Op Tekstblog zag ik net een leuke Loesje:
Maandelijkse archieven: juni 2012
Dat lastige denken
Schrijven is moeilijk. Dat komt voor een belangrijk deel omdat het zo nauw verweven is met denken. Je begint met een hoop informatie en enkele gedachten daarover, en het kost al denkwerk om daarvan een verhaal te maken – en dan komt dan nog bij dat het niet ‘zomaar’ een verhaal is, maar gericht op een lezer. Vandaar dat ik als motto van Adviseren met perspectief het nummer ‘It’s hard‘ van The Who koos (‘Any kid can chatter – few can inform. It’s hard.’)
De laatste tijd ben ik die last van denken bij schrijven een paar keer tegengekomen. In de eerste plaats was dat in de wetenschappelijke literatuur. In een artikel van Davies en Birbili gaat het over ervaringen met schrijven in het dagelijkse werk en zij concluderen dat denken daarbij ‘often a disturbing and uncomfortable thing to do’ is.
Ten tweede: één van de Groningse piramideprincipe-studenten, Marit Holman, deed in haar scriptie onderzoek naar het schrijven van gemeente-ambtenaren en daarvan zeggen er ook veel hoe belangrijk denken is voor schrijven. Maar het is niet altijd makkelijk, ik citeer een uitspraak van één van de schrijvende ambtenaren uit Marits scriptie:
Schrijven en denken gaat voor mij tegelijkertijd. Ik had laatst anderhalf uur achter elkaar door geschreven maar toen viel de computer uit. Ik kreeg het niet meer terug en heb het ook niet meer zo mooi gekregen. Soms zit je in zo’n flow en dan ga je. Soms kan je meteen schrijven wat je denkt. Af en toe is het echt werken.
En ten derde kwam ik het tegen in het piramideprincipe-onderzoek. Een de ene kant zeiden geïnterviewde schrijvers daarin:
Het is goed dat je bij het piramideprincipe eerst even nadenkt over hoe ziet het eruit en wat is nou het belangrijkste wat je wilt vertellen, ik denk dat dat veel toevoegt.
Maar aan de andere kant:
Je wordt er onrustig van omdat je je afvraagt of je het wel helemaal goed hebt gedaan. Het gevaar is dat je er te veel tijd aan gaat besteden.
In die laatste uitspraak klinkt door dat vooral voor veeleisende, perfectionistische schrijvers dat denkwerk lastig is. Perfect is een tekst nooit, en ook de structuur en de logica niet. Waarschijnlijk verklaart dat voor een deel de last van dat denkwerk.
Want dat valt me wel op: dat dat denken zo lastig is. Want het is toch niet alleen maar lastig? Het is een essentieel onderdeel van het werk, op twee manieren. Aan de ene kant ben je, met een beetje consultant-jargon, waarde aan het toevoegen door de informatie te interpreteren. Iedereen kan feiten op een rijtje zetten, maar daar een zinnig verhaal over vertellen, dat is vakmanschap (it’s hard!).
Aan de andere kant ben je dienstverlenend bezig: jouw moeite is het gemak van de lezer (je cliënt, opdrachtgever, baas – noem maar op). Dáárom schrijf je het goed op: leesbaar, begrijpelijk, toegankelijk, overtuigend, instructief. Dat doe je niet voor jezelf en zeker niet voor je eigen gemak. Dat doe je voor een ander, en dat is loffelijk.
Zo is schrijven en denken een prachtige uitdaging, toch?! Ik kan in ieder geval de lol ervan wel ervaren: dat ineens de puzzelstukjes op hun plek vallen en dat ik denk: nou staat er wat ik wil dat er staat. Maar ik herken ook de worsteling wel, dat het er maar níet wil komen te staan. En ik begrijp ook wel: liever lui dan moe. Wat zou het fijn zijn als die prachtige tekst er vanzelf uit zou rollen.
Maar helaas, schrijven is niet makkelijk. Wie heeft ons eigenlijk wijsgemaakt dat het dat wél zou (moeten) zijn? Enne: morgen iets over wat het piramideprincipe doet bij al dat gedenk.
De tegenhanger van piramidaal
Nog steeds ben ik op de achtergrond bezig met het piramideprincipe-onderzoek, vooral omdat ik enkele scriptiestudenten begeleid. Vandaag las ik een stuk van de concept-scriptie van eentje (Albert) en toen bedacht ik ineens dat ik wat voorzichtiger moet worden in waarmee ik piramidale teksten contrasteer.
Ik zeg altijd dat je aan de ene kant rapporten volgens het piramideprincipe hebt en aan de andere kant methodologisch opgebouwde rapporten. Dat klopt wel voor adviesrapporten en voor andere teksten die op onderzoek gebaseerd zijn, maar Alberts scriptie gaat over een ander genre, namelijk pleitnota’s.
De tegenhanger van piramidaal is daar niet methodologisch, maar iets wat je klassiek of traditioneel zou kunnen noemen: de kop-romp-staart-opbouw die al in de klassieke oudheid voor juridische betogen wordt gepropageerd. De conclusie staat in de staart; de kop is alleen inleidend tot de romp (de argumentatie).
