Laatst had ik het over botsende metaforen, deze week valt me een ander type botsingen op: tussen talen. Ik ben nog steeds nogal met voetbal bezig, en gister wilde ik even checken of het toch echt ‘Schalke 04’ was en niet officieel eigenlijk ‘Schalke ’04’ (nee dus). Ik schoot in de lach toen ik tussen de Google-resultaten zag staan dat je op de site van Schalke ‘Handylogos zum Download’ kon krijgen. Ik weet, Engels rukt hard op en Nederlands doet precies hetzelfde, en in de ogen/oren van een Duitser is, ik noem maar wat, ‘download hier je ringtones’ misschien wel net zo gek, maar voor mij is de botsing tussen Duits en Engels lachwekkend.
Maar Nederlands en Engels kan er ook wat van, op hetzelfde gebied. Ik fiets regelmatig langs de trainingsvelden van Sparta en daar heet het ‘Sport and activity centre Delfshaven’. Dat vind ik een naam met een dubbele botsing: tussen de twee talen en ook nog eens tussen het hippe Engels en de naam van de deelgemeente die ik vooral met het glorieuze verleden van de haven associeer (jenever!).
Nog gekker vind ik de naam van voetbalvereniging Zinkwegse Boys (Hoeksche Waard), ik denk ook vanwege de zo ontzettend Nederlandse verbuiging met -se. En ook gek is Reiger Boys uit Heerhugowaard, niet alleen vanwege de naam, maar vooral omdat ik die naam alleen ken uit de topklasse staat van de vrouwen. Moet dat niet Reiger Girls zijn dan?
Nou heeft dit allemaal weinig consequenties voor zakelijk schrijven, maar toch heb ik daar ook wel eens vergelijkbare ervaringen, vooral met jargon dat voor mij als buitenstaander botst met de rest van de tekst. Ik herinner me een tekst waarin heel vaak DDR voorkwam, en ik bleef dat maar lezen als Duitse Democratische Republiek. Maar het was ‘disarmament, demobilization and reintegration’. Botsing! Elke keer bewust nadenken ‘oh, nee, dat is niet het land, het is iets met vredesmissies en ontwapenen’ is een aardige extra leesinspanning.
Ik denk dat mij daarbij ook parten speelde dat die drie woorden al abstract zijn, en dan nog afgekort tot een eenheid ook, dus in drie lettertjes drievoudig abstract. En daar zit een hele wereld achter, maar als buitenstaander ken ik die niet. Toen wist ik op een gegeven ogenblik helemaal niet meer waar het nou echt over ging: een typisch effect van jargon. Waar in dit geval ook nog eens mensen met grote, reële problemen achter zijn weggestopt, vind ik.
Voor ingewijden is dat geen probleem, al kunnen abstracties op allerlei verschillende manieren geïnterpreteerd worden en zo toch tot verwarring en onbegrip leiden. Vraag bijvoorbeeld maar eens aan vijf verschillende mensen wat ze verstaan onder ‘diversiteitsbeleid’. Gister vulde ik een enquête in voor de vakbond en daarin kwam het woord sector vaak voor. Ik weet op zich wel wat dat woord betekent, maar wat het nou precies inhoudt als een sector verantwoordelijk is voor iets, dat is me dan toch net weer te abstract. Dus het is toch iets om voor op te passen.
En voor buitenstaanders kun je zeker beter ‘gewone’ woorden gebruiken, al is het maar om botsingen te voorkomen.