↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: september 2013

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Tegen-tekst?

Louise Cornelis Geplaatst op 30 september 2013 door LHcornelis30 september 2013  

In de afgelopen weken heb ik mijn kennis van de Roos van Leary opgefrist. Aanleiding daarvoor was dat ik op het ogenblik een paar hoorcolleges geef over adviesvaardigheden aan de Radbouduniversiteit (niet naar Groningen dus, zoals de afgelopen drie studiejaren, daar hebben ze op het ogenblik geen externe docent nodig). Voor de relationele kant van adviesvaardigheden is dat een mooi en nuttig model. Het zit vaak in mijn hoofd als ik nadenk over contact met mijn eigen opdrachtgevers.

Wat echter uit mijn hoofd was gevallen, dus waar ik bij het opfrissen ‘oja’ bij dacht, was dat resultaatgerichte communicatie als Tegen ervaren wordt – dus communicatie waarbij weinig of niets gedaan wordt aan ‘geaccepteerd worden’.

Dat klopt natuurlijk. Ik herinnerde me een keer dat ik precies op tijd (hèhè) bij een nieuwe opdrachtgever aankwam na een heel vroege start en een inspannende autorit. Ik ging zitten en de bespreking begon met ‘Goed, we zijn hier bij elkaar gekomen om te bespreken hoe we deze lastige presentatie aan gaan pakken. Ik stel voor dat we…’ Meteen de inhoud in dus, resultaatgericht. Ja, dat ervoer ik wel degelijk als tegen. Tegen-Boven, in dit geval, en dat merkte ik aan mijn eigen stille Tegen-Onder-gesputter: ‘Hoho, mag ik niet eens een kopje koffie? En wie zijn jullie eigenlijk?’ Dat heb ik uiteindelijk op een zo Samen-Boven mogelijke manier naar voren gebracht en zo kwam het toch nog goed.

Wat ik me nu echter afvraag, is of het bij tekst net zo kan werken. Aanleiding daarvoor was een voorbeeld bij een supervisie vorige week. Die tekst was helemaal alleen inhoud; er was niets aan gedaan om die inhoud voor mij als lezer toegankelijk te maken. En dan word ik dus na een paar alinea’s kriegelig. Als ik dan nog steeds niet weet waar de tekst heen wil, wat het doel is, wat de hoofdboodschap is, hoe de structuur in elkaar zit, enzovoort, dan krijg ik zo’n typische Tegen-Onder-reactie: geen zin meer om verder te lezen, en gepruttel als ‘waar gaat dit heen, wat moet ik hiermee, waarom lees ik dit eigenlijk?’

Krijgen andere lezers dat ook? Is het, meer in het algemeen, fijn als een schrijver ook wat Boven-Samen dingen doet? De lezer leidt dus, bijvoorbeeld door duidelijk te maken hoe de tekst in elkaar zit?

Nog eens verder nadenkend vroeg ik me af of er nog een ander Tegen-verschijnsel sterker zou kunnen zijn bij resultaat- en inhoudgerichte teksten, namelijk: dat de lezer er heel kritisch van wordt, gaten in wil schieten. Zou een toegankelijke, lezergerichte tekst minder kritiek oproepen?

Ik heb alleen vragen, geen antwoorden – ik weet niet of het zo werkt. Maar het zou zeker kunnen. Ik ga er eens op letten!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Morning pages ’s ochtends

Louise Cornelis Geplaatst op 24 september 2013 door LHcornelis25 september 2014  

Mooie blogpost van Julia Cameron over waarom morning pages echt in de ochtend moeten (zie hier mijn ervaringen ermee, inmiddels alweer 8 jaar lang, meestal zo’n vier keer in de week).

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Tekst en woord op één lijn

Louise Cornelis Geplaatst op 23 september 2013 door LHcornelis20 september 2013  

Opmerkelijk stukje in de NRC van 16 september:

scholen

Inhoudelijk vind ik het interessant, maar voor dit weblog gaat het me vooral om de relatie tussen boodschap en beeld. Op basis van de kop kijk ik namelijk meteen naar de grafiek, maar die twee hebben niets met elkaar te maken. Beetje gek. En er is nog meer gek aan de relatie tussen tekst en beeld:

  • In de tekst is sprake van rapportcijfers, in de grafiek van ruwe citoscores. Waarom verschillend? Dat maakt het onmogelijk om ze op elkaar te betrekken.
  • Wat doet Leeuwarderadeel daar tussen die vier voorspelbare hoge scoorders? Dat wordt nergens uitgelegd, ook in het vervolgartikel niet.

