Van de andere kant
Een tijdje geleden had ik weer eens directe ervaring met een adviesrapport vanaf ‘de andere kant’. Meestal begeleid ik de schrijvers ervan, dit keer was ik een ontvanger. We hadden namelijk advies gevraagd over onze fundering, want we meenden een toename te zien in de scheuren in de muren van ons (oude) huis. Er kwam dus een adviesbureau funderingsonderzoek doen, en enige tijd later ontvingen we hun rapport.
Het rapport was, zo zag ik meteen, gestructureerd op de ’traditionele’, methodologische manier. De hoofdstukken heetten namelijk ‘Inleiding – Gegevens – Analyse – Conclusies en aanbevelingen’. Dus wat doe ik? Ik blader meteen door naar het einde. Ik wil namelijk weten of er iets aan onze fundering moet gebeuren en ook, met enige spanning, hoe veel dat dan gaat kosten. In hoofdstuk 4 staat dit:
De funderingsconstructie van de woning verkeert in redelijke staat. De woning heeft in het verleden ongelijkmatige zakkingen ondergaan die als groot worden beoordeeld.
Gezien de funderingssituatie van het pand en de aangetroffen bodemopbouw wordt verwacht dat bij de vervanging van de riolering het evenwicht verstoord zal zijn ten gevolge van tijdelijke ontspanning van het bodempakket. Verwacht wordt dat na enige tijd een nieuwe evenwichtssituatie tot stand zal komen.
Niet duidelijk is of inmiddels een stabiele eindsituatie bereikt is. Om hierover meer inzicht te krijgen wordt geadviseerd de woning gedurende een langere periode te monitoren door middel van het aanbrengen en periodiek inmeten van enkele meetboutjes.
Opgemerkt wordt dat gezien de naar verwachting verschillende funderingsconstructies bij de kerk en de woning er ook in de toekomst een risico bestaat dat opnieuw scheurvorming op de aansluiting tot stand kan komen. Om dit risico te beperken wordt geadviseerd een dilatatieconstructie aan te brengen.
Ik kon dit bijna helemaal begrijpen. Wat er staat, is namelijk een bevesting van wat we zelf al dachten op basis van gesprekken met mensen die er een beetje kijk op hadden, en ook wel van wat we een beetje hoopten: veel minder slecht nieuws dan bijvoorbeeld paalrot.
Het staat er wel veel formeler en afstandelijker dan nodig was. Er had best iets persoonlijkers mogen staan als: ‘Het onderzoek bevestigt uw vermoeden’ – iets wat het echt naar ons perspectief had toegeschreven. Dan was het niet een verslag van een soort quasi-wetenschappelijk onderzoek, maar echt adviseren, wat immers iets persoonlijks en relationeels is. En dan had ik de ‘so-what’ ook sneller opgepikt, want nu kostte het me toch wel even moeite om te ploegen door het jargon (van die omslachtige dingen als funderingssituatie, wat gewoon fundering is, en ‘ontspanning van het bodempakket’ – brrr) en de afstandelijke en abstracte formuleringen (let op de vele passieven!).
Eén ding snapte ik niet, en dat was het woord dilatatieconstructie. Google hielp daar ook niet echt bij. Da’s een tamelijke blunder van een adviseur: een woord gebruiken dat de uitsmijter onbegrijpelijk maakt. Inmiddels weten we wel wat het is: het ‘losmaken’ van de verbinding tussen ons huis en de kerk ernaast. Iemand op het werk van mijn man kon dat uitleggen. Maar zo moet het natuurlijk niet.
Hoofdstuk 1, 2 en 3 heb ik nooit gelezen. Deze conclusie paste immers in het plaatje, en de rest zal wel. Als het op dezelfde manier geschreven is, en ook nog met veel data erin, snap ik het toch niet.
Dus, wat leer ik van deze leeservaring? Dat een geadviseerde op zoek gaat naar een antwoord op zijn/haar meest brandende vraag, niet geïnteresseerd is in de methodiek van het onderzoek, en dat antwoord graag zo precies mogelijk geformuleerd wil krijgen. Dat mag persoonlijk, en het moet begrijpelijk. En dat is een hele kunst!
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Niet zo gek, dat piramideprincipe