Schrijven tegen Alzheimer? Uh…
Een nieuwsberichtje op Schrijven Online trok onmiddellijk mijn interesse. ‘Schrijven op jonge leeftijd voorkomt Alzheimer’ is de kop. ‘Echt waar?’ dacht ik, ‘wauw, dat zou spectaculair zijn! En met de verwachting dat Alzheimer in de komende decennia sterk gaat toenemen, zou nu dus iedereen moeten gaan schrijven’. Benieuwd las ik verder.
De rest van het artikeltje vond ik wat onduidelijk en ik wilde veel meer weten (vooral: ‘wat is jonge leeftijd?’ en ‘gaat het nou om taalvaardigheid of schrijfoutput?’), en dus klikte ik op de link onderaan het stukje. Helaas, daar vond ik eigenlijk niets. Nouja, achtergrond over de nun study, maar geen recent nieuws en zeker niets over schrijven. Zie ik iets over het hoofd, of wat? Ook googlen levert niets op, en dus blijf ik met meer vragen zitten dan antwoorden.
Maar ik post dit toch maar. Voor het geval dat. Voor jullie, maar zelf heb ik dan tenminste vandaag misschien ook weer wat aan Alzheimer-preventie gedaan.
Edit, 31 augustus: ik had een mailtje gestuurd naar Schrijven Online over hoe het zat met dit bericht. Ik kreeg een linkje toegestuurd en dat staat nu ook toegevoegd aan het nieuwsbericht: http://gerontologist.oxfordjournals.org/content/37/2/150.abstract Maar dat leidt naar een artikel uit 1997 waarvoor je $ 32 moet betalen om het in te zien. Dat moet dus maar even wachten op een bezoek aan een bibliotheek, en nog steeds vraag ik me af waar het bericht als nieuwtje op gebaseerd is.
En nog een edit, 1 september: ik had die laatste vraag, dus waar het nieuwtje vandaan kwam, ook nog maar gesteld aan de redactie van Schrijven Online. Antwoord: ‘het kwam bovendrijven’. Uhm, ja… Nou goed, blijft staan dat ik echt een keer op zoek ga naar dat artikel van hierboven, maar dat kan wel even duren.
Edit, 8 september. Van een vriendin kreeg ik de PDF van het artikel toegestuurd (dank, Carla!), dus ik kan er sneller op terugkomen dan ik had verwacht. Ik heb het vandaag gelezen, enne… er staat niets over schrijven in. Het wordt hoe langer hoe mysterieuzer. Ik vond het overigens wel een interessant artikel. Punt is vooral dat ze bij een non hebben kunnen aantonen dat hoewel haar hersenen de tekenen van Alzheimer vertoonden, ze cognitief ‘intact’ was tot aan haar dood op hoge leeftijd (over de 100). Maar over een eventuele relatie met schrijven dus geen woord. Wie wél weet hoe het zit, mag het zeggen….
(Enne: het artikel is welgeteld zeven pagina’s lang. $ 32 vragen voor een artikel van zeven pagina’s uit 1997 – ik vind het schandalig. Maar dat terzijde.)
Edit 9 september: Ik heb inmiddels (opnieuw dankzij Carla) de artikelen waar Kim in de reactie hieronder het ook al over heeft: over de relatie tussen idea density in de teksten van de nonnen en Alzheimer: de hoeveelheid informatie per zin. Dat is een voorspeller, maar dat wil niet zeggen dat het zou helpen tegen Alzheimer om mensen te trainen meer informatie in hun zinnen te stoppen. Ik ga de artikelen binnenkort lezen, en kom er dan hier op terug. Wordt weer vervolgd, dus!
Later: Okee, hier komt-ie dan. Het is inderdaad zoals ik hierboven al kort aangaf: schrijven helpt niet tegen Alzheimer; bepaalde tekstkenmerken in ‘vroeg’ schrijfwerk kunnen wel duiden op een verhoogd risico op Alzheimer.
Het onderzoek van Snowdon (e.a., in twee publicaties) dat in de Nun Study is gedaan vergelijkt een bepaald aspect van taalvaardigheid op jonge leeftijd met het cognitieve functioneren op oudere leeftijd:
- De taalvaardigheidskant betreft onderzoek naar korte autobiografieën die de zusters kort voor hun intrede moesten schrijven over hun jeugd en de aanleiding om in te treden. Ze waren toen gemiddeld 22 jaar oud. Die teksten zijn in het klooster-archief bewaard en door de onderzoekers geanalyseerd op twee kenmerken: grammaticale en inhoudelijke complexiteit (idea density) van de zinnen. Allebei kunnen worden beschouwd als maat voor het cognitieve vermogen van de schrijvende zuster.