Albert is aan het uitzoeken of pleitnota’s volgens het piramideprincipe acceptabel of zelfs wenselijk zijn voor rechters. Ik kan er nu nog niet veel over zeggen, hij is nog druk bezig met de uitvoering. Wordt vervolgd dus!
En dit is voor mij een mooie gelegenheid om één van mijn zomerplannen aan te kondigen. In de zomer is het voor mijn werk altijd relatief rustig, en dan kan ik dus eens iets doen waar ik anders niet aan toekom. Op de agenda staat: eens een goede inleiding in de klassieke retorica lezen (deze). In mijn studie zat het niet (de universiteiten lopen er nogal in uiteen of ze de klassieken belangrijk vinden voor de studie taalbeheersing), en in de kennis die ik er in de loop der jaren sindsdien over heb vergaard zitten gaten en wazige plekken Eens kijken of ik die kan vullen en verhelderen van de zomer, lijkt me leuk!
Het mag weer langer
Is de wal het schip aan het keren? Schrijven moet al decennia lang korter-korter-korter. Maar ineens duiken er pleidooien op voor langer, zoals bijvoorbeeld eerder deze week in Adformatie. Opmerkelijk! Van mij mag lang trouwens zeker ook wel, hoor. Als het maar goed geschreven is: sterke inhoud, goed gestructureerd en geformuleerd. Lang mag geen doel op zich zijn. Maar kort ook niet. Althans, als je iets meer wilt doen dan het schrijven van een tweet…
Dyslectische ondernemers
Het schijnt dat veel succesvolle ondernemers dyslectisch zijn. Naar dat verschijnsel en aanverwante zaken is onderzoek gedaan en de resultaten daarvan worden binnenkort gepresenteerd op een symposium. Niet dat ik de doelgroep ben, maar ik geef het graag door!
Kort schrijven: bonsai of tuinman
Het is ook nogal opzichtige promotie, maar als je daardoorheen leest, staat er op SchrijvenOnline een mooie metafoor voor kort schrijven: je kunt dat doen als bonsaiboomkweker (meteen kort) of als tuinman (eerste lang schrijven, daarna snoeien: inkorten). Voor dat snoeien staan er vijf tips.
Zeer herkenbaar dat je van oefening bonsaimeester kunt worden: toen ik begon met columns van 500 woorden schrijven voor Fiets, waren ze steeds te lang. Ik doe dat nu al jaren, en nu zijn ze in het begin vaak te kort – misschien een gevolg van nog kortere columns schrijven voor Oase?
Maar ik pas ook nog regelmatig het snoeien toe, en kan me erover verbazen dat ik dan met gemak 10 % weghaal zonder ook maar iets op de inhoud in te hoeven leveren.
De bron van het stukje is trouwens KiezelBlog en daar staan wel meer leuke dingen op – ik kwam er mezelf zelfs nog op tegen!
Schrijven is goed voor je
Een onderwerp waaraan ik graag af en toe aandacht besteed op dit blog is de relatie tussen schrijven en je psychische gezondheid. Dat is kennelijk weer een beetje actueel, want in Opzij van deze maand staat een artikel over het gunstige effect van autobiografisch schrijven, en net publiceert SchrijvenOnline een overzicht van onderzoek naar de relatie – die er dus wel degelijk is, in positieve zin. Een paar minuten schrijven scheelt al!
Werken met een tekstschrijver
Voor wie er wel eens opdrachten verstrekt aan een tekstschrijver: enkele tips voor de briefing. Via @Tekstblad en @cvetekst
Grappig verbodsbord
Kleine observatie van afgelopen weekend, fietsend over de Grevelingendam. Daar staat een bord met:
Verboden te overnachten en te kite-skaten
(Of zoiets – ik weet het niet 100 % letterlijk meer). Grappig – ik ervaar dat als ’taalbotsing’ en dat zit hem misschien een beetje in het Engels aan het eind van zo’n gewoon zinnetje, maar vooral in het contrast in alledaagsheid, volgens mij. Overnachten is iets wat iedereen elke nacht doet (of bijna dan); bij kite-skaten kan ik me net wel iets voorstellen, maar ik heb het nog nooit gezien, laat staan gedaan. Als het is wat ik me voorstel, snap ik ook wel dat het niet mag tussen het andere verkeer op die dam…
Onmisbare websites
Net voor een opdrachtgever op een rijtje gezet welke online hulpmiddelen er zijn voor de schrijvende professional. Volgens mij zijn deze onmisbaar:
– Het ‘Groene boekje’ online: de officiële woordenlijst, nodig om goed te kunnen spellen.
– Taaladvies uit goede en betrouwbare hoek, bijvoorbeeld van Onze Taal of van de Taalunie (naar keuze, dus neus rond en kijk welke je het beste bevalt, of kijk bij de andere als je iets bij de een niet kunt vinden).
Graag zou ik hier ook nog een link zetten naar een goed woordenboek online. Van Dale is de autoriteit op dat gebied, maar die is slechts ten dele online te raaplegen (hier). Dus dat is iets om ouderwets in de kast te hebben staan.