Wat mij betreft horen woord en beeld één lijn te trekken: wat er in tekst staat, staat er ook in woorden.

Nog twee gekke dingen dan, als ik toch bezig ben:

  • Typische toevoeging ‘blijkt na vergelijking van scores’ aan de kop. Dat doen kranten anders nooit: in de kop iets van de methodologie prijsgeven. Want meer is dit niet – het zegt eigenlijk heel weinig. Het zegt alleen maar voor de goede verstaander dat de scores zijn gecorrigeerd voor ‘soort leerlingen’.
  • Het vervolgartikel gaat op een boel in, maar niet op de aangekondigde stormloop op de lijsten.

En dan vraag ik me af: is het vanwege de lading van het onderwerp dat er juist in dit artikel zo veel gekke dingen gebeuren?

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Maak je leestijd zelf maar uit.

Louise Cornelis Geplaatst op 20 september 2013 door LHcornelis20 september 2013  

Opvallend bericht: http://www.nrc.nl/boeken/2013/09/19/moet-een-boek-je-vertellen-hoe-lang-je-erover-doet/

Wat mij betreft is die leestijd onzin. Leessnelheid loopt enorm uiteen, zelfs bij alles lineair lezen. Maar bovendien selecteren volwassen, ervaren lezers: ze slaan stukken over.

Nuttige functie is wel dat ik het als grote uitdaging zou zien. Zo van: kan ik wel in de helft! Met wandelen heb ik dat ook wel eens gedaan, en vooral berg-op inderdaad dankzij mijn fietsconditie wel eens de aangegeven duur gehalveerd. Groot verschil is dat je van een wandelpad géén delen kunt overslaan!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Zoals ze teksten gewend zijn

Louise Cornelis Geplaatst op 19 september 2013 door LHcornelis20 september 2013  

In augustus is bij mij Kiki Jacobs afgestuurd als Master bij CIW in Groningen. Zij was ook één van de studenten van mijn piramideprincipe-college daar. In haar scriptie heeft ze onderzocht hoe zakelijke lezers eigenlijk lezen, op de meest recht-toe-recht-ane manier, namelijk door het hen te vragen (interviews).

En dan denk je misschien: dat moet toch al lang bekend zijn, hoe werkende mensen lezen?! Maar dat is dus niet zo. Er is op dat gebied eigenlijk heel weinig onderzoek. Er is een ‘klassieker’, het proefschrift De eigenzinnige lezer van Rob Neutelings uit 1997 naar lezende volksvertegenwoordigers. Verder heb ik zelf wel eens een beetje wat gedaan, samen met studenten aan de VU. En dan is er hier en daar een enkel los artikeltje. Meer niet. Leesonderzoek vindt voornamelijk plaats onder studenten en scholieren. En die lezen echt heel anders.

Kiki heeft acht mensen die voor hun werk veel moeten lezen gevraagd naar hoe ze dat doen, hun voorkeuren erbij, en ook nog of het piramideprincipe hun lezende leven makkelijker zou kunnen maken. De interviews leverden een rijke oogst aan informatie op. Twee lijnen zijn daarin heel duidelijk en die verrassen me niet:

  • Lezers verschillen nogal van elkaar. In waar (thuis, in de trein of op het werk) en hoe (van papier of scherm) ze graag lezen, bijvoorbeeld, in wat ze lezen, en ook in hun voorkeuren. Eén voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld wat ze zeggen over stijl en formuleringen, ik citeer twee respondenten over jargon:

Lekker lopende zinnen. En dan mogen er best wat moeilijke woorden in staan, dat
doet er niet zo veel toe.