- Het cognitieve functioneren is ongeveer 58 jaar later onderzocht. De nog levende zusters deden tests; van de overleden zusters werd autopsie gedaan op de hersenen om het voorkomen van Alzheimer vast te stellen.
Uit het onderzoek bleek een duidelijke samenhang tussen een lage idea density in de teksten en het voorkomen van Alzheimer dan wel laag scoren op de cognitieve tests. De samenhang tussen cognitief functioneren op hoge leeftijd en grammaticale complexiteit is er ook, maar veel minder sterk.
Niet duidelijk is echter wat de oorzaak is van de samenhang. Lange tijd is gedacht dat de symptomen van Alzheimer zich pas openbaren als ze een bepaalde drempel overgaan, dus als een bepaalde kritieke grens in de hersenen is overschreden, en dat dat bij mensen met grote cognitieve vermogens langer duurt: hun drempel is hoger. Hoogopgeleiden bijvoorbeeld krijgen minder vaak Alzheimer. In het autopsie-gedeelte van de studie werd dat drempel-idee echter niet bevestigd. Van de zusters die tot hun dood helder waren geweest, vertoonden de hersenen niet de symptomen van Alzheimer in hun hersenen, en als dat wel het geval was geweest, was de zuster aan het eind van haar leven ook duidelijk cognitief achteruit gegaan Oftewel: Alzheimer of niet hebben is zichtbaar in de hersenen, ongeacht de cognitieve vermogens.
Het vermoeden is nu dat de lage score op jonge leeftijd aangeeft dat een persoon neurologisch en cognitief ‘suboptimaal’ ontwikkeld is, en dat dat zo iemand kwetsbaarder maakt voor Alzheimer op latere leeftijd. Het zou ook nog kunnen dat Alzheimer al op heel jonge leeftijd begint, en dus op 22-jarige leeftijd al z’n sporen nalaat in het cognitieve functioneren (schrijven), maar daarvoor biedt hersenonderzoek geen ondersteuning.
Wel netjes aan de studie is dat is gecorrigeerd of gecontroleerd voor verschillen in opleiding, en dat alle deelnemers heel vergelijkbare levens leidden. Immers, als nonnen in het klooster aten ze hetzelfde eten, woonden ze in hetzelfde gebouw, waren ze allemaal niet getrouwd, hadden ze geen kinderen, enzovoort. Beperking is wel dat het alleen maar gaat om kloosterlingen, en dat de resultaten dus niet per se generaliseerbaar zijn.
Dat een bepaald tekstkenmerk een indicatie kan zijn voor een verhoogd risico op Alzheimer, wil niet zeggen dat het helpt om mensen te trainen op het bereiken van een hogere idea density in hun schrijven. Er is dus op basis van deze studie geen enkele reden om te beweren dat schrijven zou helpen tegen Alzheimer.
Mocht ik iets gemist hebben waardoor het berichtje op Schrijven Online toch ergens op slaat, dan hoor ik dat graag.
(Bronnen: Snowdon e.a. (1996) ‘Linguistic Ability in Early Life and Cognitive Function and Alzheimer’s Disease in Late Life. Findings from the Nun Study’. In: JAMA (275), p. 528-532) en Snowdon e.a. (2000) ‘Linguistic Ability in Early Life and the Neuropathology of Alzheimer’s Disease and Cerebrovascular Disease: Findings from the Nun Study’. In: Annals of the New York Academy of Sciences, Volume 903, Vascular factors in Alzheimer’s disease, p. 34-38.)
Hm. Ik vond een studie waarbij autobiografieën van nonnen, geschreven toen ze rond de 22 jaar waren (dus niet decennialang) geanalyseerd zijn op ‘idea density’ en grammaticale complexiteit.
Nonnen met Alzheimer die in die autobiografieën een hoge ‘idea density’ (het aantal ideeën per 10 woorden) hadden, bleken op latere leeftijd (tussen de 70 en 95) cognitief beter in orde te zijn dan nonnen die een lage idea density hadden. Met andere woorden: lage idea density bleek een soort voorspeller van cognitief verval en Alzheimer op latere leeftijd. Ofzo.
Nou ja, baat het niet, dan schaadt het niet…
Groet!
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Grote aanpassing stuk hieronder
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Net uit: Tekstblad-column (met dank)