Mijn cursus socratisch gesprek is inmiddels al achter de rug: vorige week was de laatste sessie. Ik heb er helaas van de zes eentje moeten missen door ziekte, maar de cursus als geheel gelukkig toch kunnen afronden. Nouja, ik ga ter compensatie van die gemiste keer nog een stukje schrijven over wat ik uit de cursus denk te kunnen gaan toepassen in mijn dagelijkse werk, en dat is alleen maar leuk natuurlijk, want dat levert dan ook wel weer een blogpost op. Dat komt dus nog.
Nu een terugblik. Aan het eind van de laatste bijeenkomst vroeg de docent wat we ervan gevonden hadden. Na even denken zei ik ‘een openbaring’ – beetje groot woord, misschien, maar het drukt voor mij wel uit wat ik wilde zeggen. ik vond het een hele openbaring hoe anders het socratisch gesprek is van alle andere gesprekken die ik ooit voer. In een werksituatie zit er altijd een soort haast, tijdsdruk, druk om efficiënt te zijn, bij overleggen en gesprekken. Daardoor ben je het al gauw een beetje met elkaar eens, of je zoekt een compromis, en vooruit dan maar. Bij een socratisch gesprek is dat niet de bedoeling, en dan blijkt hoe veel tijd het neemt om écht tot consensus te komen en samen te denken.
Heel anders maakte dat het ook voor mij, ik schreef dat al eerder: doordat er niet per se gauw iets uit moest komen, had ik veel meer geduld dan anders en ook minder structuurbehoefte. Ik kon me ook wel vermaken met wat er gebeurde – al was het zeker ook zo dat ik het af en toe taai vond en lang vond duren, frustrerend ook dat ik dacht dat we er bijna waren, en dat was dan niet zo – maar dat zette me dan toch ook wel aan het denken. Mijn eigen kijk op liegen en de rechtvaardiging daarvan is zeker veranderd!
We hebben net geen consensus bereikt; in het nagesprek bleek dat we er bíjna waren. Ik had net ervoor de verleiding gevoeld om de bal snel in het doel te trappen, want ik heb het laatste deel van het gesprek voorgezeten. Ik vond het opvallend moeilijk om dan niet gehoor te geven aan de druk om toch ergens toe te komen, en aan het eind lukte dat niet helemaal.
Verder ging het leiden van het gesprek gelukkig wel goed, al vond ik het best lastig om mijn aanwezigheid als gespreksleider te doseren. Als het goed is, vervullen alle deelnemers in het gesprek de taken op strategie- en metaniveau (oftewel procedure- en betrekkingsniveau: de bijdragen aan een gesprek die niet over de inhoud gaan, maar over het gesprek en de deelnemers zelf), en hoef je als leider niet veel te doen. Zo aan het eind van het gesprek, met zes bijeenkomsten achter de kiezen, was dat zeker het geval.
Dus: leuk, interessant, nuttig, leerzaam, inspirerend… en binnenkort beschrijf ik wat ik voor toepassingsmogelijkheden zie in mijn werk als schrijfadviseur en -trainer.