Juridisch taalgebruik is vaak moeilijk te volgen omdat het heel gedetailleerd is,zodat er nooit een misverstand kan ontstaan over de interpretatie. Alleen daardoor snap ik soms eigenlijk juist niet wat er staat. Dan moet ik sommige zinnen echt drie keer lezen, van bedoelen ze nou dit of bedoelen ze nou dat.

  • Lezen wordt sterk bepaald door gewoontevorming. De lezers hebben allemaal een strategie ontwikkeld om complexe teksten te lijf te gaan: zeg beginnen vooraan, daarna de inhoudsopgave en/of samenvatting, dan verder van voor naar achter, en tot slot naar de conclusie achterin. DAt een piramidale tekst daarvan afwijkt, wordt verschillend gewaardeerd (soms dus ook juist heel positief!) en zou in elk geval een kwestie van wennen zijn. Qua structuur, maar ook qua formuleringen. Eén respondent zei bijvoorbeeld over het voorbeeld van een piramidale tekst dat Kiki liet zien (zie ook post van eerder deze week):

Het is meer denk ik als een soort van, ja, meestal bij professionele teksten ben je gewend dat het vrij zakelijk is en kreten als ‘beste ontwerp’, ‘zoektocht’, het wordt een beetje meer in populaire woorden gedaan, ‘winnend onder’, ‘winnend ontwerp’,‘onderscheidt zich’ en dat, dat lijkt het eerder op een krantenartikel dan op een professionele tekst en ik denk dat dat wel een beetje op het verkeerde been kan zetten.

Wat me wel verraste, was dat de meeste respondenten aangaven eigenlijk ‘alles’ te moeten lezen. Volgens mij kenmerkt ‘volwassen’ lezen zich juist door sterke selectie, en dat blijkt ook uit Neutelings’ onderzoek én uit nog lopend ander student-onderzoek (daarover te zijner tijd meer). Kennelijk ervaren zelfs professionals lezen als een plicht, dat je eigenlijk alles door moet nemen en ook nog moet onthouden, alsof je er een proefwerk over krijgt. Ze willen dus ook allemaal meer tijd ervoor. Eén van de respondenten zegt bijvoorbeeld:

dat lees ik soms ook wel twee keer door, omdat , ja, het is, het is onmogelijk om het allemaal in één keer te onthouden.

Maar móet je ‘het allemaal’ onthouden dan? Je kunt het toch opzoeken? Wat mij betreft laat dit zien dat er in opleidingen en zeker in effectiviteits- en snelleescursussen meer aandacht mag zijn voor het dúrven overslaan van teksten. Je ‘moet’ niet alles lezen, althans, van niemand anders dan jezelf. En als je eerlijk bent, weet je dat al lang…

Bron: Jacobs, Kiki (2013) Zoals we teksten gewend zijn Hoe zakelijke lezers hun leeswerk aanpakken, waarderen en aansluiting kunnen vinden bij het piramideprincipe als alternatieve tekststructuur. Masterscriptie CIW RU Groningen.

 

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Veranderende plannen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 september 2013 door LHcornelis17 september 2013  

Zoals trouwe volgens van dit weblog weten, ben ik sinds een half jaar bezig met een boek over schrijven als instrument bij organisatieverandering. In de afgelopen zomer heb ik echter besloten dat boek over een wat andere boeg te gaan gooien: het krijgt een bredere doelgroep en een smallere inhoud. Het gaat namelijk gaan over creativiteitsontwikkeling voor hoog opgeleide kenniswerkers.

De bredere doelgroep zit hem erin dat ik me realiseerde dat ik alleen een boek kon schrijven over schrijven als instrument bij organisatieverandering van adviesorganisaties. Eigenlijk zou het gaan over het ‘verbeteren’ van adviseurs. Dat vond ik wat te beperkt. De smallere inhoud zit hem erin dat ik niet de pretentie heb te weten hoe je andere organisaties ‘verbetert’, wel welke technieken kenniswerkers nodig hebben om creatiever te worden.

