschijnlijk, daarover hadden we twijfels. We konden ons bijvoorbeeld niet voorstellen dat je altijd snel persoonlijk advies krijgt (midden in de nacht ook?), en dat ze bij Study-Globe echt overal contacten hebben met opleiders. Op dat punt vonden we de tekst dus niet overtuigend.
Er staan in de tekst ook nog wat inhoudelijke punten die je tot de argumentatie zou kunnen rekenen, maar het boek schuift die in een andere categorie. Het gaat dan om het ‘gratis en vrijblijvend’. Dat is niet direct een voordeel van het gedrag (vergelijk: je koopt niet iets omdat het goedkoop is), hooguit mooi meegenomen. Dat is dan een cue bij perifere verwerking.
Want om daar nog even op terug te komen (theorie: ELM): kritisch afwegen van argumenten (centrale verwerking) doe je alleen maar als je daartoe in staat en gemotiveerd bent. Vaak maak je een afweging op basis van vuistregels. Eén zo’n vuistregel is: ‘als het gratis en vrijblijvend is, kan ik het wel doen (want ik kan me er geen buil aan vallen).’
Nog zo’n vuistregel is: ‘de deskundige zal het wel weten’, en wellicht sluit het gebruik van het woord studiespecialisten (in plaats van het neutralere medewerkers) daarbij aan. Dat is dus geen argument, maar wel een duwtje in de door de tekst beoogde richting.
Afhankelijk van de aard van de tekst is het denk ik belangrijk dat een tekst zowel bij perifere als bij centrale verwerking overtuigend is. Dus zowel sterke argumenten als goede cues die aangrijpen op veelgebruikte vuistregels. Bij de teksten waar de studenten mee bezig zijn had ik regelmatig de indruk dat een echt kritische centrale verwerker gaten kon schieten in de argumentatie. Ik ben benieuwd of de studenten daar de vinger op kunnen leggen.
En kijken we ooit zo kritisch naar de argumentatie in adviesrapporten? Hmm… het is vaker zo dat dat gaat dat je X moet doen omdat dat probleem Y oplost. Maar is de consequentie van X dan wel een voordeel, en is dat waarschijnlijk en wenselijk? Ga ik toch eens scherper in de gaten houden!