Met die creativiteit bedoel ik overigens een heel specifieke: het gaat erom te kunnen ‘zien’ wat je vakinhoud betekent voor iemand anders. In de termen van het piramideprincipe gaat het om het formuleren van de so what, je kunt het ook ’the bigger picture’ noemen, of de interpretatie van de data. Dat heeft een inhoudelijke component, maar ook een creatieve – je overstijgt de data als het ware. Dat is een vaardigheid die (ten dele) aan te leren is, maar waar in opleidingen geen aandacht voor is. Er is ook, bij mijn weten, geen boek over. Mijn toekomstige boek zal daarom een hiaat vullen.

Met schrijven kan ik dus wel weer zo’n beetje opnieuw beginnen. Toch was het de afgelopen maanden beslist geen overbodig werk. Ik heb een heleboel eerste versies van het eerste hoofdstuk van het organisatieveranderingsboek geschreven, en ik bleef steeds het gevoel houden ‘dit is het niet’. Langzaam rijpte het besef waarom niet. Als ik niet was gaan schrijven, was ik daar niet achtergekomen. Zo werkt schrijven, hè: door je ideeën op te schrijven, maak je ze concreet. En dan zie je wat er goed en niet goed aan is.

Dus ik ga vol goede moed opnieuw beginnen c.q. verder – maar wel onder voorbehoud. Wie weet verander ik nog wel een keer van koers.

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Graag formeel?

Louise Cornelis Geplaatst op 17 september 2013 door LHcornelis17 september 2013  

Herkenbare post op Kiezelblog vorige week, over dat veel schrijvers beweren dat ze voor hun doelgroep toch echt formeel moeten schrijven. Dat hoor ik natuurlijk ook heel vaak, en ik zeg dan ook dat hoger opgeleiden toch echt heus ook gewone mensen zijn, die je het best in gewone taal kunt aanspreken. Maar dat je jargon niet uit de weg hoeft te gaan als je schrijft voor vakgenoten. En ik benoem ook wel de onzekerheid die mogelijk de kop op steekt bij ‘gewoon’ schrijven.

Wel stuurde ik Carola van Kiezelblog net nog de volgende reactie – zoals ook in haar post te zien is, heb ik een beetje meegedacht (graag gedaan), ingaand op de slotopmerking dat in de war raken van een andere, informelere tekst een uitzondering is:

Of het echt de ‘uitzonderingen’ zijn, dat weet ik niet, ik ben er wel van overtuigd dat genre-verwachtingen (meer in het algemeen: gewoontevorming) een grote rol speelt bij lezen (en schrijven). Wel speelt er nog iets anders, en dat is dat je als schrijver (van adviesrapporten in dit geval) niet per se hoeft te doen wat je lezers het meeste/snelste ‘pleaset’, zeg maar. Dan moeten ze maar even wennen aan een andere manier, want die is wél beter. Je mag die gewoontes best willen doorbreken, vind ik dus. Dat heeft alleen misschien net even wat uitleg nodig. Mijn ervaring met die ‘andere’ manier van adviesrapporten schrijven is dat als lezers er eenmaal aan gewend zijn, ze niks anders meer willen.

(En die ‘andere’ manier, dat is natuurlijk piramidaal, hè, ik refereer aan het onderzoek waaruit blijkt dat oningewijde lezers die niet altijd waarderen.)

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Gevaarlijk schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 16 september 2013 door LHcornelis13 september 2013  

Net als de afgelopen jaren (zie blogpost van vorig jaar en de links daarin) was ik afgelopen zomer een week naar Buitenkunst. Ik wilde dit jaar graag weer schrijven, omdat dat de kunstvorm is die me het meest na aan het hart ligt. Uit het programma koos ik voor de thema-week ‘Gevaarlijk’: spannende scènes schrijven voor toneel.

In de aanloop ernaartoe bedacht ik dat ik vooral wilde doen wat ‘de juf’ zei. Ik had net Niet voor mietjes afgerond, helemaal op eigen houtje, en sowieso moet ik natuurlijk in het dagelijkse werkleven veel ‘uit mijn eigen tenen halen’. Dat wilde ik wel eens even anders voor een week, ter inspiratie en ontspanning, en dat pakte hartstikke goed uit. ‘De juf’, Marije Uijtdehaage, wist een bijzonder prettige werksfeer te creëren, waarin de groep hard kon werken – ik ook.

Voor wie het leuk vindt: hier zijn al mijn teksten, als PDF-boekje: teksten buitenkunst 2013. De eerste drie zijn de spannende; de laatste twee waren wat meer ’tussendoortjes’ of grapjes.

De groep was ook maar klein: zeven deelnemers in totaal. Dat maakte het mogelijk om alle teksten (voor) te lezen en zo ook elkaars scheppingsprocessen te volgen. Een bevestiging van hoe ik zelf ook het liefste werk als het gaat om de teksten van mijn eigen deelnemers: in kleine groepen.

Wat ik vooral heb geleerd, is dat ik makkelijk de typische theatertaal te pakken krijg als ik me er maar toe zet. De eerste dag schreef ik nog wat te veel proza-achtig, maar in de loop van de week kwamen de korte, ritmische spreektaalzinnen met veel herhaling steeds makkelijker. De vormgeving hielp daarbij, dus de teksten meteen als theatertekst opmaken, zoals met veel wit, korte zinnen en gemarkeerde regie-aanwjizingen.

En verder heb ik gewoon heel lekker geschreven, en genoten van de momenten waarop zo’n tekst tot leven kwam. Theaterteksten zijn er immers om uitgevoerd te worden, en dat is twee keer gebeurd: één tekst is deels uitgevoerd door de deelnemers van de Theaterwerkplaats, en een andere tekst is ter hand genomen door de jongeren van het TheaterTalentLab, die een week deden over performances. Hun performance hield onder andere in dat ze rondliepen met t-shirts met zinnen uit onze teksten, zoals hier Max met een zin uit mijn stuk ‘Koekjesfabriek’:

max

Sowieso waren de performances van die groep en veel van de andere optredens en tentoonstellingen weer bijzonder de moeite waard. Al met al was het weer een zeer inspirerende week. Goeie plek toch, Buitenkunst!

 

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

E-boeken zijn te vaak kat in de zak

Louise Cornelis Geplaatst op 13 september 2013 door LHcornelis13 september 2013 1

En toen was de maat vol… al eerder heb ik me eraan geërgerd dat de kwaliteit van e-boeken te slecht is. Zo denk je een ‘echt’ boekt te kopen en dan blijkt het een PDF te zijn, wat slechter leest. Of een keer had ik dat er op elke pagina min stens drie ke er spaties te ve el stonden. Dat went wel, maar toch – je betaal er eigenlijk best wel veel voor, in verhouding met een papieren boek.

En vanochtend begon ik in mijn gister gekochte e-boek en toen dacht ik: en nu pik ik het niet langer. Dit is mijn mail aan de uitgeverij:

Beste mensen van Lannoo,

Ik heb gister bij bol.com (die ik hierbij cc) het e-boek van uw uitgave ‘Creativiteit. Hoe? Zo!’ gekocht, en daarin ben ik ernstig teleurgesteld. Het grootste probleem is dat er een heleboel afbeeldingen weg zijn. Om enkele voorbeelden te noemen:

– p. 14 van het e-boek, ‘de vierkanten’, daar moet een figuur met vierkanten te zien zijn, neem ik aan. Staat er niet.
– p. 33, ‘bekijk onderstaande figuur’. Geen figuur te zien. Op die pagina’s worden ook twee soorten oefeningen onderscheiden, volgens de tekst, met een symbool (denk ik) dat niet te zien is.
– p. 43, 44, 45 – daar moeten ongetwijfeld afbeeldingen staan, maar die staan er niet; de pagina’s zijn blanco op een beetje tekst bovenaan na.
– En misschien ook: het boek opent met twee witte pagina’s. Is de voorpagina foetsie?

Dit probleem doet zich zowel voor op mijn sony e-reader als op mijn pc. Op p. 57 is de foto (van een kameel) er dan ineens wél, en dat komt dan als een  verrassing.

Een kleiner probleem is dat de paginanummers met verwijzingen binnen het boek zelf nergens kloppen. Het e-boek heeft 218, geen 265+ pagina’s. De inhoudsopgave klopt dus ook niet. Gelukkig doen de links het wel goed, maar toch slordig.

Al met al heb ik het gevoel een kat in de zak gekocht te hebben: het boek is zo amper echt goed bruikbaar. Ik moet er nu eigenlijk nog het papieren boek bij hebben om het echt op waarde te kunnen schatten. Het is bovendien de € 29,90 echt niet waard zo. Daarom: ik wil mijn geld terug, en/of een goede versie van het boek ontvangen (desnoods op papier).

* * *

Ik ben benieuwd, en houd jullie op de hoogte.

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Schrijfmodellen en organisatiecultuur

Louise Cornelis Geplaatst op 12 september 2013 door LHcornelis12 september 2013 1

In juli heeft Sven Koster zijn masterscriptie CIW voltooid. Die scriptie ging over de relatie tussen schrijfmodellen (piramideprincipe versus methodologische structuur) en organisatiecultuur. Sven was één van de studenten van mijn piramideprincipecollege, en ik was dan ook tweede begeleider bij zijn scriptie. Het is een interessant onderzoek geworden!

Sven heeft zeven schrijvende professionals geïnterviewd over hoe zij schrijven, en enkele resultaten daarvan geanalyseerd (tekstanalyse). Die professionals verschilden in de mate waarin zij het piramideprincipe kenden: doorgewinterde piramideprincipegebruikers, beginnende piramideprincipeleerders en schrijvers die niet bekend zijn met het piramideprincipe. Daarnaast verschillen zij ook in rang en in het type organisatie waarin zij werken: van (semi-)overheid tot bedrijfsleven. Het ging om een klein aantal, dus Svens conclusies zijn voorzichtig, maar er komt wel een beeld uit naar voren. Ik haal daar de opmerkelijkste zaken uit.

Wat uit dit onderzoek is gebleken zou ik willen verwoorden als goed nieuws en slecht nieuws (Sven zelf doet dat veel neutraler natuurlijk).

Het goede nieuws is dat kennis van het piramideprincipe inderdaad leidt tot anders schrijven. Ook al is het al jaren geleden dat de schrijver het principe heeft leren kennen, en ook al ‘moet’ het helemaal niet meer per se zo. En ook al schrijft die professional lang niet alles 100 % piramidaal.

Het slechte nieuws is dat van alle teksten die Sven had verzameld, er wat mij betreft maar één door de beugel kan als ik er de niet eens allerstrengste regels van het piramideprincipe op loslaat. Vooral van de teksten van de leerders schrok ik: die maken een mengelmoesje van piramideprincipe en methodologisch, en dan heb je vlees noch vis.

Niet alleen concludeer ik hieruit dat het piramideprincipe nog moeilijk onder de knie te krijgen is dan ik al dacht, maar ook zie ik dat schrijvers het nog te zeer opvatten als teksttrucje, als vormgeving van een tekst, en daarmee dus de grootste kracht van het piramideprincipe niet benutten. Die kracht, dat is de mate waarin het je uitdaagt om glashelder te denken. Maarja, denken, dat kost moeite en is vervelend…

De relatie tussen schrijven en organisatiecultuur is niet zo eenduidig. Zowel bij de (semi-)overheid als in het bedrijfsleven wordt kort en bondig geschreven; het meest uitvoerig en omslachtig juist bij één van de bedrijven. Wat ik wel herken is dat bij de overheid de manier van schrijven het meest dwingend is vastgelegd, in de vorm van vaste formats. Dat typeert de bureaucratie inderdaad.

Goed nieuws was verder nog dat alle schrijvers bewuste keuzes maken over hoe ze schrijven, en dat velen ervan dat doen in overleg met hun lezers, de klanten. Dat maakt het niet altijd makkelijker, zeker niet als je met één stuk diverse lezers moet bedienen. Maar gelukkig wordt er dus wel over teksten nagedacht én gepraat.

Bron: Koster, Sven. Schrijfmodellen en organisatiecultuur. Hoe werkt organisatiecultuur mee of tegen bij het kiezen voor een schrijfmodel? Masterscriptie CIW Rijksuniversiteit Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 1 reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?
  • Een beetje over literatuur
  • Het passief is niet neutraal

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (315)
  • Opvallend (543)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (887)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